Select another language


overland laos

Laos 2014

23 oktober 2014 - 5 november 2014

 

Route: Boten (grens met China) - Luang Namtha - Oudomxai -  Luang Prabang - Vientiane - Paksan - Thakhek - Konglor Cave - Savannakhet - Pakse -  Si Phan Don (grens met Cambodja)

 

Herwonnen vrijheid 

Zo gauw de grensformaliteiten zijn afgerond nemen we afscheid van onze reisgenoten. Dertig dagen samen reizen was lang. Voor ons té lang en we hunkeren naar vrijheid. Naar tijd voor onszelf. Tijd om weer in ons eigen tempo te kunnen reizen en tijd om weer ons eigen eten te kunnen maken. Niet meer iedere 2 uur een verplichte koffiestop, geen haastige lunchpauzes meer en bovenal geen discussies meer. De afgelopen weken waren zwaarder dan alle weken daarvoor en rijdend door een nieuwe wereld genieten we van onze herwonnen vrijheid. Het gevoel van onafhankelijkheid is onbetaalbaar en het voelt als de eerste dag van een nieuwe reis.


 

Rust

Terwijl Michael en Judy linksaf slaan, gaan wij rechtsaf naar Luang Namtha. Buiten het centrum van het kleine dorpje en aan de oever van de rivier vinden we eindelijk een plekje om tot rust te komen. De eens zo luxe eco-lodge heeft na 15 jaar niet meer de glans die het eens had, maar de plek is nog steeds idyllisch, het personeel relaxed en vriendelijk en de omgeving één en al rust. In afwachting van de manager, die pas over 2 uur weer terug is, ploffen we uitgeput neer op een stoel en doen we een tijdje niets anders dan de kippen en honden gadeslaan die rondom de auto scharrelen. Het meest opvallend is de rust. Slechts een enkele auto en een brommertje doorbreken de stilte, maar verder is er geen lawaai en horen we slechts het geluid van kabbelend water en fluitende vogels; geluiden die we in China bijna niet gehoord hebben. In het overbevolkte China draaide de 24-uurs economie op volle toeren en was over en altijd lawaai van mensen en verkeer. Het verschil tussen beide landen is enorm. Terwijl China tot één van de belangrijkere economische wereldmachten behoort, worstelt Laos al jaren om uit de top 20 van armste landen ter wereld te komen en dat contrast is zichtbaar. Strakke plantages hebben plaatsgemaakt voor ongerepte jungle en de huizen langs de weg zijn vaak niet meer dan kleine eenvoudige hutjes op palen gemaakt van hout en gevlochten bamboe. Rondom de hutjes scharrelen steevast eenden, kippen en honden en, niet aan banden gelegd door een geboortebeperkend regime, zien weer een heleboel kinderen. Spelend langs de weg of onderweg naar school. Allemaal strak in uniform. Een broek met blouse voor de jongens en een mooie donkerblauwe sarong voor de meiden. 

 

Pizza en stokbrood

Verlangend naar een nieuwe start rapen we, nadat we een beetje zijn bijgekomen, onze moed bijeen en ruimen we de auto op, herschikken we onze spullen, ontdoen we de voorcabine van een dikke laag stof en en gooien we al het zoete Chinese brood, dat ons inmiddels de neusgaten uit komt, regelrecht in de prullenbak. Laos mag dan een stuk armer zijn, het is er ook veel toeristischer en dat betekent weer op westerse wensen ingestelde restaurantjes. De omschrijvingen in de reisgids doen ons al watertanden bij de gedachte en die avond doen we ons tegoed aan een echte steenoven pizza in een gezellig barretje gerund door een Nieuw Zeelands stel. 's Middags wanneer ze het oventje opstarten bakken ze er zelfs vers brood in en ze zijn best bereid om er eentje aan ons te verkopen. Heerlijk ouderwets brood zonder allerlei toevoegingen en suiker. In Laos lijkt alles anders en die avond vallen we in slaap bij een kakofonie aan junglegeluiden. Krekels, muggen, vogels en kikkers het geluid is allesoverheersend en toch verstoort het de "stilte" niet. "Opgekikkert" worden we de volgende dag wakker, klaar voor een nieuwe start. 

 

laos overland

 

Vriendelijk onthaal

Het strakke reisschema van de laatste weken heeft ons ritme dusdanig in de war geschopt dat we in Oudomxay, het stadje waar we neerstrijken voor het weekend, weer even moeten wennen aan het "niets doen". We mogen er kamperen op een veldje achter één van de betere hotels en hebben zo maar een hele dag voor onszelf. Een mooie douche heeft de man niet voor ons, maar we mogen ons wassen in de personeelsverblijven en dat alles voor niets. Het modderige veldje is niet het meest schone veldje, maar goed genoeg. De stilte van de lodge van gisteren is helaas ver te zoeken, maar de gastvrijheid niet minder. De conciërge, die zelf ook in het personeelsverblijf woont, houdt ons goed in de gaten en komt om de haverklap even polshoogte nemen. De ene keer komt hij langs voor een praatje, de andere keer roept hij ons vanaf de dakrand of het trappenhuis toe en vraagt of alles OK is. De gastvrijheid maakt het modderige veldje, de koude douche en de luide muziek van het grote bruiloftsfeest ruimschoots goed en het inkijkje, dat we krijgen in het leven van het Laotiaanse personeel is onbetaalbaar. Voor het eerst hebben we zelfs weer tijd voor ons wekelijkse pannenkoekenontbijt. En de grootste verrassing: wanneer we afscheid nemen krijgen we van de man een grote zak met traditionele thee. Wanneer we hem bedanken, verontschuldigt hij zich en vertelt hij ons, dat zijn baas had hem gezegd, dat hij goed voor de gasten moest zorgen!

 

Een route met obstakels

Zin in nieuwe avonturen vertrekken we na twee dagen richting Luang Prabang. Een mooie maar hobbelige bergrit met de nodige obstakels. Net als in China worden ook in Laos steeds meer oerbossen gekapt voor hout en verdwijnt heel geleidelijk steeds meer jungle. Prachtige natuurlijke bossen zijn soms nog slechts eilandjes tussen kale hellingen en strakke aangeplante plantages. Kleine strookjes bos op moeilijk bereikbare bergruggen of her en der verdwaalde "oer-bomen" getuigen van de ondoordringbare bossen die ooit het hele land vulden. De kaalslag is een verdrietig gezicht en de gevolgen niet geheel ongevaarlijk zo merken we al snel. De hevige regens van de laatste dagen hebben een aantal steile kale bergwanden veranderd in een massa losse klei met enkele fikse aardverschuivingen tot gevolg. Tot 4x toe moeten we wachten totdat kranen en bulldozers enorme bergen zand, klei en rotsen hebben verplaatst en de weg weer begaanbaar is. Het kost ons een paar uur extra en maakt van het relatieve korte ritje een mooie maar moeizame tocht. We zijn dan ook blij wanneer we laat in de middag onze eindbestemming bereiken. 

 

Lang leve Toyota

Nog blijer zijn we zelfs wanneer we aan het begin van de stad begroet worden door een groot Toyota Logo. Sinds een paar uren horen we een piepend geluid, dat met de minuut erger lijkt te worden. Duidelijk een riem die aan vervanging toe is, maar waar haal je die? Opnieuw zijn we blij, dat we een Toyota rijden want ook hier is het straatbeeld weer gevuld met het bekende Japanse automerk en zien we bij het binnenkomen van de stad een grote moderne dealer. Het blijkt de enige in de regio en wanneer we de volgende dag langs gaan hebben ze de riem zelfs op voorraad. Bij de dealer worden we begroet door de gebruikelijke professionaliteit en zelfs de procedures, de werkwijzen en de strak georganiseerde en brandschone werkplaats zijn zoals we ze overal treffen. Het is een vriendelijke garage en terwijl we onder het genot van een kopje thee via een groot raam kunnen meekijken met de werkzaamheden in de werkplaats vervangen ze voor een prikje onze v-snaar en als extra service wordt onze auto ook nog gratis gewassen. Brandschoon en zonder nare piepjes rijden we een uurtje later het terrein weer af. Hoeveel geluk kun je hebben. Treffen we niet alleen de enige dealer in de hele regio, we vinden er zelfs eentje waar ze ons onderdeel ook nog op voorraad hebben en dat is niet zo vanzelfsprekend aangezien onze auto heel wat jaren ouder is dan de gemiddelde Toyota die hier rond rijdt.

 

laos overland

 

Luang Prabang

Expansiedrift heeft heel wat Europese landen in het verleden naar nieuwe gebieden in het oosten gejaagd en in Laos waren het de Fransen die er een tijd lang de touwtjes in handen hadden. Een invloed die vandaag de dag nog steeds merkbaar is want niet alleen wordt het Frans nog veel gebruikt op menukaarten en in hotels, ook de overal verkrijgbare Franse stokbroden zijn een erfenis uit het koloniale verleden. Een verleden, dat zoveel jaar na dato, ook in het straatbeeld nog steeds zichtbaar is en van het kleine stadje aan de Mekong een exotische mix van oude koloniale gebouwen en kleurrijke Laotiaanse tempels heeft gemaakt. Een stadje waar toeristen en monniken gezamenlijk de straten vullen. Een plek waar toeristen op zoek naar een westers ontbijt in één van de vele luxe bakkerijen iedere ochtend stuivertje wisselen met de monniken die rond zonsopkomst als een lang oranje lint door de straten lopen terwijl ze aalmoezen in ontvangst nemen van burgers die langs de weg zitten. 

 

Watervallen, beren en een prachtig uitzicht

De tropische vochtige warmte valt ons zwaar en advertenties van koele zwempoeltjes lokken ons de volgende dag al vroeg naar de Kuang Si watervallen. Het is een paradijs dat vele malen mooier is dan de plaatjes van de vele reisbureautjes doen vermoeden. Door onze vroege start zijn we er net voor de grote menigte aan en belanden we in een wereld van grote en kleine watervallen en azuurblauwe poelen met helder fris water en dat alles omgeven door een tropisch bos van oude bomen, varens, bamboe, lianen en kleurrijke bloemen. Het één van de mooiste plekjes waar we ooit hebben gezwommen en vechtend tegen de sterke stroming liggen we een tijdje in het blauwe water te genieten van de wonderlijke natuur om ons heen. Daarna gaan we terug naar de uitgang waar we nog één keertje de sunbears bezoeken. De kleine bruine beren met hun grappige witte vlek voor de borst en een mooie harige kraag hebben in de jungle vlakbij de watervallen een veilig thuis gekregen nadat ze door vrijwilligers zijn gered uit soms erbarmelijke omstandigheden. Om het opvangcentrum, dat het voornamelijk van donaties moet hebben, wat te sponsoren kopen we bij vertrek ieder een leuk t-shirt. 

 

laos overland

 

Kippen met een doodswens

De weg van Luang Prabang naar Vientiane ziet er op de kaart een heel stuk beter uit, dan hij in werkelijkheid is, want opnieuw is de route, die voor een groot deel door een dichtbegroeid heuvellandschap loopt, weer een bochtige provinciale weg met verraderlijke gaten. Het is een weg die we, net als in de rest van het land, niet alleen delen met auto, vrachtwagens, brommertjes en fietsers maar ook met spelende kinderen, loslopende honden, geiten met lammetjes, varkens met biggetjes, koeien en waterbuffels met kalfjes en eenden en kippen met kuikens. Alles en iedereen loopt en scharrelt langs de weg en regelmatig liggen er dieren en zelfs mensen op de weg te slapen. Op het platteland van Laos speelt het sociale leven van mens en dier zich af langs de doorgaande wegen en dat maakt het rijden er niet makkelijker op. Het vergt een hoop concentratie en meestal gaat het net goed wanneer de zoveelste kip met doodswens ineens van richting van verandert behalve vandaag. Terwijl we slingerend langs gaten en kippen weer dorpje passeren gaat het dan toch een keertje mis. In een flits zien we een rode hanenkamp en in onze achteruitspiegel nog een paar zwarte fladderende vleugels. Vanavond staat er in één van de huisjes vast kip op tafel. Net als de voorgaande dagen, wordt het ondanks de goede vooruitzichten toch weer een tijdrovende rit. Vientiane schrappen we dan ook al snel als mogelijke bestemming en wanneer tegen het einde van de middag de zoveelste aardverschuiving opnieuw roet in het eten gooit blijkt ook Vang Vieng een brug te ver. Iets waar we achteraf niet rouwig om zijn want achter het rommelige guesthouse waar stranden, gaat misschien wel het mooiste uitzicht van Laos schuil. Het is in ieder geval het mooiste uitzicht, dat wij in tijden hebben gezien. Slechts een paar meter van de openbare weg openbaart zich een wereld van diepe valleien, groene heuvels en hoge bergen. Het panorama vanaf het kleine terras is geweldig en het kleurenspel van de ondergaande betoverend. 

 

Vrijheidsstrijders

Het toeristische Thailand, dat sinds de protesten eerder dit jaar, door het leger strak gecontroleerd wordt krijgt ineens een heel ander gezicht wanneer we in het guesthouse twee gevluchte vrijheidsstrijders en hun bodyguard treffen. Wanneer we willen dan nemen ze ons mee naar hun kamp en kunnen we een reportage maken. "Voor Discovery of zo", vertaalt de eigenaar van het guesthouse. Het is een aanbod, dat we wijselijk afslaan, maar de opmerkingen van de mannen zeggen genoeg. Hoewel toeristen er weinig van zullen merken en Thailand nog steeds het vakantieparadijs is dat het altijd was, is vrijheid in de volledige betekenis van het woord een kostbaar goed en niet voor iedereen weggelegd. 

 

Visumrun

Thailand, het toeristenparadijs, dat bij aankomst op het vliegveld aan de meeste Westerse nationaliteiten gratis een visum van 30 dagen verstrekt is voor overlanders, die via een landsgrens binnen komen, een stuk minder gastvrij. Slechts 15 dagen zijn we welkom tenzij we vooraf een visum regelen. Als we de info op het internet mogen geloven een routineklusje waarvoor we het beste naar de ambassade in Vientiane kunnen gaan. Voor ons dan ook de belangrijkste reden om de hoofdstad te bezoeken en om de vochtige warmte, waar we nog steeds niet helemaal aan gewend zijn te ontlopen, verschansen we ons comfortabel in een hotelletje tegenover de ambassade. Kunnen we lekker uitslapen en de volgende ochtend toch als één van de eersten voor de deur staan. Een goed plan denken we en tegen openingstijd staan we ook inderdaad voor de poort, maar niet als één van de eersten. Opgesteld in een lange rij staan er inmiddels al enkele honderden mensen en de rij wordt met de minuut langer. "Staan jullie allemaal in de rij voor de Thaise ambassade?" vragen we tegen beter weten in waarop één van de wachtenden een wanhopig "ja" zucht. Het duurt een paar tellen voordat we onze teleurstelling hebben weggeslikt waarna ik me met hernieuwde moed in de rij verschans terwijl Markus op zoek gaat naar een werkend geldautomaat. Het wordt een lange vermoeide speurtocht in de brandende zon, maar het lukt en ongeveer tegelijk passeren we het grote metalen hek van de ambassade waarna de rij tot onze verrassing gewoon verder gaat. Dat is balen. We hadden verwacht eenmaal binnen aan de beurt te zijn, maar niets is minder waar en kijkend naar de wachtende menigte gaat dat ook nog wel even duren. We maken ons op voor een lange procedure en terwijl Markus op ons "nummer" wacht ga ik terug naar het hotel om een nachtje bij te boeken. En dan, na bijna anderhalf uur wachten wordt ons geduld beloond en krijgen we nummer 287 en 288. Eigenlijk best een mooi nummer want nog geen uurtje later zitten ze al in de 500. Het blijkt een dagelijks terugkerend tafereel van voornamelijk visumrunners (mensen wiens visum is verlopen en even vanuit Thailand op en neer reizen voor en verlening), jongelui in afwachting van een werkvisum en een enkele "gewone" toerist. En dan zijn we eindelijk aan de beurt. Verwachtingsvol overhandigen we de vrouw achter het loket onze ingevulde aanvragen die ze zonder een woord te zeggen onmiddellijk afkeurt. "No good", zegt ze nadat ze de pasfoto's er af trekt en de lege plaats voorziet van een groot rood kruis. Wat? Verbijsterd wijzen we de vrouw op het feit, dat onze foto's dezelfde zijn als op onze paspoorten, maar ze komt er niet van onder de indruk. Ik sta op de foto met mijn bril en Markus vertoont een zweem van een glimlach en dat is in strijd met de regels. Kortom, ze zijn niet goed en daarmee basta! Op een verdieping hoger kunnen we nieuwe laten maken en daar stuurt ze ons naar toe. Het is een wonderlijke ambassade die niet alleen voorzien is van een wachtruimte en een stalletje waar ze koffie, fris en snacks verkopen, maar ze hebben er ook een provisorisch ingerichte pasfotostudio en kopieercentrum. Alles tegen betaling natuurlijk en dat is waarschijnlijk ook het hele eieren eten. Het is een mooie bijverdienste. Niet veel later staan we gekleed in een wit "leenoverhemd" dat vandaag al door tientallen anderen is gedragen voor een witte muur waar een jong ventje met roze pocketcameraatje een foto schiet die een paar tellen later uit een klein fotoprintertje rolt. Een paar amateuristische pasfoto's zijn het resultaat, maar de man is tevreden en de strenge dame beneden achter het loket ook. Eindelijk! Ze noteert wat onleesbare kriebels op een briefje en stuurt ons naar de bank waar we opnieuw een uur moeten wachten voordat we ook deze horde hebben genomen. Eindelijk, wie had durven dromen dat het Thaise visum zo'n worsteling zou worden. Nu alleen nog wachten tot de volgende middag, want dan kunnen we hem weer afhalen. Een procedure die weliswaar een stuk sneller gaat maar het is er niet minder druk want natuurlijk komen we de ruim 500 mensen van gisteren weer tegen.

 

laos overland

 

Schoenen uit
Een comfortabele kamer met wifi en airco, iedere ochtend aanschuiven voor een goed ontbijt en tegenover het hotel een chique koffiezaakje met heerlijk gebak en brouwnies. De verleidingen zijn te groot en hoewel we met het visum op zak weer "vrij" zijn om te vertrekken plakken we er nog maar eens twee nachten aan vast. De korte reispauze doet ons goed en biedt ons bovendien de gelegenheid om weer eens naar de kerk te gaan, die bijna letterlijk om de hoek blijkt te zitten. Het kleine gebouwtje van waaruit bekende melodieën ons tegemoet komen is dan ook snel gevonden. En dan vallen we ook nog eens met de neus in de boter want er is een Engelssprekende gastspreker. Het is er gezellig en vertrouwd, hoewel niet alles is zoals in Nederland. Voor de deur van het kleine kerkje staan tientallen schoenen en slippers en de boodschap is duidelijk "schoenen uit". Alsof we niet beter gewend ben zijn laten we onze slippers bij de drempel achter en lopen we op blote voeten verder over een brandschone tegelvloer. Het is een grappige gewoonte die het "thuisgevoel" versterkt en waar we niet alleen in de kerk mee geconfronteerd worden. Met regelmaat treffen we wegrestaurantjes, hostels en zelfs winkels waar een paar slippers voor de ingang op een subtiele manier klanten wijzen op de geldende huisregel. Sommigen hebben zelfs aparte huissloffen beschikbaar voor diegenen die liever niet op blote voeten lopen. 

 

Een tochtje door de onderwereld

We zijn amper een minuut onderweg wanneer het vage licht dat de ingang markeerde is verdwenen en we worden opgeslokt door een allesomvattende duisternis van een ondergrondse wereld waarvan we in het licht van onze hoofdlampjes nog slechts flarden zien. Met de wind in haren varen we stroomopwaarts langs rotsen die in het licht van onze lampen een perfect spiegelbeeld in het rimpelloze water weerkaatsen, kleine zandstranden en ondiepe stroomversnellingen. Het is een wondere wereld waarvan de schoonheid niet gezien maar gevoelen moet worden en waarin de weerkaatsing van geluiden de grootte van de ruimtes hoorbaar maakt. Van uitgang tot uitgang kronkelt de tot wel 20 meter brede rivier zich bijna 8 kilometer lang door een doolhof van onderaardse ruimten waarvan de plafonds van de kalkstenen rotsen soms wel 50 meter boven ons uit torenen. Het is ook een wereld waarin we, visueel ingesteld als we zijn, ons wat verloren en gehandicapt voelen en waarin we volledig zijn overgeleverd aan de stuurmanskunsten van onze schipper en zijn navigator die het smalle houten bootje op hoge snelheid behendig door de grot manoeuvreren. Het is een knap staaltje samenwerking waarbij de schipper blind vertrouwt op zijn stuurman die voortdurend met zijn hoofdlampje de duisternis af speurt op zoek naar gevaarlijk uitstekende rotsen en scherpe bochten. Een vertrouwen, dat bij ons duidelijk nog moet groeien want enigszins dwangmatig zoeken we mee en schijnen we de stuurman bij zo snel we een "gevaar" in het vizier krijgen. En dan na een korte onderbrekingen waarbij we even van boord gaan voor een wandeling door een enorme ruimte met indrukwekkende stalactieten en stalagmieten, doemt vanuit de duisternis een vaag verlichte vlek op die met iedere meter groter en feller wordt. Een paar tellen later, varen we knipperend tegen het felle zonlicht een overweldigende groene jungle binnen, die door de mensen nog nauwelijks lijkt aangetast. Vlakbij op de oever van de rivier onderbreken we ons uitstapje voor een korte pauze om daarna via dezelfde weg weer terug te varen. Deze keer stroomafwaarts en dus gaan we nog een tandje harder. Meer op ons gemak nu laten we het navigeren over aan de stuurman en kijken we verwonderd om ons heen op zoek naar vleermuizen die, zoals de hoge piepgeluiden verraden, hier volop aanwezig moeten zijn. Het licht van onze hoofdlampjes is te zwak en de snelheid te hoog, maar dan ineens, vlakbij de uitgang zien we ze hangen, als een grote verzameling zwarte vlekken op een gladde plek aan het plafond. Niet veel later meren we aan en zijn we terug bij ons beginpunt. 

 

laos overland

 

Reizigersmecca, maar niet voor overlanders

Via de gezellige stadjes Thakhek en Pakse, waar ontwikkelaars de oude verweerde koloniale gebouwen nog niet hebben omgetoverd tot luxe hotels, rijden we langzaam naar het uiterste zuiden van Laos. Een mooie rit die eindigt bij Si Phan Don, het gebied van 4000 eilanden en het reizigersmecca van Laos. Verspreid in de Mekong en verbonden door talloze kanalen liggen duizenden eilandjes waarvan er slechts enkele bewoond zijn. Het merendeel zijn veelal kleine rieteilanden, die bij vloed door de Mekong weer verzwolgen worden. De reisgids is laaiend enthousiast en dus volgen we tegen beter weten in de aanwijzingen naar de op de GPS vermelde ferryhalte. Misschien gaat er dan toch een pontje? Niet veel later staan we aan de rand van een steile modderige oever. Ver beneden ons, in het bruine water van de Mekong dobberen slechts een paar verweerde longtail boten die enkele rugzaktoeristen heen en weer varen. Een veerboot voor auto's is in geen velden of wegen te bekennen. Volgens een vriendelijke toeriste die zojuist aan wal stapt zijn de meeste wegen op de eilanden zelfs niet breed genoeg voor een auto. Jammer. Het reizigersparadijs in de Mekong is duidelijk geen overlandparadijs en dus staan we voor de keuze; laten we de auto staan of slaan we de eilanden over. De keuze is snel gemaakt. Er ligt nog zoveel moois in het verschiet, dat we besluiten verder te rijden. Een keuze die automatisch betekent, dat we Laos achter ons laten en doorrijden naar de Cambodjaanse grens die slechts een paar kilometer verderop ligt.

 

Eigen ritme

Na het drukke China was Laos, het dunst bevolkte landje van Zuidoost Azië, hét medicijn voor onze overgeprikkelde zintuigen. De ongerepte natuur, de relaxte sfeer en de serene levensstijl waren een verademing en het verse stokbrood, dat overal verkrijgbaar is, iedere dag weer een traktatie. Laos, is een landje met mooie mensen, dat getekend door armoede en een moeizaam verleden, heeft geleerd het leven te nemen zoals het komt. Een land met een eigen ritme waarin plezier een cruciale plaats inneemt. Werken is best, maar het moet allemaal wel leuk zijn anders kiest men hier liever voor een andere baan, zelfs als dat minder betaald. Het is een mooie gedachte. 

 

 

laos overland


 

Wist je dat ......

- Dit het eerste land is waar we sinds ons vertrek elke dag toeristen zijn tegen gekomen.

- We in de hutjes langs de weg regelmatig meiden en vrouwen zien zitten die elkaars haren "onderzoeken". Luizencontrole?

- Dat ze in Laos hele leuke prullenbakken hebben van gerecycled rubber en banden.