Select another language


overland Uzbekistan

Oezbekistan 2014

8 juni 2014 - 18 juni 2014

 

Route: Nukus (grens met Turkmenistan) - Moynaq - Nukus - Khiva - Bukhara - Samarkand - Denov (grens met Tajikistan)  

 

Grensovergang 

Voor dag en dauw gewekt door onze gastheer uit angst voor de politie zijn we vroeg al bij de grens waar we ons in goed gezelschap bevinden. Vanuit de verte zien we de Tsjechische truck al staan en direct na ons arriveert ook de Oasis overland truck. Het zijn inmiddels bekende gezichten en dat maakt de grensovergang die alles met elkaar toch nog zo'n 3 uur duurt een stuk gezelliger. En dan zijn we ook nog als eerste weg. Nadat al het papierwerk is afgehandeld begint de controle van onze auto. We zijn daarbij de laatsten en te oordelen aan de grondigheid waarmee de andere overlanders kampen zijn we op het ergste voorbereid, maar na slechts een paar keer rondkijken en twee kastdeurtjes geopend te hebben geloven de mannen het wel en mogen we het land is. Het gebeurt wel vaker; daar waar de grote overland trucks grondig onderzocht worden beperken ze zich bij onze auto vaak tot een paar kastjes waar ze makkelijk bij kunnen. In de trucks hebben ze alle ruimte en kunnen ze op hun gemak rondkijken maar wanneer wij de achterklep open doen en de mannen de kleine ruimte en het door de stoelen geblokkeerde gangpad zien, dan is de noodzaak voor een grondige inspectie vaak snel verdwenen. 

 

Slapen buiten de deur 

Het wordt met de dag heter en wanneer we rond het middaguur Nukus bereiken, heeft de thermometer de magische 40-graden grens inmiddels ruimschoots gepasseerd. Tot nu toe hebben we nog geen nacht "buiten de deur" geslapen, maar vandaag is het gewoon te heet. Aangekomen in het centrum vragen we de eerste de beste vriendelijke medeweggebruiker die naast ons staat bij een stoplicht naar goed hotel en nog geen vijf minuten later staan we in een brandschone koele lobby. De prijs is er ook naar, maar dat kan ons vandaag niet zo veel schelen. Airco, een warme douche, TV en onbeperkt draadloos internet zijn de worsten die de receptioniste ons voor houdt en wanneer ze ook nog de verplichte registratie voor ons kan regelen dan is de knoop snel doorgehakt. We parkeren de auto op het binnenplaatsje, slepen de meest noodzakelijke spullen uit de auto en verschansen ons in de kamer waar we de rest van de dag niet meer uitkomen. Het is gewoon te heet en voor het avondeten vullen we onze magen met crackers, fruit en andere snacks die we nog in de auto hadden liggen. Morgen is er weer een dag.

 

overland uzbekistan

 

Een tas vol geld

Lekker afgekoeld en schoon en fris na maar liefst 3 douchebeurten wagen we ons met hernieuwde moed weer buiten, waar het ondanks het vroege tijdstip al verzengend heet is. Voor dat we ook maar iets kunnen ondernemen moeten we eerst lokaal geld regelen. De warmte trotserend maken we een klein wandelingetje naar het centrum waar we in plaats van een bank of pinautomaat op zoek gaan naar een geldwisselaar. De bazaar, zo informeert de receptioniste van het hotel ons, is dé plek om geld te scoren. Een ongebruikelijke manier maar in Oezbekistan de gewoonste zaak van de wereld. Zelfs de medewerkers van de banken waar we later onze overgebleven Turkmeense Manat proberen te wisselen verwijzen ons naar de bazaar. Maar hoe vind je een geldwisselaar? Ondanks dat de zwarte markt "het best bewaarde geheim" van Oezbekistan is, hebben ze het niet op hun voorhoofd staan. Tenslotte is het nog altijd illegaal en dus officieel verboden. We lopen maar gewoon de overdekte markthal binnen en beproeven ons geluk bij een verkoper van honing. Het is een goede gok, want de man, die direct begrijpt wat we willen, pleegt snel kort telefoontje en direct daarna verschijnt onze wandelende bank. Het is een aardige kerel die ons met een discreet knikje meeneemt naar een rustige hoek van de bazaar waar hij vanachter één van de kraampjes met gedroogd fruit een grote anonieme tas tevoorschijn tovert. Het voelt alsof we een louche drugsdeal sluiten. Eerst een beetje onderhandelen en dan, nadat we overeenstemming hebben bereikt over de koers, doet de man een graai in de tas geeft hij ons vijf dikke bundels geld. De Dollars die we er voor inleveren zou ons in Nederland nauwelijks een volle tank diesel hebben opgeleverd. Met letterlijk een tas vol geld gaan we vervolgens op boodschap en nog een beetje ongemakkelijk halen we niet veel later één van de geldbundels te voorschijn en trekken we er twee briefjes uit om een vers broodje af te rekenen.  

 

Aralmeer  

Nadat we de belangrijkste boodschappen weer hebben aangevuld vertrekken we na de middag richting Moynaq. Het is een saaie rit naar het kleine dorpje dat in zijn glorietijd één van de 2 belangrijkste vissershavens aan het machtige Aralmeer was, ooit het 4e grootste meer ter wereld. Vandaag de dag herinnert alleen de vis in het stadswapen bij de ingang van het dorp nog aan vervlogen tijden, want verse vis is er al in jaren niet meer gevangen. Het bezoek maakt grote indruk en bezorgt ons een gevoel van schaamte wanneer we bedenken hoe destructief de hebzucht van de mens kan zijn. Op de film die we in het museum bekijken zien we beelden uit het begin van de jaren 60. Het zijn beelden van grote vissersschepen tijdens een stormachtige dag. Terwijl de schepen hun netten binnen halen slaan meters hoge golven klotsend over het dek. Later vertoont de film beelden van, zeker voor die tijd, moderne visfabrieken waar steuren en andere enorme vissen, soms groter dan een half meter, worden verwerkt. Het is een bloeiende industrie waar velen een goede boterham mee verdienden. Begin jaren zestig, toen het meer nog onaangetast was, was het zo groot en zo rijkelijk gevuld met vis, dat een vissersvloot van ruim 500 schepen jaarlijks zo'n 25.000 ton vis binnenhaalden, maar de mens heeft eigenhandig het tij gekeerd. Stroomopwaarts is voor de intensieve katoenteelt zoveel water afgetapt, dat er vijftig jaar later van het meer en de maritieme industrie niet veel meer over is. In vijftig jaar tijd is het grote meer, dat een oppervlakte had van 66.000 vierkante kilometer, geslonken tot een plas van ongeveer 12.000 vierkante kilometer. Wat overgebleven is, is een droge dorre woestijn van zout zand en op die plaatsen waar nog wel water staat is het zoutgehalte verhonderdvoudigd. Het zijn omstandigheden waarin slechts een paar vissoorten hebben weten te overleven. 

 

overland uzbekistan overland uzbekistan uzbekistan overland   

 

Wanneer we Moynaq binnenrijden is de uitzichtloze toekomst van het stadje voelbaar. Meer dan 10.000 mensen hebben in de laatste decennia hun banen verloren en zijn het stadje ontvlucht. Wat overgebleven is, is een desolaat dorpje met kleine vervallen huisjes en schaars gevulde winkeltjes waar nog geen colaatje te koop is. In de oude haven is het uitzicht nog triester. Een handjevol bruin verroeste vissersschepen liggen als vissen op het droge in het hete zand, dat ooit de bodem van het grote meer was. Vandaag de dag ligt de rand van het meer maar liefst 180 kilometer verderop. Onder de schroeven, die zich in het zand hebben ingegraven, ligt het nog bezaaid met schelpen en kleine stukjes koraal. Vanaf onze kampeerplek naast het monument, dat als gedenkteken is opgericht, hebben we een ongehinderd uitzicht over de eindeloze woestijn. Ooit zag je vanaf hier tot aan de horizon alleen maar water. Het lijkt in niets meer op de beelden uit de film. Het meer is opgedroogd, de industrie en daarmee ook vele banen verdwenen en het milde klimaat veranderd. Vandaag de dag is het in Moynaq veel droger en heter dan voorheen en teisteren zandstormen regelmatig de omgeving.

 

De "Aral ramp" is een milieuramp met grote gevolgen voor natuurlijk de omwonenden van het meer maar ook voor een groot gebied er omheen. De opgedroogde aarde en het gebruik van het steeds zouter wordende water heeft in een groot deel van het land het grondwater aangetast, waardoor de grond nauwelijks nog geschikt is voor intensieve landbouw en het drinkwater van slechte kwaliteit is. Tot ver voorbij de oorspronkelijke randen van het meer is de aarde verzilt en zien we door het zout opgedroogde en wit uitgeslagen plekken. En nog altijd moet alles wijken voor de katoenteelt. In onze reisgids lezen we zelfs, dat de overheid een vorm van moderne slavernij niet schuwt en in de oogsttijd bij gebrek aan arbeidskrachten mensen en zelfs jongeren verplicht te werk te stelt. 

 

Eindeloze hete rit 

Oezbekistan kampt met een hittegolf en hoewel het nog voorjaar is, stijgt de temperatuur de komende dagen tot bijna vijftig graden. Het is zo heet, dat het reizen een kwestie is geworden van overleven. Ongeveer een week houdt de verzengende hitte aan en het heetst is het op onze reisdag van Khiva naar Bukhara. Het is een eindeloze lange rit over een hobbelige weg vol gatenen door een kale lege woestijn waar nauwelijks een vierkante meter schaduw te vinden is. De buitenlucht wordt 's middags zelfs zo heet, dat we noodgedwongen met de ramen dicht rijden en het zijn niet alleen de buitenlanders die last hebben van de warmte. Zelfs de politie komt bij de diverse controleposten de schaduw niet meer uit en laat ons overal ongehinderd door. De hitte bezorgt ons een beklemmend gevoel en meerdere keren spreken we de angst uit hier pech te krijgen. Je zou nu maar een band moeten verwisselen of erger. Gelukkig doet de auto zoals hij al weken doet en brengt hij ons zonder problemen naar Bukhara, waar we voor de tweede keer deze reis "buiten de deur" slapen. Het guesthouse, dat gerund wordt door een vriendelijke Iraanse vrouw, is niet zo luxe als het hotel in Nukus, maar het heeft airco en dat is momenteel het enige dat telt. Prettige bijkomstigheid is, dat het ook een televisie heeft en we live het Nederlands elftal op het kampioenschap in Brazilië glorieus van Spanje zien winnen. Van het Oezbeekse commentaar verstaan we niet veel, maar aanstekelijk is het wel want de man is bijna net zo enthousiast als onze Nederlandse commentatoren.
 

 

 

The big 3

Zoals Zuid-Afrika "The big five" heeft, zo kent Oezbekistan "The big three". Geen grote wilde dieren, maar oude indrukwekkende steden die ooit belangrijke handelsplaatsen op de oude Zijde Route waren. De steden Khiva, Bukhara en Samarkand zijn alle drie even indrukwekkend als verschillend en vooral de ommuurde steden Khiva en Bukhara voeren ons mee terug in de tijd toen kamelen, ezels en mannen in lange jurken en met grote tulbanden nog de straten vulden. Nergens was het "Zijde Route-gevoel" groter dan hier en op de kleine overdekte bazaars waar specerijen en zijde hebben plaats gemaakt voor mooie houtsnijwerken, kleurrijk geborduurde stoffen, handbeschilderd porselein en andere koopwaar is het nog steeds een drukte van belang. Keerzijde is wel, dat we ook nergens meer toeristen hebben gezien dan in deze 3 steden. Busladingen vol overspoelen de oude straatjes en de binnenpleinen van de met oriëntaalse mozaïeken versierde gebouwen. Typerend voor de mozaïeken zijn de blauwe en turquoise geglazuurde tegeltjes die prachtig afsteken bij de zandkleurige bakstenen en de moskeeën, minaretten, koranscholen, badhuizen en paleizen een statige uitstraling bijna koninklijke uitstraling geven. Veruit het meest indrukwekkend zijn die van het Registan in Samarkand waar de gebouwen groter en de mozaïeken omvangrijker, kleurrijker en meer gedetailleerd zijn. We moeten ons alleen een beetje haasten om ze te bekijken want stukje bij beetje worden de gebouwen schoongemaakt en afgesloten in verband met het aanstaande bezoek van de president. 

 

Geel en zwart goud

Net als in de eerdere landen die ooit tot het Russische rijk behoorden hebben ook in Oezbekistan veel mensen een mond vol gouden tanden. Vandaag de dag een teken van status, maar in het oude communistische Sovjet tijdperk de enige veilige manier om je vermogen uit handen van de alom aanwezige KGB te houden. Bijna de gehele oudere generatie en een groot deel van de jongere generatie draagt wel iets van goud in de mond. Goud is dan ook bij elke tandarts op de hoek beschikbaar en daarmee en stuk minder schaars dan diesel, waarvoor we in Bukhara een flinke speurtocht houden. Het "zwarte goud" zoals de diesel hier ook wel wordt genoemd is in tegenstelling tot het gele edelmetaal nauwelijks verkrijgbaar en de meeste kans van slagen hebben we, net als voor het geld, op de zwarte markt. Oezbekistan is het land van gas en bijna alle personenwagens, taxi's en bussen rijden op gas. Slechts een deel van de vrachtwagens rijdt op diesel en de meeste daarvan zijn buitenlandse wagens. Hoewel we het op onze, in Iran gehamsterde diesel, zouden moeten halen zijn we er geruster op zijn wanneer we nog één keer onze hoofdtank kunnen vullen, maar waar? Het is al gauw duidelijk dat we meer succes zullen hebben met een beetje lokale hulp en dus vertrekt Markus samen met de eigenaresse van ons guesthouse in Bukhara voor een rondje langs de tankstations. Het wordt een speurtocht van het ene tankstation naar het andere maar overal verkopen ze "nee". Misschien dan bij de TIR-parken, de verzamelpunten voor de grote internationale vrachtwagens? Onze hulp spreekt maar liefst 10 talen en dat blijkt onmisbaar, maar helaas zowel bij het Iraanse als bij het Turkse TIR-park vangen we bot. We ontdekken al snel, dat de chauffeurs deals sluiten met de lokale tankstation en hun diesel exclusief aan hen verkopen, maar dat is geen enkel probleem, want ze weten er wel eentje voor ons. Natuurlijk! Vanaf dat moment is een tankstation met diesel dan ook snel gevonden, maar de prijs is nog even slikken. De pomphouders hebben het principe marktwerking enthousiast omarmt en buiten de schaarste flink uit. Het weerhoudt Markus en onze begeleidster die een echte zakenvrouw is er niet van om nog even flink te onderhandelen, maar meer dan paar centen gaan er niet af. Het is de volle mep of anders niets. We kiezen eieren voor ons geld en gooien de tank vol met het "zwarte goud", dat we na zo'n lange zoektocht niet willen laten schieten.

 

overland uzbekistan

 

Vervelende agenten

De hitte en de indrukwekkende gebouwen, die hoe prachtig ze ook zijn, na een tijdje allemaal op elkaar lijken, doen ons besluiten om de extra week die we nog altijd op onze planning voor liggen niet in Oezbekistan te verbruiken, maar liever ergens in Mongolië waar het klimaat straks wat aangenamer zal zijn. Om de gevreesde "tunnel des doods" in het noorden van Tadzjikistan te vermijden kiezen we voor de zuidelijke route die tot onze verrassing veel beter is dan verwacht. Zoveel beter zelfs dat Dushanbe op een gegeven moment binnen handbereik ligt en het vooruitzicht van een gezellige overlandplek waar we misschien ook nog de tweede wedstrijd van het Nederlands elftal kunnen kijken trekt. Alleen de "niet zo gezellige" agent bij een controlepost aan het einde van een verkorte doorsteek gooit bijna roet in het eten wanneer de grapjas ons informeert, dat we niet verder mogen rijden, maar weer terug moeten en de omweg via de Afghaanse grens moeten nemen. Een omweg van zeker 200 kilometer en dat met de haven in zicht want over 20 kilometer eindigt de doorsteek al. Er is geen haar op ons hoofd die er ook maar over piekert om terug te gaan, maar hoe maken we dat de man duidelijk? En belangrijker nog, hoe krijgen we onze paspoorten terug, want die hadden we volgzaam als we zijn al netjes afgegeven voor de gebruikelijke controle. Het wordt nog even spannend maar onze "terug kan niet, want we hebben niet meer genoeg diesel"-argument geeft de doorslag en na veel gezeur gaat de slagboom open en mogen we verder. En alsof één vervelende agent nog niet genoeg is voor vandaag, doet de douane aan de grens ook nog een duit in het zakje door te zeuren over ons onjuist ingevulde immigratieformuliertje, trekt hij de geldigheid van de doktersverklaring voor onze medicijnen in twijfel omdat een gewichtig stempeltje ontbreekt, heeft hij het liefst dat we alle spullen uit de auto halen voor controle en wil hij de foto's op de camera nog even controleren op verboden opnames. De man is nog vervelender dan de lastige agent eerder op de dag en wanneer hij ook nog een negatieve discussie begint over ons land waar, zo zegt hij vol afkeer, gelijk geaarde stellen met elkaar mogen trouwen, dan zijn we hem goed beu. Helaas voor ons ligt het internet eruit en moeten we langer dan ons lief is vriendelijk en rustig blijven totdat de politie de registratie van onze paspoorten kan afronden. Ons geduld wordt tot het uiterste op de proef gesteld, maar uiteindelijk lukt het ons de man tevreden te stellen. Over het feit, dat we alle elektronica onder één post hebben gedeclareerd beloven we plechtig, dat we dat de volgende keer niet meer zullen doen, de doktersverklaring is wel degelijk geldig peuteren we hem aan het verstand want stempels zijn ouderwets en gebruiken we in Nederland niet meer, onze spullen zitten niet in tassen maar verdeeld in een heleboel kastjes en als hij wil gaat ie het allemaal zelf maar controleren is ons betoog en de foto's laten we braaf zien, wetende dat de laatste foto's plaatjes van het landschap en van een lokaal gezin zijn die we eerder de dag een berg op gesleept hebben; daar kan hij toch moeilijk een probleem van maken. Hij slikt het met tegenzin, maar laat ons zo gauw het internet weer in de lucht is en onze registratie is afgerond toch snel door. Het geeft ons een goed excuus om de discussie over het homohuwelijk snel af te kappen. Voor ons ligt Tadzjikistan; een land vol mooie landschappen en hoge bergen en als het goed is ook lagere temperaturen. Nu maar hopen, dat de agenten aan de andere kant van de grens beter gehumeurd zijn.


Terugblik 

Oezbekistan is Oezbekistan. De steden van de oude Zijde Route steden zijn even magisch als ze op de TV worden weergegeven, de mensen zijn hoewel wat meer terughoudend allemaal heel erg vriendelijk en de bazaars zijn een walhalla voor fruitliefhebbers. Ontelbare kilo's verse zongerijpte kersen en abrikozen hebben we verslonden, maar het land is ook heet, de wegen ondanks het feit dat ze geasfalteerd zijn soms erg slecht, het landschap redelijk saai en de bezienswaardigheden veel van hetzelfde. Zonder Oezbekistan is de Zijde Route niet compleet en we hadden het dan ook beslist niet willen missen, maar eerlijk is eerlijk, één keer is voor ons genoeg. 
 

 

overland uzbekistan

 

Wist je dat in Oezbekistan...

- de meeste taxi's een Daewoo Matiz zijn. 

- de mensen elkaar begroeten door eerst in hun handen te klappen en daarna met twee handen de hand van de ander vast te pakken.

- ze graven versieren met lapjes stof.

- wodka willen wanneer ze met de vinger op hun hals tikken.

- brood heilig is en ze het daarom niet weggooien of op de kop leggen. Zelfs de kruimels worden nog opgevangen.