Select another language


Thuiskomst

26 mei 2015

 

Open armen  

Op het scherm zien we het kleine stipje dat Nederland moet voorstellen steeds dichterbij komen en eenmaal door het dikke grijze wolkendek verschijnt een groen, strak georganiseerd hokjeslandschap omzoomd door ontelbare waterwegen. Dit is "ons" land gaat er door ons heen. Gevoelens van blijdschap, trots maar ook weemoed over het voorbije avontuur buitelen over elkaar heen. Het duurt nu niet lang meer. Onder ons zien we de lampen van de landingsbaan al voorbij glijden maar dan, net op moment dat we verwachten dat de wielen de grond zullen raken, beginnen de motoren ineens op volle toeren te draaien, gaat de neus weer omhoog en zien we de auto's en huizen beneden ons langzaam weer veranderen in kleine miniaturen. In de cabine maakt het gezellige geroezemoes plaats voor een gespannen stilte. Niemand weet wat er aan de hand is, maar er gaat van alles door ons heen. Niet veel later vult de stem van de piloot de ruimte en vernemen we dat wind te sterk was en hij de landing om veiligheidsoverwegingen heeft afgebroken. Een kwartiertje later zijn we terug bij af en zien we opnieuw de landingsbaan weer dichterbij komen. De wind is nog steeds hevig en het vliegtuig schommelt flink. Voor ons gevoel minstens zo hevig als tijdens de eerste poging en dat doet ons vertrouwen in een veilige landing geen goed. Met letterlijk het angstzweet in onze handen zitten we de laatste seconden uit totdat de het toestel de grond raak en we veilig en wel weer vaste grond onder de wielen hebben. Nederlandse grond! Het waren de spannendste minuten van onze hele reis. Een kwartiertje later vallen we emotioneel en nog wat trillerig van de veel te spannende landing in de open armen van onze dierbaren. We zijn weer thuis!

 

Weer thuis

Nederland is Nederland en ook na 14 maanden voelt het vanaf de allereerste seconde weer vertrouwd. Het is ons thuis, ons vaderland! En hoe geweldig de wereld ook is, dat typische "thuisgevoel" waar veiligheid, vertrouwdheid en herkenning samenkomen vinden we alleen in ons eigen landje. We zijn niet langer meer de gast; niet meer de buitenlander maar gaan ongemerkt op in de massa die dezelfde taal spreekt, dezelfde humor heeft, dezelfde waarden en normen kent en dezelfde gebruiken heeft. Een paar keer kijken we verbaasd achterom wanneer we dichtbij iemand Nederlands horen spreken. Het is niets bijzonders, want iedereen spreekt Nederlands hier en die gele kentekenplaat, dat is inderdaad een Nederlandse auto maar dat geldt ook voor alle andere auto's op de weg. Ongemerkt zijn we extra alert geworden op kenmerken die de aanwezigheid van landgenoten verraden en het duurt dan ook een paar dagen voordat het ons niet meer op valt. En zo zijn er wel meer dingen waar we weer even aan moeten wennen. Wennen aan een nieuw dagritme dat zich elke dag in dezelfde omgeving afspeelt, wennen aan weer leven tussen 4 muren en wennen aan het weer hebben van verplichtingen. Sommige dingen gaan snel en andere langzaam, maar stapje voor stapje pakken we de draad weer op en 5 weken na terugkomst staat Frankie weer te glimmen onder carport en vertrekt Markus weer richting Groningen voor zijn eerste werkdag. Soms lijkt het alsof we nooit zijn weggeweest. Maar er zijn ook dagen bij dat het voelt alsof we nog niet helemaal terug zijn. En zo zal het waarschijnlijk altijd blijven. We zijn Nederlanders maar niet meer voor 100%. Een stukje van ons hart hebben we verloren. Dat ligt ergens anders in de wereld. Ergens, in één van die geweldige landen die we hebben bezocht of misschien wel in elk land een klein beetje.