Select another language


turkmenistan overland

Turkmenistan 2014

4 juni 2014 - 8 juni 2014

 

Route: Howdan (grens met Iran) - Ashgabat - Geok Dere - Darvaza - Konye Urgench (grens met Oezbekistan)

 

Een twijfelachtige tweede plaats 

Met gezonde spanning staan we voor dag en dauw op. Voor ons ligt de grens van Turkmenistan. Het land dat de twijfelachtige eer ten deel valt om na Noord-Korea de tweede plaats te bezetten op de lijst van landen met de minste persvrijheid. Turkmenistan is één van de meest gesloten landen ter wereld en hoewel de huidige de president de teugels een beetje laat vieren is het nog steeds een politiestaat met totale controle. Op bijna elke hoek van de straat staat een politieagent, internetgedrag wordt door de staat gecontroleerd en hotels en restaurants hangen vol met afluisterappeaatuur. Zelfs onze route wordt aan de grens door de politie vastgelegd op een document, dat we voortdurend bij ons moeten hebben. 

 

Grenscontrole 

Het enige betaalbare visum dat ons nog enige bewegingsvrijheid biedt is een transitvisum. Het ontslaat ons van de verplichte gids, maar de keerzijde is dat het slechts 5 dagen geldig is. Om geen tijd te verliezen zetten we voor het eerst deze reis onze wekker en staan we als eerste in de rij voor de grenspost. De Iraanse politie en douane die ons gisteren al voor de grens zagen kamperen zijn snel klaar met ons en voor 8 uur 's ochtend zijn we al uit gestempeld en beginnen we aan de lange procedure aan Turkmeense zijde waar talloze soldaten de boel streng in de gaten houden. De procedures gaan langzaam en pas 3,5 uur later, $ 187 armer en een map vol papiertjes voorzien van eindeloos veel stempels en handtekeningen rijker zijn we bijna klaar om het land in te rijden. Alleen de auto moet nog even gecontroleerd worden waarbij ze, te oordelen aan de attributen in het controlekantoortje, grondig te werk zullen gaan. Op de tafels van de controleurs ligt een hele batterij aan instrumenten. Allerlei tangen, haken, veren en spiegels met en zonder lamp en twee goed getrainde honden hebben ze tot hun beschikking om alle hoekjes en gaatjes te kunnen inspecteren. In ons geval echter blijft het bij een optische inspectie. Nadat we voor de zoveelste keer hebben aangegeven geen drugs en wapens bij ons te hebben storten een paar strenge controleurs zich op en onder de auto. Terwijl twee mannen de smeerkuil in lopen en de auto van onderen onderzoeken kruipen enkele andere mannen bij Markus in de bak waar ze de inhoud van alle kastjes en luiken willen bekijken. Zelfs het dak moet omhoog om ons bed te kunnen controleren op verboden smokkelwaar. Het is strenger, dan we ooit hebben meegemaakt, maar we slagen met vlag en wimpel. "You can go" klinkt dan het verlossende woord van de hoofdinspecteur en mogen we eindelijk het land in. De eerste 30 kilometer tot de laatste politiecontrole, zo drukt hij ons nog even op het hart mogen we niet stoppen en fotograferen, maar verder zijn we "vrij".  

 

Een stad van marmer

Ashgabat, dat zoveel betekent als "stad van de liefde" is een haast onwerkelijke sierstad vol hagelwitte marmeren gebouwen, perfect onderhouden parken, immens grote monumenten, glanzende gouden koepels, brandschone straten met strakke roestvrijstalen stoplichten en bushokjes en meer fonteinen dan in Las Vegas. Grootheidswaanzin en een grenzeloze ego hebben Niyazov, de vorige president, er toe bewogen om een groot deel van de enorme gas- en oliewinsten te investeren in de bouw van een sprookjesstad ter eer en glorie van hemzelf en waar alles en iedereen ondergeschikt is aan het toonbeeld dat het voor de buitenwereld moet zijn. Overal in de stad zien we mannen en vrouwen op de knieën en met blote handen de tuinen en bermen mooi houden of met kleine bezempjes de straten vegen. En hoewel de pathologische paranoia, die Niyazov bewoog tot een aantal krankzinnige wetten, na zijn overlijden enigszins is afgenomen is fotograferen in bijna de gehele stad streng verboden en kun je er nog steeds bekeurd worden voor het rijden in een vieze auto. Uit voorzorg hebben wij hem de dag voor onze inreis nog maar even snel gewassen en dat fotograferen is een kwestie van goed opletten. Ondanks de alom aanwezige politie lukt het ons toch om op wat onbewaakte momentjes een paar foto's te schieten. 

 

turkmenistan overland

 

Grote verschillen  

Iran is mede dankzij hun streng islamitische samenleving een land dat uniek is in vele opzichten en dus zijn opnieuw de verschillen met het buurland groot. Niet beperkt door enige boycot is bijna elk westers product weer te koop en kan Markus weer een biertje drinken. In het grootste winkelcentrum van de stad, waarvan de parkeerplaats bomvol staat met nieuwe, vaak hele dure maar vooral brandschone en deukvrije auto's, slaan we dan ook groots in en vinden we zelfs onze eigen "Nederlandse shampoo".  Al die westerse weelde voelt heel vertrouwd, maar ook enigszins ongepast wetende, dat het voor de meeste inwoners van dit land onbereikbaar zal zijn. De grootste verandering is echter een hele persoonlijke, want met het passeren van de grens ben ik eindelijk weer van mijn hoofddoekje verlost. Later in het centrum gaat zelfs mijn lange blouse uit. In mijn hemdje en met blote armen val ik niet meer op tussen de andere zomers geklede vrouwen en toch, na ruim 3 weken Iran, voel ik me een beetje bloot. Het gevoel van vrijheid, dat ik opnieuw ervaar, is onbetaalbaar en toch moet ik er even aan wennen, hoe vreemd dat misschien ook klinkt. De andere vrouwen valt het niet op. Keken de Iraanse vrouwen vaak naar mij en mijn kleding, hier is er niemand die om kijkt en ben ik weer net zo "normaal" als de rest.  Tenminste zo normaal als een groot deel van de vrouwen want een deel van de Turkmeense vrouwen gaat nog steeds traditioneel gekleed, maar ook al dragen ze daarbij een hoofddoek het verschil met Iran is groot. In plaats van een lange alles verhullende zwarte chador, dragen de vrouwen prachtige lange, kleurrijke en super elegante jurken waarin hun vrouwelijke vormen alleen nog maar beter tot hun recht komen en op hun hoofd uitbundig gekleurde sjaals. Beeldschoon ook zijn de jonge schoolgaande meiden in hun uniformen, die alles behalve ouderwets en onflatteus zijn. Allemaal dragen hun haren in twee lange vlechten en gaan ze gekleed in getailleerde enkellange donkerrode jurken met op hun hoofd een klein wit hoedje met kleurrijke borduursels. De jongens zien er in hun pak met stropdas wat minder exotisch uit, maar ook zij dragen op hun hoofd een klein hoedje met borduursel. 

 

Akhal Teke 

Afgebeeld op grote posters en als statige standbeelden kom je ze overal tegen. De Akhal Teke, Turkmenistans "Gouden Paarden" zijn de trots van het land en staan als nationaal symbool zelfs afgebeeld op hun vlag. Het is een bijzonder paardenras, afkomstig uit Turkmenistan en waarvan er wereldwijd nog maar zo'n 6000 exemplaren zijn. De paarden die zich hebben aangepast aan de extreem zware klimatologische omstandigheden behoren tot de oudste rassen ter wereld en zijn mogelijk de voorouders van onze huidige volbloed paarden. De tengere maar oersterke paarden hebben lange slanke benen en staan bekend om hun snelheid, uithoudingsvermogen, intelligentie en om hun typerende metallicachtige glimmende vacht. In combinatie met hun vaak lichte kleur hebben de paarden haast een gouden glans. Als paardenliefhebber willen we dit legendarische ras wel eens met eigen ogen zien en dus gaan we de volgende dag op zoek naar de alom geroemde Alaja farm, een fokkerij waar we ook mogen paardrijden. Het wordt een lange zoektocht want zowel de beschrijving in de reisgids als de gevonden GPS-coördinaten kloppen van geen kant. Zo'n 170 kilometer toeren we kriskras door het platte land rondom Ashgabat en zonder resultaat. Tegen het einde van middag, wanneer we opnieuw voor de verkeerde deur staan, staan we op het punt de handdoek in de ring te gooien, maar dan schieten de vriendelijke werknemers van de drafbaan ons te hulp en weten ze uiteindelijk de eigenaresse van de juiste boerderij aan de telefoon te krijgen. "Ik stuur wel iemand om jullie op te halen", biedt ze vriendelijk aan, "want jullie zullen mij nooit kunnen vinden", zegt ze. Nee, dat hadden wij ook al ontdekt. Terwijl de jongens uitleggen, dat ze moet uitkijken naar een witte Toyota "Lada" gaan we terug naar de auto en wachten we geduldig af. Niet veel later komt een wat norse vrouw voorbij rijden die ons met een kort knikje duidelijk maakt dat we haar moeten volgen. Het is Katya, de Russische eigenaresse en onze gastvrouw en gids tijdens ons verblijf op de boerderij en de prachtige buitenrit die we later die middag gaan maken. 

 

De helden van Turkmenistan

Nadat we onder het toeziend oog van Katya eerst een klein rondje in de bak hebben gereden zodat ze ons niveau kon inschatten trekken we samen met haar en nog een tweede begeleider het Kopet Dag gebergte in. Het wordt een inspannende maar onvergetelijke rit over zandpaden, door droge rivierbeddingen en over de toppen van hoge schaars begroeide bergen met adembenemende uitzichten. Keer op keer maken we steile afdalingen waarbij de paarden balancerend op hun slanke benen verbazend goed grip houden op de losse stenige ondergrond of stuiven we in galop weer een nieuwe berg op. Voor onze ongetrainde lichamen een hele beproeving en wanneer we na een ruim een uur weer terug zijn stijgen we voldaan maar met pijnlijke knieën en een houten kont weer af. Maar de echte helden zijn de prachtige Akhal Tekes die het ene moment behoedzaam en het andere moment hijgend en nat van het zweet na een steile klim ons veilig door het zware terrein hebben gevoerd. Nog één keer geven we ze een dankbaar klopje op hun bezwete halzen waarna de knechten ze meenemen naar hun stallen voor een welverdiende pluk hooi en een flinke emmer fris water. Katya die zo trots is als een pauw op haar mooie paarden haalt nog even haar twee mooiste dekhengsten van stal voor een heuse foto-shoot.  

 

Vrouw van weinig woorden

De rest van de avond gunnen we onze pijnlijke spieren wat rust en beperken we onze inspanningen tot het maken van een kant-en-klaar soepje en een korte wandeling naar de kleine veulentjes die vlakbij de auto staan. Ver van de bewoonde wereld en uit het zicht van de alom aanwezige politie is de boerderij een zee van rust. Zelfs de stugge Katya is ondertussen helemaal ontdooid en komt een paar keer voorbij om ons te verwennen met versgebakken brood, een grote zak vol tomaten en een klein pluche kameeltje; "Turkmenistan souvenir" zegt ze bescheiden wanneer ze het overhandigt. Het is jammer dan we bijna geen woord met elkaar kunnen wisselen, maar gelukkig belt haar Engelsprekende collega later die avond nog een keertje en kunnen we haar op die manier toch nog bedanken voor een hele mooie middag. Katya is geen vrouw van veel woorden en enigszins ongemakkelijk maar zichtbaar vereerd neemt ze onze complimenten en bedankjes in ontvangst. De volgende dag, voordat we afscheid nemen brengt ze nog snel een grote fles met 5 liter water, voor als we straks de woestijn in gaan.

 

turkmenistan overland

 

De poort naar de hel

Turkmenistan bestaat voor 80% uit woestijn en zo gauw we Ashgabat hebben verlaten verandert de wereld in een hete gortdroge zandwoestijn bezaaid met kleine lage struikjes en verder is er niets. Bijna 500 kilometer is de doorsteek door de Karakum woestijn naar het in het noorden gelegen Konye-Urgench en tussenin is de wereld leeg en verlaten. Tijdens de hele doorsteek passeren we slechts een handjevol armoedige dorpjes die haast uitgestorven lijken.  We rijden er zonder te stoppen aan voorbij en brengen alleen een bezoek aan de gaskraters van Darvaza waarvan de vuurkrater de meest indrukwekkende is. Midden in de woestijn aan het einde van een zanderige offroad piste die alleen met een 4x4 begaanbaar is ligt de "poort naar de hel". Nieuwsgierig maar ook gespannen beginnen slaan we van de hoofdweg af en volgen we de sporen die de woestijn in gaan. Gelukkig kent onze GPS zowel de piste als de krater en dat geeft een veilig gevoel want verdwalen in deze wereld betekent haast een gewisse dood. We houden de GPS dan ook nauwlettend in de gaten en een half uurtje later bereiken we de krater die van dichtbij een stuk kleiner is dan we hadden verwacht. Van afstand lijkt het niet meer dan een donker gat in de aarde, maar de luchtspiegelingen er boven, veroorzaakt door de opstijgende hitte en de gassen, verraden een bijzonder verschijnsel. Wanner we, met de auto op veilige afstand, voorzichtig naar de kraterrand wandelen voelt het alsof we een enorme openluchtoven tegemoet lopen. Met iedere stap wordt het heter en heter en wordt het razende geluid sterker. Alsof er duizenden gaskranen tegelijk open staan. Naarmate we dichterbij komen wordt ook de onmiskenbare geur van gas steeds sterker en gewaarschuwd door onze zintuigen gaan we bijna automatisch langzamer lopen. Voor ons ontwaart zich een wondere wereld vol vuur en vlammen, die al brandt zolang wij bestaan. In 1971 toen de Russen hier naar aardgas boorden stuitten ze op een natuurlijk grot, waardoor de grond onder de boorinstallatie ineen zakte en er een groot gat van zo'n 70 meter in doorsnee ontstond. Het gas, dat niet meer aan te boren was, verliet nu in grote hoeveelheden de aarde en om te voorkomen dat er een te hoge concentratie giftige gassen zou ontstaan besloten de geologen het gas aan te steken zodat het op zou branden. Geleerden dachten, dat het slechts enkele dagen zou duren, maar dat bleek een grote miscalculatie. Ruim 42 jaar later is het gas nog steeds niet opgebrand en is de krater nog altijd een brandend gat, dat niet zonder reden de "door to Hell" wordt genoemd. Vooral bij nacht is het één grote vuurzee die al van veraf te zien is. Het magische verschijnsel verscholen in een verder kaal en leeg landschap is vandaag de dag één van de belangrijkste toeristische trekpleisters van het land. Iets waar de lokale bevolking in het nabij gelegen gelijknamige dorpje de zure vruchten van heeft moeten plukken want in 2004, nadat Niyazov het op één van zijn reizen was gepasseerd, heeft hij het op presidentieel bevel had laten ontruimen. Het armoedige dorpje was, zo meende hij, "geen prettig aanblik voor de toeristen".

 

turkmenistan overland

 

Slechte weg

Vanaf de krater rijden we noordwaarts naar Konye-Urgench waar we op de vijfde en laatste dag van ons transitvisum het land alweer moeten verlaten. De route is lang, saai en heet en de laatste 80 kilometer rampzalig; alsof we van de "door to hell" op de "road to hell" beland zijn. Wanneer na de eerste grote splitsing de brede hobbelige weg verandert in een klein nog hobbeliger landweggetje vragen we ons af of we wel goed zitten. Voor de zekerheid rijden we terug naar de laatste controlepost van de politie, maar de vriendelijke agent bevestigt, dat de smalle weg de juiste is. Met goede moed maken we rechtsomkeert en hopen we, dat het weggetje niet veel slechter wordt, maar die hoop vervliegt al snel. Na een paar kilometers maakt het asfalt plaats voor grote diepe gaten en daar waar nog wel wat ligt hebben vrachtwagens het door de hitte zacht geworden asfalt kapot gereden tot een golvende massa met diepe sporen en verraderlijk scherpe richels. Er zit niets anders op dan geduld oefenen en rustig verder hobbelen. De ene keer over de weg zelf de andere keer over een zijspoor maar ook die zijn niet veel beter. Bijna stapvoets leggen we de laatste 80 kilometers af waar we zo'n 5 uur over doen. Het laatste stuk staat met stip op nummer 1 en is veruit de slechtste weg tot nu toe. Sterker nog; de weg verdient zonder twijfel een plekje in onze top-10 van de slechtste wegen ooit.

 

Leven in angst 

Vele jaren Russische overheersing en het ijzeren regime van Niyazov hebben de inwoners van het land veranderd in schichtige burgers die als de dood zijn voor de politie en zelfs op buitenlanders heeft het zijn weerslag. Bang voor een bekeuring voor het rijden in een vieze auto, komen we overal in het land mensen tegen die hun auto poetsen. Bij riviertjes, onder viaducten maar ook gewoon op de parkeerplaats van de supermarkt. Allemaal hebben ze een oude lap in hun auto en wanneer ze even ergens moeten wachten, maken ze van de nood een deugd en vegen ze de laatste vuiltjes er gelijk weer af. Ook wij voelen de druk wanneer we na ons bezoek aan de boerderij, waarbij de auto behoorlijk vuil is geworden, nog even terug moeten naar de stad. Iedere agent is er eentje teveel en we hopen maar dat ze voor toeristen een oogje dicht knijpen. En dan is er die allesoverheersende angst voor foto's. In het stukje niemandsland net na de grens, in de stad zelf, op de bazaar overal is het verboden en meerdere keren zelfs worden we gewezen op het feit, dat we beter geen foto's kunnen maken. Zelfs de Franse expat, die we treffen op de boerderij, reageert geschrokken wanneer we vragen of we een foto van hem en zijn prachtige paard mogen maken; van zijn paard is geen probleem, maar van hem mogen we beslist geen foto maken, antwoord hij nerveus. Om er zeker van te zijn, dat dit ook niet gebeurt stapt hij snel af, zodat we alleen zijn paard in beeld krijgen. Het onderdrukkende gezag van de autoriteiten is zelfs voor ons als toeristen voelbaar en vooral onze laatste avond ervaren we aan den lijve hoe groot de angst is van de onschuldige burgers. 

 

Vluchten voor de politie

Konye-Urgench, het laatste plaatsje op onze doorreis is niet veel meer dan een klein plattelandsdorpje met een aantal mooie door Unesco beschermde monumenten. Na een paar rondjes door het dorpje strijken we neer op een schaduwrijke plek achter het museum. We twijfelen of het wel is toegestaan, maar wanneer de politie een paar keer is langs gereden zonder ons weg te sturen, hebben we er alle vertrouwen in. Het lukt ons zelfs om de manager van het museum, die ons komt vertellen dat we moeten vertrekken, zo ver te krijgen, dat hij ons gedoogt. Een beetje bluffen dat de politie het goed vindt en verder gewoon wat onbegrijpend onze schouders ophalen is een beproefde techniek die ook nu weer werkt. De man gaat er vandoor en laat ons die avond met rust, maar de volgende ochtend komt hij terug en jaagt hij onze gastheer de stuipen op het lijf. We staan op dat moment op een kleine modderige oprit van één van de huisjes vlakbij het museum. Het is het huis van een ontzettende lieve man die ons, wanneer we eerder die dag in de schaduw zitten bij te komen van de hete rit door de woestijn, komt waarschuwen, dat we het water dat we zojuist uit de waterput hebben gehengeld niet mogen drinken. Met handen en voeten maken we de bezorgde man duidelijk dat we het alleen maar willen gebruiken om ons mee af te spoelen, maar ook daarvoor zo gebaart hij ons, is het niet geschikt. Dat lijkt ons wat overdreven aangezien alle lokale mensen het water ook gebruiken, maar de man blijft overtuigend "nee" schudden en neemt Markus mee naar zijn huis om hem zijn douche te laten zien waar we later die avond, wanneer er weer water is, mogen douchen. Achterin de tuin boven een half open frame betimmert met wat dun gedeukt plaatwerk hangt een metalen emmer met eronder de sproeikop van een bloemgieter. Het is één van de eenvoudigste douches die we ooit hebben gezien, maar hij wordt ons met zoveel liefde aangeboden, dat we niet kunnen weigeren. De gastvrijheid waarmee de man en zijn vrouw ons omringen zijn hartverwarmend. Zoals zo vaak zijn het weer hele eenvoudige mensen die het weinige dat ze hebben met ons delen. Terwijl Markus bij de auto wacht ga ik als eerste mee naar zijn huis, dat voornamelijk uit restmaterialen is opgebouwd. Het vervult ons een beetje met schaamte wanneer we zien hoe weinig deze mensen hebben in vergelijking tot de overdaad aan luxe die we zelfs reizend met ons kleine campertje nog steeds tot onze beschikking hebben. Het huis van het echtpaar is zo goed als leeg en slapen, eten en zitten doen ze op een verhoging op hun binnenplaatsje. Het echtpaar heeft het duidelijk niet breed en desondanks delen ze trots "hun rijkdom" met ons. Wanneer ik met mijn zeepdoosje met daarin nog een klein restje zeep naar de douche vertrek komt hij me snel achterna met een nieuw blok zeep. Dat wast veel beter gebaart hij en mijn protesten, dat mijn eigen blokje ook nog wel voldoet wuift hij weg. Ik moet beslist het nieuwe blok zeep van hem aannemen. De man en vrouw willen echt alles voor ons doen en verwennen ons de rest van de avond met vers gebakken brood en zelfs een uitgebreide maaltijd. Wanneer we na lang aandringen van de man onze auto voor zijn huis hebben geparkeerd en terug gaan voor een kopje thee treffen we een rijkelijk gevulde tafel aan met koekjes, nootje, salade, een warm aardappelgerechtje, vers gezette thee en zelfs kleine bonbonnetjes; ze trekken letterlijk alles uit de kast om ons in de watten te leggen. Later op de avond wanneer het wat afkoelt en de muggen tevoorschijn komen, haalt de vrouw één van haar mooiste dekens tevoorschijn en wikkelt ze me liefdevol in. We voelen ons vereerd maar ook een beejte ongemakkelijk. Gelukkig hebben we nog wat kleine dingetjes om weg te geven en die worden dankbaar in ontvangst genomen. Die avond op bed liggen we wat langer wakker dan normaal en praten we nog even na over de bijzondere avond. En dan, na voor ons gevoel een korte nachtrust, worden we wakker van stemmen naast de auto. Niet veel later wordt er op onze deur geklopt en horen we onze gastheer onze naam roepen. Verbeelden we het ons of klinkt hij wat angstig? Niet wetende wat er aan de hand is klimmen we snel uit bed en treffen we hem in paniek aan. De vervelende manager van het museum heeft ontdekt dat we voor zijn deur hebben geslapen en dreigt nu te politie te bellen. In Turkmenistan is het voor toeristen namelijk verboden om bij lokale mensen te logeren, en de man is als de dood dat de politie hem nu zal straffen voor zijn "misdaad". Wat hij niet weet is, dat wij niet op een toeristenvisum maar op een transitvisum reizen en dat die beperking voor ons niet geldt, maar gelegenheid om dat uit te leggen is er niet. Het is hartverscheurend om te zien hoe bang de man is en in de luttele minuten die we nodig hebben om het dak in te klappen en de stoelen op te bergen bang sterft hij bijna duizend doden. Pas wanneer we een paar straten verder weer op de openbare weg staan, wordt hij wat rustiger en durft hij, zij het enigszins gehaast, nog snel afscheid van ons te nemen. We voelen ons een beetje machteloos en kunnen niet meer dan hopen, dat hun onbegrensde gastvrijheid het lieve echtpaar niet in de problemen heeft gebracht. Wanneer we op de klok kijken is het nog maar net zes uur geweest. Achterin de auto is het een chaos en Markus heeft zelfs zijn slaap T-shirt nog aan. In de hoop, dat ze al open zijn rijden we naar het enige tankstation in het dorp waar we in alle rust de auto opnieuw inpakken, ontbijten en ons wat opfrissen. 

 

Opstandig

Ons verblijf was slechts 5 dagen; enerzijds veel te kort om het land goed te leren kennen, maar anderzijds lang genoeg om iets van de onrechtvaardigheid van het strenge regime te proeven en het maakt ons opstandig. Met in onze gedachten nog steeds het angstige gezicht van onze gastheer reageren we dwars wanneer één van de medewerkers van de bezienswaardigheid die we later bezoeken, voor de tweede keer in één uur onze paspoortgegevens wil registreren. Niet van plan om gedwee te gehoorzamen melden we de brutaal, dat ie ze maar bij z'n collega moet gaan halen. Als toerist komen we er mee weg, maar je zou hier maar wonen. Geboren en getogen in het vrije Nederland kunnen we het ons nauwelijks voorstellen. Niet veel later staan we voor de Oezbeekse grens en verlaten we Turkmenistan; het land dat voor ons, gewend aan onbegrensde persoonlijk vrijheden, vooral fascinerend maar soms ook frustrerend was. Maar ook een land dat we voor geen goud hadden willen missen.

 

turkmenistan overland