Select
another language
16 november 2014 - 24 december 2014 (rondreis met auto)
24 december 2014 - 24 januari 2015 (verblijf op Phuket)
Route met auto: Surin (grens met Cambodja) - Khon Kaen - Phitsanulok - Lampang - Chiang Mai - Chiang Rai - Chiang Mai - Mae Sariang - Mae Sot - Sukhotai - Bangkok - Kanchanaburi - River Kwai - Hell Fire Pass - Hua Hin - Kui Buri - Prachuap - Ban Krut - Kui Buri - Hua Hin - Bangkok (auto verschepen naar Kaapstad, Zuid-Afrika).
Route zonder auto: Verblijf op Phuket en sightseeing per scooter (Bangkok naar Phuket per vliegtuig)
Een nieuwe wereld
Het is nog even wachten op het hoofd van de Cambodjaanse
douane die natuurlijk net weer met lunchpauze is, maar dan staan we
toch echt voor de grens van het allerlaatste Aziatische land van onze
reis. Het moderne, goed georganiseerde en minder avontuurlijke
Maleisië
stond al langer ter discussie, maar toen ook nog de ene veel te dure
verschepingsofferte na de andere onze mailbox binnen rolde viel
het doek definitief. De
vriendelijke jongeman die ons aanspreekt stuurt ons naar een loket waar
een kleine gezette man onze temperatuur opneemt en de uitslag in een
groot logboek noteert. Het is de eerste Ebola-controle van onze reis en
pas nadat hij met een goedkeurend knikje zijn collega's duidelijk
heeft gemaakt, dat we
geen risico vormen mogen we onbelemmerd aan de grensformaliteiten
beginnen. Het is het gebruikelijke rondje, maar de Thaise
grensmedewerkers kunnen qua snelheid niet in de schaduw staan bij hun
Cambodjaanse collega's. Erg vlot gaat het allemaal niet en pas na een
uurtje
geduld oefenen gaat de slagboom eindelijk open en worden we begroet
door een groot portret van de koning en een mooie gladde asfaltweg die
een goede voorbode blijkt voor de
rest van het land. Thailand is één van de rijkste landen
van Zuidoost Azië en dat is zichtbaar. Er rijden meer auto's, de
huizen zijn luxer, de wegen in betere
staat, de winkels moderner, het assortiment groter en de
servicestations langs de snelwegen zijn comfortabele complexen
met schone wc's, winkels en restaurantjes waarvan Amazon, de
grote koffieketen, onze favoriet is.
Vergeten dromen
Nooit meer werken en samen met je oude of nieuwe liefde genieten van het leven, ergens op een mooi plekje in de wereld waar de zon elke dag schijnt. De mannen die we aantreffen in het Farang restaurant in Surin leven deze zo veel gekoesterde droom. Vol verwachtingen hebben ze huis en haard opgegeven, familie en vrienden verlaten en zijn ze verhuisd naar het land van melk en honing, op zoek naar een nieuwe leven. Wanneer we het restaurantje, waar alleen de bediening Thai is, binnen wandelen overvalt ons mistroostig gevoel. De stilte is gelaten en gelachen wordt er nauwelijks. Terwijl we een keuze proberen te maken uit de menukaart, waar zuurkool met braadworst naast de Thaise curries staan, bestuderen we de 4 mannen aan het tafeltje tegenover. Gevlucht voor de verveling hebben ze elkaar gevonden. Tussen hen in staat een hele verzameling lege bierflessen en een asbak vol sigarettenpeuken en de diepe rimpels in hun gebruinde huid en de donkere wallen onder hun ogen verraadt dat ze van beide niet iets te veel gebruiken. Wanneer de euforie van het eerste uur is verdwenen, de palmbomen en de tropische omgeving je niet meer verwonderen en de airco je beste vriend is geworden omdat het heerlijke zonnetje soms net even te lang en te veel schijnt worden de dagen leger, het bestaan zinlozer en zijn je buitenlandse makkers in de stamkroeg je belangrijkste tijdverdrijf. De doelloosheid van het leven is voelbaar zelfs voor ons. Snel rekenen we het eten, dat al even saai en passieloos is als de clientèle, af en gaan we verder. De mannen in Surin zijn de eerste emigranten die we ontmoeten maar niet de laatsten. Natuurlijk geldt dit niet voor iedereen, maar we komen ze met regelmaat tegen. Westerlingen die gedesillusioneerd ontdekken dat de pot met goud aan het einde van de regenboom een lege emmer blijkt te zijn. Welke grote toeristenplaats we ook aandoen, oudere blanke mannen die in een weinig flatteus huispak wat aan een bar hangen en met een verdoofde blik naar het zoveelste pilsje staren, komen we overal tegen.
Symbool van koninklijke macht
Ze zijn slim en uiterst gevoelig. Olifanten zijn majestueuze dieren en al eeuwenlang zijn ze het nationale symbool van Thailand. Twee olifanten in de laadbak van een grote vrachtwagen is het enige dat we nog meekrijgen van het jaarlijkse olifantenfestival. Wanneer we de stad bereiken zijn de reuzen van het woud terug naar hun dorp en zien we hier en daar alleen nog wat mest. Surin en omgeving is van oudsher olifantenterrein en leefgebied van de Kui, een etnische groep geroemd om hun vaardigheden in het vangen en temmen van olifanten. Eeuwenlang waren het de olifanten van de Kui die de Siamese koningen droegen op slagveld, die het stralende middelpunt waren in kleurrijke optochten of de enorme teakhouten bomenstammen uit de tropische wouden sleepten, maar het zijn vervlogen tijden. Door een verbod op grootschalige houtkap zo'n 20 jaar geleden raakten de olifanten en hun mahouts hun inkomen kwijt en werden ze gedwongen te verhuizen naar de betonnen jungle van de grote stad waar ze moesten bedelen voor geld. Kunstjes doen in een park of met een bakje op de rug toeristen vervoeren. Het is het trieste lot van de meest Thaise olifanten. Over een mooi rustige landweg die in deze tijd van het jaar dienst doet als droogvloer rijden we zigzaggend langs grote blauwe dekkleden met daarop grote hoeveelheden rijst naar Ban Ta Klang Elephant village. Het is een traditioneel Kui dorp waar, volgens de info in het museum mahouts en hun olifanten proberen hun cultuur te behouden. Een dromerige uitspraak die eerder de wens vertaald dan de werkelijkheid, want de realiteit is, dat de cultuur al lang is verdwenen en dat ook de olifanten in dit dorp alleen een bestaan hebben omdat er toeristen komen. Ook wij doen mee en het blijft de vraag of we de olifanten daarmee een dienst bewijzen. We weten het niet. Op ons gemakje wandelen we door het dorp waar naast ieder huis een overkapping staat met daaronder één of meerdere olifanten en overal zien we hetzelfde beeld. Geketende olifanten die apathisch met hun hoofden heen en weer schudden. Het is een verdrietig gezicht. Deze geweldige dieren horen in de jungle, maar daarvan is helaas niet zoveel meer over en de lucratieve toeristenindustrie heeft "het werken met een olifant" een andere invulling gegeven. Het slepen van zware boomstammen heeft plaats gemaakt voor het vervoeren van toeristen en de mahouts gedegradeerd tot deeltijd olifantenverzorgers. Na een tijdje hebben we het wel gezien en rijden we terug naar de snelweg. Het is een mooie rit door een prachtige omgeving met ook hier af en toe nog olifanten en heel veel waterbuffels die lopen te grazen op de pas geoogste rijstvelden.
Naar Thailand met een missie
Khon Kaen, de grootste stad in het Noordoosten van Thailand heeft de toerist blijkbaar zo weinig te bieden, dat onze reisgids een vermelding niet eens waard vindt en zouden we er Danielle niet hebben opgezocht dan waren er zo aan voorbij gereden. Na bijna 9 maanden rondreizen en bezienswaardigheden bezoeken begint de sleur soms om de hoek te kijken en raken we niet meer zo opgewonden van weer een mooie zonsondergang of de zoveelste tempel. Het is een normaal verschijnsel en daarom kijken we des te meer uit naar de ontmoetingen met oude bekenden waarmee we in Thailand hebben afgesproken. Danielle is de eerste en twee dagen genieten we van elkaars gezelschap. Verwondert Danielle zich over de onverdeelde aandacht die ons ten deel valt zo gauw we ergens met de auto aankomen en raken wij verwarmt door het bijzondere werk, dat Danielle hier doet. Twee jaar geleden vertrok ze naar Thailand met slechts één missie; de mensen vertellen van God en dat is, zo vernemen we al snel, geen gemakkelijke opgave want in een boeddhistische cultuur waar reïncarnatie, vooroudervering en geesten een vast onderdeel van het leven zijn en iedere sterveling een godheid kan worden, is Jezus niet meer dan "een gewone man". De verhalen, de bijzondere gesprekken met een aantal van haar Thaise vrienden, het bezoek aan de pas opgezette muziekschool en de ontmoeting met haar missie-collega's; het maakt allemaal grote indruk op ons en we bewonderen haar moed om zo'n avontuur alleen aan te gaan. Het zijn twee gezellige dagen die voorbij vliegen en voor ons gevoel veel te snel moeten we al weer afscheid nemen. Danielle heeft het druk met haar werk en wij hebben, voor het eerst sinds lange tijd, een deadline waar we rekening mee moeten houden. Over een paar dagen hebben we een afspraak bij ADRA, een NGO waarvan we een aantal projecten zullen bezoeken. www.missiethailand.nl (kijk hier als u meer wilt weten over Danielle en haar missie.
Chiang Mai
Na twee dagen kilometers vreten bereiken we net voor het weekend Chiang Mai. Het is één van Thailands meest toeristische trekpleisters en aan winkeltjes, restaurantjes en ander vertier dan ook geen gebrek. We hebben er een gezellig weekend. We gaan naar de kerk, slenteren over de markt en doen een paar toeristische uitstapjes en dan, voor we het weten is het maandag en begint onze week bij ADRA, een NGO die zich naast noodhulp bij rampen wereldwijd inzet voor ontwikkelingshulp ter bestrijding van structurele armoede en het bevorderen van sociale en economische gelijkheid. Zelfredzaamheid is daarbij het sleutelwoord. Meerdere malen zijn we de afgelopen maanden aangesproken door volslagen vreemden die, wanneer ze de ADRA-stickers op onze auto zagen, ons enthousiast vertelden over de projecten die ADRA in hun land uitvoerde. Zo leerden we in Mongolië over de landbouwprojecten waar economische onafhankelijkheid en duurzaamheid hand in hand gaan en spraken we in Cambodja een taxichauffeur die ooit voor ADRA werkte. Dat ADRA met haar projecten echt een verschil maakt wisten we al, maar na de diverse ontmoetingen zijn we nog nieuwsgieriger geworden en kijken we naar uit enkele projecten met eigen ogen te bekijken. Op het afgesproken tijdstip bereiken we het hoofdkantoor in Chiang Mai waar het bekende groene logo bevestigt, dat we op de juist plek zijn. Voor de verandering worden we bij de ingang niet begroet geestenhuisjes, maar wel door een heleboel schoenen en slippers, want ook hier moeten de "schoenen uit"; een heerlijke gewoonte waar inmiddels aan gewend zijn. Wanneer we ons melden worden we hartelijk verwelkomd en volgt een indrukwekkende dag, waarin we kennis maken met de medewerkers, een briefing krijgen over de projecten die we gaan bezoeken, een presentatie bijwonen voor nieuwe medewerkers en samen met de voltallige staf genieten van een heerlijke lunch in lokaal restaurant ter verwelkoming van de nieuwe medewerkers. De dag vliegt voorbij en met een hoofd vol indrukken en informatie kruipen we die avond in ons eigen bed. Wat vooral blijft hangen is de professionaliteit van de organisatie en de complexiteit van de hulp die geboden wordt. Voor de nacht zijn we welkom om te kamperen op het terrein en krijgen we gastvrij de sleutel van het kantoor waar we gebruik mogen maken van de wc, de keuken, de douche en zelfs wifi. Dankbaar parkeren we Frankie tussen de andere Toyota's met ADRA-logo en genieten we van de beste "camping" in tijden. We slapen heerlijk lang en worden pas wakker wanneer de werkdag voor de werknemers al weer is begonnen. "Moet je je voorstellen; wij waren om deze de tijd ook altijd al aan het werk", zeggen we verbaasd tegen elkaar. Hoewel nog maar 9 maanden geleden, kunnen we het ons nauwelijks meer voorstellen. Het voelt als iets van heel lang geleden en dankbaar realiseren we ons hoe bevoorrecht we zijn om zo lang te kunnen reizen.
Thailand's meest merkwaardige tempel
Na een rustige start en het afstemmen van de laatste details nemen we afscheid van de ADRA-medewerkers en reizen we naar het koelere noorden waar we het eerste project zullen bezoeken. Onderweg passeren we nog de meest merkwaardige tempel die we ooit hebben gezien. Afbeeldingen van goden en duivels, bomen met vreemde hoofden waaruit mossen groeien, mozaïeken en science fiction-achtige beelden. Een uur lang lopen we verwonderd rond en verbazen we ons over de veelzeggende symbolieken die de maker heeft gebruikt. Via een poort bewaakt door duivels en een brug over de denkbeeldige onderwereld waaruit handen spookachtig omhoog reiken, bereiken we de centrale tempel waar de muurschilderingen zo mogelijk nog illuster zijn. Alziende ogen, doodshoofden, piramides, afbeeldingen bekende muziek- en filmhelden en zelfs een tekening van een rokend World Trade Center zijn zomaar een paar afbeeldingen uit de enorme muurschildering die een glimmende gouden Boeddha omringt. Het hagelwitte complex waar zelfs de vissen in de vijver wit zijn en waaraan nog steeds wordt gebouwd is volgens kunstenaar Chalermchai Kositpipatet een eerbetoon aan Boeddha. Voor echter voelt het meer aan als een ode aan de onderwereld. Zelfs de pylonen op de toegangsweg zijn in stijl en voorzien van doodshoofden. Naar de echte motivatie kunnen we slechts raden, maar één ding is zeker, de "verlichte" kunstenaar heeft zijn inspiratie niet uit de Bijbel gehaald.
Keef Girls Safe
Na ons tempeluitstapje rijden we door naar het Keep Girls Safe beschermhuis, het eerste ADRA project dat we zullen bezoeken. We worden er vriendelijk ontvangen en vernemen al snel, dat het grote witte huis dat schuil gaat achter een hoge beschermende muur, niet zomaar een kindertehuis is. Het is een beschermhuis! Een veilige haven voor meisjes waarvoor preventie al te laat is. Voor kinderen die acuut moeten worden opgevangen om te voorkomen dat ze in handen vallen van mensenhandelaren. Trafficking heet dat met een modern woord en na drugs en wapens is het de belangrijkste illegale handel in de wereld. Het is de nieuwe melkkoe van de georganiseerde misdaad want kun je goederen maar één keer verkopen, voor mensen geldt die beperking niet. Mensen kunt je keer op keer verkopen; iedere dag opnieuw en zelfs meerdere keren per dag. Anno 2015 worden er maar liefst zo'n 20 tot 30 miljoen mensen tegen hun wil verhandeld en uitgebuit voor gedwongen arbeid en de seksindustrie en Thailand, het toeristenwalhalla, dat jaarlijks honderdduizenden toeristen naar haar kleurrijke tempels en prachtige stranden trekt, is één van 's werelds belangrijkste bronnen, doorvoerlanden en bestemmingen. Het zijn vooral de bergachtige grensstreken met Laos en Myanmar, ver uit het zicht van de toeristen, waar de handelaren van deze tijd hun slag slaan. Waar door grote armoede, alcohol- en drugsverslavingen en zonder nationaliteit en vangnet van sociale voorzieningen ouders vaak in de schulden belanden en soms hun enige uitweg het verkopen van een kind aan de maffia is. De verhalen zijn schrijnend en de dreiging in handen te vallen van mensenhandelaren is voor veel meisjes van de bergvolken een alledaagse realiteit. Maar gelukkig staan ze er niet helemaal alleen voor. Docenten, dorpshoofden en instanties, kennen inmiddels de weg naar het door ADRA gerunde beschermhuis waar momenteel zo’n 30 meisjes liefdevol worden opgevangen. We treffen er prachtige tieners, die verlegen naar ons giechelen, maar ook kleine hummels van amper acht jaar met mooie lange vlechten die, zo jong als ze zijn, moeten vluchten voor hun veiligheid. We spelen, lachen en maken veel plezier met ze, maar onder de vrolijke buitenkant schuilt de angst en pijn die soms heel even in hun ogen af te lezen is. Hoe anders zou hun leven zijn wanneer ze niet waren opgevangen? We ontmoeten er Jennie; ze is 12 jaar en de middelste van 5 kinderen. Ze komt oorspronkelijk uit Laos vanwaar ze met haar geestelijk zieke moeder en broertjes en zusjes is gevlucht voor de mishandelingen van haar zwaar verslaafde vader. Jennie had geen huis en verbleef tijdelijk bij een plaatselijke kerk. Naar school gaan zat er voor Jennie niet in en de drie dollar die ze dagelijks verdiende met maiskolven pellen ging op aan het gezin. Er bleef niets van over en voor eten was nauwelijks geld. Meer dan 1 maaltijd per dag kon ze zich niet veroorloven. Toen het KGS team haar vond was ze uitgemergeld en zwaar ondervoed. Zonder steun, zonder nationaliteit en in een gemeenschap waar noch Jennie noch haar moeder welkom was, liep ze een hoog risico om verkocht te worden. Of Ploy, die opgroeide in een gemeenschap waar prostitutie de normaalste zaak van de wereld is en die zonder tussenkomst van het KGS beslist in de voetsporen van haar stiefzussen was getreden. Jannie en PLoy hebben geluk gehad en een veilige plek gevonden waar ze de zorg en aandacht krijgt waar ieder kind recht op heeft. “Keep Girls Safe” is de naam van het project en dat is precies waar het voor staat. Een trieste noodzakelijkheid waarvan de ernst pas echt tot ons doordringt wanneer de begeleiders ons bezorgd vragen geen foto’s te maken die de identiteit van de meisjes of de locatie van het beschermhuis zouden kunnen prijs geven. Je weet maar nooit…..
Nadat de meiden even de kat uit de boom hebben gekeken staan we al snel in het middelpunt van de belangstelling en 's avonds organiseert de leiding een gezellige avond waarbij de kinderen voor ons zingen en de allerkleinsten zelfs een show in traditionele kleding opvoeren. Nieuwsgierig als ze zijn naar de wereld buiten Thailand sluiten wij de dag af met een korte fotopresentatie van de landen waar we geweest zijn. Prachtig vinden ze het al die vreemde landschappen en rare mensen. Het is een geweldige ervaring en voor zessen zijn we de volgende ochtend al weer uit de veren om nog één keertje samen te eten. Niet veel later zitten we met wel 10 meiden in de laadbak van een pick-up om de ze naar school te brengen. Wij zijn niet de enige die het geweldig vinden en wanneer we uitstappen om de meiden gedag te zeggen krijgen we van allemaal een welgemeende omhelzing. Nieuwsgierig naar meer achtergrondverhalen? Lees dan hier het hele verslag dat we voor ADRA hebben gemaakt.
Geraakt door het bezoek besluiten we in de dagen daarop een facebook actie te starten om het beschermhuis een steuntje in de rug te geven. Een actie de dankzij vele gulle gevers een geweldig succes wordt en het mooie bedrag van 1000 Euro oplevert. Een gift waar ze hier in Thailand ontzettend blij mee zijn.
Een oase van hoop
Vanuit het noorden rijden we in twee dagen naar Mae Sot
van waaruit we enkele projecten in Mae La, het grootste
vluchtelingenkamp van Thailand, gaan bezoeken. Het is een mooie route
en de bochtige weg langs de grens een droom voor motorrijders, maar
duidelijk niet voor de vluchtelingen voor wie het verboden is te
reizen. We passeren de enkele politiecontrole na de andere en wanneer
we even stoppen om een foto te schieten komen ze gelijk op ons af. De
wereld kijkt al jaren mee en op meer pottenkijkers
zitten ze duidelijk niet te wachten. De vrijheid om te reizen en om te werken; een voorrecht
dat we als Nederlanders zo vanzelfsprekend vinden, maar waar de
vluchtelingen in Thailand alleen maar van kunnen dromen. Zij hebben
moeten leren leven met de vanzelfsprekendheid dit niet te mogen. Het is
1984, de burgers van Birma zuchtten onder de militaire dictatuur en in
het grensgebied met Thailand woedt een burgeroorlog tussen de Karen,
een bergvolk, en de Birmese junta. Schending van mensenrechten en
gewapende conflicten zijn de orde van de dag en wanneer de junta een
groot offensief start vluchtten tienduizenden massaal de grens over
naar Thailand. Langs de grens ontstaan een groot aantal
vluchtelingenkampen en 30 jaar na dato bestaan ze nog steeds. Grote,
door een omheining afgesloten gebieden met verscholen tussen de bomen
en struiken van een overdadig groene jungle een verzameling armoedige
hutjes veelal gemaakt van bamboe en een dak van bladeren. Thailand
heeft de vluchtelingen nooit een vluchtelingenstatus geboden en hun
enige politiek was ze opsluiten in een “tijdelijke
verblijfplaats”
onder voorwaarde, dat de internationale NGO’s voor de
vluchtelingen
zouden zorgen. Ondanks de vele kritiek is dit nog steeds de situatie en
zitten tienduizenden vluchtelingen al jaren opgesloten in Thaise
vluchtelingenkampen. De ouderen van het eerste uur kunnen zich hun
geboorteland nauwelijks meer herinneren en de jongere generaties, die
er zijn geboren, hebben het land van hun voorouders nog nooit gezien.
De hoop die ze eens koesteren om snel weer naar huis terug te kunnen
keren is met de jaren vervlogen en vandaag de dag zijn de
Karen-vluchtelingen een volk zonder vaderland en zonder toekomst.
Gedwongen tot een leven achter hekken, een speelbal van de grollen van
de Thaise overheid en volledig afhankelijk hulp van de Internationale
NGO’s. Zonder goede onderwijsmogelijkheden en zonder kans
op een baan
of het verdienen van een eigen inkomen is het een uitzichtloze
situatie, maar niet voor iedereen.
Te midden van dit alles staat de Eden Valley Academy (EVA). Een verzameling eenvoudige gebouwen, maar een oase van hoop voor veel vluchtelingen. Na een paar hobbelige kilometers over een smal spoor van opgedroogde aarde bereiken we de school waar we worden opgewacht door een frêle oude dame van Australische afkomst. Het is Helen Hall, oprichtster en schoolhoofd van EVA, al jaren één van de beste scholen in het kamp. Het was het verlangen naar onderwijs dat Helen aantrof bij de kinderen uit de armste delen van Azië dat haar hart raakte en haar vele jaren geleden naar Thailand trok, maar wat begon als een korte missie groeide uit tot een levenswerk. “Het was God die mij hier wilde”, zegt ze. “Ik heb deze plaats niet uitgekozen. Ik wilde sneeuw en bergen, maar kreeg stof en modder”. Inmiddels zet Helen zich al ruim 30 jaar in voor de Karen vluchtelingen. Kwaliteit in plaats van kwantiteit; dat is haar passie en bevlogen vertelt Helen ons tijdens de rondleiding over de school, de gebouwen, de vakken en de prestaties van de leerlingen. We kijken er onze ogen uit en de stroom aan informatie is eindeloos. Zo’n 800 kinderen telt de school momenteel en dan zijn er ook nog twee slaapzalen die onderdak bieden aan ongeveer 70 leerlingen die door allerlei omstandigheden niet naar huis kunnen of soms zelfs geen huis hebben en het worden er ieder jaar meer. Het is een enorme uitdaging, waarbij voldoende financiële middelen en goede toegewijde docenten een voortdurende zorg zijn. Ze is beschoten, bedreigd, heeft ontelbare keren moeten vluchten en heeft maar liefst 7 keer de school moeten opbouwen, maar Helen laat zich niet ontmoetingen. Al jaren zijn Helen en de EVA een lichtpuntje in het uitzichtloze bestaan van duizenden vluchtelingen en later in haar "kantoor" mogen we twee van haar leerlingen interviewen. Lees hier het hele verslag inclusief de twee interviews.
“Zolang God mij de kracht en de gezondheid geeft waarom zal ik dan haar huis gaan?”, zegt ze. Helen is ruim over de zeventig, maar de passie en de gedrevenheid waarmee ze 30 jaar geleden aan haar missie begon is nog niet verminderd en ze droomt ervan ooit terug te gaan naar Birma of Myanmar zoals het nu heet, en daar een kwaliteitsschool op te zetten waar de kinderen goed onderwijs kunnen krijgen en Jezus kunnen leren kennen. Een mooie school in een permanent gebouw. En dan namen we afscheid van Helen. Een kleine tengere, maar vreselijk moedige vrouw met een heerlijk gevoel voor humor. Geëerd met een ere doctoraat van Andrews University en een hoge Australische onderscheiding voor het moedige werk en de vele levens die dankzij haar missie en onuitputtelijke gedrevenheid een beter leven hebben kunnen opbouwen. Klik hier voor een youtube filmpje over Helen en haar werk.
Beroepsonderwijs voor iedereen
Het laatste project, dat we bezoeken is een uitgebreid onderwijsprogramma gericht op beroepsopleidingen die de vluchtelingen de mogelijkheid biedt een vak te leren inclusief algemene levensvaardigheden en ondernemerschap voor zowel een leven binnen als buiten het kamp. "Building Skills for Life", is de veelzeggende naam van het programma dat momenteel 10, door Thailand geaccrediteerde, opleidingen verzorgt op het gebied van elektrotechniek, horeca, naaien, haar styling en knippen, koken en bakken, basis computervaardigheden, bouw en onderhoud van motorfietsen en kleine motoren. Allemaal praktische vakken waarmee de vluchtelingen een boterham kunnen verdienen. Bijna 8000 mensen hebben sinds de start van het programma een opleiding gevolgd en ook vandaag vertrekt, samen met ons, een groot ADRA team naar Mae La voor alweer een gedenkwaardige diploma-uitreiking. Door ons bezoek aan EVA missen we dit evenement, en kunnen we nog slechts de lege klaslokalen bezoeken gevolgd door een heerlijke uitgebreide lunch. Natuurlijk gemaakt door de leerlingen van de kookopleiding. Het is een succesvol programma, dat in tegenstelling tot de Eden Valley Academy, dat volledig afhankelijk is van giften, geen financiële zorgen kent. De Europese Unie, Australian Aid en UNHCR financieren het programma en dan zijn er nog een aantal grote bekende namen die eveneens hun steentje bijdragen. Zo zorgt Honda voor gereedschappen en materialen voor de opleiding "onderhoud motorfietsen en kleine motoren". Het programma geeft mensen nieuwe kansen, maar vrijheid kan het niet bieden.
Bij de ingang van het kamp, waar we bij binnenkomst onze kamppas moeten laten controleren, hangt een groot scorebord waarop het aantal herplaatste vluchtelingen vermeld staan. De Verenigde Staten gaat aan kop, maar ook Nederland staat er tussen. Ruim 96.000 hebben over de jaren de kans gekregen om elders in de wereld een nieuw leven te beginnen. Het is maar een druppel op de miljoenen vluchtelingen die in 30 jaar tijd door de kampen zijn opgevangen. Voor het merendeel blijft er niets anders over dan overleven in het kampen waar depressies, criminaliteit, drugs en geweld een dagelijkse realiteit zijn.
Een rustig weekend
Het drukke programma en de indrukwekkende plaatsen die we de afgelopen week hebben bezocht maken, dat we het aanbod van Matthias, coördinator bij ADRA in Mae Sot, om in alle rust een weekendje bij het kantoor te kamperen, dankbaar aannemen. Ook hier krijgen we de sleutel en terwijl het personeel weekend viert, hebben we het terrein, een ruime schone badkamer en de vegaderruimte met airco en Wi-fi helemaal voor onszelf. Faciliteiten waarvan we dankbaar gebruik maken en onze actie "wij staan op tegen mensenhandel" uitwerken, maar het grootste deel van het weekend zijn we bij Matthias en zijn gezin. We gaan samen naar de kerk, maken een gezellige wandeling en gaan gezellig uit eten. Het weekend vliegt voorbij en veel te snel moeten we alweer afscheid nemen van nieuwe vrienden.
Een Nederlandssprekende engel
Na een laatste gezellige ochtend bij Matthias waar we op
zijn Duits de eerste advent vieren met lekkere hapjes en een doos vol
echte chocolade bonbons
vertrekken we pas tegen de middag richting Sukhotai. Het is een mooie
maar langzame route en pas na heel wat kronkelige kilometers door de
bergen bereiken we de snelweg. Eindelijk! Tijd om nog snel de laatste
kilometers te maken, maar dan, net voordat we gas willen geven
passeert ons wild gebarend een lokale automobilist die ons zo gauw
we hem inhalen, in het Nederlands, weliswaar met een zwaar buitenlands
accent, aanspreekt met de
mededeling "Jij moet jouw linker achterban controleer, daar zit een
bobbel op". En dan, zonder ook maar een moment te aarzelen, rijdt hij
snel bij ons vandaan. Een bobbel? Verbijsterd zetten we de auto aan en
controleren we de band, maar een bobbel zien we niet. Tenminste niet in
eerste instantie en ook niet in de tweede, maar wanneer we dan nog
één keertje goed kijken, zien we aan de binnenkant ineens
een vreemde bult. Hoe heeft die man dat kunnen zien? Stilstaand is de
bult al nauwelijks zichtbaar laat staan rijdend en dan spreekt hij ons
ook nog aan in onze eigen taal en net op het moment dat we op het punt
staan harder te gaan rijden? Nog steeds verbaasd over het wel iets te
toevallig toeval bedenken we dat we onze beschermengel wel heel
dankbaar mogen zijn. Het dramatische gebaar, dat de bandenboer
maakt, waar we even later onze band laten wisselen zegt genoeg; deze
band had het niet heel lang meer gehouden. De waarschuwing kwam geen
minuut te vroeg. De bandenboer is in ieder geval blij met de extra
klandizie en behendig vervangt hij in no-time de band zodat we snel
weer verder kunnen. Te snel want door alle consternatie vergeten we
onze spanbanden, maar die komt de man ons brengen. Op de brommer
snelt hij ons achterna om de spanbanden terug te geven. Twee
uurtjes later bereiken we het historische park Sukhotai en vinden we
verscholen tussen de struiken een mooie bushcamp op steenworp
afstand van de oude tempels. Het is een heerlijke plek, die ons met
weemoed doet terug denken aan de vele geweldige bushcamps uit de eerste
6
maanden van onze reis. Hier kan geen hotel met airco en Wi-Fi tegenop.
Op zoek naar een winkelcentrum
Het is leuk kiekje; samen met onze vrienden op de fiets tussen de tempels van Sukhotai. De foto is gemaakt vele jaren geleden tijdens onze eerste reis naar Thailand. Het is een dierbare herinnering waar we even aan moeten denken wanneer we een rondje langs de oude tempels maken. Het hoofdcomplex slaan we deze keer over, en in plaats daarvan bezoeken we een aantal andere monumenten waarvoor we geen entree hoeven te betalen. We schieten mooie plaatsjes totdat de camera het plotsklaps begeeft. De lens doet helemaal niets meer en het gerammel van afgebroken onderdelen maakt als snel duidelijk, dat de er ook niets meer aan te repareren valt. Wanneer we Bangkok bereiken is onze eerste gang dan ook naar een groot winkelcentrum waar we uiteindelijk zwichten en niet alleen een nieuwe lens aanschaffen, maar een hele nieuwe camera. Nieuwsgierig naar de reactie op onze internetactie die we de avond ervoor online gezet hebben, staat de rest van de dag in het teken van internet. Ongeduldig slenteren we van Wi-Fi-hotspot naar Wi-Fi-hotspot en keer op keer zijn we verrast. Binnenin 24 hebben al 300 mensen onze oproep gelezen en is er bijna 250 euro overgemaakt. We kunnen onze ogen niet geloven en helemaal hyper stuiteren we veel te laat het winkelcentrum weer uit.
Nachtje in het ziekenhuis
Het
is ondertussen al 9 uur geweest en een onafgebroken stroom autolampen,
neonreclames en kerstversieringen verlichten de duisternis. Een
onmogelijke omgeving voor een veilige bushcamp en de talloze hotels
zijn behoorlijk aan de prijs. We besluiten het te proberen bij het
enige adres dat we hebben; het Adventistisch ziekenhuis in het hart van
Bangkok. Daar hebben ze in ieder geval een parkeerterrein en misschien
mogen we er wel kamperen, redeneren we hoopvol. Het volgende uur
ploeteren
we ons tergend langzaam door het drukke verkeer en pas na tienen staan
we eindelijk voor de poort waar we, beschaamd vanwege het
onchristelijk tijdstip, ons ongebruikelijke verzoek voorleggen aan de
congiërge. Mocht de man al verrast zijn, dan laat hij het in ieder
geval niet blijken, want met een ongeremde enthousiasme opent hij
gastvrij
de deuren, helpt ons een goede parkeerplaats te vinden en biedt hij ons
tegen een schappelijk prijsje de laatste beschikbare gastenkamer aan.
Een aanbod, dat we dankbaar aannamen, maar wanneer hij ons de kamer wil
laten zien, blijkt deze bezet. Een hotel runnen is duidelijk niet
hun talent, maar de man heeft een oplossing. Op de derde
verdieping van het ziekenhuis, ergens tussen de operatiekamers en
verloskunde
heeft hij nog een mooie kamer beschikbaar is. De hoofdzuster kijkt
verbaasd om wanneer ze twee slonzige toeristen met toilettassen en
plastic zakjes over de gang ziet struinen, maar laat ons verder met
rust. De kamer is groot en comfortabel voorzien van alle
ziekenhuisgemakken die we ons maar kunnen wensen. Een bed op
wielen, een
veel te hard geplastificeerd matras, steuntjes bij het toilet en
belletjes naast het bed en in de douche om in geval van nood een zuster
te kunnen oproepen. Het is met stip de meest bijzondere hotelkamer die
we ooit hebben gehad en dat komt niet alleen vanwege de ambiance.
Minstens zo speciaal is het kerklogo dat we overal tegen komen. Op de
posters in de lift, de borduursels op de lakens en de
handdoeken en de menukaart in het vegetarische restaurant; overal komen
we het tegen.
Bangkok
Onze eerste volle dag in Bangkok is een echte "overland-klusjes-dag" en na een vroege start en een uitgebreid ontbijt in de personeelskantine van het ziekenhuis nemen we afscheid van de vriendelijke congiërge en gaan we als eerste op zoek naar onze verschepingsagent voor het afstemmen van een aantal details. Daarna, zo spreken we af, komen we terug en zullen we verhuizen naar de parkeerplek, die we eerder die ochtend hebben gekregen en waar we mogen kamperen zo lang we willen. Een prettige regeling, maar het ziekenhuis noch de mensen die we er hebben ontmoet zullen we nooit meer terug zien, want wanneer we na ruim 5 uur stapvoets rijden door de hitte en de verstikkende uitlaatgassen eindelijk het juiste adres vinden blijkt dat ons contactpersoon niet aanwezig is en pas die avond laat terug komt van een zakenreis. Teruggaan is geen optie. Het verkeer in Bangkok doet niet onder voor Tehran, wat een ritje door de stad een ware beproeving maakt. En dan is het er ook nog een stuk minder gezellig, want hingen de Iraniërs massaal uit de open ramen om ons te begroeten, in Bangkok sluit iedereen zich op in de airco en worden de verduisterde ramen angstvallig gesloten gehouden. Gelukkig biedt het kleine rustige voetbalpleintje voor de deur van de agent uitkomst. Het is een prima kampeerplek en het enige lawaai dat de rust in het kleine woonwijkje verstoort zijn de laag overvliegende vliegtuigen van het nabij gelegen vliegveld. De daaropvolgende nachten vertoeven we comfortabel in een klein appartementje niet ver van Annet met wie we heerlijk de sfeer opsnuiven van het kosmopolitische Bangkok. Uren hangen in een gezellig koffiezaakje, bezoeken we de school waar ze al 9 jaar lesgeeft en genieten we van Bangkok bij nacht tijdens een lekkere Italiaanse maaltijd in een hip restaurant aan het gezellige waterfront. Wolkenkrabbers, designer winkels en flitsende skytrains, het staat in groot contract met het Thailand van de afgelopen weken. Bangkok is een ondefinieerbare mix van westerse en Aziatische van oude charme vermengd met nieuw gemak en van rijk en arm. Waar alleengaande mannen worden belaagd door gewillige dames, waar de felgekleurde taxi's taximeter heten, maar de meter in de avonduren niet telt en waar op de straatmarkten alles nep is behalve de sfeer. Bangkok kun je niet samenvatten in een paar woorden, het is een stad die je moet ervaren; een stad die je moet voelen en dat is wat we de komende 4 dagen doen. Eerst met Annet en daarna met zijn tweetje. De grote bezienswaardigheden laten we links liggen, die hebben we al eens gezien.
De doden spoorlijn
Vier dagen Bangkok was genoeg. Genoeg voor onze
zintuigen, maar zeker
genoeg voor onze portemonnee. We verlaten de stad en rijden in een paar
uurtjes door naar Kanchanaburi voor een bezoekje aan het
spoorlijnmuseum, de
militaire begraafplaats en de legendarische brug over de River Kwai.
Het zijn bijzondere plaatsen die allemaal een stukje van de tragedie
vertellen die de aanleg van de legendarische Birma spoorlijn was.
Het zijn
bijzondere plekken om te bezoeken, maar de meeste indruk maakt het
bezoek aan de Hell Fire Pass. Een
indrukwekkende audiotour neemt ons mee terug in de tijd. Het is 1942;
het Britse Imperium valt en grote delen van Azië worden bezet door
Japan. Het is het begin van een donkere periode voor de
tienduizenden krijgsgevangen die daarbij in handen vallen van de
Japanners. Om de nieuw veroverde gebieden te bevoorraden en de aanvoer
over land veilig te stellen wordt gestart met de aanleg van
de Birma
Siam Railway. Een spoorlijn van 415 kilometer door een bijna
ondoordringbare jungle, maar in de ogen van de Japanners is alles
mogelijk en met een werkploeg van tienduizenden
krijgsgevangen beginnen ze aan de bouw van wat al snel de
dodenspoorlijn
wordt genoemd. De ondraaglijke hitte, de dikke jungle, de modder, de
muggen, de ondervoeding, de uitputtende ziekten, onmenselijk zware
arbeid en aanhoudende mishandelingen; de hel waar de krijgsgevangenen
in leven wordt velen te veel en wanneer hun aantal zover is terug
gelopen, dat de bouw in gevaar komt ronselen de Japanners burgers uit
de bezette gebieden. Honderdduizenden dwangarbeiders worden er aan het
werk gezet en 16 maanden na het begin van de bouw wordt de spoorlijn,
waarvan Japanse ingenieurs hadden berekend, dat het minimaal 5 jaar zou
duren, voltooid. Maar de prijs is hoog. Zo'n 200.000 Aziatische
dwangarbeiders en 64.000 krijgsgevangenen waarop 2700 Nederlanders
overleven de uitputtende omstandigheden niet. Vanaf het museum wandelen
we naar de
Hell Fire Pass; een smalle doorgang uitgehakt in een berg. Met bloten
handen en eenvoudige gereedschappen als hamers en beitels
is de doorgang gemaakt en nergens op de spoorlijn zijn meer doden
gevallen dan hier. Op blote voeten, ziek en verzwakt en
levend op slechts een kwart van de voeding die nodig was om te
overleven werkten de mannen wel 20 uur per dag. Het waren onmenselijke
omstandigheden waarbij overleven af hing van doen wat je bevolen werd
en van de dokters die de helden van de spoorlijn worden
genoemd. Vaak met gevaar voor eigen leven verzetten ze zich
tegen de brute Japanners en lukt het ze af en toe om de meest
verzwakten een dagje langer in de ziekenboeg te houden. Het is een plek
doordringt van
verdriet en menselijk lijden en lopend langs het pad waar enkele
verweerde
teakhouten balken de plaatsen markeren waar ooit de rails lagen is dit
bijna voelbaar. Bloemen, vlaggen en knuffeltjes sieren twee foto's van
helden die niet vergeten mogen worden. Het is een bezoek dat grote
indruk op ons maakt en stilletjes rijden we terug naar de prachtige
lodge waar we mogen kamperen. Een goed restaurant, safaritenten
verbonden met smalle paadjes die 's avonds sfeervol met fakkels zijn
verlicht, een zonneterras met lounge bank langs de rivier en een
natuurlijk zwembad maken het romantische plaatje compleet. Het is
veruit de mooiste lodge van de hele reis en voor een schijntje mogen we
er kamperen en gebruik maken van de zelfde luxe als waar de chique dik
betalende lodge gasten ook gebruik van maken.
Toen waren we nog collega's
Met het einde in zicht reizen we de laatste dagen langs de kusten in het zuiden. Een verblijf, dat we afwisselen met een bezoek aan Johan en Harmanna. Slechts een jaar geleden waren Johan en ik nog collega's en maakten we ons druk over de productie van kartonnen dozen. Zittend aan de tuintafel halen we herinneren op en bedenken we hoe anders onze levens nu zijn. Johan en Harmanna zijn geëmigreerd en hebben in Thailand een nieuw bestaan opgebouwd terwijl wij de halve wereld zijn over gereisd en schat aan nieuwe avonturen hebben beleefd. De dagen samen vliegen voorbij en na aantal heerlijke bushcamps aan zee verblijven we, op de terugreis naar Bangkok, opnieuw een paar dagen bij Johan en Harmanna. We luisteren muziek, kijken film, koken samen en eten samen. Het zijn vooral de kleine dingen waar we van genieten. Voor het eerst sinds 9 maanden horen we weer het Gronings en wanneer Johan ons meeneemt naar zijn kennis, de Nederlandse visboer Pim, happen we zelfs een oer-Hollandse zoute haring met uitjes en een houtenprikkertje met vlaggetje in onze eigen driekleur. Het is een feest van herkenning en ook de tweede keer is de tijd voorbij voordat we er erg in hebben. Voor de tweede keer nemen we afscheid, maar deze keer definitief. We gaan terug naar Bangkok. "Johan en Harmanna, bedankt!"
Where do you go?
"Where
do you go?" Verrast kijken we op en zien we vanuit de auto naast ons
een vriendelijke vrouw nieuwsgierig onze kant op kijken. "Zuid-Afrika",
antwoorden luchtig, in afwachting van de verbaasde reactie die meestal
volgt wanneer we vertellen waar we vandaan komen of waar we naar toe
gaan, maar de reactie blijft uit en deze keer
is het aan ons de beurt om de verbaasd te zijn. "Ah, maar 2 kilometer",
antwoordt de vrouw breed lachend, waarna ze ons vriendelijke een
goede reis wenst
en door rijdt. We zijn terug in de betonnen jungle van Bangkok waar een
spinnenweb van eindeloos veel fly-overs en hoge
wolkenkrabbers meer
dan eens een te groot obstakel blijken voor onze GPS. Er zit niets
anders op dan weer even ouderwets navigeren en het gaat ons
verrassend goed af. Zonder ons te verrijden vinden we het huis van onze
agent weer terug en de laatste twee kampeernachten op Aziatische bodem
vertoeven we op het rustige voetbalveldje voor de deur. En
dan is het zover. Om half zes loopt de wekker af en een uurtje later
zitten we in de auto op weg naar de containerhaver. Onze
agent rijdt voorop. Het wordt een lange vermoeiende dag met heel veel
wachten. Wachten bij de douane totdat de documenten zijn afgetekend,
wachten op een klein stoffige veldje waar een vrachtwagen ons de lege
container brengt, wachten totdat een aantal vriendelijke jongemannen
Frankie stevig hebben vastgesjord, wachten bij de douaneterminal op
goedkeuring van de röntgencontrole en wachten bij het
opslagterrein waar onze container een veilig plekje krijgt totdat hij
eindelijk aan boord mag van de Ever Result voor de grote oceaanreis
naar Kaapstad. Met gemengde gevoelens kijken we nog een
keertje achterom. Pas over een zullen maand weten we of Frankie de
grote overtocht veilig heeft doorstaan. We bedanken de
vriendelijke vrachtwagenchauffeur die onze container de hele dag van
hot naar her heeft vervoerd en laten ons door de agent terug brengen
naar een hotel vlakbij het vliegveld vanwaar we de volgende dag naar
Phuket vliegen.
Air Asia
Mannen met reflecterende bordjes zwaaien het toestel
binnen totdat het veilig en wel voor de sluis staat. Air Asia staat er met
grote rode letters op de romp. Volgens internet een goede veilige
maatschappij waarvan nog nooit een vliegtuig is verongelukt. Vol
vertrouwen gaan we aan boord niet wetende dat nog geen drie dagen later
de safety-ranking een hele andere score zal laten zien. Pas ver
voorbij de grenzen van de stad lost de grote bruine wolk van
verstikkende vervuiling langzaam op en krijgen we zicht op de bergen en
de oceaan. Het is een voorspoedige vlucht en 5 kwartier
later landen we op het vliegveld van Phuket. De laatste meters zijn
spannend. Met een landingsbaan die onmiddellijk voorbij het stand
begint lijkt het alsof we met het landingsgestel de zee iedere moment kunnen raken, maar dat is gezichtsbedrog. Een
paar tellen later raken de wielen vast grond en zijn we geland. Toch
altijd weer een prettig gevoel.
Een maand op Phuket
Wuivende palmbomen, azuurblauwe badwarme wateren en hagelwitte zandstranden. Op Phuket is het allemaal te vinden en 32 dagen lang is het "ons eiland" en het luxe appartementje dat we hebben gehuurd "ons huis". Het is een heerlijk plekje en de eigenaar doet er alles aan om het ons naar de zin te maken. Hij haalt ons op van het vliegveld, regelt een schoonmaakster die 1x per week ons huisje poetst en het bed verschoont, we krijgen de toegangspas voor het privé-zwembad en hij laat een nieuwe kabelaansluiting installeren waarna we zelfs één Nederlandse zender kunnen ontvangen. Voor even hebben weer een vaste plek en een echte keuken. Zeker de helft van de tijd vertoeven we in ons huisje, koken we ons eigen potje en voelt Nederlands soms even heel dichtbij wanneer we Spoorloos, Ik Vertrek, Boer zoekt Vrouw, 3 op Reis, Wie is de Mol, De wereld draait door en andere vertrouwde programma's bekijken. De andere helft van de tijd toeren we op onze scooter die we voor een maandje hebben gehuurd het hele eiland over en voelen we ons verder van huis dan ooit. Terwijl facebook volstroomt met wintersportfoto's van onze skivrienden, gaan wij naar het strand om te snorkelen en te zwemmen, pikken we een terrasje in het prachtige oude koloniale centrum van Phuket of genieten we op een andere manier van de topische omgeving. Het zijn heerlijke dagen, maar ondanks de rust, het lekkere weer en alle luxe verlangen we tegen het einde ons verblijf hartstochtelijk terug naar onze auto, het buitenleven en het avontuur en zitten we ongeduldig de laatste dagen uit.
Tropische jaarwisseling
Precies
7 jaar geleden stonden we ook op het strand. Toen waren we in
Mozambique
en zagen we enkele vuurpijlen de lucht in gaan om het nieuwe jaar te
verwelkomen. Het strand, het ruisen van de golven en de warme
avondlucht; de avond vertoont veel overkomsten, alleen zijn er hier
meer mensen en is het vuurwerkspektakel enorm. Het strand van Patong
ziet
zwart van uitgelaten mensen, de hemel is verlicht met duizenden
wensballonnen en voor de kust ligt een enorm cruiserschip te schitteren
als een kerstboom. Het is een magisch gezicht dat langzaam opbouwt naar
een
climax, want terwijl de tijd langzaam weg tikt worden er
steeds meer vuurpijlen afgeschoten totdat het bijna twaalf uur is
en met
oorverdovende knallen de hemel veranderd in een zee van licht. Overal
in de baai schieten vuurpijlen de lucht in en door de honderden knallen
die gelijker tijd af gaan voelt het even alsof we in een oorlogsgebied
zijn beland. Een vreedzaam oorlogsgebied, dat wel, want ondanks de
drank
die rijkelijk vloeit is er geen rotzooi en veroorzaakt niemand
problemen. Zou bij ons de politie de handen vol hebben aan het
handhaven van de orde, hier zien we ze nauwelijks en is hun
belangrijkste taak het stroomlijnen van het verkeer.
Verjaardagsverrassing
Een geheimzinnige sms-je met de vraag of we de avond van
de 19e vrij willen gehouden gevolgd door een mailtje met een
aantal instructies. Het is een verjaardagsverrassing voor Markus en
zoals opgedragen melden we ons, gekleed is onze meest chique strandjurk en netste safaribroek,
op de opgegeven tijd bij de uitgang
van ons appartementje waar taxichauffeur Khun Kai al op ons staat de
wachten. Het is een kleine vriendelijke man die weliswaar paar woorden
Engels
spreekt, maar die vaardigheid in ieder geval niet inzet om iets van de
plannen te verklappen.
Op de achterbank proberen wij ondertussen te raden waar gaan we heen,
maar bij iedere bocht nemen de vraag tekens toe. We hebben geen idee.
En dan stopt hij bij
een piepklein authentiek Italiaans restaurantje in een weinig
toeristische wijk van
Phuket. Binnen staat een tafeltje voor ons klaar met onze naam er op en
een grote envelop met daarin een persoonlijke brief van Sarah, die de
verrassing heeft geregeld. De eigenaar onthaald als een koninklijk paar
en dat blijft de norm voor de bediening van de rest van de avond.
Wanneer we onze telefoons op tafel leggen komt hij er onmiddellijk
aanschieten met een apart bakje, we krijgen een apart krukje voor onze
tas, het menu, natuurlijk gemaakt van alleen de beste uit Italië
geïmporteerde producten, wordt persoonlijk met ons
doorgenomen, de wijn wordt aan tafel geopend, gezeefd in een speciale
karaf, verwarmd boven een kaars en voorgeproefd door de eigenaar,
de tiramisu wordt ter plekke met groot ceremonieel versierd en die
van Markus compleet met brandend verjaardagskaarsje en een
persoonlijk Happy Birthday-serenade opgediend en aan het einde van
de avond, wanneer het tijd is om weer naar ons huisje te gaan, is het
de eigenaar die de taxi, die al die tijd op ons gewacht heeft, weer
oproept en ons persoonlijk naar de auto brengt. Het is een bijzondere
diner waar we nog vaak met veel plezier aan terug zullen denken. Sarah
bedankt!
De gibbons van Phuket
Een tochtje op een olifant, tijgers aaien of op de foto
met een schattig aapje. Misbruik van exotische dieren is in
toeristisch Thailand de normaalste zaak van de wereld en het is voor
een groot deel deze industrie die er voor heeft gezorgd, dat de
withand-gibbon, die ooit in grote getallen voorkwam op het tropische
Phuket, zo'n 30 jaar geleden werd uitgeroeid. Massaal werden volwassen
dieren vermoord in de hoop een levend jong te kunnen vangen. Volgens de
vrijwiliger die ons wat uitleg geeft "kost" het 10 volwassen gibbons om
één levend jong te vangen en dat alleen voor het
"plezier" van de toeristen. En dan begint voor de
vertederende harige pluizenbol een leven vol mishandelingen, ver
weg van soortgenoten en in een omgeving waarin geen enkel dier zou
moeten leven. Als iedere toerist er nou met een boog omheen zou
lopen...... Helaas leveren de aapjes nog steeds te veel geld op. Het
rehabilitatiecentrum dat we bezoeken vangt de getraumatiseerde apen op
en probeert ze terug te zetten in de natuur. Voor het kleine roodbruine
aapje dat vrolijk zingend door haar kooi slingert zal dit nooit
mogelijk zijn, daarvoor is ze te gehandicapt. Zware mishandelingen
hebben er voor gezorgd, dat ze uiteindelijk een hand en voet moet
missen. Het is een treurig verhaal, en helaas niet het enige. Ook voor
haar buurman is een leven in de jungle niet meer mogelijk. Zes
keer hebben ze geprobeerd hem uit te zetten in het nationaal park, maar
zonder succes. Het zwarte aapje is zo getraumatiseerd, dat hij de
voorkeur geeft aan een leven in de veiligheid van zijn kooi, een keer
op keer weer terug kwam. Het zijn twee van de ruim 20 gibbons in het
centrum. De rest blijft voor ons verborgen. Zij moeten opnieuw leren
leven zonder contact met mensen. Wat kunt u doen tegen deze
handel?..... Betaal nooit voor een foto met een aapje of ander vertier
met dieren. Misschien ooit; als er geen droog brood meer mee te
verdienen valt, zijn de gibbons van Phuket weer veilig in de kleine
versnipperde stukjes jungle die zijn overgebleven na de massale
ontbossing.
Phi Phi
Thailand kent honderden paradijselijke eilandjes en Phi
Phi Don is zonder twijfel één van de bekendste.
Nieuwsgierig sluiten we ons verblijf op Phuket af met een georganiseerd
reisje en stappen we, samen met nog 40 andere toeristen, aan boord
van een snelle speedboot, voor een rondje langs de beroemde
Phi Phi Archipel. 675 PK leveren de drie grote Honda motoren en in
Miami Vice-stijl varen we van het ene eilandje naar het andere. Het is
massatoerisme op een schaal die we nog nooit eerder hebben
gezien. Maya Bay, de idyllische door hoge bergen omsloten baai
met, dank aan de film "The Beach", een wereldberoemd strand ligt vol
met tientallen boten en het strand ziet letterlijk zwart van de mensen
en op Phi Phi Don zijn de mensenmassa's zo mogelijk nog
groter. Voor het Robinson Crusoë gevoel hoef je hier
duidelijk niet naar toe, maar de omgeving is zonder overdrijven
paradijslijk en het zand op drie eilandjes die we aandoen zo fijn
en zacht dat het wel bakmeel lijkt. Het is een heerlijke tropische
afsluiting van een luie maand met veel zon, zee en strand. Terug in ons
huisjes is er goed nieuws; onze agent in Kaapstad is al druk voor ons
aan het werk en het ziet er naar uit, dat we over 4 dagen weer in ons
eigen bed slapen.
Afscheid van Thailand
Bijna 2,5 maand zijn we er geweest en dat was langer dan
in welk ander land dan ook. Het was een bijzondere tijd waarin we niet
alleen hebben gereisd maak ook even hebben kunnen proeven aan een
"geregeld leventje" in het buitenland, waarin we een inkijkje hebben
gekregen in de levens van oude en nieuwe
vrienden die allemaal om verschillende redenen naar
Thailand zijn verhuist en met eigen ogen hebben gezien wat ADRA voor de
mensen hier betekent, maar ook tegen welke problemen ze aanlopen. Het
is een ander Thailand dan jaren geleden. Toeristen lijken het land te
overspoelen, nieuwe auto's vullen het straatbeeld en grote warenhuizen,
hippe flats en chique woonwijken rijzen als paddenstoelen uit de grond.
Thailand biedt de westerling alle luxe van thuis en soms
zelfs meer en dat alles verpakt in een warm tropische jasje. Het is een
comfortabel land, maar niet overlanders want een heerlijke rustige
kampeerplek in de vrije natuur is moeilijk te vinden. Na 2,5 maand
waarin we voornamelijk "buiten de auto" hebben geslapen
kijken we uit naar Afrika. Een land met weer meer natuur dan mensen en
waar we weer iedere dag in
ons eigen bed kunnen slapen. We hebben zin in kamperen en staan te
popelen om te
beginnen aan deel drie van ons avontuur.
Wist je dat ....
- Overal in het land portretten van de koning hangen?
- De straatverkopers bij de stoplichten vaak een bivakmuts dragen, ter bescherming tegen de zon?
- De rijst soms op grote blauwe dekkleden gewoon op de weg wordt gelegd om te drogen?
- Boeddhisten leven in het nu en vinden dat je je niet teveel zorgen moet maken over de toekomst?
- In de grote winkelcentra in Phuket zomerse badkleding en winterjassen met bontkraag naast elkaar hangen?
- De Thai gek zijn op suiker en bijna alles een zoete ondertoon heeft?
- De Thai zo veel buiten de deur eten, dat veel huizen slechts een Thai kitchen hebben (keuken zonder kookplaat)?
- Thaise huizen geen verwarming hebben?
- In de bioscoop de airco zo hoog staat, dat je een dikke trui mee moet nemen?
- Ze in de bioscoop, voor aanvang van iedere film, het volkslied spelen en iedereen dan eerbiedig gaat staan?
- Dat elke dag om 6 uur het volkslied wordt gespeeld en mensen op straat dan stil blijven staan?
- Bijna iedereen in Thailand een bijnaam heeft?
- Veel vrachtwagens rubberen lapjes bij de wielen hebben zodat de banden mooi zwart blijven?
- De uitspraak "same, same but different" een gevleugelde Thaise uitspraak is?
- Het eten soms heel erg heet is?
- Het in Thailand gebruikelijk is om te toeteren naar Boeddha als je een boeddhabeeld passert
- In het vluchtelingenkamp ieder hutje verplicht plastic zakjes met zand en water moet ophangen om een brand te kunnen blussen