Select
another language
8 augustus 2014 - 18 augustus 2014
Route: Rubtsovsk (grens met Kazakhstan) - Aleysk - Barnaul - Biysk - Gorno Altaysk - Aktash - Kosh Agach - Tashanta (grens met Mongolië)
Voorbereid op het ergste
De Russische grensovergangen zijn berucht en de vele horrorverhalen versterkt door de huidige problemen en de economische boycot maken, dat we voorbereid zijn op het ergste, maar het zijn zorgen om niets. Binnen een kwartiertje hebben twee vriendelijke controleurs met Europese gelaatstrekken en heldere blauwe ogen onze paspoorten gestempeld en een korte blik in de auto geworpen en zijn we Rusland binnen. Een waarschuwing opgesteld in 3 talen waarschuwt ons nog even op het feit, dat het verboden is om de grensmedewerkers geld of geschenken aan te bieden. Een vanzelfsprekendheid in onze ogen, maar blijkbaar noodzakelijk om de Kazakhstanen, voor wie betalen voor "extra diensten" de normaalste zaak van de wereld is, er op te wijzen, dat de Russen er andere normen op na houden. Tenminste, dat is het streven want ook in Rusland is corruptie niet van de baan. Het is alleen minder zichtbaar. Wij zullen er tijdens ons verblijf in ieder geval niets van merken en dat is een hele verademing.
Vertrouwde landschappen
Na alle bijzondere landen in Centraal Azië klinkt Rusland weinig exotisch en zo ziet het er ook uit. De bebouwing en de wegwijzers vertellen ons, dat we ons in een ander deel van de wereld bevinden, maar voor de rest ziet de omgeving er bijna Hollands uit. Het strakke asfalt, de groene omheinde weilanden met grazende koeien, de velden met akkerbouw en zelfs de diverse boomsoorten; het oogt allemaal heel vertrouwd en dat geldt zeker ook voor het weer want voor het eerst sinds maanden is het de hele dag grauw en grijs en valt de regen met bakken uit de hemel. Het is ook niet zo vreemd, want wanneer we de GPS eens goed bekijken ontdekken we, dat we ons op dezelfde hoogte bevinden als het zuiden van Nederland. Voor de grap toetsen we Bellingwolde in en zien tot onze verrassing, dat we ons hemelsbreed, slechts 5000 kilometer van huis bevinden. Het zijn maar wat cijfers op een display want de realiteit is dat we ons in Siberië bevinden. Het land van verbanningen, van Stalin's gevreesde strafkampen waar het in de winter angstaanjagend koud en in de zomer verzendend heet kan zijn. Van het Oeral gebergte tot aan de Lena rivier en van alles boven de poolcirkel tot de grens met Mongolië en Kazakhstan; de grootte van dit deel van Rusland is nauwelijks te bevatten. Vroeger, voor de komst van de Trans Siberische Spoorlijn was het zelfs sneller om per schip via Amerika om te reizen dan overland van de ene kant van Siberië naar de andere kant te reizen. Maar gelukkig zijn de tijden veranderd. Inmiddels loopt er door het land een uitgebreid netwerk van goede asfaltwegen en leggen we in slechts enkele uren afstanden af waar we voorheen een hele dag en soms zelfs meer voor nodig hadden. Zo'n anderhalve week trekken we door het uiterste zuiden van Siberië; en krijgen we een klein inkijkje in het Rusland voorbij Moscow en Sint Petersburg.
Omdat het kan
Net als in veel van de voormalige Russische landen geldt ook voor Rusland weer een visumregistratieplicht en moeten we ons binnen 3 dagen melden bij de politie of voor een nachtje ons intrek nemen in een door de staat goedgekeurd hotel. Wij kiezen voor de laatste optie en na ruim 3 weken meren en riviertjes, babydoekjes en geïmproviseerde camperdouches hebben we 24-uur lang de beschikking over een echte douche met ongelimiteerd heet stromend water. Het is een ongekende weelde en tot en met de laatste minuut buiten we onze tijdelijke luxe uit en staan we allebei maar liefst 4x onder douche. Altijd bewust van de hoeveelheid water die we gebruiken voelen we ons de eerste keer een beetje schuldig wanneer we nadat we ons gesopt en afgespoeld hebben het warme water nog een tijdje over ons heen laten stromen. Niet omdat het nodig is, maar gewoon omdat het kan en omdat het zo lekker warm is. Het voelt als verkwisting wetende, dat veel mensen in de landen waarin we de afgelopen maanden doorheen hebben gereisd zich dit niet kunnen veroorloven. Soms omdat ze niet genoeg geld hebben, maar meestal omdat water schaars is, omdat het veel inspanning kost om het op te halen en omdat brandstoffen om het te verwarmen niet altijd voorhanden of te kostbaar zijn om te verkwisten voor de "niet noodzakelijke" luxe van een warme douche.
Rode lampen, kitscherige pluche en sexy serveersters
De ongekende luxe van een schone kamer met internet en een warme douche houdt ons aan onze hotelkamer gekluisterd en het enige uitstapje, dat we ondernemen is naar het bijbehorende restaurant voor een warme maaltijd. Het restaurant is Russische kitsch over de top en doet meer denken aan een bordeel of topless bar dan aan een restaurant. Binnen is het een overdaad aan kroonluchters, rode lampen, leren banken met rode pluche, intieme hoekjes en extra vertrekken voor besloten etentjes. Verwonderd laten we ons door een vriendelijke serveerster in strakke minirok naar onze plaats brengen en buigen we ons over de menukaart, die gelukkig ook wat Engelse uitleg bevat. Het restaurant zou niet misstaan als decor van een gangsterfilm. Zo'n restaurant waar de grote maffiabazen hun "zakenpartners" ontmoeten achter de gesloten deuren van de besloten kamers en het podium het domein is van schaars geklede paaldanseressen in plaats van de wat oudere zangeres die de gasten probeert te vermaken met Engelstalige nummers uit de jaren '80.
Altai
Na de uitgestrekte weilanden en velden met graan en zonnebloemen voert de tweede helft van onze reis door Rusland ons door de Altai Republic. Hoewel onderdeel van het grote Siberië, is het zelfs voor Russische begrippen een uithoek waarvoor we ons opnieuw moeten registreren. Het is een verrassend mooi gebied en de Chuysky Trakt, de bergroute naar de Mongoolse grens een prachtige weg om te rijden. Niet alleen het asfalt, dat nog steeds niet onder doet voor dat van de Nederlandse snelwegen is goed, ook de omgeving is erg mooi. Snel stromende riviertjes, kleine beekjes, moerassen, hoge bergen begroeid met enorme naaldboombossen en hier en daar besneeuwde toppen. De omgeving heeft iets Scandinavisch en toch ook weer niet want naarmate we verder richting Mongolië rijden wordt het landschap leger en hebben de kale gekleurde bergen ook wel wat weg van de bergen van de Pamir Highway. Het zijn mooie rustige reisdagen met aan het einde van iedere dag een prachtige kampeerplek. Slapen we de ene nacht langs een kabbelend riviertje de andere nacht slapen we tussen de heuvels op een goudgele steppe of op een kale stenige vlakte met een eindeloos uitzicht en meestal staan we er niet alleen. Een paar keer worden we wakker te midden van een kuddes koeien, jaks of paarden en één keertje zelfs zien we een echte woestijnvos; een schichtig beestje met grappige grote spitse oren. Wat menselijke bewoning betreft wordt de wereld naarmate we dichter bij de Mongoolse grens komen daarentegen steeds leger. De dorpjes liggen niet alleen verder uit elkaar ze worden ook steeds kleiner en armoediger. Vaak zijn het nog slechts kleine nederzettingen van eenvoudige grijs verweerde houten huisjes waarvan de kozijnen soms prachtig versierd zijn met mooi houtsnijwerk in traditioneel Russische stijl. Een enkel huisje is zelfs helemaal versierd en lijkt zo weggelopen uit een oud sprookje.
Zondags gesloten
En dan is het zover. Verwachtingsvol rijden we de laatste meters naar de Mongoolse grens. Volgens zeggen niet alleen een lastige maar vooral ook een drukke overgang, maar wanneer we de grens naderen is hij leeg en verlaten en zien we van lange rijen wachtende voertuigen geen enkel spoor. We zien alleen een Opel Corsa, een deelnemer aan de Mongol Rally, waarvan de chauffeurs nog liggen te slapen. Het voelt een beetje merkwaardig. Op lange rijen zitten we niet te wachten, maar een grens waar het zo stil is? Het zal toch niet? Vast niet; de grens gaat pas over een paar minuten open, dus we moeten gewoon nog een beetje geduld hebben bemoedigen we onszelf. Maar terwijl langzaam de tijd weg tikt blijft het bij de grens verdacht stil en wanneer we, nadat de openingstijd al ruimschoots is verstreken toch maar eens op licht gaan opsteken bij een aantal mannen uit het kleine grensdorpje, wordt ons vermoeden bevestigd. Vandaag is het zondag en dan is de grens gesloten. Een niet geheel onbelangrijk detail, dat onze Lonely Planet blijkbaar vergeten is te vermelden. Tja, dan zit er niets anders op dan wachten; een lange dag wachten zo bedenken we, want het is nog steeds heel vroeg en buiten is het bovendien guur en koud. We parkeren de auto in de berm, doen de kachel aan en zetten ons eerst maar een kopje warme thee. En dan zien we ineens de Corsa aankomen. Blijkbaar zijn we niet de enigen die niet van de zondagsrust van de grensbewakers op de hoogte waren. Het is uiteindelijk Markus die de bom laat vallen en de mannen informeert, maar ze als troost ook maar gelijk uitnodigt voor een kopje koffie. Niet veel later zitten we met z'n vieren in ons campertje en verdrinken we onze teleurstelling met een kopje dampende thee of koffie en dat is nog maar het begin van een lange maar gezellige dag want naarmate de uren verstrijken komt de ene na de andere auto aanrijden en groeit de groep wachtenden uit tot een bont gezelschap van lokalen, enkele overlanders en een grote groep Mongol Rally rijders uit allerlei verschillende landen. Het is lang geleden, dat we zoveel gezelschap hebben gehad en weer of geen weer, de gezelligheid, de vele verhalen en de leuke gesprekken zorgen ervoor, dat de dag voorbij is voordat we erg in hebben en terwijl de Rally rijders nog tot in de vroege uurtjes door feesten schieten wij veel later dan gebruikelijk onder de wol. Morgen gaat het dan toch echt gebeuren ...... of toch niet?
In het zicht van de haven
Vroeg, erg vroeg zelfs worden we de volgende ochtend wakker van allerlei motorgeluiden en wanneer we in het schemerlicht naar buiten kijken zien we tot onze verbazing voor de grens al een lange rij auto's en vrachtauto's staan. En dat zijn alleen nog maar de voertuigen die gedurende de nacht zijn aangekomen. Als iedereen die nu nog slaapt zich ook aansluit, dan bereikt de rij zonder twijfel de andere kant van het dorp en dat is een allerminst aanlokkelijk vooruitzicht. Misschien dan toch maar verhuizen? De koude buitenlucht weerhoudt ons in eerste instantie, maar uiteindelijk weten we genoeg moed te verzamelen en verhuizen we, gehuld in pyjama, toch maar naar de rij waar we zo snel we een plekje hebben veroverd, weer in ons warme bed schieten. Het duurt nog uren voordat de grens open gaat, dus voorlopig hebben we geen haast, maar echt slapen lukt niet meer. Daarvoor zijn we té wakker. Bovendien wordt het steeds rumoeriger want geleidelijk ontwaken ook de andere avonturiers en volgen ze langzaam ons voorbeeld. Vroeger dan noodzakelijk kruipen we uiteindelijk toch maar uit bed en begint het lange wachten. Wachten totdat het 9 uur is en het immigratiekantoortje eindelijk open gaat, wachten totdat we, nadat de meeste lokalen schaamteloos zijn voorgedrongen, eindelijk de tot kantoor omgebouwde container binnen mogen voor het grensbriefje en wachten totdat we het douaneterrein op mogen. Vele uren zijn inmiddels verstreken als het grenshek eindelijk open gaat en we als eerste van de buitenlanders naar binnen mogen. We mogen niet klagen. Het gaat langzaam, maar naar omstandigheden voorspoedig bedenken we opgetogen, maar dat is iets te vroeg gejuicht, want bij de douane begint het lange wachten pas echt wanneer we de noodzakelijke douaneverklaring niet kunnen overhandigen. Douaneverklaring? Er gaat bij ons geen enkel belletje rinkelen. Sterker nog de douane heeft niet naar ons op- of omgekeken toen we het land binnen kwamen proberen we de weinig begripvolle douanier te vertellen, maar de man is niet onder de indruk en blijft onverstoorbaar doorzeuren over de douaneverklaring en anders ..... geen Mongolië voor ons, waarschuwt hij streng. Misschien moeten we toch nog maar eens goed in de auto zoeken is zijn advies waarna hij ons geïrriteerd weg stuurt. Hm, iets wijzer geworden weten we inmiddels, dat het betreffende document de bij binnenkomst van Kazakhstan moeizaam verkregen douaneverklaring is. Hetzelfde document, dat toen niemand er ons bij vertrek om vroeg, we net zo gemakkelijk weer weggegooid hebben, maar dat hadden we nou net niet moeten doen. Rusland schijnt samen met Kazakhstan en Wit-Rusland een douane-unie te vormen en dus hadden we het document moeten bewaren tot het moment waarop we de unie zouden verlaten. Tja als het nou niet zo'n onleesbaar document opgemaakt door onverstaanbare douaniers was geweest. Voor de show doorzoeken we nog even kort de auto, maar vinden zullen we het document niet. Dat ligt ergens in een prullenbak aan de andere kant van het land, maar natuurlijk houden we ons daarover wijselijk stil. We doen alsof we gek zijn en houden vol, dat we het bij het verlaten van Kazakhstan weer hebben afgegeven, maar de man is onvermurwbaar. Hij stuurt ons opnieuw zijn kantoor weer uit en bevestigt nogmaals "zonder document geen Mongolië". En nu? Terwijl we aarzelend weer naar buiten lopen druppelen langzaam de Mongol Rally-chauffeurs binnen, die nadat ze ons verhaal hebben aangehoord driftig op zoek gaan naar de noodzakelijke douane-verklaring. Stuk voor stuk doorzoeken ze hun papieren en zichtbaar opgelucht weten de meesten het document uiteindelijk te voorschijn te toveren, op twee teams na. Beschaamd moeten we bekennen dat we stiekem; heel stiekem een beetje opgelucht zijn. We zijn nu in ieder geval nu niet de enige "probleemgevallen" meer. De Russische douaniers staan nou eenmaal niet bekend als soepel en deze strijd gaan we liever niet alleen aan. Een gevoel dat, zo merken we al snel, ook bij de andere teams overheerst en de smart delend maken we er maar het beste van. We duiken onze auto's in en binnen no-time staat het muurtje naast het douanekantoor vol met etenswaren, pruttelen er een paar pannetjes met water en klinkt er vrolijke Zuid-Afrikaanse muziek uit één van de auto's. Het is een gezellige bende; waarschijnlijk zelfs iets té gezellig, want zo gauw de douaniers van hun lunchpauze terug komen en ons zien zitten worden we met een ongeduldig "dawei" gesommeerd de rommel op te ruimen en ons te melden bij het loket. Het is hetzelfde kantoor als eerder met daarachter nog steeds dezelfde stugge douanier, maar deze keer doet hij niet meer moeilijk. Slechts een paar tellen per auto heeft hij nodig om de boel te regelen en dan zijn we klaar. Alleen nog even langs de paspoortcontrole en dan mogen we eindelijk Rusland uit. We hadden er ondertussen heel wat Roebels voor over gehad, maar betalen blijkt niet nodig. We worden voor onze nalatigheid niet beboet en zelfs een strenge voortuigcontrole blijft uit. Sterker nog; mochten we eerder het land niet uit, nu ineens lopen ze te jagen en weten ze niet hoe snel ze ons moeten "lozen". Het kan ons niet snel genoeg gaan en gedwee volgen we de laatste aanwijzingen waarna we opgelucht het douaneterrein verlaten. Voor ons ligt nog een uitgestorven stukje niemandsland met aan het einde nog één allerlaatste controle. "Opgelet, u staat op het punt de Russische Federatie te verlaten", waarschuwt een groot bord vlak voor het laatste hek. In onze oren klinkt het meer als een zoete belofte en uit het oog van de laatste bewakers, die nog één keertje onze papieren willen inzien, schieten we er snel een foto van. Aan de andere kant van het rode hek ligt Mongolië. Het land dat de afgelopen uren zo dichtbij en toch zo ver weg was.
Wist je dat ...
Wodka in Rusland bijna makkelijk verkrijgbaar is dan flessen water. Niet alleen in de supermarkt maar ook bij tankstations staan stellingen vol met flessen wodka in alle soorten en maten.