Select another language


Mongolië 2014

18 augustus 2014 - 24 september 2014

 

Route: Tsagaannuur (grens met Rusland) - Olgii - Khovd - Altay - Bayanhongor - Arvaiheer - Bayangol - Sayhan Ovoo - Mandal Ovoo - Bayandzag - Bulgan - Kongorin Els - Bayandalay - Yolyn Am - Dalandzadgad - Ulaan Baatar -  Kharkhorin - Ulaan Baatar - Ghinggis Khan Statue - Terelj NP - Sainshand - Erenhot

 

Einde asfalt 

Eindelijk, na een lange slopende grensovergang sluiten twee grote rode hekken zich achter ons en verlaten we Russisch grondgebied. We zijn in Mongolië; het land dat lange tijd niet meer was dan een stip aan de horizon. Het land dat we de afgelopen maanden steevast noemden als antwoord op de vraag waar we naar toe gingen en dat in de oren van velen zo exotisch ver weg klonk, dat verdere vragen daarna vaak uitbleven. De grensovergang die we nemen is relatief nieuw en pas sinds 2004 open voor buitenlanders. Motorrijders Charlie en Ewan waren tijdens hun "Long Way Around-expeditie" destijds één van de eersten die hier de grens over gingen. Nu, 10 jaar later is het onder reizigers een veelgebruikte grensovergang, maar dat heeft nog niet geresulteerd in een behoorlijke weg. Zo gauw we Russisch grondgebied verlaten verandert het asfalt in een stoffige piste; een typische Mongoolse weg zoals we er nog vele zullen rijden. Van onze lotgenoten waarmee we het Russische grensavontuur hebben overleefd zien we na de rondedans langs de diverse loketten al gauw niet veel meer. Gehuld in grote stofwolken verdwijnen ze aan de horizon en zijn we weer alleen. 
 

Olgii 
Alleen in de grote leegte waarin we zijn overgeleverd zijn aan de elementen van de natuur, want net wanneer we denken, dat we alles wel hebben gehad, betrekt de hemel en slaat het weer om. Niet veel later raast de regen en wind genadeloos over het kale heuvellandschap. Soms heb je van die dagen en vandaag is zo'n dag. Gelaten schikken we ons in ons lot en hobbelen we verder tot Olgii, waar zelfs het vinden van een geschikte slaapplek ons deze keer meer moeite kost dan gemiddeld. Ach, ook zulke dagen horen bij het avontuur. Gelukkig hebben we ze maar zelden en ziet de wereld er de volgende ochtend weer heel anders uit. Van de depressie is geen spoor meer te bekennen. De lucht is weer blauw en de temperatuur aangenaam. Het is heerlijk weer en in alle rust genieten we van de faciliteiten van de Ger camp en maken we kennis met diverse reizigers waaronder de Australiërs Michael en Judy; één van de stellen waarmee we door China zullen reizen. 

 

mongolia overland

 

Ovoos 

Na een extra rustdag in het verrassend leuke, deels Islamitische, Olgii beginnen we aan ons Mongoolse avontuur. "Het land onder de blauwe" hemel zoals Mongolië ook wel wordt genoemd doet zijn naam eer aan. Voorbij trekt een ongerept en eindeloos leeg landschap, dat overkoepeld door een strakke blauwe hemel nog weidser lijkt dan het al is. Onvergetelijk zijn de vergezichten en onvoorstelbaar de leegte. Soms rijden we uren zonder een teken van leven en herinneren alleen ovoos ons aan eerdere voorbijgangers. Vaak zijn ze al vanuit de verte zichtbaar; flinke hopen stenen en andere materialen met wapperende meestal blauwe lapjes stof. Voor de van oorsprong sjamanistische Mongolen zijn het heilige gebedsplaatsen waar de "geesten van het land wonen" en passanten blauwe lappen stof, voorwerpen, etenswaren, snoepjes, of zelfs geld als offer achter laten. En ben je een reiziger, dan is het gebruikelijk om met de klok mee 3 rondjes om de stenen te lopen en er daarna zelf een steen bovenop te leggen. Alles om de geesten gunstig te stemmen. Een ovoo passeren zonder te offeren of zelfs zonder te stoppen is dan ook vragen om problemen. Het zijn merkwaardige monumenten vaak gelegen op hoge bergen en passen maar soms ook gewoon langs de weg als bakens op de uitgestrekte steppen. Diverse fotogenieke ovoos leggen we vast op de gevoelige plaat en verwonderd staan we meer dan eens te kijken naar de uiteenlopende voorwerpen die zijn geofferd. Niet alleen geld, snoepjes en lapjes stof maar ook krukken, auto-onderdelen, schedels van dode dieren en zelfs het dak van een ger komen we tegen. Zelf doen we niet mee, wars van dergelijk bijgeloof is het enige offer dat we brengen het achterlaten van ons dagelijks zakje afval in de vaak naast gelegen prullenbak. 

 

Een heleboel wegen naar Rome 

In Mongolië, een land zo'n veertig keer groter is dan Nederland, bestaat naar schatting slechts 20% van de wegen uit asfalt en dat zijn alleen de belangrijkste doorvoerroutes of hier een daar wat korte stukken rondom de grotere steden of dorpen. De rest zijn sporen en paden. Heel veel sporen en paden want in Mongolië leiden letterlijk "een heleboel wegen naar Rome". Zelfs de dikke rode hoofdweg op de kaart is in werkelijk vaak niet meer dan een karrenspoor en onder invloed van droogte of regen worden er naast de soms onbegaanbare paden voortdurend weer nieuwe gemaakt. Zoveel dat we soms bijna letterlijk het spoor bijster zijn. In de uitgestrekte vallei beneden ons vertakt het smalle spoor, dat over de pas liep zich in tientallen nieuwe sporen. Volgens de lijn op onze GPS moeten we rechtdoor, maar welk spoor nemen we dan? Onzeker kiezen we er eentje waarbij we de GPS angstvallig in de gaten houden. Al snel krijgen we er meer vertrouwen in en durven we op zoek naar het beste spoor steeds meer af te wijken. Gedreven hoppen we van spoor naar spoor op zoek naar dat ene pad zonder wasbordribbels, dikke stenen, grote kuilen of modderputten. Ze zijn schaars, maar als we het hebben gevonden is de beloning groot en kunnen we zomaar een paar minuten achter elkaar harder rijden dan onze gemiddelde snelheid van zo'n 20km per uur. Een enkele stofwolk links of rechts van ons verraadt een medeweggebruiker die een andere keuze heeft gemaakt. Het lijkt wel een spelletje spoorzoeken voor gevorderden en we worden er hoe langer hoe beter in. Het zijn vooral de valleien waar de sporen uiteen waaien om vervolgens bij dorpjes, bergpassen of rivieren weer samen te komen. Zolang we maar in de juiste richting blijven rijden. Navigeren in Mongolië; wat heel even aanvoelde als een ware nachtmerrie wordt al snel een ongekend avontuur. En raken we toch teveel uit koers, dan biedt de leegte van de steppe uitkomst en steken we gewoon dwars over totdat we het juiste spoor weer kruisen.  

 

mongolia overland

 

Geen wegen dus ook geen bruggen

Het is een fenomeen waar we vooraf weinig tot geen rekening mee hadden gehouden maar in een land met slechts weinig wegen zijn er ook maar weinig bruggen. Wat in houdt, dat we vooral tijdens de eerste dagen wanneer we het westen van het land doorkruisen heel wat rivieren moeten oversteken. Halverwege onze eerste reisdag naderen we nietsvermoedend de eerste waar we worden opgewacht door een grote groep, voor ons onbekende, Mongol Rally auto's en mannen in zwembroek die het modder inmiddels tot achter de oren hebben zitten. De rivier, die is geslonken tot 3 grote waterplassen, bleek op sommige plaatsen te diep voor de kleine rally-autootjes, maar het gebied er omheen te modderig. Gelukkig is er aan saamhorigheid geen gebrek en met man en macht duwen ze elkaar door de omgeploegde modder waarvan de sporen zo diep zijn als mijn onderbeen. Het is een flinke worsteling maar tegen de tijd, dat wij de mannen bereiken hebben de meesten de overkant gehaald. Nu alleen wij nog. Blij met het feit, dat we deze eerste beproeving niet alleen hoeven doorstaan controleer ik de drie plassen terwijl Markus de 4x4 inschakelt. Onze auto is veel te groot en te zwaar om door de dikke modder te duwen en dus is het water onze beste kans. Het zou moeten kunnen. De ondergrond is stevig genoeg en het water, dat tot net boven mijn knie komt, niet te diep. Het is een spannend moment en onder het toeziend oog van de rallyrijders bereiken we zonder problemen de overkant. Hebben we zo'n 4x4 toch niet voor niets. Het is de eerste van drie rivieren die we die dag bedwingen waarvan de laatste de moeilijkste is van onze hele reis. Niet voor niets was hier ooit een brug, maar daarvan zien we nu alleen nog de afgebrokkelde restanten. Opnieuw leidt de weg naar de overkant weer door het water, maar deze rivier is er eentje van een andere categorie. De stenen op de bodem zijn enorme keien, het water dat tot halverwege mijn bovenbeen reikt aanzienlijk hoger en de stroming zo sterk, dat ik me maar met moeite staande houd. Tja, wat is wijsheid. Een lokale herder die van de nood een deugd heeft gemaakt en met zijn vrachtwagen gestrande reizigers een helpende hand biedt en daarmee een leuk zakcentje verdient, waarschuwt ons vooral voor de stroming en het risico op kantelen mocht de auto gaan drijven. We nemen zijn waarschuwing ter harte en steken, gezekerd aan zijn vrachtwagen, de rivier over. Een paar spannende seconden later staan we zonder schade en met een droge mond van de adrenaline weer op het droge. Het was me een dagje wel. Een half uurtje later is het laatste daglicht verdwenen en zien we vanaf onze bushcamp de koplampen van de Mongol Rally auto's die de rivier naderen. Opgelucht, dat we zelf inmiddels aan de goede kant van de rivier staan vragen we ons bezorgd af hoe de jongens ooit de overkant moeten bereiken. De kleine autootjes zijn geen partij voor de krachtige rivier. De mannen hebben het blijkbaar zelf ook door en maken rechtsomkeert. In de verte zien we de rode achterlichten langzaam in de duisternis opgaan. Blij verrast treffen we ze de volgende ochtend ongeschonden in het kleine stadje waar we horen, dat er slechts enkele kilometers verderop een brug was geweest. Als we dat hadden geweten.... 

 

mongolia overland

 

Villa's van de steppe

Dagenlang hobbelen we van spoor naar spoor en is de reisafstand tussen de vaak kleine gehuchten soms meer dan twee reisdagen. Tussenin is er niets. Geen tankstation, geen winkels en zelfs geen GSM-bereik. Er zijn alleen kale oneindige steppes met grote kuddes paarden, koeien, schapen, geiten en kamelen en hier en daar, als witte stipjes op een groengeel tapijt een ger; een kleine ronde hut gemaakt van vilt over een houten frame met een laag kleurrijk beschilderd houten deurtje. Wanneer je dichterbij komt ruik je de onmiskenbare geur van kumis (gefermenteerde merriemelk), schapenvlees en mest. De ger, wat in het Mongools letterlijk "huis" betekent, is de villa van de steppe en in tegenstelling tot Kirgizië waar de jurt, zoals hij daar werd genoemd vooral als zomerverblijf werd gebruikt voor herdersfamilies die met hun vee de velden in trokken, is de Mongoolse ger voor veel inwoners hun permanente huis. Het kleine 1-kamer huisje, dat vaak gezellig maar schaars is ingericht met enkele kleurrijke meubels en wat tierelantijnen, heeft een praktische alles-in-één-functie en doet dienst als woonkamer, slaapkamer en keuken. Op het platteland zien we ze omringd door vee en staat er voor de deur bijna altijd een brommertje en, vastgebonden aan een touwtje, vaak ook een gezadeld paard. In de stad daarentegen zijn de bewoners meer gesteld op hun privacy en zijn de kleine erfjes waarop de gers staan bijna altijd afgeschermd met een hoge houten omheining. Iedere dorp of stad heeft wel één of meerdere "ger-wijken" en hoewel het vee ontbreekt staat ook hier bijna overal een kleine motor voor de deur.

 

mongolia overland


Heilige Koe van de steppe  

In Mongolië, dat ongeveer net zo groot is als heel West-Europa, leven slechts 3 miljoen mensen waarvan de helft in de hoofdstad. De rest woont op het platteland tezamen met zo'n 44 miljoenen stuks vee waarvan een groot deel paarden. Volgens onze reisgids leven er in Mongolië zelfs 4x meer paarden dan mensen en dat zegt een hoop over de status die het paard inneemt in de Mongoolse cultuur. Het is de "heilige koe van de steppe". Voor de Mongolen is een paard wat een auto is voor de rest van de wereld. De kleine gedrongen paardjes zijn niet alleen hun trots het is ook de reden dat hun staat bestaat. Het is dankzij hun paarden dat de Mongolen uit de geschiedenis in staat waren hun land te veroveren en te verdedigen en ook vandaag de dag zijn paarden nog steeds een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven. Ze worden geslacht voor vlees, de merries gemolken voor de melk waar ze hun geliefde kumis van karnen, de snelsten en wendbaarste ingezet tijdens de vele traditionele paardenraces en ander volksvermaak, de meest gehoorzame gebruikt als hulp bij de jacht en het hoeden van de enorme kuddes geiten en schapen maar bovenal is het paard in Mongolie nog steeds een vervoersmiddel. Soms lijkt het alsof de tijd heeft stilgestaan en zien we voor de supermarkt in een klein plattelandsdorpje een paar paarden staan wachten totdat hun berijder terug komt met de boodschappen. Paardrijden zit de Mongolen in het bloed en kinderen worden bijna letterlijk in het zadel geboren. Vanaf ongeveer twee jaar, de leeftijd waarop de kinderen in Nederland beginnen met fietsen, beginnen ze hier met paardrijden. En meer dan eens krijgen we tijdens een bushcamp bezoek van kleine jochies op een paard of worden we wakker omringd door grote kuddes nieuwsgierige paarden die overal vrij rondlopen.  

 

4 generaties op één motor

Maar ook in Mongolië staat de tijd niet stil. Ondanks hun eervolle status hebben moderne auto, stoere 4x4's, onverwoestbare Russische bussen en kleine motoren de edele viervoeters vervangen wanneer het aankomt op vervoer. Vooral de motor is favoriet en een tweepersoons motor biedt hier met gemak plaats aan zeker 4 personen. Soms zelfs aan 4 generaties. We zien hele oude mensen gekleed in lange traditionele jassen samengebonden met een gele of oranje sjaal maak ook baby's soms slechts enkele dagen oud, die gewoon ingeklemd tussen vader en moeder boven de brandstoftank bungelen. Aan luxe kinderzitjes goedgekeurd door een gerenommeerde instantie doen de meeste Mongolen niet.

 

mongolia overland

 

Een vrouwenwereld

Lijkt de tijd op sommige vlakken te hebben stil gestaan op het gebied van vrouwenemancipatie ligt dat anders. Hoewel de politiek en enkele andere traditionele sectoren nog altijd gedomineerd worden door mannen zijn het de vrouwen die, vaak beter geschoold dan mannen, op veel plaatsen aan de touwtjes trekken. Het valt ons al op wanneer we het land binnenkomen. De controleurs bij de diverse checkpoints, het hoofd van de immigratiecontrole, de douane en de medewerkers bij het wisselkantoor; het zijn bijna allemaal vrouwen die op een praktische efficiënte manier de boel runnen. Het is een verademing en de werkwijze van de vrouwen een groot contrast met de door ego-gedreven Russische medewerkers aan de andere kant van de grens. Het is een algemeen verschijnsel ingegeven door het feit dat er in Mongolië niet alleen meer vrouwen wonen, maar de vrouwen en dat geldt voornamelijk op het platteland, ook meer mogelijkheden hebben zichzelf te ontwikkelen. Terwijl meisjes en jonge vrouwen naar de stad kunnen om te studeren zijn de jongens vaak gedwongen om achter te blijven en voor het vee te zorgen wanneer ouders door ouderdom of ziekte daartoe zelf niet meer in staat zijn. "Mongol man are not very smart" is dan ook de veelzeggende reactie van een goed Engelssprekende jonge vrouw die ons te hulp schiet wanneer de chauffeur van haar busje ons bijna van de weg, of beter gezegd, van het zandspoor rijdt. In Mongolië rijden ze als Mongolen en dat is niet bedoeld als compliment. Vooral de chauffeurs van de Russische busjes gedragen zich als heer en meester en gaan voor niets en niemand aan de kant en dus ook niet voor ons ontdekken we al snel. De dag loopt bijna ten einde wanneer ons er een gammele Russische bus tegemoet komt. De stofwolk die het busje omringt verraadt dat de chauffeur er flink de sokken in heeft en laat hij van alle beschikbare sporen nu ook nog juist ons spoor kiezen. Met een behoorlijke snelheid komt hij ons tegemoet en dat net op een plek waar het spoor te smal is om elkaar te passeren. Om de man zoveel mogelijk ruimte te geven rijden we zover we kunnen het schuine talud op en dan gebeurt het. Wanneer het busje, dat nauwelijks snelheid mindert, ons bijna gepasseerd is draait hij het pad weer op en raakt hij ons. Een doffe dreun en een ingeklapte buitenspiegel is het gevolg, maar verder lijkt de schade mee te vallen. Foeterend rijden we verder totdat we naast ons ineens het busje zien opduiken en de chauffeur ons geïrriteerd tot stoppen maant. Wat krijgen we nou? Al snel vernemen we dat het busje een flinke deuk aan de dakrand heeft. Geschrokken controleren we snel onze eigen auto en zien tot onze opluchting dat we, op één van de hoeken van de cabine we slechts een vierkante centimeter verf missen. De schuine hoek waarin de auto van het talud af helde is ons geluk geweest. Wij hebben geen schade, maar de tegenpartij wel en daarover is de chauffeur van de bus duidelijk niet te spreken. De man dreigt met de politie en zeurt om geld. Natuurlijk! Maar van ons geen cent. Hij was fout niet wij. De politie kan hij bellen zo vertaalt de Engelssprekende vrouw voor ons, maar hij krijgt alleen geld als we schuldig bevonden worden en dan ook nog alleen via onze verzekering. En ... we zullen een alcoholtest eisen beloven we de man. Een grote opgestoken middelvinger is het veelzeggende antwoord. Boos is hij nu en hoewel we ons ver buiten het bereik van de GSM-signalen bevinden doet hij een aantal verwoede pogingen om de verkeerspolitie te bellen. Intimiderend klimt hij zelfs of het dak van zijn busje voor een beter bereik. Het meisje heeft gelijk; deze Mongol man is nog very smart. Hij doet maar wat hij niet laten kan. Wij staan in ons recht en zonder oordeel van de politie krijgt hij geen cent. Het duurt ruim een uur voordat hij beseft, dat we menen wat we zeggen. Na een uur zeuren en dreigen worden we ongeduldig en zijn klanten ook. "Nog vijf minuten" is het ultimatum, dat we hem stellen en dan gaan we weg. De man kiest eieren voor zijn geld en wijst uiteindelijk ons aanbod om samen naar het politiebureau te rijden af. Op een politieonderzoek en alcoholtest zit hij duidelijk niet op te wachten. Hoe verrassend. Klaar zijn we met de situatie. Voor een laatste keer wijzen we zijn verzoek om geld af, starten de motor en gaan er vandoor. In onze spiegels zien we, dat de man ons gefrustreerd nakijkt. "Shit, daar gaat mijn kans op een leuke som geld" zien we hem bijna denken. Een ongeluk zit vaak in een klein hoekje. Komen we bijna de hele dag geen auto tegen en net die ene.... Gelukkig zat het ongeluk deze keer letterlijk in een heel klein hoekje en komen we er met slechts een piepklein schrammetje van af.

 

Water

Net als in veel van de voorgaande landen is ook in Mongolië water een kostbaar goed en des te verder we de Gobi Woestijn in trekken des te schaarser het wordt. Hoe we ook zoeken en kijken nergens zien we kranen of waterpompen. Zomaar even 100 liter tanken is er dan ook niet bij, maar nodig is het wel. Volgens de meter hebben we nog maar een paar druppels. Na een aantal voor ons onbegrijpelijke aanwijzingen in het Mongools, en drie rondjes door het dorp zien we wat mannen in uniform. Nog maar een keertje vragen dan. Gewapend met een flesje water, onze "hints-aanwijzing", stapt Markus op de mannen af en met succes. Ze begrijpen ons, tenminste daar lijkt het op, en doen de poort voor ons open. Het duurt een paar tellen voordat we het door hebben, maar wanneer de loods open gaat en we een grote brandweerauto zien staan valt het kwartje. De dienstdoende brandweermannen zijn duidelijk blij met de afleiding en binnen een paar tellen heeft het halve korps zich nieuwsgierig om onze auto verzameld terwijl één van hun collega's een enorme slang uit rolt. Hilariteit alom. Het is maar goed dat de man de kraan flink knijpt want onze leidingen zouden de krachtige waterstraal anders niet overleven. Gerustgesteld nu we weer een volle watertank hebben rest ons nog één "watermissie"; op zoek naar een douche. Een missie die in het waterarme Mongolië verrassend makkelijk is, want niet alleen wij ontberen een douche, ook een groot deel van de Mongolen ontbeert deze luxe in hun huis. Een gebrek, dat ze heel praktisch hebben opgelost door overal openbare badhuizen te bouwen. In bijna iedere dorp of stadje zijn ze wel te vinden en voor ons dé uitkomst. De één is wat groezeliger dan de andere, de één ruikt naar de zeep terwijl de lucht die ons van uit een andere tegemoet komt een mengeling is van urine en schimmel, maar allemaal hebben ze één ding gemeenschappelijk, heerlijk warm stromend water om ons te douchen. Gewapend met slippers en een plastic zak is ons geen douche te groezelig en overal waar we een badhuis vinden grijpen we onze kans. 

 

mongolia overland

  

Fatamorgana's in de leegte 

Ruim een week nadat we bij Olgii het land binnen kwamen en na honderden kilometers stoffige pistes bereiken we het provinciehoofdstadje Arvaiheer waar we de hoofdroute verlaten en afbuigen naar het zuiden; op weg naar de Gobi; het grootste woestijngebied van Azië en de vier na grootste ter wereld. De Gobi, wat in het Mongools "heel groot en droog" betekent is zo oneindig, dat we na ruim een week hobbelen over redelijke maar vaak ook hele slechte pistes nog maar een heel klein stukje van dit immense gebied hebben doorkruist. Het landschap is eindeloos, leeg en gort droog, al bewijzen de diepe opgedroogde moddersporen, dat het hier van tijd tot tijd ook regent. Kort na het verlaten van de hoofdroute wordt het landschap kaler en rijden we al snel over een lege uitgestrekte stenige vlakte met talloze sporen en aan de horizon luchtspiegelingen die er voor zorgen, dat we opgestapelde autobanden aanzien voor mensen en grote donkere vlekken naarmate we dichterbij komen veranderen in een jeep of een kameel. Het is een lege wonderlijke wereld met een veel grotere variatie aan landschappen dan we hadden verwacht. Het is voor ons het mooiste stukje Mongolië met wonderlijke rotsformaties die in het licht van de ondergaande zon een prachtige rode gloed krijgen, hoge goudgeel gekleurde zandduinen die soms wanneer de wind er overheen raast kunnen zingen, smalle kloven, droge maar ook moerassige steppen, hoge bergen waar opgedroogde rivierbeddingen 's zomers dienst doen als weg en kleine kleurrijke woestijndorpjes.

 

Dino's in de klei 

Onze eerste nacht in de Gobi slapen we in een kleine canyon onderaan de voet van een Flaming Cliff. Het is een magische plek en de hoge rotswanden die in het licht van de ondergaande zon een donkere rode kleur krijgen, de haast hoorbare stilte en de prachtige sterrenhemel maken het tot onze mooiste bushcamp tot nu toe. Het is bovendien een plek met geschiedenis en een paradijs voor paleontologen, die in de aarden wanden botten en eieren van zo'n 8 soorten dinosaurussen hebben gevonden. De mooiste vondst is die van twee dinosaurussen in een dodelijk gevecht, als in een oogwenk bevroren in de tijd. Volgens de officiële lezing begraven door een hevige zandstorm. De rotsen zelf vertellen echter een heel ander verhaal en vertonen duidelijk sporen van een veel grotere gebeurtenis. Waar we ook kijken overal zien we van boven tot beneden stenen en andere rommel opgesloten in enorme wanden opgedroogde klei. En waar klei is was ooit water, heel veel water, maar aan dat aspect gaat de officiële lezing graag voorbij. Al bewijzen de wetten van de natuur een zondvloed-achtige gebeurtenis, de wetenschap houdt zich liever aan weerlegbare argumenten en vindt een zandstorm een veel betere "wetenschappelijke verklaring".

 

mongolia overland

 

Dit kan de weg toch niet zijn?  

Met lichte tegenzin verlaten we de volgende morgen onze mooie slaapplek en trekken we dieper de woestijn in op weg naar de hoogste duinen van de Gobi. Het is een lastige route waar we meer dan eens het spoor bijster zijn. De vele pistes vertakken zich alle kanten op en wijken keer op keer af van de stippellijn op onze GPS. Het is lastig spoorzoeken en ook van de herders worden we niet veel wijzer. Iedere keer weer opgelucht wanneer we een teken van leven ontdekken proberen we met handen en voeten te achterhalen welke kant we op moeten, maar de herders zijn om de verwarring compleet te maken niet eenduidig in hun antwoord en allemaal wijzen ze in verschillende richtingen. Niet één antwoord is hetzelfde en onze enige houvast is de pijl op de GPS die gelukkig nog steeds in de goede richting wijst. En dan na een paar uur, vinden we het spoor terug en zijn we weer on-track. Tenminste volgens de GPS, maar of dit echt de meest ideale route is? Lokale busjes en luxe 4x4's met toeristen zijn we de laatste uren niet meer tegen gekomen en dat is opmerkelijk. Of het nu de officiële track is of niet, wanneer we de bergen naderen en de weg nog slechts de droge bedding van een rivier is beginnen we hevig te twijfelen. Dit kan de weg toch niet zijn? Stapvoets ploeteren we ons door de mulle bedding waarbij we de meest puntige keien proberen te ontwijken. De spannende rit lijkt eindeloos en pas helemaal boven, waar een ovoo met tal van merkwaardige voorwerpen getuigt van eerdere passanten, verlaten we de bedding en doemen de duinen langzaam op. Zelden waren we zo opgelucht weer menselijke bewoning te zien.

 

Zand en proestende kamelen 

Geen zin in een verlaten bushcamp, na zoveel uren spoorzoeken, slaan we ons kamp op op de parkeerplaats bij Gobi Discovery, een ger camp op een paar kilometer van de duinen. Het is een gezellige plek waar we al snel in contact komen met Sarah en Tatjana, twee dames uit Canada en de VS. Na een vroege vlucht en een lange woestijnrit zijn ze behoorlijk uitgeteld, maar vastberaden om per kameel de zonsondergang in de duinen te bekijken. Het lijkt ons ook wel wat en het plan om samen te gaan is snel gemaakt. Chuka, hun kleine guitige chauffeur met  boeddha-buik vindt het bovendien prima, dat we meerijden en dat is maar goed ook want met onze eigen auto hadden we hem nooit bijgehouden. Geen wonder dat zijn collega's hem gekscherend Schumacher noemen. Zich niet storend aan kuilen, greppels, grote keien, wasbordribbels of andere offroad obstakels raast hij met snelheden tot wel 60 kilometer per uur over de piste en legt hij in een half uur meer kilometers af dan wij in een uur. In tegenstelling tot Frankie lijkt de moderne Landcruiser er weinig moeite mee te hebben en afgezien van een paar schuivers op de achterbank als gevolg van een noodrem voelt het een stuk comfortabeler dan in onze auto. Geen wonder dat de lokale chauffeurs zoveel harder kunnen dan wij. Desalniettemin zijn we er niet rouwig om dat de dollemansrit is afgelopen en we de Landcruiser kunnen inruilen voor een proestende kameel. Wat volgt is een mooie karavaanrit door de woestijn waarbij de kamelen, onverstoorbaar de straffe wind en het schurende zand trotserend, ons in zwaaiende gang naar de voet van één van de hoogste duinen van de Gobi brengen. In de glooiende zandzee met bergen tot wel 300 meter hoog voelen we ons kleine nietige stipjes. Wanneer we even later, na een korte klim, hijgend op de rand van een duin de zon zien onder gaan kunnen we niet anders dan stil zijn en verwonderd om ons heen kijken. Dankbaar voor het voorrecht om zoveel mooie plekken te kunnen bezoeken. 

 

 

mongolia overland

 

Kumis 

In het laatste restje daglicht glijden we na een tijdje de duin weer af en lopen we naar de parkeerplaats waar Chuka de kamelen heeft afgewisseld en geduldig op ons staat te wachten. De man is om op te vreten en wanneer hij op de terugweg voorstelt om gezellig Kumis te gaan drinken bij een goede vriend is er niemand die de uitnodiging durft af te slaan. Tot vreugde van Chuka, want die vindt het maar wat leuk om ons wat van zijn cultuur te laten zien. Niet veel later zitten met z'n allen op de grond in een kleine ronde ger met tussen ons in een grote pot Kumis. Uit respect voor de cultuur en de gastheer zijn we best bereid tot compromissen, maar kumis behoort daar niet toe. De geur van de gefermenteerde merriemelk is alles overheersend en doet ons al kokhalzen bij de gedachte. Dit is echt een brug te ver en ongemakkelijk slaan we de grote mok melk, die Chuka's vriend ons aanbiedt, af. De dames daarentegen bezitten meer moed en met een strak gezicht nemen ze de ene teug naar de andere. Chuka is verrukt en schenkt zichzelf nog een tweede mok, en een derde en zelfs een vierde mok in die hij met een gelukzalige glimlach in één keer achterover slaat waarna hij met een vertrokken gezicht zijn hoofd schudt, zijn bolle buik omklemt en voldaan "Oih" zucht. Sarah aan de andere kant heeft er meer moeite mee en al haar energie nodig om haar maag die hevig protesteert in bedwang te houden. Alleen Tatjana sipt onverstoorbaar door waarbij ze afwisselend op een gefrituurd broodje en een onbestemd stukje kaas knabbelt. Ze lijkt het ogenschijnlijk makkelijk weg te werken, maar wanneer we even later in de auto zitten en vragen waar het naar smaakte is ze duidelijk. "Gruwelijk; het is nog erger dan de melk. Het is net kumis maar dan in vast vorm". De blokjes kaas die we bij het afscheid mee krijgen gaan eenmaal terug bij de lodge dan ook regelrecht de prullenbak in. De geur blijft langer hangen en verdwijnt pas na een paar keer handen wassen. 

 

Verzadigd 

Na het ontbijt nemen we afscheid van Chuka en de twee meiden en rijden we naar Yolyn Am, de adelaarsvallei. Het wordt onze laatste stop in de Gobi voordat we doorrijden naar Ulaanbaatar. De weg vanaf de duinen is zoals de afgelopen twee weken; een hobbelige offroad piste met af en toe dikke stenen, stuifzand, eindeloos veel opgedroogde stroompjes en net voor we onze bestemming bereiken nog een droge mulle rivierbedding. Het zijn de karrensporen die we gewend zijn, maar inmiddels ook beu zijn. Na bijna 2000 km hobbelen met een gemiddelde snelheid van zo'n 20 kilometer per uur verlangen we hartstochtig naar asfalt en het is misschien ook wel daarom dat de rit van vandaag voor ons gevoel langer duurt dan anders. En dan verrijden we ons ook nog. Enthousiast geworden door een mooie omschrijving in de reisgids proberen we de Adelaarsvallei te bereiken via de Dungenee kloof. Volgens de gids een spectaculair smalle kloof en dat is niet overdreven want na de afdaling staan we al snel voor een passage die zo smal is dat we wanneer we onze armen spreiden de wanden van de kloof links en rechts kunnen aanraken. Geen wonder dat de bijgelovige Mongolen hier een grote ovoo hebben gemaakt. We besluiten Frankie er niet aan te wagen en maken rechtsomkeert. Terug naar de hoofdpiste is de bedoeling, maar in plaats van om ter rijden kiezen we een spoor, dat loodrecht in de juiste richting loopt. Het landschap dat wat glooit oogt vriendelijk en de piste lijkt niet te moeilijk, maar dan zijn slechts de eerste meters. Al snel verandert het landschap en moeten we de ene steile helling na de andere bedwingen. Aangekomen op de rug van de zoveelste heuvel kijken we gespannen naar de overkant. Voor ons ligt een diep dal en twee steile hellingen. Voor de zekerheid schakelen we de 4x4 in. Naar beneden gaat makkelijk maar omhoog.... Pruttelend tegen de zwaartekracht bereiken we met ingehouden adem de top van de helling. Het venijn zit 'm in de staart vandaag en wanneer we de ingang van het nationaal park bereiken hebben we even genoeg van het avontuur. Samen met een Franse reiziger, die we al een paar keer hebben ontmoet, slaan we ons kamp op bij de ingang en rijden we pas de volgende dag het park in. 

 

mongolia overland

 

Teehuis Toyota 

Aangekomen op de parkeerplaats hebben we het hele terrein voor onszelf, maar dat duurt niet lang. Een uurtje later komen de eerste toeristen en is de Adelaasvallei niet de enige attractie. Vanaf dat moment is het een onafgebroken stroom van belangstellenden. De toeristen zijn vooral nieuwsgierig naar onze reis en willen weten of we echt helemaal uit Nederland zijn komen rijden terwijl de chauffeurs van de busjes en stoere 4x4's meer geïnteresseerd zijn in onze auto. Het is een gezellige aanloop en zo gauw we onze bezoekers wat te drinken aanbieden verandert ons campertje al snel in een gezellig theehuisje. Terwijl onze gasten het zich gemakkelijk maken op onze stoelen, ons krukje en alles waar je maar op kunt zitten schenken wij het ene bakje thee en koffie na het andere en het wordt gewaardeerd. Zoveel zelfs, dat ik van de oudste man van het gezelschap een mooie handgemaakte sleutelhanger krijg die hij eerder bij het kleine souvenirskraampje heeft gekocht. Dit zijn de mooie momenten van het reizen. En dan ineens zien we een bekende auto. "Kijk Chuka!" roepen we enthousiast waarop één van de mannen verrast op kijkt. "Kennen jullie hem?" is de vraag die van zicht gezicht af straalt waarop hij trots antwoord: "Dat is mijn broer". Nu is het aan ons om verrast te zijn, alhoewel.... het postuur van de mannen vertoont wel enige gelijkenis. Vanaf dat moment zijn we vrienden en wanneer Markus de vlieger tevoorschijn haalt is het feest compleet. Met de wind in de rug rent jong en oud beurtelings over het terrein om de vlieger op te laten. De groep Duitse toeristen die zojuist uit de vallei terugkeert is duidelijk verrast hun serieuze begeleiders zo te zien. Later, die middag, nadat de meesten weer vertrokken zijn, trekken we zelf de vallei in. Het is een wereld apart en het bijzondere ecosysteem in de vallei zorgt ervoor, dat er zich in de smalle kloof het grootste gedeelte van het jaar ijsgrotten bevinden. Jammer genoeg zijn wij net buiten het seizoen, maar dat maakt de omgeving niet minder mooi. Hoge rotswanden omlijsten een vallei die smaller en smaller wordt totdat we uiteindelijk in een nauwe kloof lopen. Het ijs is verdwenen en ook het smeltwater. Wat rest is een klein sijpelend stroompje dat zich op de smalste gedeelten in kleine watervalletjes naar beneden stort. Van de bokken, de arenden en de lammergieren waar het gebied om bekend staat zien we geen spoor. De enige bewoners die we tegen komen zijn een paar jaks en ontelbare aantallen schattige knaagdiertjes die, altijd op hun hoede voor grote jagers, snel hun holen in schieten zo gauw we dichterbij komen. Na een tijdje keren we terug naar de parkeerplaats waar zich een nieuwe toevoer van toeristen en chauffeurs heeft verzameld. Het wordt al gauw een herhaling van de ochtend en de vele gezellige bezoekjes duren voort totdat de laatste toerist is verdwenen. De eigenaar van het souvenirskraampje is de laatste die vertrekt maar niet voordat hij een grote plunjebaal met al zijn hebben en houden naast onze auto heeft gelegd. Of wij er op willen passen is zijn verzoek. Natuurlijk willen we dat. En dan zijn we alleen in de stilte van de vallei. Het schijnsel van de heldere maan zorgt voor vreemde schaduwen in het bergachtige landschap en de ontelbare sterren voor een onwaarschijnlijk mooie hemel.  

 

Ulaanbaatar 

En dan is het zover, na twee weken stofhappen komen we bij Dalanzadgad weer op het asfalt. Niet de korte stukjes die we af en toe troffen. Nee, gewoon een asfaltweg, weliswaar van sterk wisselende kwaliteit, die ons helemaal naar Ulaanbaatar brengt. Het is een ongekende weelde niet meer onafgebroken je ogen op de weg te moeten houden altijd op de uitkijk voor onverwachte stenen, gaten of iets anders. Al is té ontspannen ook vragen om problemen, want ook dit is Mongolië en dus heeft ook het asfalt zo af en toe een speciale verrassing voor ons in petto. En asfalt of niet het blijft uitkijken voor de grote kuddes koeien, schapen, geiten, paarden en zelfs kamelen die nog steeds ongehinderd oversteken. Wanneer we de stad naderen zijn we verrast. Ulaanbaatar is een wereld op zich en lijkt weinig op het Mongolië van de afgelopen twee weken. Nadat we twee weken lang meer paarden, geiten en kamelen dan mensen hebben gezien, zijn we duidelijk terug in de bewoonde wereld. Ulaanbaatar huisvest met haar 1,5 miljoen inwoners ongeveer de helft van de bevolking van het land en het oogt en voelt dan ook als een drukke metropool. Kneuterige ger-wijken hebben plaatsgemaakt voor stenen of houten huizen en zelfs grote flatgebouwen, de schone lucht is verdreven door een dikke wolk grijze smog, de stilte niet meer hoorbaar door al het getoeter, motorgeluid en ander lawaai en de lege straten vervangen door bijna permanente verkeersopstoppingen. Maar het is ook de plek van moderne winkels waar alles weer te koop is, van goede restaurants en een geweldig guesthouse. Oasis Guesthouse is zonder overdrijven de Oase die het pretendeert te zijn en onze uitvalsbasis voor de komende 3 weken. Met leuke zitjes, een zonnig terras, een gezellige verwarmde zitruimte die dag en nacht beschikbaar is, permanente beveiliging, hete douches, onbeperkt internet, een bar en koelkast waaruit je ongevraagd mag nemen zolang je het maar even eerlijk opschrijft, een goed restaurant met Europese gerechten, een wasserij-service, een tankstation voor de deur, een garage met goede monteur als buurman en een "westerse" supermarkt om de hoek hebben we alles wat we maar wensen en na 5 maanden rijden is het dé plek waar we letterlijk even op adem komen. De weken vullen we met korte uitstapjes naar nabij gelegen bezienswaardigheden, ambassade verplichtingen, schoonmaak- en onderhoudklusjes, winkelen, lekker eten, naar de kerk gaan, gezelligheid met medereizigers waaronder een groot deel van onze "China-groep" en een heleboel niets doen. Op één van onze eerste dagen hebben we zelfs het "geluk" een kleine glimp op te vangen Poetin, die met groot ceremonieel vertoon wordt onthaald. We hebben er een heerlijke tijd en het luie dagritme begint zelfs zo erg te wennen, dat we bijna opzien tegen onze vertrekdag. 

 

mongolia overland

 

Voorproefje op China  

Als de gang van zaken bij de Chinese ambassade een voorproefje is voor China dan wacht ons een enerverende doorreis. Gewapend met een officiële uitnodigingsbrief, een bevestiging van 30 overnachtingen en allerlei kopieën vertrekken we samen met Sandra en Markus, de tweede Markus in onze "China-groep", naar de ambassade. Het is een formaliteit die we nog "even" moeten regelen zo denken we, maar dat optimistische gevoel verdwijnt al snel wanneer we een grote groep wachtenden voor de ambassade zien staan. De meesten met in hun hand een blauw briefje met daarop een nummer. "Als je een nummer hebt dan zit je veilig en mag je zeker naar binnen", legt een Mongoolse studente vriendelijk uit. Het nieuwe universiteitsjaar staat voor de deur en hordes Mongoolse studenten staan in deze tijd van het jaar soms al om 6 uur 's ochtends voor de deur van de ambassade te dringen. De vroege vogels krijgen dan een nummer en voor de rest is het afwachten of er die dag nog een plekje is. Zonder nummer en achteraan in de rij ziet het er voor ons weinig hoopvol uit. Gelukkig hebben we tijd en zijn we nog niet zo wanhopig als een medetoerist wiens vlucht overmorgen vertrekt. Een grappig Mongools meisje komt ons in verrassend goed Duits nog even waarschuwingen, dat we, wanneer de deur open gaat, vooral "niet te vriendelijk moeten zijn". Het is een opmerkelijk advies, maar we begrijpen al snel waarom. Geduldig op je beurt wachten is geen fatsoensnorm waar de Mongolen veel waarde aan hechten en de jonge generatie zeker niet. Zo gauw de deur van de ambassade open gaat, verandert de wachtende menigte in één duwende massa en vecht iedereen om het hardst om binnen gelaten te worden. De twee agenten die de deur bewaken hebben alle kracht nodig om te voorkomen dat de hele meute in één keer naar binnen stormt. Het is een wonderlijk tafereel waarbij we 2x buiten de boot vallen, maar met een beetje duwen en voordringen lukt het ons om bij de derde keer toch binnen te komen. De grootste horde lijkt genomen maar daarmee is ons visum nog geen feit, want terwijl de studenten een snelle behandeling krijgen, geldt voor buitenlanders een aparte "langzame" rij. Geduld is het sleutelwoord en pas een uur later, precies 5 minuten voor sluitingstijd, is onze aanvraag geaccepteerd en hebben we het felbegeerde afhaalbewijsje. Een hele opluchting want dat voorrecht valt niet iedereen ten deel. De procedure is streng en ontbreekt er ook maar iets aan de aanvraag dan word je zonder pardon terug gestuurd. Dat ze daarbij geen boodschap hebben aan geboekte reizen en duur betaalde vliegtickets zien we bij 4 van onze voorgangers. Gelukkig niet bij ons en om ons succesje te vieren trakteren we onszelf op een heerlijke maaltijd in een poepchique Frans restaurant. Een week later zijn we terug voor de afhaalprocedure. Opnieuw staat voor de ambassade een grote rij, maar de afhalers mogen sneller naar binnen. Het is een pak van ons hart, maar eenmaal binnen blijkt het leed nog niet geleden. Wanneer we enthousiast onze nieuwe visumsticker bekijken zien we tot onze verbazing, dat we, ondanks een lange lijst met 30 overnachtingen, slechts een visum van 7 dagen hebben gekregen. Braaf wachten is geen deugd meer die we hoog houden. We draaien ons gewoonweg om en steken tot irritatie van de andere wachten onze paspoorten weer onder het raam door. De dame maakt het niet uit wiens beurt het is en na overleg met haar collega erkent ze de vergissing; over twee dagen moeten we terug komen. Vooral bij Markus heeft het vertrouwen in een goede afloop een kleine deukje opgelopen, maar dat is gelukkig ten onrechte. Twee dagen later, bij een verrassend lege ambassade, krijgen we zonder problemen het juiste visum en lopen we door een deur, die gewoon open staan, weer naar buiten. Deze keer hebben we een groot succesje te vieren en opnieuw gaan we naar het nabij gelegen Franse restaurant. 

 

De slager aan huis

De volgende dagen zijn luierdagen. De koelkast moet schoon en ons colemanbrandertje een kleine servicebeurt maar dat is ook alles wat we vandaag van plan zijn. Verder, zo is onze bedoeling gaan we lekker op het terras zitten een beetje computeren, maar dat genoegen laten we snel schieten wanneer onze aandacht wordt getrokken door een schaap dat bij het kantoortje van de conciërge aan een paal gebonden staat. Op de achtergrond horen we het geluid van messen over een aanzetstaal. Nee, toch niet hier onder onze neus? Het is een zielig gezicht en wanneer het arme schaap een paar tellen later hevig tegenstribbelend aan een touwtje wordt meegesleurd naar een klein stukje grasveld hebben we genoeg gezien. We laten onze afwas voor wat het is en schieten snel in de camper waar we met de deur dicht en een muziekje op de tijd uit zitten. Een kwartiertje later is het voorbij. Op het grasveld ligt een "leeg" schapenvelletje en het voltallige personeel is in de weer met grote hompen vlees en het reinigen van de ingewanden. In de guesthouse hangt een opgewonden sfeer en amper twee uur na de slacht pruttelen de potten met schapenvlees er luidruchtig op los en zitten gasten, buren en personeel rondom ons te kluiven op het malse schapenvlees. Het beeld van het zwart-witte schaapje, dat vanochtend nog langs onze auto liep en de bebloede handen van de conciërge laten ons niet los. En dan die geur. Het guesthouse, dat ooit eigendom is geweest van een Duits-Oostenrijks stel bakt heerlijke frietjes, maar zelfs die laten we schieten. Voor ons geen eten uit de keuken vandaag. Nog dagenlang zien we buiten het hek een kleine hoopje schapenkeutels. Het enige dat nog is overgebleven van het schaap.  

 

mongolia overland

 

Goede restaurants

"Wat eten jullie dan?"  Verwonderd kijkt menige Mongool ons aan wanneer we proberen uit te leggen, dat we vegetariërs zijn en dan laten het feit dat we eigenlijk liever veganistisch eten nog wijselijk achterwege. Het is een grappig verschijnsel en heel begrijpelijk want in het barre Mongolië waar in een groot deel van het land begroeiing schaars en de bodem op veel plaatsen permanent bevroren is, zijn vlees en zuivel de belangrijkste bronnen van voedsel. Vegetarisme is een gewoonte waar de meeste Mongolen zich gewoon niets bij kunnen voorstellen, maar die ze zich ook niet kunnen veroorloven. In de Gobi en in veel dorpjes op het platteland zijn groenten en fruit schaars en kostbaar en is het aanbod heel eenzijdig. Aardappelen, uien, wortelen, soms een enkele paprika en hier en daar een verlepte kool. Veel groter is het assortiment in de meeste supermarktjes niet. Voor ons zijn de supermarkten in Ulaanbaatar dan ook een waar paradijs. Een nog grotere verrassing zijn de restaurants in de stad want niet alleen hebben de meeste restaurants wel een paar lekkere gerechten op de kaart staan er is zelfs een hele keten van vegetarische restaurants. Foto's van prominente Hollywood sterren met dezelfde eetgewoonte prijken op de muren van de Loving Hut. Het wordt al gauw ons favoriete zaakje en heel wat keren proberen we een keuze te maken uit een onleesbare menukaart. Hadden ze er nou maar een paar plaatjes bij gezet! Met handen en voeten proberen we uit te leggen wat we willen, maar uit de vriendelijke lach van het meisje achter de toonbank maken we op, dat ze ons niet begrijpt. Hoopvol kijken we naar de tafels van de andere gasten zodat we iets hebben om te kunnen aanwijzen, maar het is nog te vroeg. Het restaurant is nauwelijks gevuld en de andere gasten nog niet bediend. Op de gok maken we een keuze. We kiezen twee gerechten en een bord met noodles. Dat laatste zou goed moeten gaan want dat begreep ze de vorige keer ook. Het meisje schudt ontkennend en steekt een heel verhaal tegen ons af. We begrijpen er niets van en lopen maar gewoon weg. We zien wel wat we krijgen. Niet veel later komt ze naar ons toe met in haar hand een voor ons onbekend gerecht. "Noodle" zegt ze met een vriendelijk lach wanneer ze het op tafel zet. Het lijkt in de verste verten niet op het gerecht, dat we eerder hadden en de alom gegeten deegslierten zijn volledig afwezig. Vlees wordt er in het restaurant niet geserveerd dus het zal wel goed komen. Voorzichtig nemen we een eerste hapje en zijn blij verrast. Het is verrukkelijk! Voor een lekker toetje nemen we daarna de bus naar het grote plein en lopen we naar ons favoriete bakkerijtje waar ze overheerlijke zelfgemaakte gebak serveren. Ze hebben zelfs veganistische chocolade-bananentaart. Hoezo, afzien in Mongolië.

 
Kloosters, standbeelden en schildpadden

Weinig zin in nog meer afzien op de Mongoolse karrensporen laten we de verre bezienswaardigheden schieten en maken we een paar korte uitstapjes in de buurt. De eerste is naar Kharkhorin, in het verleden een belangrijke halte langs de Zijde Route en enige tijd de hoofdstad van het oude Grote Mongoolse Rijk. Van de oude stad is niets over en het huidige plaatsje is slechts een doorsnee plattelandsstadje. De grootste trekpleister is het Erdene Zuu klooster, een verzameling kleurrijke gebouwen in Tibetaanse stijl en het oudste boeddhistische klooster van het land. In de hoogtijdagen boden 62 tempels plaats aan 1500 monniken totdat de Russen aan de macht kwamen en Stalin het tijdens de communistische periode bijna volledig verwoeste en de monniken vervolgde. Slechts een paar gebouwen en de indrukwekkende buitenmuur met 108 witte stupa's zijn bewaard gebleven. Sinds 1990 is het zelfs weer in gebruik als klooster. Grote Boeddhabeelden worden weer vereerd, de gebedsrollen draaien weer en monniken in donkerrode gewaden slenteren gemoedelijk over het terrein. Het is weer een plek waar mensen aanbidden en dat geldt niet alleen voor de heilige plaatsen binnen de kloostermuren. Niet ver daar buiten zien we ook stenen schildpadden en zelfs een stenen penis "versierd" met blauwe lapjes en "vereerd" met geld, snoepjes, flessen wodka en andere offers. Een weekje later bezoeken we in het Terelj NP nog een schildpad. Het is een bijzondere rotsformatie en de gelijkenis is verbluffend. Ons laatste uitstapje is naar een enorm roestvrijstalen standbeeld van Chinggis Khaan, de grote veroveraar en ook vandaag de dag nog steeds de held van de Mongolen. Dankzij het aangename herfstzonnetje schittert het glimmende beeld ons als van ver tegemoet. De grootte is imponerend en staat daarmee op een merkwaardige manier symbool voor het ongeëvenaard grote deel van de wereld dat de woeste steppenkrijger of briljante veldheer zoals hij ook wel wordt genoemd heeft veroverd. Van Oost-Europa tot Zuidoost Azië, het is het grootste imperium dat een krijgsheer ooit heeft veroverd. Omdat de grote verhalen door de ongeletterde en bevooroordeelde Mongolen hoofdzakelijk mondeling via overlevering zijn doorgegeven is van de keerzijde van de roem niet veel bekend. Afbeeldingen van de woeste steppenkrijger komen we dan ook overal tegen. Op het geld, op schilderijen, als standbeeld. Zelfs het internationale vliegveld is naar de man vernoemd. 

 

 

mongolia overland

 

Nieuwe vrienden  

Alle bijzondere uitstapjes en bezienswaardigheden ten spijt waren de kerkdiensten die we een paar weekenden achter elkaar hebben bezocht het meest gedenkwaardig. Niet op de hoogte van het evenement en met wat extra tijd om handen speuren we het internet af op zoek naar een Adventkerk. Google komt met het adres van de Central Church in UB. Het wordt ons eerste kerkbezoek sinds we uit Nederland zijn vertrokken en dat blijkt precies de juiste kerk op het juiste moment. We zijn net op tijd voor UB14; een evenement met iedere dag een interessante lezing en ter afsluiting een bijzondere kerkdienst in een groot congrescentrum. Wanneer we nadat onze Engelsprekende chauffeur die we per "toeval" treffen het juiste gebouw heeft gevonden, horen we ook de gastspreker Engels spreken. De verrassing is groot want in plaats van alleen even de sfeer proeven kunnen we de overdenking nu zelfs verstaan. Het is een bijzondere belevenis en de vele vriendelijke knikjes, warme handdrukken en zelfs een wel gemeende omhelzing van een kleine oude vrouw zorgen dat we ons erg welkom voelen. Voor het eerste sinds ons vertrek voelen we ons geen toerist. We worden onthaald als "familie" en dat geldt voor iedere keer wanneer we een kerkdienst of lezing bezoeken. 's Middags worden twee weken achter elkaar uitgenodigd door een Australisch echtpaar en hun Oekraïense vrienden om samen met de predikant en zijn zoon mee te gaan voor een gezellige lunch. Het is verwennerij alom want de tafel staat vol met heerlijke hapjes, salades en andere lekkernijen en 's avonds wanneer we allemaal weer onze eigen weg gaan brengen ze ons keer op keer terug naar onze auto. Het zijn dierbare momenten en we maken vrienden voor het leven. De afsluiting is een indrukwekkende kerkdienst in een mooi evenementsgebouw met veel muziek en bijzondere verhalen. De meeste indruk maakt het verhaal van een zendelinge. Een moedige vrouw die 22 jaar gelden het land bezocht toen er nog geen Adventkerk en zelfs helemaal geen Christenen in het land waren. Die ommekeer kwam pas na 1990 toen de communisten vertrokken en godsdienstvrijheid langzaam weer ruimte kreeg. Het is een recht die zeker voor de oudere generatie nog steeds niet vanzelfsprekend is en de positiviteit die de mensen uitstralen is hartverwarmend. Gekleed voor een belangrijke gebeurtenis zien we een aantal ouderen in prachtige traditionele overjassen samengebonden met een kleurrijke sjaal.

 

mongolia overland

 

Klaar voor deel 2  

Na bijna 3 weken Ulaanbaatar nemen we afscheid van de lodge en de nieuwe vrienden die we hebben gemaakt en vertrekken we voor de laatste 700 kilometer naar de Chinese grens. Het wordt tijd voor nieuwe belevenissen en bovenal warmer weer. Waren de bomen nog groen en de temperatuur zomers toen we een paar weken geleden in UB arriveerden, nu is het koud. Nachtvorst is eerder regel dan uitzondering geworden en de bomen zijn in een week tijd verkleurd en voor een deel al kaal. Mongolië maakt zich op voor de herfst en wij voor China. Met het verlaten van Mongolië komt er een einde aan ons eerste half jaar. Zes bijzondere maanden die achter ons liggen zijn omgevlogen en we zullen er nog vaak aan terug denken. Het nieuwe half jaar dat, voor ons ligt, zal in ieder opzicht anders zijn. Privacy zal niet meer een vanzelfsprekende luxe zijn en rustige bushcamps midden in de natuur een zeldzaamheid. Zuidoost Azië zal tropisch en druk zijn. Het zal een nieuw hoofdstuk in ons avontuur worden en we kijken er naar uit. We verheugen ons op China, waar we samen met 4 andere stellen doorheen zullen reizen, op de drukte van Azië waar mensen en ontmoetingen weer onze verhalen zullen kleuren, op Thailand waar we een aantal bekenden zullen opzoeken en op tropische zeeën en mooie standen. We zijn klaar voor deel 2. 

 

 

mongolia overland

   

Mongolië  

Mongolië is meer dan gras en paarden. Wekenlang hebben we, zoals onze reisgids zo mooi beschreef, door landschappen uit "Dances with Wolves" gereden. Talloze onvoorstelbaar mooie bushcamps hebben we gehad met boven ons hoofd altijd de vertrouwde silhouetten van cirkelende roofvogels. Het zijn de kraaien van de steppe zoveel roofvogels hebben gezien. Mongolië is een fascinerend land van ongerepte steppen, woeste bergen, blauwe luchten en een mix van Boeddhistische mystiek. Duizenden kilometer piste hebben we gereden en hoewel we ze soms vreselijk beu waren, was het onderdeel van het avontuur. Zonder pistes en met overal mooie asfaltwegen zou Mongolië een ander Mongolië zijn. We hebben er van genoten. 

 

 

 

Wist je dat .....  

- we altijd blij waren als we een tol moesten betalen, want dat betekende een klein stukje nieuw asfalt.

- de steppes waarin we kampeerden vaak heerlijk geurden naar tijm of andere kruiden

- de pistes op de steppen bezaaid liggen met kapotte autobanden

- een zebrapad in Ulaanbaatar geen enkele waarde heeft en een straat oversteken bijna zelfmoord is.

- men in Mongolië door 3 meter ijs moet boren om een waterput te kunnen slaan.

- we in een Nationaal Park waar geen enkele boom groeit borden hebben gezien die vertellen dat bomen kappen verboden is.