Select another language


overland turkey

Turkije 2014

8 april 2014 - 24 april 2014

 

Route: Ipsala (Grens met Griekenland) - Enceabat - Canakkele - Balikesir - Usak - Aksehir - Konya - Catalhöyuk - Sultanhani - Aksaray - Göreme (Cappadocia) - Kahramanmaras - Nemrut Dagi - Sanliurfa - Harran - Mardin - Diyarbakir - Van - Dogubayazit - Ani - Kars - Turkgözü (Grens met Georgië)

 

Turkije

Met het passeren van de Grieks-Turkse grens verlaten we Europa en rijden we het continent binnen waarin we de rest van het jaar zullen reizen. Vanaf nu geen Euro en geen open grenzen meer. Aan beide zijden houden bewapende militairen de grens zorgvuldig in de gaten en moeten we ons melden bij meerdere controleposten. In totaal worden onze papieren een keer of vijf gecontroleerd, maar zonder enkele problemen. Iedereen is vriendelijk en in minder dan een half uurtje zijn we in Turkije; eindelijk! Nog een paar dagen doorrijden tot Cappadocië en dan zit de transit er op en schroeven we ons tempo drastisch omlaag. We draaien de klok een uurtje vooruit en gaan voorzichtig op zoek naar een plekje voor de nacht.

 

Veel veranderd 

Turkije, zo valt ons direct op, is in vergelijking met 7 jaar geleden erg veranderd. Overal wordt gebouwd. De steden staan vol met grote nieuwe flatgebouwen, we zien grote moderne tankstations en de wegen zijn op veel plaatsen vernieuwd of er wordt hard aan gewerkt. Zelfs wat volgens onze kaart kleine provinciale wegen zouden moeten zijn, zijn in werkelijkheid vaak nieuwe 4-baans snelwegen. In vergelijking met het Turkije uit onze herinneringen is het land een stuk moderner geworden. Toch zijn er ook veel dingen bij het oude gebleven. We maken hernieuwde kennis met bermen vol met plastic afval “versierde” struiken en langs de weg zien we nog steeds herders met kuddes geiten en schapen. Onveranderd gebleven is ook de Turkse vriendelijkheid. Vanaf de eerste kilometer wordt er overal naar ons gezwaaid, steken mannen hun duim wanneer ze ons inhalen, proberen medeweggebruikers onze aandacht te trekken wanneer ze voor een stoplicht naast ons staan en worden we echt overal uitgenodigd voor een kopje thee. In Turkije voelen we ons welkom en met iedere kilometer die we verder het land in trekken komt het echte reisgevoel langzaam weer terug.

 

Verjaagd 

Op een heuvel aan de rand van een omsloten baai bij een klein vissersdorpje stoppen we voor onze eerste bushcamp. Een ideaal plekje zo lijkt het en de nieuwsgierige dorpsbewoners die even voorbij komen zijn allemaal even vriendelijk. Té vriendelijk zelfs, want een aantal mannen, die in het verlaten gehuchtje schijnbaar niets anders te doen hebben dan samen een biertje drinken, beginnen naarmate de avond vordert en er meer drank in de man komt steeds vrijmoediger en opdringeriger te worden. Ondanks onze afwijzingen blijven ze contact zoeken en wanneer we voor de zoveelste keer het brommertje weer horen aankomen en we opnieuw worden uitgenodigd voor de thee, wordt ons duidelijk, dat we voorlopig nog niet van ze af zijn. Willen we nog een beetje rust dan zullen we toch echt een ander plekje moeten opzoeken. We pakken snel onze auto in en sluipen een ongemerkt het dorp weer uit. Een goede beslissing zo blijkt achteraf, want na een paar gerichte aanwijzingen belanden we een half uurtje later bij Mesut, eigenaar van de Boomerang Bar. Mesut is een erg aardige kerel en op het kleine rommelige terrein rondom de bar runt hij een heuse overlandcamping. Het is een verzamelplek voor overland trucks en we treffen er een aantal chauffeurs die over een paar weken ook allemaal richting Centraal Azië zullen vertrekken. Bij het ontbijt de volgende ochtend maken we nog een praatje met een Australische chauffeur die de afgelopen jaren veel door Afrika heeft gereisd. We kennen veel gemeenschappelijke plaatsen en het wordt dan ook een lang ontbijt. Pas tegen de middag nemen we afscheid van Mesut en de andere overlanders.

 

overland turkey

 

Zomaar een cadeautje

Onze tweede nacht in Turkije besluiten we opnieuw voor een bushcamp. Op een klein veldje langs een onverhard weggetje hoog in de bergen vinden we een goede plek met een onbetaalbaar uitzicht en de stilte is ongekend. Het is er muisstil en heel lang horen we alleen het gerinkel van geitenbelletjes in de verte. Pas vlak voor het vallen van de avond komt er een eerste auto voorbij. Het is de plaatselijke melkboer met in de laadbak van zijn kleine vrachtwagen tientallen rammelende melkbussen. Zo’n eerste passant op een nieuwe bushcamp is toch altijd weer spannend, maar de man vindt onze aanwezigheid duidelijk geen probleem. Hij groet vriendelijk en hobbelt langzaam het bergweggetje verder af. En dan ineens, net wanneer hij uit het zicht is verdwenen, horen we de auto stoppen en komt het geluid van de rinkelende melkbussen weer dichterbij. Niet veel later zien we het vrachtautootje achteruit rijdend weer om de hoek verschijnen. “Wat nou weer?”, denken we met onze ervaring met de opdringerige mannen van gisteren nog in ons achterhoofd. Terwijl we behoedzaam afwachten zien we een kleine vriendelijke man uit de auto stappen. In zijn handen heeft hij een plastic tasje en zonder iets te zeggen drukt hij het Markus in zijn handen. Met zijn rechterhand op de borst knikt hij vriendelijk, groet ons en rijdt weer weg. In het zakje zit een versgebakken brood. We zitten ver van een stad en het is waarschijnlijk zijn eigen eten, dat hij zomaar spontaan weggeeft. Een gastvrij gebaar recht uit het hart. We zijn geroerd. Het broodje, gevuld met kaas en spinazie, is een welkome aanvulling op de salade die we hadden gepland voor vanavond en hij smaakt heerlijk. 

 

Thee, thee en nog meer thee

We hebben zojuist getankt en terwijl ik in de auto zit te wachten is Markus met de pompbediende mee om onze tankbeurt af te rekenen. Onze gebruikelijke rolverdeling, maar deze keer duurt het wel erg lang voordat hij terug komt. Ik maak me maar nuttig en werk ons financiële administratie maar wat bij wanneer ineens de pompbediende in de deuropening verschijnt. In zijn handen heeft hij een glaasje thee speciaal voor mij, want “mijn man” heeft binnen al gehad gebaart hij. Aha, daarom duurde het zo lang. Ik neem de thee dankbaar aan en met wat gebarentaal probeer ik een praatje te maken met de pompbediende die uit beleefdheid zo lang bij mij blijft. Dit glaasje thee is één van de vele die ons dagelijks wordt aangeboden en ieder glaasje vertegenwoordigt een bijzondere ontmoeting. We krijgen thee bij het tanken, het wordt ons bij de auto gebracht als we ergens kamperen, tijdens het winkelen en tijdens het wachten wanneer de auto wordt gewassen. Zonder bijbedoelingen een vreemde iets aanbieden is hier, net als in veel Arabische landen, onderdeel van de cultuur en het is een mooie gewoonte. We voelen ons erg welkom, hoewel …. soms moeten we er ook af en toe eentje afslaan anders zitten we hier over een paar maanden nog.

 

De eerste dagen in Turkije

Na 10 dagen reizen bereiken we Cappadocië en zit onze doorreis er eindelijk op. Ongeveer 4000 kilometer hebben we afgelegd sinds ons vertrek uit Nederland, waarvan zo’n 1000 kilometer in Turkije. Nadat we het Gallipoli schiereiland hebben verlaten rijden we dwars door het midden van het land naar het Oosten. Het eerste deel vanaf de kust is bosrijk en bergachtig, maar naarmate we verder het binnenland in trekken wordt het landschap vlakker en rijden we lange tijd over de uitgestrekte hoogvlakte die een groot deel Centraal Turkije beslaat. Altijd weer worden we stil van de landschappen waarin we eindeloos ver kunnen kijken. Weidse vergezichten worden hier omzoomd door hoge bergen waarvan de meeste nog zijn bedekt met sneeuw. Onderweg wisselen gebieden waarin bepaalde industrie zich heeft gecentraliseerd elkaar af. In het bakstenengebied passeren we de ene na de andere steenfabriek en zien we hoe enorme graafmachines de bovenlaag van de aarde, die hier bestaat uit kostbare klei, afgraven. Wat achterblijft is een laag vlak gebied, dat nu gebruikt wordt voor landbouw. Het enige dat nog herinnert aan een grondslag die eens tot wel 10 meter hoger was zijn de elektriciteitspalen die nu als verheven monumenten op metershoge pilaren van klei verspreid over het landschap staan. Even verderop is de teelt van kersen een belangrijke bron van inkomsten en rijden we vele kilometers langs uitgestrekte plantages vol kersenbomen. Met de bomen vol in bloei is het als of we langs een muur van witte bloesem rijden.  

 

overland turkey

 

Eerste kennismaking met de zijderoute 

Handel is altijd belangrijk geweest hier en het laatste deel van onze route naar Cappadocië maakte ooit deel uit van de oude zijderoute. De oude handelsroute liep van Istanbul naar Xian en op onze reis naar het Oosten zullen we nog vele plaatsen op deze legendarische route bezoeken. Karavanen met kostbare handelswaren zoals zijde en specerijen reisden langs deze route heen en weer. Overblijfselen die nog herinneren aan deze tijd zijn de vele karavanserais. Op zo'n 30 kilometer van elkaar, toen een dagreis afstand, waren er op de route talloze van deze karavaanaanlegplaatsen. Een aantal zijn nog bewaard gebleven en in Sultanhani bekijken we de grootste van Turkije. Het is een ommuurd fort met een indrukwekkende poort. Eenmaal binnen is het niet moeilijk voor te stellen hoe eens op het binnenpleintje kooplieden hun kostbaarheden verhandelden en hoe vermoeide en dorstige kamelen in de grote overdekte ruimtes erachter tevreden stonden te rustten en te eten.  
 
 

Cappadocië

“Als we eerst maar in Cappadocië zijn”, hebben we vaak tegen elkaar gezegd. Op de vlucht voor de sneeuw en kou zijn we hier zeven jaar geleden slechts 1 nachtje gebleven, toch is de betoverende schoonheid van het landschap ons bij gebleven en wilden we er beslist nog eens naar toe. Wat het weer betreft hebben we het deze keer beter getroffen. We zijn in tijd amper een weekje later, maar qua temperatuur is het verschil enorm; het is droog, de zon staat hoog aan de hemel en de temperatuur is zeker zo’n 20 graden hoger. Mooier weer hadden we ons niet kunnen wensen. Vanaf nu gaan we ons reistempo drastisch verlagen en gaan we echt reizen. Rustig overal naar toe hobbelen en een hoop mooie dingen bekijken. We hebben er zin en waar kunnen we beter beginnen dan in Cappadocië. Onder een blauwe hemel en in het zachte zonlicht is het landschap nog veel mooier dan in onze herinneringen. Bijzondere rotsformaties in alle aardetinten die je je maar kunt voorstellen. We maken een rondje met de auto en nemen ruimschoots de tijd voor mooie wandelingen. De ochtenden zijn voor de luchtballonnen. Ook in Cappadocië heeft de tijd niet stil gestaan. Onze “oude camping” is verdwenen en heeft plaats gemaakt voor een modern bedrijf dat ballonvaarten organiseert. Eén van de vele want ballonvaren is booming business hier. Drie ochtenden achtereen worden we voor dag en dauw gewekt door het razende geluid van de branders wanneer piloten van de overvarende ballonnen even de gaskraan open draaien. Het is een magisch gezicht. Bij het gloren van de dag is de hemel boven Cappadocië bezaaid met tientallen luchtballonnen.

 

Enige buitenlander op de markt

Kahramanmaras, volgens onze reisgids een nietszeggend plaatsje zonder hoogtepunten. Het zegt ons niet zoveel. Meer nog dan beroemde bezienswaardigheden zijn het voor ons juist mensen en bijzondere ontmoetingen die een plek speciaal maken. Wanneer we het breed opgezette stadje bereiken is het nog vroeg in middag en dus hebben we alle tijd om er rustig wat rond te hangen. We doen de boodschappen, strijken neer op een terrasje voor thee met baklava en struinen wat rond op de lokale markt waar het een drukte van belang is. Uitsluitend mannelijke verkopers proberen hun koopwaar die hoofdzakelijk bestaat uit kleding, ondergoed, sokken, slippers en huishoudelijke artikelen aan de man te brengen. Of beter gezegd “aan de vrouw brengen”, want de klandizie bestaat voornamelijk uit vrouwen. Als enige buitenlanders vallen we direct op en aan aandacht dan ook geen gebrek. Overal waar we kijken worden we verwelkomd door een brede glimlach of een vriendelijk knikje. Een enkeling probeert ons naar de kraam te lokken om wat te verkopen. Wanneer ik in de rij sta voor een Gözleme, een soort gevulde pannenkoek, wordt ik op mijn schouder getikt. Als ik me omdraai kijk in de guitige ogen van een oude vrouw. Vriendelijk wijst ze naar mijn hoofd en vervolgens op een stapel bont gekleurde hoofddoekjes. Ik ben één van de weinige vrouwen zonder hoofddoekje en haar handelsgeest probeert daar wat aan te doen. Ik laat haar trots mijn sjaal zien en gebaar, dat ik die ook als hoofddoek kan gebruiken. Ze knikt afkeurend. Smaken verschillen; ze vindt hem vast veel te sober, maar dringt verder niet aan. Voor de nacht vinden we een rustige plek op de parkeerplaats bij een mooi aangelegd park waar stelletjes en families nog tot laat in de avond picknicken, barbecueën of zomaar gezellig wat tijd doorbrengen. Geheel onverwacht is het ook hier weer de Turkse gastvrijheid die ons omarmt. Nadat de beide bewakers eerst om de beurt even een kijkje bij de auto zijn komen nemen en ons verzekerd hebben, dat ze goed op ons zullen letten, komen ze later op de avond terug om ons uit te nodigen voor een kopje thee. Natuurlijk gaan we mee; zoveel vriendelijkheid kunnen we toch niet weigeren. In het kleine kantoortje volgt nog een lange gezellige avond. Onder het genot van vele kopjes thee vertellen we over elkaars families en krijgen we een minicursus Turks. Later die nacht horen we de mannen nog enkele keren voorbij lopen. Ze houden ons goed in de gaten

 

 

Nemrut Dagi 

Ons plan om de volgende dag Nemrut Dagi te bezichtigen lijkt in eerste instantie letterlijk in het water te vallen want als we opstaan valt de regen met bakken uit de hemel, maar gelukkig, tegen het einde van de middag slaat het weer toch nog om. Wanneer we het luxe broodjeshuis waar we waren neergestreken voor een lange lunch, uitkomen is de lucht geklaard en schijnt er een waterig zonnetje. De zon gaat pas over 5 uur onder, dus waarom ook niet. We slaan het kopje thee van de mannen die onze auto in de gaten hebben gehouden af en rijden rustig de bergen in. Een mooie route voert ons hoger en hoger en na iedere bocht worden de uitzichten mooier. De weg, die gelukkig beter is dan verwacht, wordt wel steeds steiler en de laatste 3 kilometer zijn zelfs zo steil, dat we voor wat extra controle de 4x4 inschakelen. Terwijl wij stapvoets naar de top van één van de hoogste bergen uit de omgeving kruipen ontvouwt het landschap zich beneden ons. Zo ver ons oog reikt zien we bergen en valleien; sommige nog bedekt door wolken. Het laatste stukje naar de beroemde beelden moet te voet en ondanks dat er “heel comfortabel” trappen zijn gebouwd is het nog een pittige klim. De lucht is ijl en om de paar meter moeten we stoppen om even op adem te komen. Wat een plek voor een monument. De beelden ooit gemaakt in opdracht van een door grootheidswaanzin gedreven heerser staan letterlijk op de top van de berg en pas helemaal boven komen ze eindelijk in zicht. Grote hoofden van dierenfiguren, Griekse goden en van de heerser zelf staan als van hun voetstuk gevallen getuigen van een verloren heerschappij eenzaam op de grond te midden van grote rotsblokken die ooit hun lichamen hebben gevormd. Toch hebben ze nauwelijks aan waardigheid ingeboet. Zelfs zonder lijf en gehuld in de nevel van de overtrekkende wolken hebben de enorme hoofden nog iets majestueus. Te oordelen aan de grootte moeten de eens zo statige beelden enorm zijn geweest. De hoofden alleen al zijn groter dan een mens.

 

Ontmoeting met Isa en Youri 

Nauwelijks boven bedekt een grote wolk de top van de berg. De temperatuur zakt en flarden mist trekken voorbij. De wereld wordt ineens heel klein. Van de omgeving is niets meer te zien en geluiden verstommen. De stilte en de nevel geven de plek iets magisch. In de hoop, dat de wolk voorbij trekt blijven we bijna 2 uur aan de top, maar de mist lijkt hardnekkig. We besluiten terug te gaan, maar nauwelijks aan de afdaling begonnen verandert er iets. Het geluid van vogels wordt weer hoorbaar en her en der piekt een stukje blauwe hemel door de wolken heen. En dan, zo snel als de nevel ons omhulde zo snel trekt hij ook weer weg. We maken rechtsomkeert en wanneer we voor de tweede keer de top bereiken is de nevel opgelost en de lucht weer strak blauw. De grijze beelden krijgen in het licht van de laaghangende zon een warme gloed en het lijkt bijna alsof ze tot leven komen. Ook de omgeving is weer zichtbaar en het uitzicht is om stil van te worden. Op de berg is nog maar een handjevol mensen en zelf willen we ook net weer aan de afdaling beginnen als ons accent ons verraad. We worden aangesproken door Isa en Youri, twee landgenoten met, zo blijkt al snel, een gemeenschappelijke interesse. Isa en Youri zijn al 3 jaar met de fiets op wereldreis en zijn nu langzaam via Iran op weg naar Afrika. Als reizigers onder elkaar vergeten we al snel de tijd en staan we uiteindelijk zo lang te kletsen, dat we als laatsten van de berg afdalen. De zon is inmiddels als achter de bergen gezakt en in de schemering volgen we de taxi van Isa en Youri terug naar het eerste dorpje waar ze hun fietsen bij een hotelletje hebben achter gelaten. Kamperen kan er ook, dus ook voor ons wordt dit het eindstation. Goed gezelschap, een heerlijke maaltijd en onbeperkt thee; het is een leuke avond maar wel koud. Het restaurant is onverwarmd en met een buitentemperatuur van slechts een paar graden boven nul verschansen we ons het laatste uurtje nog even met z’n vieren in de auto om wat op te warmen. Het is al na twaalven wanneer we afscheid nemen en allemaal ons bed opzoeken. Op bed praten we nog even na over onze ontmoeting en we diep onder de indruk van de moed om zo’n reis op de fiets te maken.

 

overland turkey

    

Koerdisch Turkije
Aangekomen in het Koerdische gedeelte van Turkije verandert het straatbeeld opnieuw. Het verkeer is chaotischer en we zien meer handkarren en mannen met paard en wagen. Ook is de kleding veranderd. Vrouwen zonder hoofddoek zijn inmiddels een zeldzaamheid en veel Koerden kleden zich nog heel traditioneel. Voor de mannen is dit een wijde pofbroek met een laag kruis, een colbert en op hun hoofd een gehaakt hoedje of sjaal. De vrouwen gaan kleurrijker gekleed, dragen meer sierraden en zijn prachtig om te zien. Veel vrouwen dragen de traditionele Koerdische hoofddoek gemaakt van een diepe paarsblauwe stof versierd met borduursels of glinsterende steentjes. Daar onder dragen de vrouwen lange overjassen van mooie velours die samengebonden wordt met een ceintuur, en een enkeling zelfs draagt daaronder weer een andere kleurrijke jurk die niet zou misstaan als avondjurk.

 

In het oude centrum is het een drukte van jewelste. Winkeltjes, straatverkopers, kebabzaakjes, druk toeterend verkeer en de alles overstemmende oproep van de imams die 5x per dag uit de minaretten van de vele moskeeën galmt. Het voelt alsof we terug zijn in het Midden Oosten. De bazaar is weer een doolhof van allemaal kleine overdekte straatjes waar we ogen en oren tekort komen. Uren slenteren we door de smalle steegjes met ieder hun eigen koopwaar om af te sluiten met een kopje thee in de oude karavanserai in het hart van de bazaar. Een andere plek die we bezoeken is de grot waar volgens zeggen Abraham geboren zou zijn; een belangrijk persoon niet alleen voor de christenen maar ook voor de moslims. Hoewel de grot zich binnen de muren van een moskee bevindt is het ook voor niet-moslims toegestaan de plek te bezoeken, maar natuurlijk wel op gepaste wijze. Ik bedek mijn hoofd en terwijl Markus naar de mannen-ingang loopt ga ik naar de vrouwen-ingang waar we net als de andere bezoekers eerbiedig onze schoenen uittrekken. Gescheiden bezoeken we daarna de grot. Via een etalage met mooie mozaïeken en voorwerpen waarvan ik de uitleg niet kan lezen kom ik uit in een grote ruimte met een glazen wand die uitzicht geeft op de grot waarvan aan de vrouwenkant zo’n 80 procent zichtbaar is. Op de vloer ervoor liggen kleden waarop de aanwezige vrouwen geknield een gebed opzeggen of uit grote boeken zitten te lezen; ik vermoed uit de koran. Foto’s maken voelt een beetje oneerbiedig dus sla ik vanaf de zijkant het tafereel een tijde gade waarna ik weer naar buiten ga en Markus tref die een hele andere ervaring had. Vanaf de mannenkant was slechts een heel klein deel van de grot zichtbaar en hoewel er ook hier knielende mannen waren, was er geen grote luxe gebedszaal zoals bij de vrouwen, maar slechts een kleine kale ruimte. Grappig dat onderscheid. Iets wat we ook later die dag nog zullen ervaren.

 

overland Turkey

 

Koerdische bruiloft 

Op zoek naar een veilige parkeerplek en het liefst ook slaapplek rijden we richting het centrum wanneer we ineens een grote brede ingang zien. Daarachter, zo lijkt het. is het ruim en verzorgd. Van wat we uit het opschrift boven de poort kunnen opmaken is het een soort congrescentrum. We besluiten een gokje te wagen. Eenmaal binnen komen er onmiddellijk enkele mannen op ons af. Ze zijn erg vriendelijk, maar wanneer we beginnen over “parking” of “sleeping” schudden ze nee en wijzen ze naar het hotel aan de overkant van de straat. Hmm, dat was niet onze bedoeling, maar gelukkig komt er al snel nog iemand bij die, zo blijkt, hun baas is en meer zeggenschap heeft. “Hollanda?” vraagt de man geïnteresseerd en nadat we bevestigend hebben geantwoord is alles mogelijk. Parkeren, slapen het is allemaal geen probleem en zo snel Frankie een mooi plekje op het kunstgras heeft gekregen volgt een onstuitbare toestroom van nieuwsgierige mannen en thee. Wanneer we terugkomen uit de stad of de volgende ochtend wanneer we opstaan; zo gauw ze ook maar enige beweging bespeuren staan ze al weer met nieuwe thee voor onze neus. We zijn meer dan welkom en die avond moeten we beslist meekomen naar één van de vele trouwfeesten waarvoor het gebouw bijna dagelijks wordt afgehuurd. We krijgen op voorhand al vast een rondleiding door de nog lege zaal en maken kennis met de band. Ik krijg zelfs een paar mooie bloemen die de mannen zo uit één van de chique bloemstukken trekken

Een beetje opgefrist melden we ons later die avond bij de feestzaal. De mannen, die duidelijk op ons hebben gewacht, zijn blij om ons te zien en direct wordt thee en cola voor ons aangerukt. We krijgen een plaatsje aan de tafel van de muzikanten. De zaal is inmiddels bomvol, naar verwachting zo’n 700 gasten, en het feest is in volle gang. Er hangt een uitgelaten sfeer, de band speelt luid en in het midden van de zaal is een groep vrouwen aan het dansen. Het is een aparte dans. Zij aan zij en in een grote cirkel maken de vrouwen kleine danspasje waarbij ze heel ritmisch de schouders ophalen. De voorste in de rij heeft daarbij een doek waarmee enthousiast gezwaaid wordt. Ook nu zijn de vrouwen weer prachtig gekleed waarbij de Koerdische vrouwen weer het kleurrijkst zijn. En dan is het tijd voor de mannen. Ieder apart en zo is ook de verdeling in de zaal. De mannen zitten links en de vrouwen rechts. Pas later op de avond als het feest al ver gevorderd is komt pas het bruidspaar. Begeleid door vuurwerk en onder een erehaag van mensen door komen ze de zaal in. De bruid draagt een overdadig versierde witte trouwjurk met rode sluier die pas wanneer ze de dansvloer hebben bereikt af gaat. Op dat moment begint iedereen te juichen en te klappen en wordt het bruidspaar bespoten met schuim en wordt geld naar ze toegegooid. Dan gaat iedereen weer zitten en gaat het feest even uitbundig verder als voorheen. Een groot contrast met Nederland en het ontbreken van alcohol is duidelijk niet van invloed op de uitbundige stemming van de bruiloftsgasten.

In het dorp van Abraham 
Harran is één van de oudste constant bewoonde plaatsen op aarde en het wordt zelfs al genoemd in de Bijbel. Volgens het boek Genesis zou het ooit de woonplaats van Abraham zijn geweest. Vandaag de dag is Harran niet meer dan een klein traditioneel voornamelijk Arabisch dorpje met nog kleine bijzondere, van klei gemaakte huizen in de vorm van bijenkorven. Hoewel de meeste mensen inmiddels in een gewoon huis wonen zijn nog veel van deze huisjes bewaard gebleven. Sommige worden nog echt bewoond, andere zijn nu voor het vee en weer andere zijn speciaal voor de toeristen prachtig gerestaureerd. Bij Evi House, één van “toeristische” huizen mogen we kamperen en het is weer eens een plek met een prachtig uitzicht. Vanuit onze auto hebben we zicht op het dorp, op de ruïne van wat ooit de universiteit moet zijn geweest en op de achter ons grazende kamelen. Met nog de hele dag voor ons doen we rustig aan.

Fatma 

“Kom Fatima, snel” het is een oud grap, ontstaan tijdens één van onze verre reizen, die Markus zo nu en dan nog wel eens wil gebruiken om mij te plagen en zo ook vandaag, wanneer de Arabische eigenaar van Evi House mij in een traditionele jurk en hoofddoek wikkelt. De man vindt het bijzonder grappig en in de veronderstelling dat ik werkelijk zo heet noemt hij me vanaf dat moment Fatma. Met een vriendelijk “Fatma, hello” staat hij na onze wandeling ineens voor de camper met in zijn handen een hartige lekkernij en een half uurtje later roept hij me opnieuw. “Come Fatma, eat” zegt hij vriendelijk waarna hij ons gebarend uitnodigt voor een traditionele maaltijd. Niet als betalende klanten, maar gewoon voor de gezelligheid. Natuurlijk nemen we de uitnodiging aan. Zoveel gastvrijheid kunnen we toch niet weigeren. Op tafel staat een grote schaal met gekruide couscous met kip, brood en voor ons allemaal een schaaltje yoghurt. Niet helemaal veganistisch maar met liefde bereid en overheerlijk. De kip proberen we zoveel mogelijk te omzeilen en de rest laten we ons heerlijk smaken.

Een avond in een bijenkorfhuis 

Terwijl de toeristen af en aan rijden en de eigenaar druk doende is maken wij het ons gemakkelijk. In de bedoeïenentent op het binnenplaatsje is het heerlijk toeven en onder het genot van een kopje thee gebruik ik de middag om wat te schrijven terwijl Markus nog een proefritje maakt in de nieuwe auto van de eigenaar. Het onthaasten gaat ons goed af. De avond is er weer eentje om niet te vergeten. Voordat de eigenaar naar huis gaat gebaart hij ons, dat we het traditionele huis die avond rustig mogen gebruiken. We kunnen er zitten of eten, wat we maar willen. Zo’n gelegenheid laten we niet voorbij gaan. Een serie eeuwenoude traditioneel ingerichte bijenkorf huizen volledig tot onze beschikking. Tezamen met Thomas en Benedikt, twee andere reizigers die later op de middag komen en ook besluiten te blijven kamperen maken we er een gezellig kookfeestje van. We verhuizen onze brander en keukengerei naar het huis en bij het licht van onze benzinelamp bakken we Hollandse pannenkoeken in een ambiance die we niet snel zullen vergeten. De Syrische jongens die in het huis werken en ’s nachts in één van de kamers slapen doen gezellig mee. 

 

overland turkey

     

Oolog in Syrië 

Een paar harde knallen kort achter elkaar. De eerste keer schenken we er nauwelijks aandacht aan, maar dan horen we ze opnieuw. Tijdens de lunch vragen we het onze gastheer en hij bevestigt onze vermoedens. We zitten vlakbij de Syrische grens en inderdaad, het geluid dat we horen zijn beschietingen. Het is een akelige gedachte. Terwijl wij in alle vrede en veiligheid de tijd van ons leven hebben worden nog geen 20 kilometer verderop mensen beschoten en vermoord. Tijdens onze reis door het Zuidoosten van Turkije komt de oorlog vaak ter sprake. Vlakbij Mardin passeren we een klein vluchtelingenkamp en bijna dagelijks spreken we jonge mannen afkomstig uit Syrië die, gevlucht voor de oorlog, een veilig onderkomen in Turkije hebben gezocht en waar ze nu voor een schamel loontje worden uitgebuit en hard moeten werken. De mannen zijn vaak goed geschoold en in tegenstelling tot de Turken spreken ze goed Engels. In Mardin logeren we op de parkeerplaats en worden we in de watten gelegd door onze vriend van de parking. Vooral met hem hebben we een enkele leuke gesprekken. Onze vriend, wiens naam we voor de veiligheid niet zullen noemen omdat hij ooit lid was van het Vrije Syrische Leger, heeft veel meegemaakt. In onze korte gesprekken licht hij maar een tipje van de sluier op, maar genoeg om ons sprakeloos te maken. Het zijn nare verhalen en op onze vraag wat de mensen in zijn land vinden van een eventuele interventie van het westen reageert hij cynisch. Volgens onze vriend is het allemaal maar schone schijn want in werkelijkheid staat iedereen aan de kant van Assad; niet alleen Iran en Rusland, maar ook Amerika en Israël. Hij heeft het met eigen ogen gezien. Soldaten van diverse legers beschieten het volk. Zelfs de gewonden van de straat halen werd onmogelijk gemaakt want dan werden ze nog beschoten door sluipschutters en de media…. ach die doet net zo hard mee met de propaganda-show. Met eigen ogen heeft hij gezien hoe een granaat slachtoffers maakte terwijl de media niet veel later meldde, dat het een autobom was. De enige die volgens onze vriend aan hun kant staat is Turkije. Goed, veel ondernemers maken misbruik van de machteloze positie van de Syrische vluchtelingen en laten ze vele uren werken voor weinig geld, maar het land helpt ze wel. Wat dat betreft doet het “rijke westen” maar bar weinig. We sluiten onze vriend in ons hart en hopen van harte, dat hij ooit in staat zal zijn familie weer terug te zien en zijn rechtenstudie af te maken.

 

overland turkey

Soms heb je van die dagen

Het is een troosteloze regenachtige dag en de bushcamp in Diyarbakir behoort niet tot de leukste. Het is een saaie parkeerplaats zonder mooi uitzicht of bijzondere ontmoeting. Veel meer dan een kort rondje door de stad en een lange theepauze op een terrasje met Wi-Fi komen we niet. Niets dus, dat ons weerhoudt om vroeg te vertrekken en dat komt goed uit, want het is nog een hele rit naar Lake Van. Gevuld met helder turquoise-blauw water en omringd door hoge nog steeds besneeuwde bergen is het grote bergmeer een plaatje om te zien. Helaas slaat ook vandaag het mooie weer ineens weer om. Dreigende donkere wolken verjagen de zon en het mooie blauwe water verandert in een grijze golvende massa. Niet veel later vallen de eerste regendruppels uit de lucht. Maar vandaag mag het de pret niet drukken. Gewapend met paraplu stappen we aan het einde van de middag aan boord van een klein bootje, dat ons naar Akdamar eiland brengt. Een klein eilandje met een bijzonder kerkje. Een leuk uitstapje en dat komt vooral door de enthousiaste Koerdische familie waarmee we de boot delen. Zowel op de heenreis als op de terugreis is het gezelligheid alom.  

 

Onverwachte gezelligheid
Terug op het vasteland gaan we snel op zoek naar een goede slaapplek, maar voor het eerst deze reis gaat het erg moeizaam. Het is sneller donker dan verwacht en hoe we ook zoeken het lukt ons niet om een geschikt plekje te vinden. Dan maar bij het tankstation besluiten we uiteindelijk. Felle verlichting en de hele nacht lawaai van verkeer; niet ons idee van een goede slaapplek, maar het is er wel veilig en dat is nu nog het enige dat telt. We slaan af bij het eerste de beste tankstation waar een paar vriendelijke mannen gelijk op ons afkomen. Met wat handgebaren maken we onze bedoeling duidelijk en het is geen probleem. Integendeel zelfs. De mannen vinden het fantastisch en betalen hoeven we niet, zolang we maar wel een bakje thee met ze doen. Graag zelfs, een beetje warmte en gezelligheid zijn van harte welkom om ons moraal weer wat op te vijzelen. Snel maken we de auto klaar en een paar minuten later zitten we met z’n allen in de piepkleine personeelskantine. Wat volgt is een ongekend gezellige avond. Een goede Wi-Fi-verbinding en een hele batterij aan smartphones met vertaalapps staan garant voor hilarische situaties. We lachen heel wat af en wanneer we uiteindelijk op bed gaan nodigen de mannen ons spontaan uit voor een ontbijtje de volgende ochtend. Dat betekent voor ons vroeg opstaan, want het ontbijt zal moeten gebeuren tijdens de ploegwissel. We hebben het er graag voor over. Wanneer we ons de volgende ochtend nog wat suf en ongewassen in de kleine personeelskantine melden, staat het ontbijt gereed. Vers warm brood, olijven, lokale kaas, andere lekkernijen en natuurlijk thee. Ze hebben echt uitgepakt en zitten al met smart op ons te wachten. We maken kennis met de nieuwe ploeg en schuiven aan. Pas wanneer de nachtploeg omgekleed en wel klaar is om naar huis te gaan, nemen we afscheid en gaan ook wij er vandoor. 

 

overland turkey

    

Verder naar het oosten

Buiten is het stralend weer. Lake Van schittert in de vroege zon en de depressie van de afgelopen nacht heeft voor een laagje verse witte sneeuw op de omringende bergen gezorgd. We zijn er klaar voor. Steeds verder oostwaarts reizend verandert het landschap opnieuw. De route van Van naar Dogubayazit is één de mooiste van Turkije en voert over een kale hoogvlakte met kleine dorpjes, langs ruige zwarte steenvlaktes en over een hoge besneeuwde pas om uiteindelijk af te zakken naar de uitgestrekte vlaktes aan de voet van de machtige Ararat; de hoogste berg van Turkije. Dogubayazit of ook wel Dogubaya”shit” zoals we het gekscherend noemen, wat te wijten is aan de erbarmelijk slechte staat van de wegen in het stadje, is een beetje bekend terrein. Het ligt vlakbij de grens met Iran en 7 jaar geleden tijdens onze terugreis uit India zijn we er ook langs gekomen. Het slechte weer en het verlangen naar huis zorgden er toen voor dat we er nauwelijks hebben rondgekeken en daar hebben we nog altijd spijt van.

Op zoek naar de ark

Hoog in de bergen in een lang omstreden gebied en haast letterlijk op de grens met Iran liggen, op nog geen half uurtje van Dogubayazit, de restanten van wat ooit de Ark van Noach moet zijn geweest. Iedere keer wanneer we iets over de Ark lezen of horen hebben we spijt, dat we de plek de vorige keer niet hebben bezocht. We hadden er nog geen 20 kilometer voor hoeven omrijden. Tja keuzes. Gelukkig krijgen we in dit geval een tweede kans. De Ark is duidelijk geen grote trekpleister want wegwijzers of andere aanduidingen zijn er niet. We hebben enkel een waypoint dat we via Google Earth hebben gevonden. Hopen maar dat het klopt. We nemen een ongemarkeerde afslag vanaf de snelweg en volgen een klein smal pad dat de bergen in kronkelt. Onderweg vragen we ons af wat de rotsachtige formatie die de Ark zou moeten zijn nu zo anders maakt dan de rotsachtige formaties die we overal om ons heen zien. Het antwoord openbaart zich al snel wanneer het schip, vlak voor de laatste steile klim, ineens opdoemt. Half weggezakt op een helling ligt een rotsachtige formatie die opvallend symmetrisch is en daarmee afwijkt van alle andere rotsachtige richels. Als dit de restanten van de ark zijn, en er zijn een hoop gegevens die in die richting wijzen, dan staan we hier op een zeer bijzondere plek. We zijn er een beetje van onder de indruk. Jammer dat het bezoekerscentrum niet meer bestaat spreken we net hardop tegen elkaar uit, wanneer er ineens een jongeman voor onze neus staat die vraagt of we het museum willen bezoeken. “Kan dat?” antwoorden we verbaasd. “Ja hoor”, zegt hij vriendelijk en haalt een kleine sleutelbos uit zijn zak. Het kleine zeskantige gebouwtje is vervallen. Ramen zijn geblindeerd, het verf is afgebladderd en het kleine halletje staat blank van het water dat door het lekke dak naar binnen sijpelt. De titel "museum" mag het eigenlijk niet dragen, maar het is evengoed leuk om binnen te kijken. Aan de muur hangen een aantal informatieposters en talloze uitgeknipte artikelen uit de media. Verder liggen er nog een paar voorwerpen die ze in de nabijheid van de ark gevonden hebben. In een kleine vitrine ligt versteend hout, koraal en een metalen ballast bal, opmerkelijke voorwerpen zeker voor deze locatie. Uit het kleine gastenboek maken we op, dat er eens per twee dagen een bezoeker komt; de meeste uit Europa. Ook wij laten onze namen achter en gaan daarna terug naar Dogubayazit. Op zoek naar de camping van 7 jaar geleden.

     

overland turkey


Op zoek naar de ankerstenen 

Nu we de ark hebben gezien, willen we ook graag de grote ankerstenen zien die hier in de buurt moeten liggen. Van de museumbeheerder hebben we de naam van het dorpje gekregen waar we ze kunnen vinden. Alhoewel dorpje…. het is niet veel meer dan een paar huizen, een paar winkeltjes en overal honden, kippen en ander vee. Dit is geen plek voor toeristen en de mensen zijn zichtbaar verbaasd ons te zien. Toch maar even rondvragen hier. Gelukkig, één van de mannen in het drop lijkt te weten wat we zoeken en geeft een paar concrete aanwijzingen die heel betrouwbaar klinken. We moeten naar een dorpje iets verderop weet hij ons te vertellen. De weg er naar toe is een stenige offroad piste die redelijk steil de bergen in slingert. In de lucht hangen een paar donkere wolken. “Als het hier maar niet begint te regenen”, bedenken we, maar met de haven in zicht willen we ook niet omkeren. We zetten Frankie in de 4x4 en gaan ervoor. Pas na een klein uurtje stuiteren bereiken we het betreffende dorpje. Dit is het pas echt het platteland van Turkije. De huisjes zijn klein, veelal van klei en overal lopen herders met grote kuddes schapen en geiten. In het midden van het dorp staat een busje met daar omheen een groepje mannen. Onder het motto “mannen onder elkaar” gaat Markus, gewapend met de plaatsjes op de Iphone, wat rondvragen. De mannen zijn behulpzaam. Een aantal laat duidelijk merken te begrijpen wat we zoeken, en vertelt ons dat we op de verkeerde plek zijn; de stenen zijn niet hier. Waar we ze wel kunnen vinden kunnen we helaas niet achterhalen. Enkele mannen verwijzen ons terug naar Dogubayazit. We zijn terug bij af. De hele middag rond gestuiterd en zonder resultaat. Het is inmiddels al laat en zonder verdere aanknopingspunten besluiten we onze zoektocht te staken en gaan we terug naar de camping.
    

Ani
Via opnieuw een mooie route door een landschap vol zandsteenachtige bergen in eindeloos veel aardetinten rijden we naar Ani; nu niet meer dan een groot complex met overblijfselen van imposante gebouwen maar ooit de statige hoofdstad van Armenië en één van de belangrijkste karavaansteden op de oude Zijderoute. Vandaag de dag ligt het in Turkije maar vanaf het grote winderige plateau op de Turks-Armeense grens kunnen we Armenië zien liggen. Hoewel volledig in puin is het complex nog steeds enorm. Ruim anderhalf uur wandelen we langs de ruïnes en over paadjes die waarschijnlijk ook de straten van de oude stad geweest zijn en nog hebben we maar een deel gezien. Grappig details is het feit, dat we niet alleen zijn; naast een enkele verdwaalde toerist maken ook herders gebruik van de plek. Unesco keurmerk of niet tussen de ruïnes lopen gewoon paarden en koeien te grazen en overal ligt mest. We moeten echt uitkijken waar we lopen. Een andere opvallend detail is de locatie. Het is niet verwonderlijk dat veel heersers Ani graag wilden bezitten, want bijna helemaal omgeven door een diepe kloof en met een enorme muur die de enige toegangsweg afschermt moet de stad een bijna onneembare vestiging zijn geweest. Met de muur nog bijna volledig intact is het zelfs voor ons niet mogelijk stiekem naar binnen te glippen. Na ons bezoek parkeren we de auto op een nabij gelegen parkeerplaats. Ook onze laatste nacht in Turkije is weer een “room with a view” want vanuit de auto hebben we een prachtig uitzicht op de imposante muur en wachttorens.

 

Onze laatste dag in Turkije

Vlakbij Ani ligt Kars een grote plaats en alweer onze allerlaatste stop in Turkije. Met het weekend voor de deur is het voor ons niet meer dan een tussenstop voor wat boodschappen, maar eigenlijk verdient de stad een langer bezoek. Kars is een opmerkelijk stadje dat bijna on-Turks aan voelt. Kars is ooit Russisch bezit geweest en overal zie je daarvan nog de sporen. We zien talloze huizen versierd met metalen hekwerken en de mensen zijn er moderner gekleed. Het merendeel van de vrouwen draagt hier zelfs geen hoofddoek meer en de winkels en restaurant zien er haast westers uit. We maken er slechts een korte tussenstop op zoek naar de 2 producten waar Kars om geroemd wordt; kaas en honing. In het stadje struikel je bijna over de speciaalzaakjes die deze producten verkopen. We kiezen er willekeurig eentje uit en weten een voor ons gevoel goede prijs uit te onderhandelen. En ook hier op onze laatste dag in Turkije weer die onbegrensde Turkse gastvrijheid. Natuurlijk geen koop zonder eerst een glaasje thee en dan belt de alleen Turks sprekende medewerker voor ons nog even zijn dochter in Ankara om er zeker van te zijn dat we niet nog iets wensen. Nadat hij haar even kort heeft gesproken krijg ik zonder nadere uitleg de telefoon in mijn handen gedrukt. Aan de andere kant van de lijn klinkt een vriendelijke vrouwenstem die vloeiend Engels spreekt . De vrouw stelt zich voor en vraagt of haar vader nog iets voor ons kan betekenen. Zelf kon hij het vanwege de taalbarrière niet vragen dus daarom heeft hij haar maar even gebeld. De mensen blijven ons verbazen.


overland turkey


Turkije is een fascinerend land waar modern en traditioneel hand in hand gaan, een land met een rijke cultuur, met mooie bezienswaardigheden maar voor ons bovenal een land vol ongelooflijk vriendelijke mensen. ’t Is dat we een deadline in Mongolië hebben, anders zouden we er nog maanden kunnen rondreizen. Voor nu eerst, nemen we afscheid van dit prachtige land en haar mensen en reizen we verder. Op naar Georgië.