Kies een andere reis

Kies een ander fotoalbum

Choose another journey

Choose another photo album

This page only has Dutch navigation. Press the English flag to return to the English part of this website

Wat is wijsheid?

Net terug van de wintersport begint het alweer te kriebelen en struinen we het internet af voor nieuwe inspiratie. We willen het liefst weer met de camper maar met de druiligere dagen in Engeland nog in ons achterhoofd gaan we op zoek naar een bestemming waar het weer warmer en stabieler is. Onze keuze valt op Sardinië. We boeken de veerboot en scoren een paar reisgidsen op marktplaats. Vol vertrouwen weigeren we de geboden optie om voor een meerprijs van slechts 60 euro kosteloos te kunnen annuleren. Waarom zouden we? Twee weken later domineert Corona het wereldnieuws en denken we daar heel anders over. De rederij is inmiddels niet meer telefonisch bereikbaar en emails worden beantwoord in volgorde van afvaart. Wij liggen dus onderaan de stapel. De voucher die ons weken later wordt aangeboden leggen we in de ijskast. We besluiten af te wachten en hopen op betere tijden. Een paar weken voor vertrek dienen die zich aan als Europa langzaam van het slot af gaat. De keuze is snel gemaakt. We gaan! Maar wat als Corona weer oplaait? Wat als de maatregelen weer worden verscherpt? Of wat als de grenzen zelfs weer dicht gaan? De wereld om ons heen heeft er meer moeite mee dan wijzelf. We vertrouwen op ons instinct.


Van geel naar zwart  

Drie weken na het versoepelen van de reisadviezen vertrekken we richting Italië. Met het geel kleuren van de landen zien de campings zwart. Voor onze eerste nacht in Zuid-Duitsland is er nog slechts een ongezellig doorreisplekje op het asfalt pal naast de ingang. Voor de rest zit de camping barstensvol. Een paar honderd plekken allemaal gevuld met uitgelaten Europeanen uit allerlei landen. Iedereen zit dicht bij elkaar en met uitzondering van een enkel mondkapje lijkt er geen verschil met de wereld van voor Corona. Alsof het nooit bestaan heeft. We zijn blij dat we zijn gegaan. Even terug naar het oude normaal; zo voelt het.


Zwitserland  

Met nog een lange dag voor de boeg is er geen tijd voor treuzelen.  We vertrekken vroeg in de hoop de files van gisteren te ontlopen. In Duitsland lukt dit wonderwel en een uurtje later verschijnt boven de weg een vertrouwde gele constructie. Wegrestaurant Pratteln is al 30 jaar een vaste halte onderweg naar de winterport. Voor het eerst bezoeken we het restaurant op slippers en in korte broek in plaats van in een winterjas. Het maakt geen verschil, want de plek voelt even vertrouwd als altijd. Sommige gewoontes moet je niet veranderen en hoewel we het assortiment kunnen dromen struinen we voor de zoveelste keer langs de winkeltjes, bevestigen de prijskaartjes opnieuw dat alles hier toch echt veel te duur is, maar laten we ons er niet door weerhouden om  wat te kopen en het restaurant te bezoeken.


La dolce vita

Met timing en af en toe wat omrijden proberen we al twee dagen om de vele files op ons traject te ontlopen maar aan die voor de St. Gotthardtunnel is ook voor ons geen ontkomen aan. Stoplichten doseren de doorstroom met als gevolg een kilometerslange file die in een slakkengang vooruit kruipt. We kunnen slechts aansluiten, geduld oefenen en de koppelingsplaten, die het te oordelen aan de geur zwaar hebben, proberen te ontzien. Een uurtje later glooit er licht aan het einde van de tunnel en zijn we zonder dat er ook maar iemand naar ons heeft omgekeken in Italië. Net als in Duitsland en Zwitserland, ook hier geen corona-controles aan de grens. Sterker nog, met uitzondering van het trouw dragen van een mondkapje in gebouwen, gaan de Italianen er relaxed mee om. Van afstand houden lijkt nergens sprake en van Corona-stress al helemaal niet. Of in ieder geval niet meer. La dolce vita, ook in Corona tijd.


Camping “no stress” nabij Como

“Mooie plaatjes op de website zijn geen garantie voor de werkelijkheid” had er beter bij de advertentie kunnen staan. Op camping “no stress” hebben de eigenaren overduidelijk geen stress... tenminste niet van al het onderhoud want daar doen ze klaarblijkelijk niet aan. Voordeel; we hoeven de plek slechts te delen met een handjevol kampeerders en een aantal dwergkonijntjes. Eén ding is zeker, deze oase van vergane glorie is gegarandeerd Corona-proof en dat is wel zo relaxed met Bergamo om de hoek.



Sardinie 2020


18 juli 2020 - 9 augustus 2020

Heenreis: Bellingwolde (NL) - St. Leoner see (DE) - Como - Genua,  Sardinië (Italië): Porto Torres - Sassari - Castelsardo - Capo Testa - Ponte Moneta - La Maddalena - Porto Cervo - Porto Rotondo - Gala Gonone - Arbatax - Gairo Vecchio - Barumini - Nebida - Masua - Buggerru - Montevecchio - Oristano - Is Arutas - Bosa - Alghero - Pischina Salida - Argentiera - Stintino - La Pelosa - Porto Torres,  Terugreis: Sustenpas (CH) - Innertkirchen (CH) - Thun (CH) - Bellingwolde (NL)


Genua

De volgende dag rijden we de laatste 200 km tot Genua met als grootste obstakel de ochtendspits van Milaan. Na twee dagen fileleed houden we rekening met het ergste maar dat blijkt niet nodig. In een brede stroom auto’s trotseren we langzaam maar gestaag de ring om Milaan. Sneller dan verwacht maakt de industrie weer plaats voor akkerbouw en rond 12 uur zijn we bij de haven waar enkele van ’s werelds grootste cruiseschepen en een hele batterij aan veerboten naar allerlei bestemmingen rond de Middellandse Zee voor anker liggen. We zijn veel te vroeg, zo maakt één van de bewakers ons duidelijk. Vanaf 3 uur mogen we weer terug komen. Een prettig oponthoud deze keer want daarmee hebben we nog een paar uurtjes om Genua te verkennen. Een eeuwenoude havenstad met een rijk verleden. Een stad van kooplieden, adel en aristocratie, een stad dat handel drijft met de hele wereld maar ook van de pest die zich vanuit Genua over de wereld verspreidde. En natuurlijk de stad van pasta Genovese; voor ons de stad van verse homemade pasta met de lekkerste verse pesto die we ooit geproefd hebben.


Het oude centrum, dat geschiedenis ademt, is een wirwar van kleine straatjes met piepkleine winkeltjes, restaurantjes en een ongekende keur aan terrassen. Sommige slechts een enkel tafeltje met een paar stoelen want ruimte is schaars in de nauwe straatjes. Genua draagt haar bijnaam “La Superba” vol trots en sinds 2006 staan veel van de rijkelijk gedecoreerde paleizen en statige huizen in het oude centrum op de Unesco werelderfgoedlijst. Maar Genua is een ook typische havenstad zoals vele andere. Een smeltkroes van nationaliteiten waarvan de invloed zichtbaar is in de straten, van Afrikanen op zoek naar een beter leven en een relatief hoog percentage daklozen. De straatjes in het oude centrum tonen beide gezichten. Sommige kneuterig en gezellig andere ronduit smerig met de doordringende geur van urine.

 

Wachten

We genieten van de stad en de sfeer, maar de hitte maakt het zwaar en eenmaal terug in de haven wordt de beproeving nog groter. Bijna twee uur staan we te wachten in een steeds groter wordende rij voertuigen en zonder schaduw. Het zijn de heetste uren van de dag en de zon brandt genadeloos. We voelen ons als een hond achtergelaten in een warme auto. Het is bijna niet te doen en om de beurt zoeken we even verkoeling in de schaduw aan de rand van het haventerrein. Rond half zes komt er beweging in de wachtende massa en mogen we aan boord. De airco is een verademing en eenmaal in onze hut is het bijna vechten om de douche. Een uurtje later voelen we ons weer mens genoeg om aan dek te genieten van de afvaart. Pas vanaf het water valt pas op hoe groot de stad is.


 

Oververhit

Ondanks het monotone gebrom van de motoren vallen we snel in slaap en worden we pas wakker wanneer de aankondiging van het ontbijt door de luidsprekers schalt. Buiten is het, ondanks het vroege tijdstip, al behoorlijk heet. De hemel is strak blauw en zelfs het zeewindje is warm. Fris en uitgeslapen staat niets een actieve eerste dag op Sardinië ons in de weg denken we nog vol goede moed maar na een bezoek aan een stadje en een winkelcentrum gaan we oververhit op zoek naar een camping. De verplichte temperatuurcontrole bij de receptie bevestigt, dat we het wel heel warm hebben. Markus zit op het randje van Corona-veilig. “No airco” verklaren we. Ah, dat is een goede reden blijkbaar want na ontvangst van het predicaat “veilig” en voorzien van mondkapje worden we opgepikt door een golfkarretje voor een rondje over de camping. We krijgen een heerlijke plek in de duinen met volop schaduw en slechts enkele meters van zee.



Castelsardo

Het Middeleeuwse kasteel gelegen hoog op een vulkanische rots is een geliefde trekpleister onder toeristen maar niet vandaag. De hitte heeft de meeste toeristen verjaagd. Eenmaal boven treffen we slechts een handjevol bezoekers en wat oudere lokale vrouwen waarvan sommige in de deuropening van hun huisje zitten te weven. De stilte is rustgevend. In een traag tempo dolen we door de smalle, met hobbelige steentjes geplaveide straatjes en genieten we van verrassende doorkijkjes naar de helderblauwe zee. Voor een eenvoudige lunch nemen we plaats aan een klein tafeltje met rood-wit geblokt tafelkleed. Veel Italiaanser wordt het niet.


 

La Maddalena archipel

Deze archipel van zo’n 60 grote en kleine eilanden gelegen in het heldere water tussen Sardinië en Corsica is volgens velen de mooiste eilandgroep van Europa. Het is een paradijselijk oord met een schat aan verscholen strandjes en blauw-turquoise baaitjes met water zo helder als uit de kraan. Palau, de plek van waaruit de veerboot vertrekt is maar een gehucht en een paar minuten na het binnenrijden staan we voor de laadklep van de veerboot die net op het punt staat te vertrekken. We hebben amper tijd om te overleggen en nog voordat we het eens zijn heeft een mannetje ons aan boord geloodst. Aan dek genieten we van een verkoelend zeewindje en het mooie uitzicht over de baai met honderden zeilboten en plezierjachten. Onze geplande twee dagen worden al snel drie en we vervelen ons geen minuut. We verkennen de eilanden Maddalena en Caprera, die met een lange brug met elkaar verbonden zijn, struinen op ons gemak door de gezellige straatjes van La Maddalena stad en zijn drie dagen vaste klant van een ijssalon waar ze de lekkerste ijskoffie ooit serveren. Onze rustdag is er eentje van zon zee en strand. Bereikbaar via een hobbelig zandpad vinden we een stukje strand waar we Frankie pal aan zee kunnen parkeren. Het is een onbetaalbaar plekje met een even zo onbetaalbaar uitzicht. We zouden er dagen kunnen vertoeven.


 

Smaragdkust

Maar hoe mooi de plek ook is van lang stilzitten worden we onrustig en dus zijn we opgetogen als we drie dagen later weer terug varen naar het vaste land. We staan te popelen om de rest van Sardinië te verkennen.

Via de smaragdkust langs de noordoost kant het het eiland, zakken we af naar het zuiden. We maken een tussenstop in de mondaine havenplaatsjes Porto Cervo en Porto Rotondo waar de jetset strijdt om wie de grootste jacht heeft, de gebruikelijke souvenirwinkels hebben plaatsgemaakt voor designerwinkels en exclusieve boetieks en de jeugd gestyled door de straten flaneert. Veel meer dan een veel te duur kopje koffie drinken doen we er niet. Aan het einde van de dag bereiken we onze eindbestemming; Gala Gonone. Voor ons de uitvalsbasis voor een uitstapje naar de Blue Marina Cave, één van de mooiste grottenstelsels van het eiland.


Blue Marina Cave

Omdat, zo leren we, het aantal bezoekers dat de grot per dag mag bezoeken beperkt is, zit er niets anders op dan ons de volgende dag voor dag en dauw in de haven te melden om een toegangskaartje te bemachtigen. Onze inspanningen worden beloond en met in onze tas de felbegeerde entreebewijzen doden we de tijd op het enige terras dat zo vroeg in de ochtend geopend is. We zijn één van de weinige toeristen. Op het terras zitten vooral oudere mannen die onder het genot van een kopje koffie met croissant rustig een krantje zitten te lezen. Ondertussen raakt de parkeerplaats geleidelijk vol en verzamelen zich steeds meer mensen in de haven. Overal staan groepjes mannen, vrouwen en kinderen te wachten bij één van de vele excursieboten.


Rond een uur of 10 is het onze beurt en mogen we eindelijk aan boord; met mondkapje dat wel. Het zachte briesje dat over het dek waait wanneer ons bootje in beweging komt is een welkome verfrissing want ondanks het vroege tijdstip is het al flink warm. Ruim een half uur varen we langs de kust die hier ruig en grillig is met hoge steile rotswanden totdat we worden afgezet bij een aanlegsteiger. Vanaf zee lijkt het slechts een ondiepe grot, maar eenmaal binnen is het een enorm stelsel vol bijzondere druipsteenformaties en een ondergrondse rivier. Het samenspel van water, verlichting en formaties geeft een magische sfeer met voor ons als hoogtepunt de “spiegelkamer”. Het zachte licht en de reflecties van de omgeving in het rimpelloze water is een magisch schouwspel waarbij de werkelijkheid en reflectie bijna niet van elkaar te onderscheiden zijn. Even later zit de rondleiding er op en verraadt het witte licht dat steeds helderder wordt vertelt ons dat we bijna terug zijn bij de ingang. De overgang is groot. Komend vanuit de donkere wereld in sepia tinten lijkt de mediterrane waterwereld aan het einde van de grot nog blauwer dan blauw.


Cala Luna

Eenmaal terug aan boord is het een klein stukje varen naar onze tweede stop; Cala Luna. Een maanvormig strand met enkele grote schaduwrijke grotten dat alleen per boot of te voet te bereiken is. Deze ansichtkaartlocatie is even mooi als de plaatjes beloven maar lijkt helaas ten onder te gaan aan zijn eigen populariteit. De magie van deze prachtige baai gaat verloren in de grote toeristenmassa die wordt aangevoerd door een constante stroom van grote en kleine bootjes. Desalniettemin is het er heerlijk toeven en de twee uurtjes vliegen voorbij. Eenmaal terug in de haven, gaan we, ietwat uitgehongerd, op zoek naar een restaurantje voor een late lunch. Eten valt hier in Italië zelden tegen en dat geldt ook vandaag.


SS125

Een roadtrip door Sardinië is niet compleet zonder de SS125. Volgens de reisgidsen één van de mooiste routes over het eiland. Even voorbij Gala Gonone pikken we de route op richting het zuiden. Het zijn vooral de eerste 60km tussen Dorgali en Santa Maria Navarrese die geroemd worden en niet zonder reden. Het is een typische bergroute met haarspeldbochten en een prachtig uitzicht op de ruige pieken van de Supramonte. Een berggebied met hoge kalksteenbergen en diepe kloven waaronder de Gola di Gorropu. Met rotswanden tot wel 500 meter hoog is het één van Europa’s diepste kloven en favoriet bij wandelaars. De omgeving moet er prachtig zijn en even overwegen we het er op te wagen maar met de huidige temperaturen wint ons verstand het van onze drang naar avontuur en na het vernemen van de prijs voor het comfortabele alternatief per 4x4 schrappen we de kloof definitief van ons lijstje. We nemen genoegen met een blik vanaf het uitzichtpunt achter bezoekerscentrum. Even verderop, in Arbatax, verrast de natuur ons opnieuw. Daar waar de kustlijn bijna volledig bestaat uit grillige wit-grijze kalksteen rotsen vinden we hier een vreemde “rots” in de bijt. In de baai achter het kleine haventje liggen de La Rocce Rosse “de rode rotsen”; een bijzondere rotsformatie dat als een vastgelopen rood stenen schip voor de kust ligt.



Binnenland

In de middag verlaten we de panoramische route en nemen we de SS198 die dwars door het binnenland naar de andere kant van het eiland voert. Het eerste deel volgt de weg dezelfde route als een oude spoorlijn waarvan de kleine stationsgebouwtjes er maar verlaten bij staan. Hier geen grote toeristische bezienswaardigheden, maar het Sardijnse leven van alledag. We passeren kleine slaperige dorpjes met muurschilderingen die verhalen over het dorpsleven en oude tradities en waar bejaarden tot op hoge leeftijd nog actief deelnemen aan het sociale leven. Het verhoudingsgewijs hoge aantal honderdjarigen in deze regio trok jaren geleden de aandacht van onderzoekers die het optekenden als een blue zone. De eenvoudige en gezonde leefstijl van de mensen hier is daarmee een voorbeeld voor velen geworden.


Bushcamping

Onze enige tussenstop die middag wordt een bezoek aan Gairo Vecchio; ooit een bloeiend bergdorpje maar vandaag de dag een verlaten spookstadje. Vijf dagen en vijf nachten regende het onophoudelijk met als gevolg overstromingen en modderstromen. Het was de genadeslag voor de toch al instabiele huizen die al vele jaren werden geteisterd door aardverschuivingen. In 1969, 18 jaar na de catastrofale overstroming, vertrokken de laatste bewoners en veranderde Gairo Vecchio in een verzameling stenen ruïnes die langzaam wordt opgeslokt door de natuur. We proeven er even de sfeer van een weggespoeld verleden en rijden daarna door tot Lago del Flumendosa, een groot stuwmeer ongeveer halverwege onze doorsteek door het binnenland. “Hier zouden we toch een bushcampplekje moeten kunnen vinden”, dagdromen we hardop. Vanaf de weg zien we aan de overkant van het water een smal pad dat, te oordelen aan de auto die langs het water geparkeerd staat, ook voor ons bereikbaar zou moeten zijn. We houden de afslagen goed in de gaten en vinden het spoor dat uitkomt bij het meer. We hebben geen idee of het is toegestaan, maar hier blijven we. De vissers die bij de andere auto horen begroeten ons vriendelijk en hebben duidelijk geen problemen met onze aanwezigheid. Ze vinden wat extra aanspraak wel gezellig zelfs en ze zijn niet de enigen. Het is genieten met een hoofdletter G. We nemen een verfrissende duik in het koele water van het stuwmeer en gaan uitgebreid koken. Ons eigen plekje in de natuur en nadat de oude vissers zijn vertrokken is hij voor één nachtje helemaal voor ons alleen. Tot laat in de avond zitten we bij de auto en genieten we het uitzicht over het meer dat romantisch glinstert in het licht van de volle maan. De sterrenhemel boven ons is prachtig. Het wordt de beste nacht van onze Sardijnse roadtrip; zonder kunstlicht en zonder lawaai. Het enige geluid dat de stilte doorbreekt is het plonzen van de vissen en het gerinkel van geitenbelletjes in de verte.


Tanketikette

Om Frankie’s grote dorst te lessen moeten we vaak een keertje tanken en zo ook vandaag. Variërend van een paar roestige drums tot luxe pompen en van zelfbediening tot full service; in ons reisleven hebben alles al wel een keertje gezien. Tenminste dat dachten we, maar vandaag wacht ons toch weer een nieuwe ervaring. Zonder op de borden te letten kiezen we voor de rechterpomp. Gewoon op ons gevoel, maar wanneer we betalen ontdekken we dat we daarmee onze portemonnaie benadeeld hebben. Verbijsterd komt Markus terug met het antwoord op onze vraag waarom we uiteindelijk een hogere literprijs betalen dan staat aangeven. We hebben de verkeerde pomp gekozen. De rechterpomp was met bediening en daardoor 4 cent duurder. Of je die bediening nou wilt of niet doet er niet toe. Markus tankt altijd liever zelf maar dat was onbespreekbaar deze keer. De man moest en zou het zelf doen. We weten nu waarom. Volgende beter opletten dus.


Titel

Voorbij het kneuterige dorpje Barumini dat een leuke oude stadskern heeft, verandert het landschap. We hebben de bergen inmiddels verlaten en voor ons ontvouwt zich een glooiend landschap met uitgestrekte gele pas geoogste graanakkers afgewisseld met olijfboomgaarden en wijngaarden. In de berm staan veel agaves en cactussen. Onveranderd zijn de vele kleine dorpjes die we passeren met ook aan deze kant van het eiland weer prachtige muurschilderingen. Geschilderd in zachte natuurgetrouwe tinten zijn het veelal religieuze afbeeldingen of portretten van het dagelijkse leven, maar een enkele keer ook abstractere schilderingen in felle schreeuwerige kleuren. En dan na twee dagen toeren door het binnenland kleurt de horizon ineens weer blauw. We zijn terug aan de kust. Helaas daarmee ook terug in de drukte en dat is merkbaar. Een parkeerplaats vinden voor Frankie is weer een stuk lastiger. Dan maar geen lunchpauze aan het strand, besluiten we. In plaats daarvan trekken we verder. De komende kilometers behoren wat ons betreft tot de mooiste van de hele roadtrip. Enkele tientallen meters boven zeeniveau kronkelt de weg pal langs de kust met voorbij iedere bocht een fenomenaal uitzicht op rotsformaties, hoge kliffen en een bijna rimpelloze turquoise-blauwe zee, die zo helder is dat we zelfs vanaf grote afstand de bodem van de zee nog kunnen zien.



Camping in overlandstijl

Tegen het einde van de middag bereiken we onze eindbestemming; een kleinschalige camping bij Masua Beach. Ondanks het weinig luxe sanitair, of misschien wel juist daardoor en de heerlijke ligging direct aan een maanvormige baai dat ligt ingeklemd tussen hoge kliffen, maakt het voor ons de leukste camping van deze roadtrip. Met zijn allen delen we een 1 gammele wc verscholen in de bosjes aan de rand van de camping en 3 openlucht douches in “overlandstijl”. Het voelt als een heuse reizigerscamping en naast de overal aanwezige en overdreven luxe campers zien we voor het eerst ook een enkele terreinwagens met daktent. Op hun beurt zien de eigenaren ons ook. Nieuwsgierig komen ze even langs voor een praatje en natuurlijk een “Frankie-rondleiding”. De komende twee dagen zijn de minst actieve van de hele vakantie, maar desondanks voelen we ons meer “op reis” dan tot nu toe.


Natuurlijke rijkdommen

Niet alleen bovengronds, ook ondergronds is Sardanië geologisch gezien een bijzonder eiland. Het eiland is rijk aan mineralen waarvan kool, barium, zink, lood en zilver de bekendste. Nog voor de jaartelling, ten tijde van de Romeinen stond Sardinië al bekend om deze natuurlijke rijkdommen en het Sardijnse zilver behoorde tot de meest hoogwaardige ter wereld. Het delven van al deze mineralen was vele eeuwen één van de belangrijkste industrieën en bepaalde in grote mate het sociale en culturele leven en zelfs anno 2020, zo’n 30 jaar nadat de laatste mijn haar deuren sloot is het verleden niet vergeten. Kleine arbeidersdorpjes, afgegraven hellingen, oude treinstations, spookdorpjes en vervallen industriële gebouwen zijn tastbare herinneringen aan een tijdperk dat nog heel dichtbij voelt.


Porto Flavia

Na een lange luie middag in de zon proppen we onszelf aan boord van een luxe rubberboot voor een uitstapje naar Porto Flavia. Verscholen in een rotswand enkele tientallen meters boven de zeespiegel markeert een kleine gevel één van de meest bijzondere havens ter wereld. Ooit in de hoogtijdagen van de mijn lagen hier schepen voor anker en werden delfstoffen rechtstreeks vanuit de omliggende mijnen aan boord van de wachtende schepen getransporteerd. Een sterk staaltje technisch vernuft dat zijn tijd ver vooruit was. Onze gids vertelt geanimeerd, maar wij hebben vooral oog voor de schoonheid van de wereld om ons heen. De ruige kust, het uitzicht op het bergachtige achterland en de blauwe heldere zee maken het ansichtkaartachtige plaatje compleet. Ruim een uur zijn we op zee en bezoeken we naast de haven nog een grot waar je met enige fantasie de landkaart van Sardinië in kunt herkennen, nemen we een duik en varen we op hoge snelheid een rondje om de beroemde Pan di Zucchero. Een 133 meter hoge kalkstenen formatie en het grootste rotseiland in de Middellandse zee. Leuk om even gezien te hebben, maar het mooiste uitzicht hebben een paar uur later vanaf het strand wanneer het magische tegenlicht van de ondergaande zon het kleine rotseilandje de hoofdrol geeft in het theater van de natuur.


Ontmoetingen

Na twee dagen in bikini geleefd te hebben wordt het tijd voor nieuwe avonturen. Als een geoliede machine doen we ieder ons eigen deel van het inpakritueel en net als we bijna klaar zijn staat er een mollige Italiaan voor onze neus. De man hoort bij de gisteravond gearriveerde Landcruiser en is reuze nieuwsgierig naar onze auto. “Dat is mijn droomauto”; zegt hij als hij naar Frankie wijst en vraagt ons vervolgens het hemd van het lijf. Het is een leuk contact waarin we van onze medelandcruiserrijder ook nog wat sappige details uit de Corona-soap vernemen. De door Corona werkloze modefotograaf uit Milaan heeft tijdens de piek van de epidemie ook wat journalistieke reportages in Bergamo gemaakt. Zijn ervaringen zijn schokkend en bevestigen ons vermoeden dat kosten noch moeite zijn gespaard om angst voor Corona zo maximaal mogelijk te voeden. Waarom? Hij trekt zijn schouders op. “Ik zou het niet weten” zegt hij met een bezorgde blik op zijn gezicht, “maar het beeld uit de media is in ieder geval niet het hele verhaal, dat heb ik met eigen ogen gezien”. We zijn verbijsterd.


Op de vlucht

De ochtend is al grotendeels voorbij wanneer we afscheid nemen en de baai langzaam uit het zicht verdwijnt. De weg slingert door een bergachtig landschap met ook vandaag weer prachtige uitzichten. Het is opnieuw genieten maar het is ook zwaar. Om 11 uur is het in de auto al 40 graden en het wordt met het uur warmer en ondraaglijker. Een uurtje later rijden we Montevecchio binnen. Het is één van de oudste mijnstadjes in heel Italië en ooit de belangrijkste mijn voor lood en zink. In de hoogtijdagen werkten hier zo’n 1100 arbeiders. Sinds het sluiten van de mijn in 1991 zijn de gebouwen verlaten en de treinrails en wagonnetjes verroest. Als industrieel erfgoed pronkt het nu op de lijst van Unesco en volgens de reisgids is het een bezoek meer dan waard. Onze nieuwsgierigheid is gewekt, maar ook snel getemperd als we in het bezoekerscentrum de opties van een tour opvragen. Coronarestricties hebben de keuze beperkt tot alleen de langere tours, voor natuurlijk ook de hoogste tarieven. De verzengde hitte heeft onze motivatie om ook maar iets te doen waarvoor we ons fysiek moeten inspannen verdampt en het hoge prijskaartje maakt de beslissing nog makkelijker. We laten een bezoek aan de mijn schieten en op de vlucht voor de hitte speuren we op internet naar het dichtstbij zijnde winkelcentrum. Google vindt er eentje in Oristano, slechts een klein uurtje rijden. De belofte van verkoeling biedt hoop en popelend van ongeduld onderwerpen we ons even later aan het digitale oog van de “Corona-scanner” die de elektrische schuifdeuren bewaakt maar zonder succes. Keer op keer geeft de scanner rood alarm. Bij Markus vanwege een te hoge lichaamstemperatuur en bij mij vanwege het niet correct dragen van het verplichte mondkapje zo leren we later van een aardige Italiaan die ons tegen de regels in naar binnen smokkelt. Eenmaal binnen, in de koelte, bekruipt ons een unheimisch gevoel als we tot ons laten doordringen hoe binnen het tijdsbestek van slechts enkele maanden uitsluiting van volkomen gezonde en onschuldige burgers in toenemende mate georganiseerd en geaccepteerd wordt. Waar zal dit eindigen? De geschiedenis kent genoeg voorbeelden die tot terughoudendheid zouden moeten manen. Maar dan hopen en bidden kunnen we niet.


Warm, warmer, warmst

We schudden de zorgen van ons af en confiskeren het eerste de beste tafeltje voor een frietje bij de Burger King. Koelte gaat boven culinair vandaag. Na ruim een uur en drie rondjes langs de winkels zijn we voldoende afgekoeld en wagen we ons weer buiten. We zijn voorbereid op het ergste maar de hitte die ons tegemoet komt beneemt ons desondanks de adem. Het voelt nog heter dan anderhalf uur geleden en te oordelen aan de thermometer in de auto is dat ook zo. Bijna 55 graden staat er op de teller. De temperatuur is zo hoog dat we Frankie in de schaduw van een boom een paar minuten moeten laten afkoelen voordat Markus het stuur zonder risico op blaren kan vastpakken. Comfortabel is anders, maar ons er door uit het veld laten slaan is geen optie. Nu we eenmaal in Oristano zijn willen we koste wat het kost ook nog even de sfeer van het stadje proeven. We rijden tot in het hart van het centrum waar een parkeerplek vinden geen probleem is. Alleen toeristen zijn zo gek om op dit tijdstip nog iets actiefs te doen zie je een enkele voorbijganger bijna denken. Stiekem hebben ze gelijk. Het is ook gekkenwerk en een 10 minuten durende stadswandeling verder is onze nieuwsgierigheid bevredigd. Tenminste mijn nieuwsgierigheid, want Markus komt niet verder dan het eerste de beste terras. “Kijk jij maar wat rond, ik wacht hier wel”, zegt ie. Overhalen heeft geen zin besef ik onmiddellijk. Sneller dan verwacht ben ik terug. Met de ijskontjes uit mijn drankje koel ik mijn handen en polsen. Het verkoelt een beetje.


Nachtelijke verhuizing

Terug bij Frankie moeten we opnieuw de auto in de schaduw laten afkoelen zodat we ons niet verbranden aan het interieur. Dan beginnen we aan de zoektocht naar een kampeerplek. Een lastige zoektocht want geen van de campings ziet er aanlokkelijk uit. Stuk voor stuk zijn het drukke ongezellige campings en een stuk duurder dan we tot nu toe gewend zijn. Nurapolis lijkt het beste compromis. Om een plekje te vinden krijgen we hulp van een medewerker. De camping heeft tal van beschutte schaduwrijke plekken tussen de bomen, maar we wijzen ze allemaal af. We willen een open plek waar we nog een klein windje kunnen voelen. De taalbarrière maakt communiceren lastig, maar ineens valt het kwartje. “Ah, luft” zegt de man ineens. We knikken enthousiast, “inderdaad”. En plekje is vervolgens snel gevonden en bovendien nog dichtbij het toiletgebouw ook. Wat wil een mens nog meer. Een paar uur later weten we het antwoord; “Stilte en duisternis” is wat we vurig wensen. Het is inmiddels na middernacht en we krijgen geen oog dicht. De felle bouwlampen rondom het toiletgebouw pal achter ons schijnen dwars door het tentdoek heen en de band die speelt bij het restaurant heeft de geluidsinstallatie op maximaal staan. De zware basdreunen doen de lucht trillen. Om 2 uur zijn we nog steeds klaar wakker. Moedeloos begin ik aan een nachtelijke speurtocht op zoek naar een betere plek; aan de herrie is niet te ontkomen, aan de bouwlampen misschien wel. Een kwartiertje later is de auto ingepakt en starten we de motor. Het zware geluid overstemd voor even de livemuziek en sommige buren kijken verschrikt naar buiten. We maken duidelijk geen vrienden. Even later staat Frankie geparkeerd op een smal paadje verscholen achter een rij bomen aan de rand van de camping. Waarschijnlijk verboden toegang,  maar het kan ons niks schelen. Het is er in ieder geval donker en alleen dat al maakt de herrie beter te verdragen. Markus is snel in dromenland en wanneer tegen 3 uur de muziek verstomt val ook ik in slaap. Helemaal topfit zijn we niet als we de volgende ochtend wakker worden. Wanneer we bij het uitchecken ons beklag doen over de doorwaakte nacht geeft de eigenaresse al snel toe, dat dit niet niet ok was. Ze stelt voor de helft te betalen. Goed bedoeld maar zelfs dat is het niet waard. De korte nachtrust komt mijn tact niet ten goede en de vrouw voelt dat goed aan. Ze laat een tweede voorstel achterwege en gebaart dat we kunnen gaan. Het verzacht de pijn.



Zeurderige oude vrouw

Noch google noch de gps hebben betere alternatieven. We doen een tweede poging bij de camping die we gisteren als eerste bekeken. Geen zin in een tweede gebroken nacht, voelen we de eigenaresse aan de tand over hun animatieprogramma. Ook hier is muziek maar ze belooft stilte voor middernacht. Ok, het moet maar. Voor de zekerheid kiezen we een plekje zo ver mogelijk van de bar. Het is een daalders plekje met voldoende schaduw, uitzicht op zee, zacht briesje en een bijzonder strand van glinsterend kwarts zand voor de deur. Meer dan zwemmen, lezen en luieren doen we vandaag niet. De rust werkt verkwikkend maar is ook hier tijdelijk. Tegen het einde van de middag wanneer de wereld weer wat afkoelt ontwaakt de jeugd en met hen ook een kakofonie van lawaai en muziek. De muzieksmaak van de jongelui maakt de overlast beter te verdragen maar wanneer het geluid aanzwelt tot discotheek-niveau ga ik toch mijn beklag doen. Een beetje ongemakkelijk betreed ik de tot kroeg ongebouwde voortent waar een jongeman zich uitleeft op een professioneel ogende DJ-set compleet met draaitafel en discobal. Zijn clientèle een paar mannen van een jaar of veertig. Ze kijken verrast op, maar reageren vriendelijk op mijn verzoek of het ook iets zachter kan. In hun ogen lees ik dat ze me een zeurderige oude vrouw vinden. Het is voor het eerst van mijn leven dat ik mij ook zo voel. Terwijl ik terug loop wordt de muziek zachter. In de avond maken disco dreunen plaats voor gezellige Italiaanse meezingers wanneer families bepakt met potten en pannen naar de centrale picknicktafels verhuizen voor de avondmaaltijd. Grote lawaaierige families zitten aan lange tafels vol met eten. Het tafereel lijkt op dat uit een TV commercial.


Bosa

Na twee dagen verlaten we het Sinis schiereiland en rijden we naar het kleurrijke Bosa. De straatjes in het oude centrum zijn smal en omlijst met hoge veelal kleurrijke gebouwen en her en der overspannen met waslijnen. Een typisch Italiaans plaatje. Het is een leuk stadje en we slenteren een paar uur door de schaduwrijke straatjes langs kleine winkeltjes en gezellige restaurantjes. Om de nog steeds verzengende hitte het hoofd te bieden gaan we letterlijk van terras naar terras en van koud drankje naar koud drankje.


Noodlot

Dat het zoeken van verkoeling niet alleen comfortabel maar ook noodzakelijk is leren we later die middag wanneer we onderweg naar Alghero een fietser oververhit en uitgeput langs de weg zien liggen. Zijn fiets ligt in de berm en zijn fietsvriend staat er verloren bij. Een jong stel dat ook gestopt is verleent eerste hulp en vraagt om water en suiker. Gauw halen we alles uit de camper dat bruikbaar is. Verder kunnen we alleen wachten op de ambulance die zo blijkt een half uur later nog niet eens vertrokken is. De reden waarom is ons onduidelijk, want het leven van Fabio, zo heet de man, hangt aan een zijden draadje. Hij is nauwelijks noch bij bewustzijn en vecht letterlijk voor zijn leven. Iedere minuut wachten is er een teveel. De dames die het contract met de centrale onderhouden bellen nog maar eens en dan opeens gaat het snel. De man verliest zijn bewustzijn en een paar tellen later beginnen de twee jongelui met reanimeren. De alarmcentrale annuleert de ambulance en belooft een helikopter te sturen. Mits ze het GPS coördinaat kunnen doorgeven. De dames hebben geen idee maar gelukkig hebben wij een GPS aan boord. Twintig minuten later landt de helikopter op de kronkelige kustweg en nemen de artsen de reanimatie over. Het mag niet meer baten. De hitte en extreme inspanning zijn de man fataal geworden. We voelen ons verslagen en veel zin in sightseeing hebben we niet meer. Wanneer we doorrijden zien we meer fietsers bepakt en bezakt de berg op zwoegen. We houden ons hart vast. Even buiten Alghero vinden we een rustige camping en proberen we de gebeurtenissen van de middag een beetje van ons af te zetten.


Rood

De volgende ochtend zijn we vroeg op en is het vakantiegevoel weer wat terug. De gebeurtenissen van gisteren hebben ons opnieuw bepaald bij onze overtuiging dat “het leven zo maar voorbij kan zijn en je dus elke dag maximaal moet genieten”. We hebben zin in nieuwe avonturen en gebruik makend van de koele uurtjes slenteren we al voor dag en dauw langs de haven en door het oude centrum van Alghero. Ooit hadden de Spanjaarden het hier voor het zeggen en de stadsmuur, de kathedralen in Gotisch-Catalaanse stijl en de torens waarvan sommige bedenkt met kleurrijke tegels herinneren nog steeds aan het Spaanse verleden. De oudere inwoners schijnen zelfs nog een apart dialect te spreken dat een afgeleide is van het Catalaans. Er hangt een relaxte sfeer in het oude havenstadje dat vandaag de dag bekend staat om het “rode goud”. Oude geschriften roemen de kust hier als dé plaats waar het beste koraal van de Middellandse zee te vinden is. Inmiddels is het koraal beschermd en vrij schaars volgens de reisgidsen maar dat is niet het beeld dat je krijgt als je langs de winkeltjes loopt. Bijna allemaal verkopen ze wel iets van koraal en sommigen zaakjes zien letterlijk rood. Of de zee is behoorlijk leeggeroofd of een groot deel van het aanbod is nepkoraal. Wie zal het zeggen….. Ontbijten doen op z'n Italiaans met een kopje koffie en een broodje op een van de vele terrasjes. Het leven is goed.


Wanneer de temperatuur stijgt zoeken we verkoeling van de rijwind. Met de ramen open rijden we naar Capo Caccia. Een uitstekende rotspunt op het uiteinde van een landtong. De nabij gelegen grot van Neptunus is verreweg grootste bezienswaardigheid hier. Wij slaan hem over. We zijn inmiddels “grotverzadigd”. Het winderige uitzichtpunt daarentegen is prachtig.


Argentiera

Argentiera een mijnwerkerstadje ten noorden van Alghero dankt zijn naam aan één van de edelmetalen die hier ooit werden gewonnen (argento betekent zilver). Het dorpjes is inmiddels een openluchtmuseum met oude mijngebouwen uit de 19e eeuw. Het meerendeel is gerestaureerd en open voor bezichtiging. We maken een korte wandeling door de restanten van een verloren gegane industrie en bestellen een visje in het enige restaurant dat geopend is. Hoewel de reisgidsen het industriële stadje roemen zijn de hordes toeristen ver te zoeken. We treffen slechts een handjevol bezoekers en hebben de plek bijna voor onszelf. Een verademing op dit door toeristen overspoelde eiland.


Gevonden; het mooiste strand

Met ons bezoek aan Stintino, het stadje op het noordelijke puntje van het eiland, is onze Sardijnse cirkel rond. We hebben het eiland helemaal rondgereden en zijn terug daar waar we twee weken geleden voor het eerst voet op het eiland zetten. Sardinië staat bekend om haar mooie stranden en twee weken lang hebben we er vele bezocht. De ene nog mooier dan de andere, maar de allermooiste zo blijkt hebben we voor het laatst bewaard. La Pelosa, is het meest gefotografeerde strand van het eiland en ook onze favoriet. Het uitzicht op de oude verdedigingstoren dat zich in de branding staande houdt en het eilandje Asinara dan vlak voor de kust ligt is prachtig. Het water is kraakhelder en schittert in vele blauwe en turquoise tinten. Het natuurschoon is te mooi om vast te kunnen leggen op de camera maar we doen toch een poging. Er zwemmen slaan we helaas over want door de drukte blijkt een parkeerplaats vinden een onmogelijke opgave. Jammer maar de verwondering over het magische uitzicht is er niet minder om.


Omgeboekt

Terug in Stintino proberen we een uitstapje te boeken naar Asinara. Het voor de kust gelegen eilandje was ooit de woonplaats van grote maffiabazen die er hun straf uitzaten in een maximale veiligheidsgevangenis. Inmiddels is het onbewoond en zijn kudde witte ezels de beroemdste bewoners.  Asinara is een natuur- en zeereservaat en het aantal bezoekers dat per dag worden toegelaten is beperkt. Onvoorbereid als we reizen hebben we geen reservering, maar wie niet waagt die niet wint. We proberen een paar reisbureautjes maar de eerste de beste mogelijkheid is pas over twee dagen en kost 80 euro per persoon. Dat is wat je noemt een toeristische prijs. Tja als je het er voor kunt krijgen waarom niet. We pikken een terrasje en beraden ons op onze plannen voor de komende dagen. Onze Sardijnse cirkel is rond, maar onze boot vertrekt pas over twee dagen. Wat gaan we doen? Terug naar de troosteloze en lawaaierige camping van gisteren is niet echt een aanlokkelijk vooruitzicht. We overwegen onze opties en bedenken in een opwelling te controleren of we ook een eerdere afvaart kunnen krijgen. Een belletje naar de rederij is snel gemaakt en binnen 5 minuten en zonder meerkosten is onze terugreis omgeboekt naar …. vandaag. De afvaart is over 4 uur. Een kwartiertje later bekruipt ons een gevoel van spijt. Het vooruitzicht de hitte en de drukte te verruilen voor koelte en rust leek zo’n goed plan, maar al snel komt ook het besef dat we onszelf daarmee ook de laatste twee dagen op dit mooie eiland door de neus boren. Misschien toch een beetje te snel beslist deze keer. Er is niets meer aan te veranderen nu. De tickets zijn omgeboekt en nogmaals wijzigen kan niet meer.


Waarom zo snel beslist

De laatste Sardijnse uren vliegen voorbij en tegen het einde van de middag bereiken we een verdacht leeg haventerrein. OK, we zijn ruim op tijd maar toch ook weer niet zo vroeg? Waar is iedereen? Enkele vage aanwijzingen sturen ons naar een andere aanlegsteiger ver buiten het centrum. De ruige zee en de stevige wind die met het uur aantrekt is te gevaarlijk voor de smalle haven en dus ligt het schip aangemeerd op een andere plek. Een voorbode waarvan het kwartje op dat moment nog niet valt. Covid-regels bepalen dat we even later gesplitst aan boord gaan. Ik, lopend via de passagiersingang, en Markus via het autodek. Voor beide geldt een verplichte looproute langs een paar mannen in witte jassen. De enige taak van deze als dokters verklede matrozen is onze temperatuur opnemen. De mannen nemen hun taak uiterst serieus. Het werkt op onze lachspieren. Het is vandaag weer snoeiheet dus we knijpen hem een beetje, maar gelukkig zijn we voldoende afgekoeld. We slagen beide voor de Corona-toegangstest. Eenmaal aan boord vinden we elkaar snel terug. Niet veel later klinkt de misthoorn en komt het schip in beweging.

De zee is onstuimig en de wind zo genadeloos dat er meerdere sleepboten nodig zijn om te voorkomen dat de golven ons weer tegen de kade terug duwen. Nu begrijpen we waarom het schip niet op zijn normale plek ligt aangemeerd. Zo gauw we ver genoeg verwijderd zijn van kades, golfbrekers en andere potentiële gevaren maken de sleepboten rechtsomkeert. Over de luidsprekers klinkt de mededeling dat het voor onze eigen veiligheid beter is zoveel mogelijk op onze kamers te blijven. Ik ben boos op mezelf. Hoe dom kun je zijn om vrijwillig je ticket om te boeken naar een dag waarop het weer zo onstuimig is. Waar hebben we ons verstand gehad? Op het schip is het uitgestorven. De gangen zijn leeg en de restaurants gesloten. Markus die als enige van ons twee nog fit genoeg is om wat rond te scharrelen komt terug met arm vol chips, snickers en twix-repen. Veel voedzamer wordt het niet vandaag. Even later kruipen we onder de wol. Ik hoop maar dat het reisziekte-tabletje het weeïge gevoel van mijn maag weet te verdrijven.


Lekker geslapen

Verrassend genoeg hebben we ondanks alles een goede nacht. Net terwijl we de slaap uit onze ogen wrijven klinkt over de speaker de kapitein. Hij wenst ons een goede morgen en kondigt aan dat het restaurant voor het ontbijt ieder moment open zal gaan. Ergens in de nacht moet het weer zijn omgeslagen want zo ruig als het er gisteravond aan toe ging zo kalm is de zee nu. Ons hoor je niet klagen. En ook de temperatuur is heerlijk.


Sustenpas

Onze extra “terugreisdagen” gebruiken we voor een omweg door Zwitserland. Bij Wassen, direct voorbij de St. Gotthardtunnel nemen we de weg richting naar Innertkirchen. De route is prachtig en toont ons de Zwitserse Alpen in haar volle glorie. De Sustenpas is volgens velen een van de mooiste wegen van Zwitserland en de uitzichten op de omringende bergen, ruige rotsen, bergmeren, watervallen en de ijzige uitlopers van de Steingletsjer zijn fenomenaal. Ik kijk mij ogen uit; voor Markus echter is het vooral Frankie die alle aandacht opeist. Bergafwaarts rijden blijft een beproeving met de ondermaatse remmen van onze trouwe vierwieler. Zelfs na een ontelbare hoeveelheid afdalingen zijn we nog steeds elke keer de opluchting groot als we weer veilig een pas hebben genomen. Niet alleen de remmen maar ook de camperunit is ondermaats. Gelukkig is dit in tegenstelling tot de remmen een groot voordeel. Want ondanks het feit dat alle campings overvol zitten is er zoals meestal ook nu weer een plekje te ritselen voor ons minihuisje. De camping in Innertkirchen is niet de mooiste van de reis maar we maken er al snel contact en genieten van de gezelligheid.


Aareschlucht

De volgende dag, voordat we verder reizen bezoeken we eerst de Aareschlucht; een smalle kloof uitgesleten door de rivier de Aare. In een poging de ergste drukte te ontlopen zijn we er vroeg in de ochtend. Zonlicht heeft de kloof dan nog niet bereikt en tussen de steile, tot 200 meter hoge, kalksteenwanden is het nog fris. De wandelroute, slechts 1,4 kilometer lang, is een pad van loopbruggen en uitgehouwen tunneltjes. Komend vanaf de westingang oogt de Aare in eerste instantie een rustig beekje maar naarmate de kloof smaller wordt, wordt het water ruiger. Met geweld perst het kolkende water zich op het smalste gedeelte langs de uitgesleten rotswanden. Amper een meter breed is de kloof hier.  Tegen de tijd dat we het einde van de route naderen bereiken her en der de eerste zonnestralen de bodem. Als de zon schijnt wordt alles mooier en dat geldt zeker voor het natuurschoon in de kloof. Het spel van schaduw en zonnestralen maken de omgeving nog mooier dan dat hij al is. Helaas, met de komst van de zon komen ook de mensen. Eenmaal begonnen aan de terugwandeling wordt het met de minuut drukker. Het is mooi geweest. Via het blauwgroene bergwater van de Brienzerzee bereiken we Thun; een stadje waar we jaren geleden eens met onze wintersportvrienden naar de kerk zijn geweest. Veel meer dan dat hebben we toen niet gezien en dat blijkt een gemiste kans zo ontdekken we al snel. Thun is veel mooier dan verwacht. Leuke straatjes met veel winkels en een mooi brug. Het is ons allerlaatste uitstapje van deze vakantie.


De wereld is niet te vangen in kleurcodes

Tot huis restten ons verder alleen nog troosteloze doorreiscampings, tankstations en wegrestaurants. Ruim drie week nadat we vertrokken zijn we weer thuis. Wisten we drie weken geleden nog niet wat ons te wachten stond, nu terugkijkend bleek de meeste “coronastress” drukte om niets. Beperkingen waren er nauwelijks, de wereld voelde open en vrij en reizen was mogelijk als vanouds. Een bekend fenomeen en de corona-reisadviezen blijken daarmee gelijkwaardig aan die van landen met een discutabele reputatie of zelfs met een negatief reisadvies. We hebben er vele bezocht en zonder uitzondering was de onbekende wereld altijd veel veiliger en de mensen veel vriendelijker dan de vele goedbedoelde reisadviezen ons lieten geloven. De wereld is niet te vangen in kleurcodes en dat is maar goed ook.


“Reizen is ontdekken dat iedereen het altijd mis had over andere landen.” – Aldous Huxley