lang 

Select another language


overland kazakhstan

Kazakhstan 2014

20 juli 2014 - 25 juli 2014

28 juli 2014 - 8 augustus 2014

 

Route deel 1: Qorday (grens met Kirgizië) - Almaty - Tolgyn - Nura - Kegen - Qarqara (grens met Kirgizië) 

Route deel 2 :Qarqara (grens met Kirgizië) - Kegen - Naryn Canyon - Basshi - Kapshagay - Almaty - Alatau NP - Saryozek - Semey (grens met Rusland)

 

Snelheid tegen betaling 

Het is zondagochtend en net als de voorgaande dagen brandt de zon ons weer vroeg uit bed; het is onze laatste ochtend in Bishkek. Van de gelegenheid gebruik makend springen we nog één keertje onder een echte douche en plaatsen we nog snel een nieuw reisverslag, daarna nemen we afscheid van Nomads Home en de andere reizigers en vertrekken we naar de grens waar het al een drukte van jewelste is. Voor de slagbomen staat een lange rij wachtende auto's, overal lopen voetgangers te zeulen met bagage, langs de weg staan allemaal kraampjes en winkeltjes en er zijn een heleboel "regelaars" die, zo snel we achteraan in de rij aansluiten, gelijk op ons afkomen. Nog voordat de auto helemaal tot stilstand is gekomen verdringen de ze zich al voor onze deuren om ons over te halen geld te wisselen. Helaas voor de mannen hebben we onze Kirgizische Som later nog nodig en zo gauw ze beseffen, dat we niets willen wisselen komen ze met een andere aanbieding. Volgens de mannen duurt het zeker 2 uur voordat we aan de beurt zijn, maar voor 2000 Som, omgerekend zo'n 40 Euro, valt er wel een snellere doorgang te regelen. Verrast door zowel het oneerbare voorstel als door het absurd hoge bedrag schieten we allebei in de lach. De mannen beseffen, dat ze aan ons geen goede klant zullen hebben en druipen stilletjes af om ons de rest van de tijd niet meer lastig te vallen. Als snel blijkt, dat de twee uur, waarmee de mannen hadden gedreigd, zwaar overdreven is, want zo'n half uurtje later gaat de slagboom voor ons open en daarna gaat het allemaal razendsnel. Terwijl Markus de douane voor zijn rekening neemt, waar gelukkig niemand om het ontbrekende declaratieformuliertje vraagt, krijg ik een voorkeursbehandeling bij de politie. Wanneer ik aarzelend richting de voetgangers loop, die in lange rijen voor de paspoortcontrole staan te wachten, wordt ik aangesproken door de agent met de meeste strepen. Hij mompelt wat onverstaanbaars en wijst naar de paspoorten in mijn hand. Zou het zo gemakkelijk gaan? Hoopvol overhandig ik hem onze paspoorten waarna de man in een geblindeerd kantoortje verdwijnt. Tot mijn verbazing komt hij er slechts een paar tellen later al weer uit en geeft hij mij de inmiddels uitgestempelde paspoorten weer terug. En dat was het. We mogen het land uit. 

 

 

overland kazakhstan

 

Help, wat staat hier 

Helaas is de razendsnelle behandeling in Kirgizië niet de norm voor hun collega's aan de andere kant van de grens want om Kazakhstan binnen te komen zijn we nog zo'n 2 uur bezig. Net als aan de Kirgizische zijde is het ook aan de Kazakhstanse kant erg druk en niet wetende waar we naar toe moeten, hanteren we onze gebruikelijke tactiek en rijden we gewoon door totdat iemand ons tegenhoudt en aanwijzingen geeft. Het werkt ook nu weer en de soldaat stuurt ons naar de andere kant van het gebouw waar, zo blijkt al gauw, de chauffeurs zich moeten melden. Het is weer het gebruikelijke riedeltje en we beginnen bij de paspoortcontrole. Het is het uur van de waarheid. Sinds een paar dagen is voor 10 nationaliteiten de visumplicht afgeschaft, maar of de agenten aan de grens dit ook weten? Gespannen overhandigen we, als één van de eerste Nederlanders zonder visum ooit, ons "lege" paspoorten, maar de vriendelijke agent kent de nieuwe regels en drukt zonder aarzeling een goedkeurend stempeltje in het paspoort van Markus. Mij verwijst hij naar de bomvolle passagiershal, maar wanneer we doen alsof we gek zijn en gewoon blijven staan, strijkt hij over zijn hart en stempelt hij ook mijn paspoort. Het voelt als een overwinning, niet wetende dat de grootste uitdaging nog moet komen. Opgelucht lopen we door naar het loket van de douane waar iemand ons twee declaratieformulieren overhandigt, die we, zo gebaart de man, eerst moeten invullen. En dan wordt het spannend, want het formulier bevat geen enkele leesbaar woord. Het zullen ongetwijfeld de gebruikelijke vragen zijn, maar we hebben geen idee waar we wat moeten invullen en van de omstanders, die geen woord Engels spreken, worden we ook niet veel wijzer. Zo goed en zo kwaad als we kunnen vullen we op aanwijzing van een jonge vrouw wat vakjes in en zetten we hier en daar een paar kruisjes, maar eenmaal aan de beurt blijken onze pogingen weinig succesvol want de douanier die onze papieren onder ogen krijgt gooit ze met een alleszeggende zucht regelrecht in de prullenbak. En nu dan? De man heeft geen idee wat hij met ons aan moet, maar gelukkig begrijpt zijn collega ons dilemma en vult er zonder met ons te overleggen gewoon zelf eentje in. Binnen no-time tovert hij een officieel ogend document uit de printer, dat we alleen nog maar even hoeven te ondertekenen. Het voelt wat ongemakkelijk want nog steeds kunnen we er geen woord van lezen, maar veel keus hebben we niet. Op hoop van zegen dan maar. Het enige, dat ons dan nog resteert is de controle van de auto en dan, alsof het allemaal nog niet lang genoeg geduurd heeft, worden we eruit gepikt en moeten we ons melden bij een speciale controleruimte. Het is een loods met een drietal perrons en op twee ervan liggen bergen met spullen afkomstig uit twee andere auto's. De wagens worden letterlijk binnenste buiten gekeerd en de chauffeurs moeten de auto's volledig leeghalen tot en met het reservewiel toe. Het zal ons toch niet gebeuren..... Broedend op een list hoe we ons hier weer uit moeten praten rijden we de auto naar de loods en wachten we, terwijl Markus het ijs breekt met wat grapjes, onnozel op nieuwe aanwijzingen. Het werkt. De mannen zijn vriendelijk en meer geïnteresseerd in voetbal dan in onze auto en wanneer de snuffelhonden ook nog goedkeurend op hun plek blijven liggen zijn ze, na een korte blik in onze kastjes, snel tevreden. Sterker nog, als "goedgekeurde steekproef" hoeven we niet eens meer in de rij te wachten en mogen we vóór alle andere auto's aan de poort uit. Eindelijk!  

 

Westerse luxe en overlandklusjes

Aan de andere kant van de grens rijden we al snel over de uitgestrekte steppes die zo typerend zijn voor Kazakhstan en dankzij een goede asfaltweg bereiken we in slechts enkele uren Almaty. Het is veruit de modernste stad van Centraal Azië en voor ons een belangrijke tussenstop. We kijken er onze ogen uit en de wereld lijkt in niets meer op die van de laatste maanden. Grote moderne gebouwen met spiegelglas, designer winkels en dure auto's vullen het straatbeeld waarbij de grote terreinwagens duidelijk favoriet zijn. Mercedes en BMW zijn voor de middenklasse; hier tel je pas mee wanneer je in een grote Lexus of Toyota landcruiser rijdt. Nergens ter wereld hebben we meer Toyota Landcruisers bij elkaar gezien dan hier en een goede garage is dan ook snel gevonden. De stad heeft een paar grote dealers en we maken een afspraak voor de volgende dag om het een en ander te laten controleren. Het is een strak georganiseerd bedrijf met procedures en formuliertjes voor ieder wissewasje. Toyota ten voeten uit en de volgende dag, kunnen we onder het genot van koffie met wat lekkers op een groot scherm meekijken met de activiteiten in de werkplaats waar onze auto dé attractie is en de monteurs hun inspectie verrichten onder het toeziend oog van een hele groep nieuwsgierige collega's. Het is grappig om te zien en het mooiste van alles; de auto is nog steeds in goede staat en groot onderhoud is niet nodig. Wel besluiten we om onze achterbanden na 50.000 km trouwe dienst te vervangen, want een groter scala aan autobedrijven dan hier zullen we niet gauw weer treffen. Al gauw blijkt echter, dat de tijd ons heeft ingehaald en de grote moderne auto's van vandaag de dag uitgerust zijn met veel grotere banden dan de onze. Daar waar in Afrika onze bandenmaat op elke hoek van de straat werd verkocht slagen we hier pas na tussenkomst van een vriendelijke bandenboer die hemel en aarde beweegt en de hele stad af belt om er uiteindelijk slechts eentje te vinden. Voor ons net genoeg, want tezamen met onze eigen reserveband hebben weer een compleet setje. Goedgekeurd en met een nieuwe set achterbanden is de auto klaar voor het Mongoolse avontuur dat met iedere dag dichterbij komt. Nu alleen wij zelf nog. 

 

overland kazakhstan

 

Mongoolse vriendelijkheid kent geen grenzen

Voor dag en dauw staan we aan het begin van de week dan ook op de stoep van de Mongoolse ambassade voor het benodigde visum. Het is zoals gebruikelijk weer een groot huis in een chique woonwijk, maar deze keer is het niet het mooiste huis van de straat. Het grote witte gebouw, dat duidelijk betere tijden heeft gekend, ziet er vervallen en armoedig uit en de kleine wachthuisjes staan er leeg en verlaten bij. Zonder vlag en duidelijk opschrift zouden we niet eens vermoeden dat er zich achter de afgebladderde gevel een ambassade zou bevinden, en dat is niet het enige verschil. Bij de Mongoolse ambassade treffen we geen strenge bewakers die ons verwijzen naar onpersoonlijke loketten, maar een vriendelijke jongeman die, ondanks dat we iets te vroeg zijn, gastvrij het hek opent en ons meeneemt naar binnen waar we in alle rust de aanvraagformulieren mogen invullen. Over twee dagen kunnen we het weer ophalen en tot die tijd, zo biedt hij aan, zijn we welkom om op het veldje naast de ambassade te kamperen. En dat terwijl je bij sommige ambassades niet eens voor de deur mag parkeren. We zijn stomverbaasd maar nemen zijn aanbod van harte aan niet wetende dat de grootste verrassing nog moet komen, want laat die avond, om een uur of half negen, wanneer we gezellig in de camper zitten, horen we ineens een vriendelijke stem. In het schijnsel van de straatverlichting zien we de jongeman van de ambassade met in zijn handen twee donkerrode boekjes. "Jullie paspoorten zijn al klaar en ik zag jullie staan, dus ik kom ze naar even brengen," zegt hij verontschuldigend. We kunnen onze oren niet geloven. Als dit een voorbode is voor Mongolië? 

 

Gecondoleerd  

Onderbroken door een lunch of snack buiten de deur of een kort uitstapje naar Gorky park en een mooie kathedraal werken we in een paar dagen al onze klusjes af waarbij de grote Mega Mall onze vaste uitvalsbasis is. In het grote hypermoderne winkelcentrum, dat tot 10 uur 's avonds open is, hebben ze niet alleen gezellige winkels er is ook een keur aan restaurantjes, er zijn schone wc's en het internet is gratis en betrouwbaar. Wat wil je als reiziger nog meer. Er is zelfs een grote supermarkt waar het aanbod westerse producten groter is dan in welke ander land tot nu toe. We kijken er onze ogen uit en kunnen de verleiding tot allerlei luxe levensmiddelen niet weerstaan. Als een kind in een snoepwinkel struinen we rond en vullen we ons wagentje met meer lekkere dingen dan goed is voor ons en onze portemonnee. En dan ineens worden we aangesproken door een aardige man die ons, zo gauw wanneer hij verneemt dat we uit Nederland komen, geëmotioneerd condoleert met het verlies van onze landgenoten in het vliegtuigongeluk. "Het waren de Russen hoor", beweert hij heel stellig. We weten niet goed hoe we moeten reageren en meer dan een verbaasd "dank u", weten we niet uit te brengen. Gelukkig verwacht de man ook geen uitgebreide reactie en nadat hij voor de tweede keer zijn medeleven betuigt, gaat hij er vandoor. Ons verbijsterd achter latend. 

 

overland kazakhstan

 

Een zelfredzame douane  

Na een paar dagen hebben we de stad en de eindeloze files wel gehad en zo gauw alle klusjes afgerond zijn vertrekken we richting het oosten terug naar Kirgizië, waar we van de noodzakelijke onderbreking een deugd maken en een weekend zon, zee en strand inlassen. De agent bij de kleine grensovergang in de Karkara vallei is relaxed en nadat hij ons verhaal over de nieuwe visum- en registratieregels waarvan hij nog niet op de hoogte was heeft geverifieerd, drukt hij zonder problemen een stempel in ons paspoort en de service van de douane is helemaal ongekend. Zo gauw de man door krijgt, dat we over een paar dagen weer terug komen legt hij ons met moeite verkregen declaratieformuliertje met een "alles-komt-goed-knikje" in een speciaal bakje op zijn bureau waarna hij vriendelijk zegt: "deze bewaar ik voor straks wanneer jullie weer terug komen". En de man houdt woord. Want hoewel hij er zelf niet is, weet zijn collega waar we ons na het weekend melden, precies wie we zijn en op zijn bureau ligt zelfs onze declaratie al klaar. Het is een groot verschil met een week geleden. De agent, die ons inmiddels kent, stempelt zonder omhaal onze paspoorten, de soldaten zijn niet meer geïnteresseerd in de binnenkant van ons auto en laten ons de andere wachtenden passeren en de douane, die onze oude declaratie als voorbeeld gebruikt, redt zichzelf. Het enige dat wij hoeven te doen is wachten. Onderwijl maken we een gezellige praatje met één van de agenten die groot fan is van het Nederlandse voetbal is en zijn kans schoon ziet daar eens met echte Nederlanders over te praten. De man weet meer dan menige Nederlander en hij heeft het niet alleen de helden van nu. Ook de gebroeders van der Kerkhof en andere oude helden komen voorbij, maar zijn grootste idool is Johan Cruyff. Het is bijna ontroerend om deze man, die zo ver bij ons vandaag woont, onze taal niet spreekt en verder weinig tot niets van ons landje af weet zo vol passie en verwondering over onze Nederlandse voetbalheden te horen spreken. Zelfs zijn collega's zijn zichtbaar onder de indruk. En dan terwijl we nog druk in gesprek zijn, krijgen we een stapeltje papieren in onze handen gedrukt. Alles is klaar en we mogen gaan. We delen nog snel een aantal visitekaartjes uit aan de agenten die zich inmiddels belangstellend om onze auto hebben verzameld en rijden we voor de tweede keer Kazakhstan binnen. Opnieuw mogen we weer 15 dagen blijven, maar deze keer is dat ruim voldoende.  

 

Modder 

Slechts een paar kilometer na de grens strijken we neer op een rustig plekje waar we een paar dagen eerder ook een nachtje hebben gestaan. Het is een prachtige bushcamp met een geweldig uitzicht, maar in tegenstelling tot de eerste keer zit het weer niet mee. Donkere onheilspellende wolken pakken zich samen en niet veel later steekt er een stevige wind op. Het gaat er zo hevig aan toe, dat we al snel besluiten het dak in te klappen en een nachtje beneden te slapen. Het wordt een onrustige nacht waarbij de auto door de wind flink blijft schudden. Pas de volgende ochtend gaat de wind iets liggen. Buiten heeft het warme zomerweer plaatsgemaakt voor koud guur herfstweer en voor het eerst sinds lange tijd trekken we weer een trui aan. We besluiten tot een vroege start en na een snel ontbijt bij de kachel rijden we verder. Tenminste dan is ons plan, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. De regen van de afgelopen nacht heeft de twee kleine hellingen die we moeten nemen om weer op de weg te komen, verandert in verraderlijke modderglijbanen waarbij we nauwelijks omhoog komen. We doen een aantal pogingen maar keer op keer spinnen de wielen en blijven we halverwege steken waarna we glibberend en glijdend achteruit terug moeten.  Ondertussen wordt het modderspoor na iedere poging slechter en slechter en komt een extra nachtje op veldje met de minuut dichterbij. Markus besluit nog één poging te wagen. Vol gas en met een extra lange aanloop ploetert de auto zich hoger en hoger en net wanneer de motor bijna al zijn toeren heeft verloren bereiken we de top van de heuvel. We hebben het gehaald. De modder zit inmiddels tot aan het dak, maar dat mag de pret niet drukken. We staan weer met 4 wielen op het droge!

 

overland kazakhstan

 
Anders dan in Nederland

"Houd uw pincode geheim, houd uw hand over de display, kijk uit voor meekijkers", het zijn de gebruikelijke waarschuwingen om pinfraude te voorkomen en ook hier hangen naast de geldautomaten grote posters met, aan de plaatjes te oordelen, dezelfde adviezen. Tot onze verbazing echter houdt niemand zich eraan. In het eerste de beste plattelandsdorpje waar we wat geld proberen te pinnen kent iedereen elkaar en geduldig op gepaste afstand wachten  is er niet de gewoonte. We ontdekken al snel, dat we net als de lokale klanten achter de pinnende klant moeten gaan staan dringen om überhaupt aan de beurt te komen. Het voelt wat ongemakkelijk want we staan inmiddels zo dichtbij, dat we samen met nog een stuk of 8 andere klanten, mee kunnen kijken op het display. De vrouw zelf heeft er geen problemen mee. Ze gaat rustig verder waarbij ze een briefje met haar pincode leesbaar omhoog houdt en ze is niet de enige. Ook de wachtende klanten hebben bijna allemaal een klein briefje in hun hand met daarop 4 duidelijk leesbare cijfers. En dan, na een kwartiertje dringen, zijn we eindelijk aan de beurt en steken we, onder belangstelling van de schare achter ons, onze bankpas in het automaat. Het systeem detecteert een buitenlandse pas en de tekst verandert in het Engels. "Ah, dat kunnen ze vast niet lezen", bedenken we, niet gewend aan zo weinig privacy tijdens het pinnen, maar de man naast ons laat zich er niet door uit het veld staan. Hij steekt zijn hoofd om het hoekje en geeft voortdurend aanwijzingen en wanneer we iets te lang treuzelen komt zijn hand gevaarlijk dicht bij het toetsenbord. Het liefst zou hij zelf de juiste toetsen voor ons indrukken, maar hij weet zich in te houden. Uiteindelijk kost het ons een paar pogingen voordat de teller begint te ratelen en we onder de goedkeurende blikken van de omstanders ons geld kunnen natellen.

 

Terug naar Almaty

Over verlaten steppes met grote kuddes paarden, door een mooie kloof en langs een prachtige kleurrijke bergrand trekken we verder het land is, dat buiten de grote steden en kleine dorpjes verlaten en leeg is. Veel sneller dan gepland bereiken we dan ook de noordkant van een groot meer vanwaar de weg bijna loodrecht naar de Russische grens loopt. Het wordt tijd onze route nog eens grondig onder de loep te nemen want wanneer we in dit tempo doorreizen dan zijn we daar veel te vroeg. Volgens de kaart echter, liggen er op onze route weinig bezienswaardigheden meer en wanneer, dankzij de nieuwe parkregels, onze geplande overnachtingen in een nationaal park ook nog in het water vallen, besluiten we voor een paar dagen terug te gaan naar Almaty waar we als eerste langs ons favoriete winkelcentrum gaan. We kennen er inmiddels de gezellige restaurantjes en de beste plekken voor gratis Wi-Fi. De avond vliegt dan ook voorbij en dat geldt ook voor de volgende morgen wanneer we ons, in de "stad van de appels" een laatste keer trakteren op een stukje overheerlijke oer-Kazakstanse appeltaart die smaakt alsof we in Nederland zijn. Daarna trekken we, net als de "Almatiërs" zelf, voor het weekend de bergen ten zuiden van de stad in.

 

overland kazakhstan

 

 De Medeo Schaatsbaan

 Even buiten de stad op een hoogte van ruim 1600 meter bezoeken we één van de beroemdste en zonder twijfel één van de mooist gelegen schaatsbanen ter wereld. Gebouwd op een kom langs een steile bergwand hebben we vanaf de tribune een weergaloos uitzicht op enerzijds hoge bergen en anderzijds het uitgestrekte dal met helemaal beneden de stad. Sinds de komst van de supersonische hooggelegen indoorbanen in onder meer Galgary en Salt Lake City zijn de grote toernooien verleden tijd, maar ooit, toen Almaty nog Alma Ata heette werd op deze legendarische buitenbaan, die nog steeds de hoogste schaatsbanen ter wereld is, het ene record naar het andere gereden. Nooit waren er op een buitenbaan snellere tijden gereden en het was hier op "de wonderbaan van Alma Ata" zoals de schaatsbaan onder rijders werd genoemd, dat de Duitse Karin Enke als eerste vrouw ooit op de 1500 meter een tijd onder de 2 minuten neerzette. Een legendarisch record dat tot 1997 zou standhouden. En natuurlijk vierde ook Nederland er een aantal grote successen. Het meest gedenkwaarwaardig is die van Atje Keulen-Deelstra, die er in 1974 met drie records voor de vierde en laatste keer wereldkampioene werd. Nu hartje zomer ligt het stadion er verlaten en ijsvrij bij en kunnen we ons slechts vaag een beeld vormen van tribunes vol enthousiast juichende mensen en atleten die in een wondere wereld van sneeuw en ijs de elementen trotseren op doel naar het hoogst haalbare edelmetaal. 

 

 In de bergen

Na ons uitje aan de ijsbaan rijden we opnieuw via de ringweg die we inmiddels kunnen dromen naar het iets zuidelijker gelegen Alatau NP waar we de rest van het weekend willen doorbrengen. In de reisgids lezen we berichten over een oude Russische sterrenwacht die nu accommodaties verhuurt. Wie weet, zo hopen we, mogen we er wel kamperen, of beter nog mogen we door één van de grootste telescopen van Rusland kijken. De weg naar boven, die eerst heel geleidelijk klimt wordt hoe hoger hoe steiler en de laatste kilometers kunnen we niet harder dan stapvoets, maar de beloning is groot. Boven, op een hoogte van ruim 2200 meter en aan de voet van hoger bergen met besneeuwde toppen doemt een prachtig blauw bergmeer op. Het is een "ansichtkaart-uitzicht" en natuurlijk stappen we even uit voor een foto, maar met in ons hoofd de sterrenwacht rijden we door totdat we bij een slagboom komen die bewaakt wordt door een zwaarbewapende militair die onmiddellijk over een soort permit begint. We begrijpen niet veel van zijn verhaal, maar duidelijk is wel dat we zonder brief, zoals hij gebaart, niet verder mogen. Natuurlijk proberen we de beproefde "wij-zijn-helemaal-uit-Nederland-komen-rijden-en-wisten-het-niet"-techniek maar de man is niet te vermurwen en zelfs keren op het brede pad aan de andere kant van de slagboom is niet toegestaan. Helaas voor de man zijn wij minstens zo vastberaden en niet van plan om op het smalle bergpad te keren terwijl er even verderop een veel veiligere mogelijkheid is. Het blijkt gewoon een kwestie van doorzeuren en uiteindelijk gaat dan toch de slagboom open en maken we rechtsomkeert. We rijden terug naar het meer en zoeken voor de nacht een plekje in de berm vlakbij het drukbezochte uitzichtpunt. We hebben geen idee of kamperen hier is toegestaan, maar zolang niemand ons wegstuurt is onze strategie, blijven we gewoon staan. En niemand stuurt ons weg. Tot laat in de avond is het een komen en gaan van toeristen en wanneer rond middernacht nog steeds niemand ons heeft aangesproken gaan we rustig naar bed. Het is weer zo'n onwaarschijnlijk mooie slaapplek en vanachter het muskietengaas zien we het licht van de maan en de ontelbare sterren weerkaatsen op het meer en de besneeuwde bergtoppen. Roerloos liggen we nog een tijdje te genieten van het wonderlijke uitzicht totdat we in slaap vallen. Alles belooft een koude maar rustige nacht, maar dan ineens worden we wakker van stemmen en ..... verbeelden we het ons nu of klopt er iemand op de auto? Opnieuw horen we stemmen en wordt er op onze deur geklopt. We vermoeden een militaire patrouille. Waarschijnlijk mogen we hier dus toch niet kamperen. We blijven roerloos liggen en houden ons muisstil. De mannen die niet hebben kunnen beoordelen of er zich werkelijk mensen in de auto bevinden hebben duidelijk geen idee wat ze moeten doen. Een tijd lang horen we ze overleggen en meerdere malen zien we het schijnsel van een zaklamp, maar helaas voor hun is alles dicht en geblindeerd en kunnen ze niets anders doen dan vertrekken. Later die nacht, horen we ze opnieuw voorbij komen, maar deze keer laten ze ons liggen en ook de volgende ochtend komt er niemand meer voorbij. Enigszins voorbereid op een vermaning hadden ons verhaal al klaar, maar het blijken zorgen om niets want van een ranger of soldaat is geen enkel spoor. Temidden van de vele auto's en toeristen die zich inmiddels weer op het uitzichtpunt hebben verzameld vallen we bovendien nauwelijks meer op en is er geen reden meer om snel te vertrekken. 

 

overland kazakhstan

 

Bijna gedeporteerd

Het wordt een rustige luie morgen en net voor de middag, wanneer de zon de aarde weer wat heeft opgewarmd trekken we onze wandelschoenen aan en lopen we rustig we rustig naar het meer. Het pad, dat slechts een smal steil looppad is, is duidelijk vaker gelopen want des te lager we komen des te breder het wordt. Het is een mooie wandeling en pas wanneer we aan het einde van het bredere spoor waarlangs we terug lopen twee soldaten zien staan, beseffen we dat we ons eigenlijk op verboden terrein bevinden. Stiekem omkeren is inmiddels geen optie meer en in het volste vertrouwen, dat ze ons onze vergissing wel zullen vergeven lopen we op de mannen af en klimmen we zo vriendelijk en onnozel mogelijk over het lage betonnen muurtje. Verbaasd maar ook boos kijken ze ons aan en eisen onmiddellijk om onze paspoorten te zien. American? vraagt de ene waarop we vriendelijk antwoorden "nee Gallandia". Het interesseert ze niets en nadat de meest vriendelijke van de twee ons zijn legitimatie heeft laten zien worden we gesommeerd mee te komen. Het is een vreemde situatie en de gespannen reactie van de twee mannen maakt dat we ons niet helemaal op ons gemak voelen. "We begeven ons op verboden terrein en kunnen ons bovendien niet legitimeren en nu hebben we een probleem"; is hun verklaring wanneer we vragen waarom we met ze mee moeten. Ons argument, dat dat ook geldt voor al die andere toeristen en dat die slechts wegkomen met een waarschuwing is iets waar ze geen oren naar hebben. "Dat zijn geen buitenlanders" is hun reactie. Het is een volslagen stompzinnig argument en wanneer ze onder onze neus opnieuw twee "overtreders" vriendelijk vragen om te draaien dan is bij Markus de maat vol. Geïrriteerd gebarend eist Markus van de agent dat hij ook deze "overtreders" moet aanhouden en moet vragen om hun legitimatie. De agent, die voor een paar tellen even uit het veld geslagen is, aarzelt en loopt zonder verder iets te zeggen naar de twee mensen die, verwart door de tegenstrijdige gebaren, waren doorgelopen. Wij moeten, zo commandeert hij, met de andere soldaat mee, maar dat hebben we voor het gemak even niet begrepen. Terwijl Markus boven wacht loop ik de man achterna en nog voordat hij mij kan tegenhouden doe ik mijn verhaal. De agent voelt zich duidelijk niet meer op zijn gemak en kan in het bijzijn van de andere twee niets anders doen dan mij laten uitpraten en dan is het kwaad al geschied. De oma en haar kleinzoon, die gelukkig goed Engels spreekt, hebben direct door wat er aan de hand is en vanaf dat moment, hebben de soldaten geen vrij spel meer. Wat volgt is een kat en muis spel tussen de agenten en oma die als een leeuw voor ons in de bres springt en die uiteindelijk, in hun kantoortje en uit het zicht van de buitenwereld, wordt beslecht met een betaling van 5000 Tenge die oma na een paar veelzeggende blikken op tafel legt. Nog even aarzelen de agenten, maar dat is meer show dan oprechtheid en nadat ze het geld hebben geaccepteerd zijn we vrij om te gaan. Snel maken we ons uit de voeten en wanneer we eenmaal op de openbare weg de oude vrouw in alle openheid kunnen bedanken en haar het geld terug geven bevestigt ze ons vermoeden. In de hoop ons een flinke som geld afhandig te maken zouden de agenten het ons erg moeilijk hebben gemaakt. Wanneer er geen derden bij betrokken waren geraakt, zo hadden ze zelfs tegen oma gezegd, zouden ze er niet voor hebben teruggedeinsd ons te deporteren. Of het werkelijk zo ver was gekomen weten we niet, maar teneinde ons flink te plukken zouden ze er zeker mee hebben gedreigd. Stiekem voelen we ons een beetje schuldig dat we deze twee onschuldige mensen er ongevraagd bij hebben betrokken, maar we realiseren ons ook, dat het uiteindelijk onze redding is geweest. Zonder hun hulp was het waarschijnlijk heel anders afgelopen, maar de oude vrouw wuift onze dankbetuigingen in de wind en laat via haar kleinzoon weten dat ze zich schaamt en voor haar land. 

 

Met de schrik nog in de benen pakken we zo gauw we bij de auto terug zijn onze spullen in en gaan we weg. We zijn wel een beetje klaar met deze plek en helemaal met al die zogenaamde brave, maar door en door corrupte wetshandhavers in hun uniformen. Iets waar niet alleen toeristen mee te maken krijgen want het verziekte systeem houdt ook haar eigen burgers in de greep en wanneer we het verhaal later nog een paar keer navertellen wordt het slechts beantwoord met een ironisch lachje. "Tja, zo gaat dat hier", is dan steevast het antwoord. De rest van het weekend kamperen we bij een rustig riviertje aan het begin van het Nationaal Park en ver uit de buurt van een sterrenwacht, stuwmeer of andere door militairen bewaakte plaatsen. 

 

 

Over de steppe

Aan het begin van de nieuwe week, na een lang en bewogen weekend, beginnen we dan eindelijk een de lange weg naar Rusland. Ruim 1300 kilometer lang trekken we noordwaarts over wegen die soms zo goed zijn, dat we 60 kilometer per uur kunnen rijden zonder uit onze stoel te worden gelanceerd, maar soms ook zo slechts dat zelfs 30 kilometer nog te hard is en dan zijn er ook nog de speciale verrassingen. Verraderlijk diepe gaten, vervelende drempelachtige ribbels over de gehele breedte van de weg die net iets te kort op elkaar komen en gevaarlijke bolders door omhoog gestuwd asfalt maken het noodzakelijk, dat we onze aandacht geen moment kunnen verslappen. Het zijn een paar intensieve reisdagen door een landschap, dat voor het grootste deel bestaat uit eindeloze droge goudgele steppes waar bomen en struiken schaars zijn en vaak alleen elektriciteitspalen de lege horizon vullen. De totale leegte is zowel fascinerend als eentonig. De bushcamps daarentegen weer onbetaalbaar. Alle nachten slapen we midden in de natuur waarbij de plekjes aan kraakheldere rivieren waar we ons uitgebreid kunnen wassen toch wel onze favoriet zijn. En dan na 5 dagen reizen bereiken we Semey; het laatste plaatsje voor de grens. 

 

Semey

Vervuilende industrie en een saaie troosteloze Russische bebouwing. Semey, het laatste plaatsje voor de grens oogt meer Russisch dan Kazakhstans en hoewel het er beduidend moderner is dan in de kleine dorpjes op het platteland heerst er een rare enigszins mistroostige sfeer. Op straat waar vooral na winkelsluitingstijd veel militaire bewaking rond loopt zien we veel onverzorgd ogende mannen waarvan velen duidelijk een alcoholprobleem hebben doelloos rondhangen en voor het eerst sinds lange tijd zien we zelfs enkele zwervers. Aan alles is merkbaar dat het stadje kampt met grote problemen en bij het tankstation wordt dat nog eens pijnlijk duidelijk wanneer de ene na de andere auto het terrein op gesleept wordt. Het is een grappig gezicht, maar wanneer we bij het zien van de eerste auto in de lach schieten reageert de eigenaar boos en onvriendelijk en dat is nog begrijpelijk ook. Wij kunnen zonder nadenken onze tanks volgooien, maar voor deze mannen is misschien iedere liter een rib uit hun lijf. Het zijn verdrietige omstandigheden die in meer of mindere mate samenhangen met de gevolgen van de nucleaire testen waar het stadje nog iedere dag onder gebukt gaat. Op een "verlaten" steppe, op veilige afstand van hun eigen burgers en uit het zicht van het "kritische Westen" hebben de Russen op slechts 120 km van Semey tussen 1949 en 1989 zo'n 460 nucleaire bommen getest. De burgers in de omgeving van het testgebied, dat in werkelijkheid veel drukker bevolkt was dan de kale plek op de landkaart doet vermoeden, zijn nooit gewaarschuwd of beschermd en kampen nu al jaren met kanker, genetische mutaties en psychische aandoeningen. Ernstige problemen, die de recessie ontstaan nadat de Russen in 1989 na grote protesten eindelijk met de testen stopten alleen nog maar heeft versterkt en die vandaag de dag nog voort duurt. 

 

Hoewel de laatste test al weer 25 jaar geleden was zit het nucleaire verleden ons niet lekker en wanneer de receptioniste van een hotel, waar we voor de zekerheid navraag doen, ons vermoeden bevestigt en vertelt, dat een bushcamp hier geen goed idee is, besluiten we door te rijden. Semey wordt voor ons slechts een korte tussenstop, waar we ons lekker laten bedienen in een goed Italiaans restaurant en een bezoek brengen aan het indrukwekkende monument, dat is opgericht als eerbetoon aan de ontelbare zichtbare en onzichtbare slachtoffers van het verleden, het heden en de toekomst. Het beeld, dat het verhaal vertelt van een moeder die haar kind probeert te beschermen met boven haar hoofd de onmiskenbare vorm van de dodelijke nucleaire paddenstoel, houdt de meeste mensen in druk bezochte park echter niet bezig. We zien veel jonge gezinnen met kleine kinderen en veel zwangere jonge vrouwen. De burgers van Semey hebben nooit een keuze gehad en hebben die nog steeds niet. Ze kunnen slechts doorgaan, vooruit kijken en hopen op een betere toekomst. 

 

overland kazakhstan

 

 De "Stans" voorbij

Die nacht slapen we aan de rand van een bos niet ver van de Russische grens. Ook wij kijken vooruit en verheugen ons op nieuwe avonturen in een nieuw land. Met het verlaten van Kazakhstan laten we de laatste "Stan" achter ons en komt er definitief een einde aan ons avontuur door Centraal Azië. Kazakhstan de grootste en rijkste "Stan" op onze reis is de meeste "Russisch" Stan en wat ons betreft de minst interessante. Het landschap is mooi, maar kan zich niet meter met de kleinere buurlanden en de corruptie, die we in de hele regio hebben gezien, wordt hier bijna als een vanzelfsprekendheid gezien. Bijna hadden we het land daardoor voortijdig moeten verlaten, maar dankzij een vriendelijke oude vrouw is dit niet gebeurt en zij is niet de enige die we ons zullen herinneren. Ook hier waren er weer geweldige burgers die ons een bord vol gebarbecuede kip brachten toen we naast ze kampeerden, ons een fles gefermenteerde merriemelk schonken of belangstellend een praatje met ons maakten. Niet allemaal onze smaak maar daarom niet minder bijzonder. 

  

 

overland kazakhstan

 

 Wist je dat... 

- In Kazakhstan voetgangers op een zebrapad "heilig" zijn? Nadat we maandenlang, soms met gevaar voor eigen leven, straten moesten oversteken, kregen we in Kazakhstan altijd vrij baan zo snel we een zebrapad naderden. 

- Bushokjes in Kazakhstan soms ware kunstwerken zijn.