Select another language


header%20route%2066%202009.JPG


Route 66 - 2009
Van Chicago naar Los Angelos

4 juli 2009 - 19 juli 2009          
Chicago - St. Louis - Springfield - Tulsa - Amarillo - Tucumcari - Albuquerque - Holbrook - Flagstaff - Williams - Las Vegas - Los Angelos


Ruim een jaar na terugkomst van onze wereldreis hebben we voor het eerst weer een normale zomervakantie. Maar waar gaan we naar toe? Op onze zoektocht naar een bestemming wordt al gauw duidelijk dat we weer willen trekken met een auto; lekker onderweg zijn. Iedere dag weer een andere omgeving en nieuwe ontmoetingen. We hebben behoefte aan spanning en sensatie, maar onze vakantie is helaas slechts twee weken en dat is wel erg kort voor een serieus avontuur. We speuren internet af en stuiten al snel op Route 66. Een oude klassieker die heel geschikt is voor slechts een korte vakantie. De keus is snel gemaakt. Het vooruitzicht van een nieuw overlandavontuur maakt ons ongeduldig.

 

Vertrek uit Nederland

Voor dag en dauw staan we op en zetten we koers naar Schiphol. Onze eindbestemming van vandaag is Chicago, maar voordat we zover zijn moeten we eerst langs de diverse controles op onze nationale vlieghaven. De laatste jaren zijn de controles behoorlijk aangescherpt en voor een overtocht naar het land van de onbegrensde mogelijkheden worden we nog een keertje extra onder de loep genomen. Voordat we door de gate mogen worden we persoonlijk ondervraagd door een beveiligingsbeambte. Terwijl we wachten zien we onze medepassagiers hun paspoorten afgegeven. "Dat kan nog lachen worden; als ze al onze visa zien...", denken we bij onszelf. Eenmaal aan de beurt melden we ons braaf aan de lessenaar om even flink aan de tand gevoeld te worden. We overhandigen onze paspoorten en zien, dat de beveiligingsagent direct alert is. Ons paspoort is twee keer de dikte van een normaal paspoort. De agent begint direct te bladeren en kiest daarbij net de verkeerde volgorde. Hij begint achteraan en stuit daarbij als eerste op ons visum voor Iran. "Iran?", zien we hem denken. Nog meer geïnteresseerd slaat hij de pagina om waar hij vervolgens het visum voor Pakistan ontdekt. We leggen uit hoe en wat we daar gedaan hebben en beantwoorden braaf alle andere vragen, maar daarmee zijn we nog niet geslaagd. Tot drie keer toe gaat de man met onze paspoorten naar zijn collega's voor overleg. Ons paspoorten bevatten visa van onder andere Syrië, Pakistan en Iran; Amerika's top drie van de meest gevaarlijke en bedreigende landen. Iedereen die daar voor zijn lol naar toe gaat is op zijn minst verdacht. Ons verhoor duurt dan ook bijna drie keer zo lang als dat van onze medereizigers, maar welke vragen ze ons ook stellen, we slagen met vlag en wimpel. Gefascineerd door ons verhaal voorziet de agent onze paspoorten naar veel vijven en zessen uiteindelijk van het goedkeurde stickertje. America here we come.

 

De komende twee weken zullen we opnieuw een historische overlandroute bereizen. Nadat we vorig jaar het legendarische Cape to Cairo en aansluitend de oude hippieroute van Kathmandu naar Istanbul hebben gereden zullen we nu Route 66 rijden. Een reis door de tijd die 2448 mijl, 8 staten en 3 tijdzones beslaat. In de voetsporen van de kolonisten gaan we de route in westelijke richting rijden van Chicago naar Los Angelos.

 

Na een erg rustige vlucht komen we aan in de VS; het land waar alles groot en veel is. De douane vraag ons dan ook verbaasd of dat alles is, als ze onze twee kleine tasjes zien. De tasjes bevatten nog geen 8 kilo bagage per stuk en zijn zo klein, dat ze zelfs als handbagage mee hadden gemogen. In tegenstelling tot de controles bij ons vertrek zijn de controles bij aankomst redelijk soepel en sneller dan verwacht staan we op Amerikaanse bodem. Een shuttle brengt ons naar het verhuurbedrijf waar we onze auto kunnen ophalen. Opnieuw worden we geconfronteerd met de Amerikaanse vorm van grootheidswaanzin. De parkeerplaats staat bomvol met stuk voor stuk grote bolides. Niet voor ons dus, want low budget als we reizen hebben we de kleinste en goedkoopste auto besteld. Onamerikaans maar wel economisch en ondanks verwoede pogingen van het verhuurbedrijf om ons een upgrade te verkopen blijven we bij onze keuze voor de compact klasse. Rest ons nog even de papieren te ondertekenen en dan mogen we zelf onze auto uitzoeken. Uit het vak compact natuurlijk, maar als die leeg is, gebiedt de man ons, mogen we ook een midsize nemen. Oh? We lopen snel naar buiten en hopen stiekem, dat de kleintjes op zijn. En inderdaad, het vak compact is leeg maar tot onze verbazing zijn ook de midsize auto's op. Alleen de full size auto's zijn nog beschikbaar. Het zal toch niet....? We lopen nog even terug voor overleg, maar ons vermoeden wordt bevestigd. Dan mogen we een full size kiezen meldt de man ons. Dat is nog eens waar voor je geld. We kiezen een grote Toyota Rav4. Een grote stoere terreinwagen met een beest van een motor. Onze bolide heeft een hart 3,5 liter en 6 cilinders en is voorzien van alle mogelijke luxe die we maar kunnen verzinnen en we hoeven er geen cent extra voor te betalen. Route 66 kom maar op. We voeren het coördinaat van ons hotel in onze GPS in en beginnen aan ons avontuur. De komende twee weken even geen verplichtingen, maar heel even weer volledige vrijheid. Hoe toepasselijk om dit avontuur vandaag te starten. Vandaag is het 4 juli; de dag dat Amerika haar onafhankelijkheid viert.

 

The 4th of July is een nationale feestdag die groots gevierd wordt. De vlagen hangen uit, de huizen zijn versierd, de meeste bedrijven gesloten en in ieder dorp of stad worden festiviteiten georganiseerd. Moe van de reis of niet, dit moeten we meemaken. We blijven dan ook maar heel even op onze kamer. Zo gauw als de avond begint vertrekken we naar de stad. We gaan samen met onze hotelburen; een afro-amerikaans stel, dat het wel leuk vindt als we mee gaan. Een aanbod dat we dankbaar aannemen. We willen de festiviteiten enerzijds niet missen, maar zijn anderzijds te moe om zelf op speurtocht te gaan. Onze buren die al een dagje langer in de stad zijn weten inmiddels de weg en dat is wel zo gemakkelijk. Omdat het in de stad een gekkenhuis is laten we de auto staan en nemen we de trein naar het centrum. Van daaruit is het nog maar een klein stukje lopen naar de boulevard. Een groots evenement hier in Chicago is de "taste of Chicago". Een groot eetfeest aan de oevers van Lake Michigan. Gedurende het hele weekend verandert de boulevard langs de haven in een groot openluchtrestaurant. Er staan zeker 100 eetkraampjes die allemaal kleine snacks verkopen. Van Indisch tot burgers en van mais tot taart, werkelijk alles is te koop en als we de boulevard naderen komt de geur ons al tegemoet. We kopen een paar strippen etensbonnen en struinen de tentjes af. We snacken heel wat af en als afsluiter van de avond genieten we van een spectaculaire vuurwerkshow. Als het afgelopen is lopen we omringd door een enorme stroom mensen terug naar het station. We merken, dat we nu te lang op zijn. Als we op het station even moeten wachten kunnen we onze ogen bijna niet meer openhouden. De rit naar ons hotel duurt voor ons gevoel dan ook eindeloos. Eenmaal op onze kamer duiken we gelijk onder de wol; we zijn uitgeteld.

 

Chicago

Chicago, de stad van het bekende football team "the Bulls", van de befaamde krant de "Tribune" en van  's werelds eerste wolkenkrabbers. Chicago is een stad waarvan we met uitzondering van deze aspecten niet veel weten, maar al vanaf het eerste aanblik overtreft het al onze verwachtingen. Chicago is een ontzettend leuke stad met een hele aangename sfeer. De stad verdient dan ook meer aandacht dan alleen de viering van de onafhankelijk en dus besteden we er onze eerste volle dag in de Verenigde Staten. Net als de vorige dag nemen we de trein naar het centrum.  We weten inmiddels de weg, dus vandaag gaan we zonder onze hotelburen. Aangekomen in de stad zien we dat het nog steeds erg druk is. Veel Amerikanen hebben blijkbaar de stad verkozen voor hun lange weekend. Het is een gezellige drukte en dat maakt ons bezoek extra leuk. Chicago is een erg mooie stad. Grote wolkenkrabbers en oude monumentale panden wisselen elkaar af. Daar tussendoor loopt het water van Lake Michigan waarop het een drukte van belang is. Watertaxi's, rondvaartboten en pleziervaartboten met vakantie vierende mensen vullen de kanalen. Omdat we maar één extra dag gepland hebben willen we zoveel mogelijk van de stad zien. We bezoeken Chicago's grootste winkelstraat waar bekende merken en grote designers de etalages vullen, nemen een kijkje bij de oude watertoren, wandelen langs de gebouwen van de Chicago Times, Wringley's en NBS en nemen de watertaxi naar Navy Pier; een beroemd stukje Chicago dat meer weg heeft van een pretpark dan van een pier. Niet helemaal onze smaak, maar eenmaal in de stad willen we ook dat niet missen. Onze pogingen om de stad vanuit de lucht te bekijken stranden helaas. De rij mensen die wachten voor een bezoekje aan Sears Towers, het hoogste gebouw van de stad, of voor een ritje in het grote reuzenrad op Navy Pier is zo lang, dat we het niet eens proberen. De Amerikanen hebben een lang weekend en zijn er massaal op uitgetrokken. Op de "Taste of Chicago" de voedselmarkt, is het zo druk, dat we ons amper een weg door de mensen heen kunnen banen. We zijn blij, dat we gisteravond zijn gegaan. Toen miezerde het een beetje waardoor de drukte mee viel. Vandaag is het echter een stralende dag met een temperatuur van ruim boven de 30 graden. Aan het einde van de middag zijn we dan ook behoorlijk afgemat. Onze voeten doen zeer en we hebben overal spierpijn. We nemen de trein terug naar de buitenwijk waar ons hotel staat en gaan lekker vroeg op bed. Een beetje slaap inhalen.

 

Route 66

De legendarische oude snelweg dwars door de Verenigde Staten. In de hoogtij dagen van deze weg zag de wereld er nog anders uit. De Interstate bestond nog niet en autorijden was nog niet voor iedereen weggelegd. De toenmalige hoofdroute is nu niet meer dan een provinciale weg. Op veel plaatsen weggevaagd door de Interstate en de vele dorpjes zijn veranderd in grote steden, maar gelukkig niet overal. Op een aantal plaatsen is de authenciteit van de weg bewaard gebleven en met het toenemen van de belangstelling worden meer en meer typische Route 66 landmarks gerestaureerd. Ons doel zal zijn op zoek te gaan naar vervlogen tijden. De jaren '50 en '60 van de Verenigde Staten. Amerika heeft qua cultuur weinig erfgoed, maar als er iets is, dat typische Amerikaans is, dan is het dit tijdperk.  Daar waar mogelijk zullen we zoveel mogelijk de oude weg rijden op zoek naar deze sfeer.

 

Chicago - St. Louis

Als we Chicago verlaten is het even zoeken, maar dan ineens, aan de rand van de stad vinden we hem, Route 66. Illinois, de staat waar we beginnen heeft nog niet zo heel veel jaren geleden wegwijzers geplaatst en dat blijkt een groot voordeel. Het lukt ons verrassend goed om de oude weg te blijven volgen. De weg kronkelt door een vlak groen landschap waar de vooruitgang zichtbaar is. De plaatsen die we passeren zijn al behoorlijke grote dorpen en steden geworden. Temidden van deze moderne wereld waar grote fast food restaurants en blinkende billboards het straatbeeld vullen lukt het ons toch om hier en daar een glimp op te vangen van vervlogen tijden. We passeren een aantal oude nostalgische tankstations, een oude overdekte houten brug en een klein boerderijtje waar men al ruim 100 jaar op traditionele wijze Maple siroop maakt. Vandaag is een behoorlijk lange reisdag en pas aan het begin van de avond bereiken we St. Louis. Een grote stad aan de machtige Mississippi. Navigerend op de GPS rijden we regelrecht het toeristische gedeelte van de stad binnen. Een knus klinkerstraatje met restaurantjes en barretjes. De zaakjes zijn gevestigd in oude pakhuisachtige gebouwen waaraan duidelijk te zien is, dat ze niet van nu zijn. Er doorheen rijden de door paarden getrokken wagens die duur betalende toeristen door de straatjes rijden. Vlakbij deze wijk ligt het meest herkenbare monument van St. Louis. Al vanuit de verte doemt  hij op. Een immens grote boog. De boog is van roestvrij staal en blinkt in de laaghangende zon. Hoe dichterbij we komen hoe groter hij wordt. Eenmaal aan de voet van de boog kunnen we niet anders dan met ontzag omhoog kijken. Hoewel het geheel massief lijkt is niets minder waar. Van binnen is hij hol en biedt zelfs ruimte aan een treintje die mensen helemaal naar de top brengt. Dit lijkt ons gaaf, maar opnieuw net als bij onze eerdere pogingen Amerika's grote bouwwerken van boven te bekijken hebben we geen geluk. Als we de lange rij wachtende mensen zien zakt de moet ons al weer in de schoenen. We hebben gewoon geen zin om uren te wachten bovendien zijn we daarvoor ook nog steeds te moe, want hoewel we inmiddels een paar dagen in Amerika zijn hebben onze lichamen het tijdverschil nog niet helemaal ingehaald. Voor ons dus geen treintje naar de top. Daarentegen bezoeken we het bijbehorende museum, dat de geschiedenis vertelt van de verovering van Amerika. Oude voorwerpen en prachtige foto's geven een kijkje in het leven van Amerika's oorspronkelijke bewoners de Indianen en van de strijd die ze hebben geleverd tegen de verovering van hun land door de blanken. Na ons bezoekje aan dit monument lopen we rustig terug naar de auto. Ons avondeten nuttigen we die avond in een van de restaurantjes in de oude wijk. Zoals wel vaker delen we een maaltijd. De drang naar veel en groot is hier in dit land in alles terug te vinden, zelfs in het eten. De gemiddelde porties in een restaurant zijn over het algemeen twee keer zo groot als bij ons in Nederland. Geen wonder dus dat veel Amerikanen qua postuur ook twee keer zo groot zijn als wij. Voor onze westerse maagjes te veel dus en omdat weggooien niet alleen jammer van het geld is, maar ook niet goed voelt, zeker niet als je eenmaal de honger in Afrika hebt gezien, bestellen we overal 1 portie van; 1glas cola (0,6 liter), 1 salade (bijna een salade schaal vol) en 1 portie kippenkluifjes (12 pootjes). In het besef, dat het op de gemiddelde Amerikaan wel erg raar moet overkomen schamen we ons een beetje als we de bestelling doorgeven. Keerzijde is wel, dat we op deze manier erg voordelig uit eten kunnen gaan. Gemiddeld zijn we met z'n tweeen zo'n 20 Dollar (14 Euro) per diner kwijt. Ons toetje halen we bij Ted's. Ted Drewes Frozen is een icoon langs route 66, dat nog niets van zijn glorie heeft verloren. In het kleine eenvoudige wit houten vierkante gebouwtje wordt al sinds jaar en dag ijs gemaakt en verkocht en in tegenstelling tot veel andere route 66 plekjes is dit geen monument maar een nog steeds goedlopend bedrijf, waar het nog iedere dag letterlijk zwart ziet van de mensen. Wanneer wij het zaakje passeren is het al laat in de avond, maar zelfs nu is het er nog zo druk dat een agent de wacht houdt. Er hangt een leuke sfeer, die een beetje doet denken aan beelden uit series als Happy Days. Hoewel de vetkuiven en petticoats verdwenen zijn lijkt de rest van de plek onveranderd. De oude neon-reclame brandt al jaren en het menu dat te vinden is op een oud zwart bord met vergeelde klikletters lijkt al in geen jaren aangepast. Nadat we eindelijk het verschil hebben achterhaald tussen frozen custard (softijs) en concrete (schepijs), maken we een keuze en gaan in de rij staan voor een van de loketjes.

 

St. Louis - Springfield

De etappe van St. Louis naar Springfield voert ons vandaag dwars door de staat Missouri. Vanaf St. Louis verandert de omgeving heel geleidelijk. Het landschap begint wat te glooien en de steden worden kleiner. Veel vaker nu passeren we kleine dorpjes waar de tijd minder snel lijkt te zijn gegaan. Wat ons ook opvalt is het verschil tussen arm en rijk. Zo welvarend als de ene wijk eruit ziet zo arm lijkt weer een ander deel. Op het platteland zelfs zien we regelmatig mensen in huizen die hier in Nederland allang onbewoonbaar zouden zijn verklaard. Kleine houten optrekjes, volledig verrot en opgelapt met allerlei waarschijnlijk gratis voorhanden zijnde materialen. Bij veel van deze huizen ook ligt de tuin en de veranda vol met spullen die wij grof vuil zouden noemen. Deze kant van de Verenigde Staten is een kant die je op de televisie niet veel ziet, maar wanneer je in plaats van de interstate de oude route 66 volgt nog veelvuldig tegen komt. Op veel plaatsen is het ooit bruisende economische leven langs deze voormalige hoofdweg verpauperd en nu een achterstandswijk. Hoe raar dit ook klinkt, het is juist deze sfeer die Route 66 zijn charme geeft. De oude dorpjes zijn veelal niet meer dan een brede straat met links een rechts een rij winkels in een bonte scharkering van nieuw en modern en vergane glorie. We zien het overal. Moderne zaakjes naast een oud vervallen leegstaand pand waarvan de vervaagde gevelbeschildering of een oud kapot uithangbord nog net verraadt waarvoor het eens dienst heeft gedaan. De meeste Route 66 zaakjes die nog in bedrijf zijn, zijn door de jaren heen gemoderniseerd of als een soort monument gerestaureerd en alleen voor bezichtiging nog open, maar dat geldt niet voor alle. Ergens halverwege Springfield vinden we een oude diner waar we letterlijk terug gaan in de tijd. Het ietwat vervallen gebouwtje trekt op de een of andere manier onze aandacht. We parkeren de auto en lopen naar binnen. Net als bij ons is het bijna overal in de Verenigde Staten verboden om in gelegenheden te roken, maar niet hier. Als we binnen stappen beneemt de blauwe rook ons bijna letterlijk de adem. De klanten, voornamelijk oude dorpelingen waaraan hedendaagse mode niet besteed is, zitten genietend van een sigaretje ontspannen met elkaar te praten. Het zaakje heeft een sfeer dat exact overeenkomt met het stereotype beeld dat we kennen van een oude diner. De koffiepot pruttelt en een vriendelijke, maar mollige en wat ranzige ogende serveerster loopt voortdurend koffieschenkend rond. Het interieur is oud en volgens ons in geen jaren aangetast. Niet door een verfkwast, maar ook niet door een schoonmaaksponsje. De serveerster bevestigt, dat de diner inderdaad al vijftig jaar onveranderd is. Hooguit wat keukenapparatuur is in de loop der jaren veranderd, maar verder niet. De lichte plekken op de lambrisering aan de muren verraden waar eens oude herinneringen hebben gehangen. We nestelen ons op een oud oranje plastic bankje en snuiven de sfeer op. Echt al onze zintuigen registreren "oud". De sterke rooklucht wordt nadat we een tijdje binnen zijn zelfs verjaagd door de muffige geur van oud meubilair en oude stofferingen. Hoe antiek het geheel ook mag zijn de stamgasten hebben iets wat men in de grote plaatsen allang verloren heeft. Hier heeft men rust en tijd in plaats van drukte en stress. Iets wat blijkbaar meer bezoekers aangetrokken heeft want aan de muur prijkt trots een foto van Obama die hier eerder in het jaar geweest is. We namen er thee en bestellen een bord friet van verrassend goede kwaliteit. Daarna is het tijd om verder te reizen. Ons doel voor vandaag is Springfield. Op onze reis door het "Amerika van toen" proberen we authentieke hotelletjes te vinden en vanavond gaat ons dat goed af. We vinden een echte Route 66 klassieker. Het Desert Hills is een motel zoals een motel behoort te zijn. Lage in U-vorm gebouwde kamertjes met voor iedere deur een parkeerplaats en een oubollige kitscherige inrichting. Dat de kamers inmiddels voorzien zijn van moderne snufjes als koelkast, tv en airco doet daar niets aan af. 

 

Springfield - Tulsa

Hoewel vandaag oorspronkelijk Oklahoma City ons einddoel zou zijn stranden we in Tulsa. Net als gisteren toen we het eerste deel van de staat Missouri hebben doorkruisd is het een ware speurtocht om Route 66 te blijven volgen. In Missouri zijn nog veel stukken van de oorspronkelijke weg bewaard gebleven; ze vinden echter is een missie op zich. Missouri was de eerste staat die overal duidelijk wegwijzers heeft geplaatst. Echter toen het oude suffe image van Route 66 langzaam maar zeker veranderde in een uniek historisch avontuur begon men de toen nog zeldzame wegwijzers te stelen en daar ondervinden we vandaag dus een hoop hinder van. We zijn nog nooit zo vaak verkeer gereden als vandaag. Gelukkig telkens maar kleine stukjes van dankzij onze GPS zien we al snel of we goed of fout zitten. Desondanks blijft het lastig. Bij iedere onduidelijke kruising is het zoeken geblazen en vaak vinden we pas in tweede of soms zelfs derde instantie de juiste weg.

 

Al vroeg in de ochtend, in een van de eerste dorpjes na Springfield stoppen we op een gedenkwaardige plek. We passeren een oud gerenoveerd tankstationnetje. Het stationnetje waar we in eerste instantie gewoon aan voorbij rijden doet ons uiteindelijk toch omkeren. Of het komt door de typische Route 66 sfeer die het uitademt of door het oude mannetje dat gastvrij voor het stationnetje zit te wachten weten we niet, maar kort nadat we het gepasseerd zijn besluiten we te stoppen en terug te gaan. De oude man, die ons al heeft zien keren komt ons ondertussen vriendelijk tegemoet gelopen. Hij verwelkomt ons en begint vol enthousiasme te vertellen over Route 66. De man heeft duidelijk een passie voor deze oude snelweg. Het stationnetje en de bijbehorende garage zijn ware museumstukken die vol staan met oude voorwerpen uit voorbije jaren. Antieke auto's, een oude Coca Cola machine, antiek gereedschap enzovoort. We kijken onze ogen uit, ondertussen luisterend naar onze gastheer. Vol passie vertelt hij ons over Route 66 en geeft hij ons aanwijzingen over interessante plaatsen die nog voor ons liggen. We krijgen zelfs kranten, een handgetekende routebeschrijvingen en interessante informatie mee, en dat alles voor niets. Een kijkje in het stationnetje en alle informatie is volledig gratis. Onze gastheer heeft meer een doel; zijn passie delen met zoveel mogelijk andere geinteresseerden. Hij geniet dan ook zichtbaar van de aanspraak en wil graag met ons op de foto. Omdat we vandaag vroeg gestart zijn, zijn we vooralsnog de enige bezoekers. De man geeft ons dan ook onverdeelde aandacht en houdt ons al met al voortdurend aan de praat. In zijn garage tovert hij zowaar een paar flesjes originele "root beer" tevoorschijn, verpakt in speciale Route-66-flesjes en betalen... daar wil hij niets van weten. Root Beer is in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden geen alcoholische drank, maar een soort abstract van suikerbiet of iets van dien aard. Het heeft een evenzo typische geur als kleur om van de smaak nog maar niet te spreken. Markus werkt het weg, maar Belinda lukt dit niet. Naar onze smaak is het gruwelijk vies. Gelukkig is de man een dergelijke reactie wel gewend. Als we het niet lusten, dan moeten we het gewoon weggooien, zegt hij verlossend, maar de flesjes moeten we wel meenemen, die wil hij ons als souvenir schenken. Het leven van onze gastheer staat al jaren helemaal in het teken van de Route. Hij struint de ene beurs na de andere af voor unieke voorwerpen om zijn verzameling mee uit te breiden en de dagen vult hij met het ontvangen van reizigers. Hij baalt zelfs als hij voor een verplichtingen soms even weg moet, want dan kan hij wel eens iemand missen. Wat een zeldzaam persoon. Pas als er nieuwe gasten komen kunnen we aan zijn aandacht ontsnappen en vervolgen we onze weg. Op advies van ons mannetje zoeken we eerst Red Oak op; een plekje iets van de route, dat we anders nooit gevonden zouden hebben. Red Oak is een klein minidorpje, dat in zijn geheel één adres vormt. Het is een wat uit de hand gelopen hobby van een excentrieke kunstenaar die op de grond rondom zijn huis een heel dorp nagebouwd heeft, volledig in oude stijl. Het minidorp is geen variant van Madurodam, maar een heus dorpje op ware grootte. Het dorpje heeft naast een aantal oude houten huisjes, een kerkje, een tankstation ook een bar en in de straten staan echte oldtimers. De hobby van de kunstenaar heeft geresulteerd in een prachtig openlucht museum en het is nog gratis ook. Er is niet eens iets van een entree. Je kunt gewoon naar binnen rijden en er in alle rust ronddolen zonder, dat iemand naar je omkijkt of je aanspreekt. Later de dag zullen we net als hier in het kunstenaarsdorpje Red Oak  nog een bijzonder kunstwerk bezoeken. Verder langs de route bezoeken we een enorme totempaal die prachtig versierd is. Ook hier was de schepper een artistieke kunstenaar die maar liefst 11 jaar van zijn leven heeft gewerkt aan dit kunstwerk. De kunstenaar zelf is niet meer in leven, maar een groepje liefhebbers zorgt nu dat het open blijft. Een lieve oude mevrouw, die druk bezig is met het oplappen van het schilderwerk ontvangt ons gastvrij en geeft ons, ondanks dat het kleine museum inmiddels gesloten is, toch nog een prive rondleiding. 

 

Na Red Oak vervolgen we onze weg; nog een klein stukje Missouri, een paar straten Kansas rijden en dan rijden we de staat Oklahoma binnen. In Kansas, waar de route slechts over een afstand van 13 mijl doorheen loopt, bezoeken we verder geen bezienswaardigheden. Toch vinden we ook hier het ware Route 66 gevoel. Ergens halverwege houden we een lunchstop. Bij de K-mart hebben we boodschappen gedaan en een klein brandertje gekocht. Vandaag even geen restaurant, maar een heuse picknick en waar kan dat beter dan op een authentieke Route 66 picknickplek kompleet met ouderwetse bankjes en eenvoudig kindervermaak zoals een wip, een schommel en een draaimolen allemaal nog stammend uit de jaren '50. We stuiten er bij toeval op, maar nemen er ruimschoots de tijd. In de hoogtijdagen van Route 66 was de auto nog geen vanzelfsprekend bezit en was een ritje met de auto een hele happening. Als men op reis ging, dan was dat meestal ook met het hele gezin. Veel van de oorspronkelijke Route 66 bezienswaardigheden zijn dan ook, zoals de Amerikanen het noemen, "mom and pop" attracties. Plaatsen dus waar aandacht wordt geschonken aan het hele gezin. Faciliteiten voor ouders in combinatie met kindervertier. Het mooiste voorbeeld hiervan bezoeken we later in Oklahoma. Langs de route vinden we een meertje met daarin een enorme grote blauwe walvis. Terwijl vader en moeder even pauzeren kunnen de kinderen hun energie kwijt in het water. De walvis is een waar kinderwalhalla. Zijn hoofd is een uitkijkpost, zijn staat een springplank en de vinnen glijbanen. Als we later op de reis terug kijken zal blijken, dat vandaag een echte Route 66 dag is geweest. We bezoeken meerdere overblijfselen, dineren in een weliswaar moderne maar oorspronkelijke diner en slapen opnieuw in een typisch '66 motelletje.

 

Tulsa - Amarillo

Vandaag wordt een lange dag. Omdat we gisteren eerder gestopt zijn hebben we vandaag zo'n 100 mijl goed te maken en dus hebben we heel wat uren toeren voor de boeg. Urenlang samen in de auto zitten; voor ons een heel vertrouwd fenomeen. We zetten de radio aan en terwijl de country melodieen door de luidsprekers schallen toeren wij verder richting het westen. En hoe makkelijk hebben we het deze keer; de weg is glad, de auto comfortabel en de airco draait overuren. Was het weer op de dag van onze aankomst koel en druilerig, sinds we westwaards rijden wordt het elke dag en vandaag zelfs ieder uur warmer. Naarmate we dieper Oklahoma in rijden wordt de wereld droger en heter. De groene heuvels verdwijnen en maken plaats voor een glooiend droger landschap. Later in de middag als we de staat Texas binnen rijden schiet de thermometer nog verder omhoog. Op het heetst van de dag meten we 112 graden fahrenheid wat net boven de 40 graden celcius is. Telkens als we onderweg even stoppen om iets te bekijken bezwijken we bijna van de hitte. In vergelijking tot onze reis met de Landrover hebben we qua hitte meer comfort. Onze auto heeft airco en ook onze kamers zijn, hoe goedkoop ook, allemaal voorzien van deze luxe. Aangenaam natuurlijk, maar we merken, dat het ons er wel van weerhoudt dingen te ondernemen. Nu houdt het rijden van Route 66 in, dat we veel onderweg zijn, dus dat is OK. Bovendien is dit Amerika en hoeven we, als we willen, de auto nauwelijks meer uit. Er zijn hier drive-ins in alle varianten.  Zo zijn er naast de welbekende drive-in fastfood restaurants ook drive-in donut shops, drive-in geldautomaten en zelfs drive-in apotheken. Amerika is een raar land. Alles is gericht op gemak, consumptie en vermaak en alles is groot; stereotypen van het beeld dat veel Europanen van de VS hebben en ze zijn waar. Onze 6-cilinder Toyota is in Europa niets eens te koop, terwijl het hier maar een kleine auto is om nog maar niet te spreken van de caravans die achter de vele grote pick-ups hangen. De caravans hebben hier de afmeting van een touringcar of oplegger van een vrachtwagen en dan bungelt er vaak ook nog een kleine luxe wagen achteraan, want dat is toch wel zo praktisch. Met een pickup wil je nou eenmaal niet dagelijks rijden, toch???

 

De rit naar Amarillo duurt lang, maar we schieten snel op. Op dit gedeelte van de route is de oude weg bijna volledig weggevaagd door de Interstate. Hier en daar rijden we een klein stukjes op de oorspronkelijke weg, om dan vervolgens de snelweg weer op te kronkelen. De lange afstand die we vanavond voor de boeg hebben is dan ook goed te doen. Wat de omgeving betreft zien we duidelijk dat het landschap opnieuw verandert. Vanaf de grens met Texas verdwijnen de bossen bijna helemaal en wordt het landschap vlak met tot aan de horizon wuivend gras. Met uitzondering van de steden en dorpjes zijn er ook weinig zijwegen meer. De weggetjes die hier het land doorkruisen lopen veelal naar een grote farms. Het landschap is een lappendeken van grote boerderijen waarvan de meeste veehouderijen zijn. Overal zien we koeien. Geen wonder, dat hier in Amarillo de grootste veeveiling van het land plaats vindt. Van heinde en ver komt men hier om met name koeien maar ook ander vee zoals paarden te verhandelen. Volgens zeggen is er dan ook geen betere plek voor het eten van een goede steak dan hier in Amarillo en "the place to be is" de Big Texan. Nadat we ons in het bij behorende hotel wat hebben opgefrist wandelen we naar het restaurant. Nee, niet intiem een tafeltje voor twee. Het steakhouse is een enorme, in country stijl ingerichte hal, bevolkt door zeker een paar honderd gasten. Het is er zelfs zo druk, dat we ruim een half uurtje moeten wachten voordat we aan tafel mogen. Als het tijd is krijgen we een plekje midden in de zaal, vlakbij de tafel waar veelvraten proberen een 70 ounce steak te verorberen. Deze steak van 2,5kg moeten ze in een uur opeten. Lukt het dan is hij gratis, krijgen ze een daverend applaus en een eervolle vermelding in de steakhouse's "hall of fame". Lukt het niet, dan moeten ze de steak betalen en druipen ze geruisloos af met de restanten van hun maaltijd verpakt in een wit meeneembakje. Op het moment waarop we aan tafel gaan, zijn drie mannen aan het schransen voor hun recordpoging. Van de drie is er uiteindelijk slechts eentje die de overwinning behaalt. We genieten van de sfeer, van de overheerlijke steak en van het Nederlandse gezelschap, want geloof het of niet, temidden van honderden gasten belanden we aan een tafeltje naast een stel Nederlanders. Alsof dat niet het enige toeval is, ze blijken zelfs vlak bij ons te wonen en delen bovendien onze voorliefde voor Afrika. Ze hebben er zowaar een aantal jaren gewoond. Genoeg gespreksstof dus. We kletsen heel wat af en de tijd vliegt voorbij.

 

Amarillo - Tucumcari

Voordat we vandaag onze tocht over Route 66 vervolgen maken we eerst een uitstapje naar het zuiden. Hier ligt het Palo Duro NP; een canyon die wel wat lijkt op de Grand Canyon, zij het, dat we hier met een auto tot onderin de canyon kunnen rijden waar een leuke route is uitgezet. Na de vele diners en kleine dorpjes is het nationaal park een welkome afwisseling. We vertrekken dan ook op tijd om te ontbijten in de natuur. Het klimaat, de planten en de woestijnachtige omgeving doen zelfs een beetje Afrikaans aan en het kost ons dan ook weinig moeite terug te denken aan de vele malen dat we in Afrika op deze wijze ontbeten. Als het ontbijt is opgeruimd rijden we verder het park in en volgt al snel de afdaling naar het midden van de kloof. De omgeving is hier mooi en de rust overweldigend. Onderin de kloof zijn zelfs kampeerplaatsen. Werkelijk prachtige plekken; want zal dat kicken zijn om hier eens met een eigen auto te kamperen! Wie weet? Na een rondje door de canyon rijden we dezelfde weg terug naar Amarillo, waar we Route 66 weer oppikken.

 

Vlak na de oprit van de Interstate bezoeken we opnieuw een typisch Route 66 monument. Geen overblijfsel uit het verleden deze keer, maar een merkwaardig kunstwerk, dat misschien wel heel symbolisch is voor de Amerikaanse consumptiecultuur. Langs de snelweg, ergens midden in een veld, staat een rij ingegraven Cadillacs die volledig bedekt zijn met verf in alle kleuren van de regenboog. Verf die in navolging van de kunstenaar is aangebracht door de bezoekers. Bijna iedere bezoeker heeft een spuitbus meegenomen en leeft zich uit op de Cadillacs die inmiddels een verflaag hebben van enkele centimeters. Vol verbazing slaan we het gade: Je spuit je spuitbus leeg op het kunstwerk, neemt een paar foto's en gooit het afval daarna gewoon om je heen. Het kunstwerk staat gewoon in een boeren akker en de omgeving ligt bezaaid met rotzooi. De lege spuitbussen liggen letterlijk tussen de geploegde voren. Wat een raar land is dit toch. Wij nemen enkel een paar foto's en gaan er dan weer vandoor; op naar weer een legendarische plek, het Midwaypoint vlakbij het plaatsje Adrian. Hoewel niet exact het geografisch middelpunt ligt hier het keerpunt. De helft zit erop. Vanaf hier is Los Angelos dichterbij dan Chicago.

 

Midwaypoint

Midpway point is een gedenkwaardige plek en in ons geval komt dat niet alleen vanwege zijn geografische ligging. Nadat we net als velen voor ons een foto hebben geschoten bij het beroemde bord en onze handtekening hebben achtergelaten op een oude auto; het ultieme Route 66 gastenboek; slenteren we het bijbehorend restaurantje binnen. Een gezellige diner waar het sinds het ontstaan van de oude snelweg een komen en gaan van reizigers is. We nestelen ons op de rode kunstleren bankjes en bestuderen de kaart. Ondertussen maken we een praatje met een Amerikaans echtpaar aan het tafeltje naast ons. Het echtpaar is geinteresseerd in waar we vandaan komen en onze reisplannen in de VS. Eigenlijk hebben we allebei even helemaal geen zin in weer zo'n standaard gesprekje. Mensen maken een land en ontmoetingen zijn voor ons het belangrijkste onderdeel van ieder avontuur, en toch soms zijn we liever even alleen op de wereld. Soms zelfs irriteert het ons een beetje, dat zonder rekening met ons te houden, vreemden altijd maar wanneer het hun uitkomt onze aandacht opeisen. Vandaag is zo'n moment. We hebben er allebei helemaal geen zin in om weer opnieuw energie te moeten steken in weer een vluchtige kennismaking; we willen gewoon lekker rustig lunchen. Maar dat wordt ons niet gegund. Het echtpaar, dat vreselijk aardig en beleefd is blijft ons vragen stellen. Waar komen we vandaag, hoe is Nederland, wat gaan we doen in Amerika, wat vinden we van Amerika enzovoort, enzovoort.  We zijn er aardig op getraind onze tegenzin niet te laten merken en zo, meer gedreven door fatsoen en dan door zin vertellen we plichtsgetrouw over onze reisplannen en over Nederland. Het echtpaar op hun beurt vertelt over Amerika en de droogte die Texas op het moment teistert. Het is een gesprek als vele andere en toch ook weer niet. Het echtpaar geniet overduidelijk van onze aandacht en langzaam overspoeld ons een gevoel van schaamte. Hun interesse is zo oprecht, dat we ons stiekem genereren voor de tegenzin waarmee we het gesprek voeren. Rijk of arm, zwart of wit op iedere reis zijn er altijd enkele ontmoetingen die onze reis kleuren en die we niet snel zult vergeten. Vandaag is zo'n moment. Nadat het echtpaar afscheid heeft genomen en de diner is uitgelopen, komt de eigenaar van het restaurant naar ons toe. Hij brengt ons de groeten van het echtpaar over, wenst ons namens hun "welkom in Amerika" en vertelt ons, dat we onze lunch van hun hebben gekregen. Zij hebben onze rekening al vast betaald. We zijn met stomheid geslagen. Geneerden we ons eerder al wat voor onze desinteresse, nu voelen we ons helemaal schuldig. Wat een lieve mensen. En dat in een westers land. We hebben dergelijke verrassingen vaker meegemaakt, maar dan eigenlijk altijd in een Islamitisch land. We rennen snel het restaurant uit en het lukt ons, om ze nog net voordat ze de parkeerplaats af rijden te bedanken voor dit gastvrije gebaar. Het midwaypoint is voor ons zowel letterlijk als figuurlijk het keerpunt in onze reis. Deze twee mensen hebben voor eens en voor altijd ons beeld van Amerika verandert. Onverwacht verandert deze reisdag hierdoor in een hele mooie herinnering die ons bovendien opnieuw doet beseffen, dat we niet iedereen over een kam moeten scheren en altijd open moeten blijven staan voor de mensen die we ontmoeten. Ook als we er even geen zin in hebben.

 

Vandaag stoppen we vroeg en dat is niet echt vervelend. Het is verzengend heet vandaag en zelfs de verkoelende airco in de auto kan niet voorkomen, dat we ons afgemat voelen. We verzamelen nog net genoeg energie om in de bibliotheek even onze email te controleren en in de enige supermarkt die het dorpje rijk is wat boodschappen in te slaan en dan verschansen we ons op onze hotelkamer. Zelfs voor een maaltijd komen we de deur niet meer uit. Op ons campingbrandertje koken we vanavond ons eigen potje.

 

Tucumcari - Albuquerque

Na een goede lange nachtrust zijn we vroeg uit de veren. Vroeger zelfs nog dan we denken, want opnieuw blijken we een uurtje terug in de tijd te zijn gegaan. Niet echt vervelend want nu is het buiten nog lekker aangenaam. Pas vandaag hebben we dan ook de moed om langs de beroemde muurschilderingen te rijden die het dorpje rijk is. Daarna vervolgens we ons avontuur langs Route 66.  Tucumcari ligt alweer in de vijfde staat. Na het stedelijke Illinois, het groene heuvelland van Missouri, de prairie van Texas strekt zich voor ons het ruige landschap van New Mexico uit. De begroeing wordt minder en het landschap verandert heel langzaam in een desolaat woestijnachtig gebied met links en rechts bergen. Onze eindbestemming voor vandaag is Albuquerque. Zelfs als Nederlander hoef je geen moeite te doen deze plaats uit te spreken met een zwaar Amerikaans accent. Maar voordat we daar aankomen pauzeren we in Sante Fee. Een stadje met een schilderachtig centrum bestaande uit mooie met aarde gestuckte en in terra cotta kleur geverfde huizen. Het geheel doet erg mexicaans aan en dat is ook niet zo verwonderlijk. Hemelsbreed zitten we vlakbij de Mexicaanse grens. Het dorpje is een mengeling van souvernirwinkels, kunstgallerijtjes en restaurantjes en het hart van het centrum wordt gevormd door een echte plaza. Een groot vierkant plein met mooie plantsoenen en bankjes. Het traditionele centrum van nagenoeg elke dorp of stad in Mexico. Zo vlakbij de landsgrens moet er hier vast wel een goed Mexicaans restaurant zitten. In een koffiebarretje laten we ons voorlichten waarna we er rustig naar toe wandelen. Dat het restaurant een goede naam heeft wordt ons direct duidelijk als we een voet binnen de deur zetten. Het restaurant zit boordevol en voor een tafeltje voor twee moeten we bijna drie kwartier wachten. Ongeduldig als we zijn staan we tijdens het wachten tot twee keer toe op het punt om te vertrekken, maar uiteindelijk houden we toch vol en dat blijkt niet voor niets. De Mexicaanse maaltijd die we bestellen is traditioneel gemaakt en het wachten meer dan waard. Het is echt smullen geblazen. Met een eigenlijk veel te vol gevoel slenteren we terug naar de auto en leggen we het laatste stukje van onze etappe van vandaag af. Albuquerque is een van die plaatsen waar we geen hotel hebben besproken, maar ook hier blijkt dit geen enkel probleem. Voor de nacht vinden we opnieuw een net en goedkoop hotelletje met een vreselijk vriendelijke eigenaar. Nieuwsgierig naar onze afkomst maken we een kort praatje met de man en dan valt ons oog al gauw op de landkaart van Afrika die in receptie hangt. Wanneer we ernaar wijzen vertelt de man ons, dat hij daar vandaan komt. Nu worden wij nieuwsgierig en als we doorvragen blijkt hij geboren te zijn op Zanzibar. Voor ons een bekende plek en we vertellen hem, dat wij daar ook geweest zijn. Natuurlijk is het ijs dan helemaal gebroken. We wisselen wat herinneringen aan Afrika uit en nemen afscheid met een paar woorden Swahili. Daarna gaan we naar onze kamer waar de eigenaar later die avond nog eventjes langs komt om een adres van een vriend af te geven die een reisorganisatie heeft in Arusha (Tanzania). Altijd handig zo'n adresje.

 

Albuquerque - Holbrook

Onze negende reisdag beginnen we met een erg lekker ontbijtje in weer zo'n typische Route 66 diner. Kunstleren banken, portretten van Betty Boop en typische jaren '60 neon verlichting  blinken ons tegemoet als we de diner binnen stappen. Deze diner, die pas volledig gerestaureerd is, is een geslaagde mix van nieuwe spullen in oude stijl. Vanuit de stad lopen twee routes. Een rechtstreekse route en een klein ommetje. Het ommetje volgt nog een erg oud stuk van de oorspronkelijke route. Natuurlijk kiezen we voor de laatste, maar om hem te vinden moeten we nog wel even zoeken. De weg staat niet erg duidelijk aangegeven, maar met wat vragen links en rechts vinden we hem uiteindelijk toch. De omweg die we nemen laat ons een hele andere kant van het land zien. Deden we eerder in het verhaal al verslag van de armoede waarin sommige Amerikanen wonen wat we hier zien verbaasd ons helemaal. De eerste helft van de omweg leidt door een aantal kleine gehuchtjes en de wereld hier lijkt in geen enkel opzicht op het beeld, dat we in Europa van Amerika hebben. Het land is droog en stoffig en de dorpjes een rommeltje. Tussen de huizen zien we zelfs oude krotjes en schuurtjes waar nog werkelijk mensen wonen. Als iemand ons hier geblinddoekt zou droppen en zou vertellen, dat we ergens op het platte land van Mexico zouden zitten zouden we het ook geloven. Hier in deze regio heeft het land van de onbegrensde mogelijkheden weinig te bieden. De bevolking oogt erg arm en tussen de ook hier nog steeds aanwezige luxe lijkt deze armoede schrijnender dan in bijvoorbeeld Afrika. Dit is een kant van Amerika die we nog nooit hebben gezien en ook totaal niet hadden verwacht. Na ongeveer de helft van de omweg te hebben gereden verandert de wereld opnieuw. Als we het laatste dorp uitrijden is het landschap ineens kaal en leeg. De weinige stuikjes en boompjes zijn nu bijna helemaal verdwenen. Een stoffig woestijnlandschap en met veel rotsen en bergen ligt voor ons. De ruimte en ruigheid is iets waar we allebei van houden en de route die voor ons ligt is dan ook een prachtig stuk om te rijden. Op het einde van de omweg, net voordat we de snelweg bereiken ligt zelfs nog een erg oud stuk Route 66. Zo oud zelfs, dat de weg hier en daar helemaal is weggereden waardoor we soms even offroad moeten rijden. Hebben we die stoere Toyota tenminste niet voor niets.

 

In onze reisboeken lezen we, dat er tussen hier en het dorp waar we willen overnachten, nog twee bijzondere bezienswaardigheden liggen. De eerste is de grootste meteorietkrater van het land. Dat willen we wel eens zien. We nemen de afslag er naar toe, maar eenmaal daar aangekomen is het even schrikken geblazen. Waren tot nu toe bijna alle bezienswaardigheden gratis, hier vragen ze de hoofdprijs. We moeten per persoon bijna 20 dollar betalen om eventjes uitzicht te mogen hebben op de krater. Klinkt interessant, maar in werkelijkheid is het niet meer dan een enorm gat. Het museum, dat bij de prijs in zit ten spijt, voor zoveel geld laten we deze eer aan ons voorbij gaan. Zo graag willen we het nu ook weer niet zien. Snel zoeken we onze auto weer op en rijden we terug naar de snelweg.

 

Was de krater een kleine desillusie, de tweede bezienswaardigheid op onze route deze middag is in één woord prachtig. Net voor onze stop in Holbrook bezoeken we het Painted Desert NP. De Nederlandse vertaling is Geverfde Woestijn en die naam heeft het landschap niet voor niets. Het landschap is een bijna onwerkelijk geheel van gekleurde bergen. De bergen die inderdaad geverfd lijken bestaan uit heel veel laagjes aarde die allemaal een andere kleur hebben. Kleuren die varieren van wit, zwart, oranje, blauw en rood tot alle scharkeringen daar tussenin. Kleuren die bovendien versterkt worden door het tijdstip van ons bezoek. We zijn er aan het einde van de middag en het warme licht van de zakkende zon doet de kleuren van het landschap nog mooier uitkomen. Heel rustig, rijdend van uitzichtpunt naar uitzichtpunt bereiken het tweede deel van het nationaal park. In dit deel van het park ligt het landschap bezaaid met versteende bomen. Kleine maar ook enorme boomstammen liggen echt overal, zelfs boven op de toppen van de bergen. De bomen zijn indrukwekkend om te zien en hoewel ze inmiddels letterlijk van steen zijn hebben ze nog het uiterlijk van hout en is de oorspronkelijke structuur nog duidelijk zichtbaar. Aan het einde van de 18 km durende route dwars door het Nationaal park bereiken we de andere ingang die voor ons de uitgang is. Vanaf hier is het nog maar een paar kilometer tot Holbrook, het dorp waar we willen overnachten en dat is maar goed ook. Het is inmiddels al zo laat, dat de duisternis invalt. We zoeken snel een hotelletje en gaan daarna nog even de stad in voor een maaltijd. Met in ons achterhoofd de overheerlijke Mexicaanse maaltijd in Santa Fee, bestellen we nogmaals taco's en burito's, maar deze keer is het geen succes. De maaltijd ziet er niet alleen onaantrekkelijk uit, zo smaakt hij ook. Jammer want we hadden zo'n trek. We zoeken heel selectief de lekkerste hapjes eruit en laten de rest staan. Geen fooi van ons onze deze avond. We betalen wat we moeten en gaan dan snel terug naar onze kamer.

 

Holbrook - Flagstaff

Vandaag hoeven we maar een klein stukje. We hadden vooraf een extra dag ingepland voor het geval dat. Nu we echter nog steeds op schema liggen en we de dag niet echt nodig zijn om tijdig onze eindbestemming te halen, besluiten we hem te gebruiken om Flagstaff te bezoeken. We zijn er al vroeg in de middag. We zoeken snel een hotel en gaan daarna op ons gemak de stad in. Flagstaff is een gezellig dorpje waar overblijfselen van het wilde westen nog ruimschoots terug te vinden zijn. Er staan veel oude gebouwen en er is nog een echte cowboywinkel met een enorme collectie laarzen, riemen, kleding en lasso's. Lunchen doen we in een oud karakteristiek hotel waar we een heerlijke maaltijd voorgeschoteld krijgen. Geen typische Amerikaanse vette hap, maar overheerlijke zelfgemaakte soep, salade en sandwich en dat alles van verse produkten. Om onze vingers bij af te likken. Wanneer op een gegeven moment de lucht betrekt en de regen met bakken uit de hemel begint te vallen, gaan we terug naar het hotel. We hebben naar verhouding een redelijk luxe kamer en dus is het totaal geen straf om daar even heerlijk te luieren. Gelukkig duurt de regen niet erg lang, het wordt al snel weer droog. Net voor zonsondergang verdwijnen zelfs alle wolken en wordt de hemel zo helder, dat we toch nog sterren kunnen gaan kijken. Op een heuvel aan de rand Flagstaff bevindt zich namelijk een groot observatorium, dat iedere avond geopend is voor publiek. Omdat het volgens de receptioniste van het hotel een korte maar mooie wandeling is besluiten we de auto te laten staan en beginnen we aan de klim heuvelopwaarts. De wandeling is pittig, maar zeker de moeite waard. Halverwege de heuvel worden we door een stel kinderen getipt. In de berm zou een lynx moeten liggen. Hoewel het al bijna donker is speuren we de berm grondig af en inderdaad. Opgerold als een huiskat vinden we inderdaad de lynx. Het is een grappig beestje, dat een soort mix lijkt tussen een vos en huiskat. De lynx laat zich niet door ons opschrikken en we hebben alle tijd om hem rustig te bekijken. Een foto maken lukt helaas niet meer daarvoor is het te donker. Eenmaal aangekomen in het observatorium moeten we nog even geduld hebben. Om de sterren te bekijken is het nog niet donker genoeg. We beginnen daarom met een bezoek aan het museum, waar we zien hoe een wetenschapper hier vele jaren geleden de planeet Mars heeft ontdekt. Ook in de voorbereiding op de maanlanding heeft het observatorium een belangrijke rol gespeeld. Daarna bekijken we een interessante film over het wonder van ons heelal en dan..... eindelijk is het donker genoeg. Buiten hebben de medewerkers van het observatorium de telescopen al in gereedheid gebracht. We beginnen met de allerkleinste, een eenvoudige mobiele telescoop. De telescoop staat afgesteld op Saturnus en inderdaad de planeet en de bekende ringen zijn overduidelijk zichtbaar. Als klap op de vuurpijl is ook de grootste telescoop opgesteld. De telescoop die ruim 10 meter en staat afgesteld op een groep sterren. Hoewel het beeld, wanneer we er met eigen ogen doorheen kijken, minder spectaculair is dan we hadden verwacht blijft het een leuke ervaring. Nadat we alle opgestelde telescopen hebben bekeken is het tijd om weer terug te gaan naar het hotel, maar hoe? Eenmaal buiten op de parkeerplaats merken we pas hoe donker het hier is. Het is een donkere avond zonder maan en hier midden in de bossen zonder straatverlichting zien we bijna geen hand voor ogen. We hebben er nooit over nagedacht een zaklamp mee te nemen. Er loopt geen voetpad naar beneden en zonder verlichting terug lopen over de openbare weg lijkt ons geen goed plan. Dan maar liften. We wachten tot een auto de parkeerplaats verlaat en zetten ons beste beentje voor. De chauffeur had ons echter al opgemerkt en vindt het geen probleem ons mee te nemen.

 

Flagstaff - Williams

Een van amerika's meest bekende plaatsten is de Grand Canyon. Een enorm natuurwonder dat dagelijks duizenden bezoekers trekt. Hoewel niet helemaal op de route willen ook wij deze bezienswaardigheid niet overslaan. Vanaf Flagstaff verlaten we Route 66 een stukje en maken we een omweg langs de Grand Canyon. Net voor de middag bereiken van de Canyon en op ons gemakje bezoeken we de diverse uitzichtpunten. In sommige opzichten lijkt het op de Fish River Canyon in Namibie, maar in sommige ook weer niet. De Grand Canyon is vele male groter en het is ook vooral de enorme afmeting die ons als bezoeker betovert. Overal waar we kijken strekt de Canyon zich als een enorme scheur in de aarde onder ons uit. Tot diep in de Canyon wisselen de kleuren van de verschillende aardlagen elkaar af. Hoewel het stuk voor stuk indrukwekkende uitzichten zijn, hebben we ze na een paar uur allemaal gezien. Net voordat de lucht betrekt zoeken we de uitgang weer op. Zo te zien wordt het een druilerige middag, maar dat maakt voor ons laatste uitstapje naar de Canyon niet meer uit. Omdat het ons aan de tijd ontbreekt om te voet de bodem van de Canyon te bezoeken, nemen we er een digitaal kijkje. Bij de uitgang van het park zit een groot Imax theater van National Geographic waar een spectaculaire film over de Grand Canyon draait. Helemaal Canyon verzadigd pikken we later, vlak voor Williams, Route 66 weer op. Williams is opnieuw een klein westernachtig dorpje op de route. Om in de sfeer te blijven hebben we hier een overnachting geboekt in een antiek hotel. Het hotel dateert uit het einde van de 19e eeuw en dat geldt ook voor het interieur. Iedere kamer is nog in oude stijl en omdat we vroeg zijn mogen we zelf een kamer uitzoeken. Wij kiezen voor de blauwe kamer aan de voorkant van het hotel. Onze kamer heeft een groot ledikant en een klein wastafeltje. Luxe als een douche en tv ontbreekt; dat is even wennen maar het heeft ook wel weer wat. Het doet een beetje denken aan de grote huizen uit de serie "North and South". Een stukje Amerika uit een nog ouder tijdperk. Williams ligt niet alleen nabij de Canyon het is ook de plaats vanwaar de trein naar de Canyon vertrekt. Het kleine dorpje is daarom overladen met toeristen en daar wordt slim op ingespeeld. Bij het vallen van de avond wordt door een groepje straatartiesten een heus vuurgevecht nagespeeld. Het dorpje heeft bovendien een aantal leuke restaurantjes. Na het straatgevecht zoeken we een tafeltje op het terras van het restaurantje tegenover ons hotel. Het is een warme zwoele avond en onder het genot van Amerikaans formaat glas cola en live muziek zitten we nog een tijdje na te genieten van het goede leven. Nog een paar dagen en dan zit ons Route 66 avontuur er alweer op.

 

Wiliams - Las Vegas

Ook vandaag verlaten we weer route 66 voor opnieuw een beroemd en misschien ook wel berucht stukje Amerika, dat we niet willen missen. Onze bestemming van vandaag is Las Vegas. Maar dat is pas vanavond. Op onze route van vandaag liggen nog een aantal bijzondere plekken. Waar reizigers zijn zijn meisjes van lichte zeden. Dit was vroeger niet anders en dus vinden we vlakbij het oude station in Williams een bordeel. Het gebouw waarvan de oorspronkelijk functie nog duidelijk herkenbaar is dient vandaag de dag als bakkerij. Ze verkopen er heerlijke broodjes; een goede plek voor ontbijt dus. De rest van de ochtend rijden we over lange rechte stukken Interstate. Rond lunchtijd stoppen we bij alweer een ouderwetse diner voor een typisch Amerikaans boordje Hamburger. 's Middags verlaten we de oude snelweg voor een bezoek aan Oatman. Een oud mijnwerkersdorpje, dat vandaag de dag bekend staat om de ronddolende ezeltjes. Wat we moeten verwachten weten we niet precies, maar de verrassing begint al bij de weg naar er naar toe. De route die door een ruig woestijnachtig landschap en over een hoge pas loopt is zonder meer het mooiste stukje route van onze hele reis. De beplanting en vergezichten zijn adembenemend. We stoppen dan ook regelmatig om wat mooie plaatjes te schieten en dan ineens middenin een bloedheet en kurkdroog landschap duikt een klein western dorpje op. Het dorpje lijkt zo weggelopen uit het decor van een western film. Een dorpje is niet meer dan een stoffig weggetje met links en rechts houten gebouwtjes en overdekte veranda's. Te oordelen aan de inhoud van de gebouwtjes, wat bijna allemaal restaurantjes of souvernirwinkeltjes zijn, heeft het dorpje nog slechts een toeristische bestemming, maar dat mag de pret niet drukken. De sfeer is authentiek en ontspannen en dan nog al die ezeltjes. De attractie in dit dorpje is niet de cowboysfeer maar de loslopende ezeltjes. In de hoogtijdagen van de mijnindustrie werden ezeltjes ingezet voor het zware werk, echter met de komst van moderne machines werden ze overbodig. Tja wat doe je dan met de ezeltjes. De mensheid staat nou eenmaal niet bekend om zijn elegante oplossingen en dus werden de ezeltjes gewoon losgelaten en hun lot overgelaten. Velen zijn natuurlijk gestorven, maar sommige ook niet. Een deel van de ezeltjes heeft het overleefd en uit hun nakomelingen in een grote kudde wilde ezeltjes ontstaan. De kudde zelf wordt niet zo vaak gespot, maar een aantal ezeltjes die hebben ontdekt, dat toeristen een makkelijke bron van lekkere hapjes zijn, hangen overdag rond in het dorpje. Het is een grappig gezicht. Als we het dorpje inrijden ziet we inderdaad overal ezeltjes; schuilend in de schaduw op de veranda of zelfs nieuwsgierig met het hoofd in de deuropening van een winkel. Het leukst vinden we de veulentjes. Kleine wollige ondeugende ezeltjes. Om de kleintjes te beschermen tegen een overdosis goedbedoelde traktaties hebben de bewoners van het dorpje een hele grappige oplossing gevonden. Alle veulentjes hebben op hun voorhoofd een klein stickertje met de boodschap "geen worteltjes". Via dezelfde route als we zijn gekomen rijden we terug naar de snelweg. Opnieuw zijn we onder de indruk van de omgeving. Dit stukje weg is meer dan de moeite waard om twee keer te rijden. Terug in de bewoonde wereld pikken we de snelweg naar Las Vegas op. Vlak voor Vegas nemen we nog even een kijkje bij de Hoover Dam en dan zijn we er. Al vanuit de verte zien we de stad opduiken vanuit de woestijn. Hier draait het leven om geld en gokken. Nog voordat we de stad bereiken nodigen grote reclameborden langs de weg ons uit om toch vooral een gokje te wagen. In Las Vegas draait de wereld om geld, gokken, drank en seks. Geleerd van een eerder bezoek hebben we deze keer vooraf een hotel besproken. Voor een prikje zitten we midden op de Strip en op loopafstand van de grote beroemde casino's. Onze kamer is enorm en voorzien van alle luxe; Viva Las Vegas. We pakken snel onze tas uit, frissen ons een beetje op en storten ons dan in het feestgedruis. Ondanks de bijna ondraaglijke hitte is het op straat vreselijk druk. Je kunt letterlijk over de hoofden lopen. Van het ene hotel slenteren we naar het andere, maar de meeste tijd besteden we in de Venetian. Dit hotel is zo bijzonder. Bij het betreden van het hotel loop je letterlijk een andere wereld binnen. Kanaaltjes met gondels, bruggetjes, oude Venetiaanse straatjes en zelfs het bekende San Marco plein is nagebouwd. Zelfs de blauwe hemel lijkt levensecht. Hier ligt een stukje Italie waar de zon nooit onder gaat. Vol verwondering bekijken we het hotel. Zeg je Italie dan zeg je pizza en laten we daar nou heel veel zin in hebben. We bedenken ons, dat er ergens in dit hotel vast wel een echte pizzeria moet zitten. Het water loopt ons in de mond. Geen vette Amerikaanse namaak pizza met zo'n brooddeegachtige bodem, maar een echte dunne krokante pizza zoals je ze alleen bij een echte Italiaan krijgt. Onze speurtocht gaat van start en lang hoeven we niet te zoeken. Nu betaal je in zo'n setting natuurlijk wel de hoofdprijs, maar dat hebben we er graag voor over. Geleerd echter van de poot die ze ons hebben uitgedraaid in het steakhouse vlakbij de Grand Canyon maken we de ober direct duidelijk, dat we niet van plan zijn automatisch een toeslag van 15% over onze rekening te krijgen. In de wat meer toeristische plaatsen blijken restauranteigenaren soms ongevraagd 15% fooi bij de rekening op te drukken. We vinden dat bere asociaal. Een fooi is in onze ogen vrijwillig en we willen zelf bepalen of en hoeveel we gaan betalen. De ober vindt ons maar rare snuiters, maar gaat wel akkoord, al is zijn enthousiasme wel behoorlijk bekoeld. Ons kan het niet schelen. We smullen van onze pizza en voelen ons tenminste niet uitgebuit. Een bezoekje aan Las Vegas is natuurlijk niet compleet zonder een gokje te wagen. We slenteren door de lobby's van diverse hotels, maar het is uiteindelijk de hoogte van de jackpot in het Treasure Island hotel die ons weet te verleiden. We wagen er een aantal dollars aan, maar zonder succes. Een paar keer drukken en dan zijn de punten al weer weg. Het is treurig om te zien hoe snel je geld hier als sneeuw voor de zon verdwijnt. Geen wonder dat zoveel mensen hier aan lager wal raken. Dicht onder de oppervlakte van glitter en glamour en de 24 uur flikkerende neonverlichting ligt de tragiek van drankverslaving, gokverslaving en goedkope sex. De loopbruggen die de diverse hotels met elkaar verbinden zitten dan ook vol met bedelende zwervers, aan de lopende band krijgen we tientallen kaartjes uitgedeeld van dames die zich 24/7 beschikbaar stellen en we zien mensen zo dronken, dat ze letterlijk op straat ineen zakken. We kunnen het moeilijk omschrijven, maar ondanks alle kleur en fleur geeft het aanblik van de keerzijde de stad iets treurigs. Tegen tienen zijn we uitgeteld. We lopen dan al uren en hebben het wel gezien. We gaan lekker terug naar onze met airco gekoelde kamer.

 

Las Vegas - Los Angelos

Vandaag wordt onze laatste reisdag. Hoewel we nog een extra dagje in LA zullen vertoeven, bereiken we vandaag het einde van ons Route 66 avontuur. In tegenstelling tot het begin van de route is er op het einde weinig meer terug te vinden van de oude 66 sfeer. De weg hier is zo goed als volledig bedolven onder brede autosnelwegen. De snelweg die het hart van LA inloopt is maar liefst 16 baans breed. Hier geen oude diners of antieke route 66 ikonen meer. De wereld in LA is modern. Natuurlijk voordat we ons hotelletje opzoeken willen we het eindpunt van de route hebben bereikt, maar dat is lastiger dan gedacht. Het historisch eindpunt van deze legendarische snelweg ligt letterlijk aan de andere kant van de stand bij Santa Monica pier. Dat betekent dus dat we dwars door de stad heen moeten en dat gaat ons nog uren kosten. We belanden midden in de spits en het lijkt wel alsof iedereen na werktijd zich naar het strand begeeft. Vanuit het centrum loopt een lang breed lint van auto's richting de kust. Er zit niets anders op dan geduldig wachten en stapvoets de stroom auto's volgen. En dan ineens, na een ontelbare reeks stoplichten doemt aan het einde van de straat de zee op. Hier eindigt het continent en dus ook onze reis. Ruim 2448 mijlen liggen er tussen Chicago en Los Angelos. Opnieuw hebben we een legendarisch traject overland afgelegd. We parkeren de auto en hangen een tijdje rond bij het strand. Het klimaat is hier heerlijk. De droge hitte heeft plaats gemaakt voor een koele zeewind. Voor het eten belanden we in een leuk restaurantje waar we voor weinig fish en chips eten. Daarna gaan we op zoek naar ons hotel, dat aan de rand van Beverly Hills ligt en de legendarische postcode 90210 heeft. We zijn benieuwd. Met het waypoint vinden we het hotel al snel en we zijn positief verrast. Het is weliswaar het duurste hotel van onze reis, maar dan heb je ook wat. Voor Nederlandse begrippen overnachten we nog steeds voor een prikkie en dat in een poepchique hotel.

 

Los Angelos

Onze laatste volle dag in de States besteden we in de stad van de filmindustrie. Hoewel de eigenaresse van het hotel ons met alle geweld een stadstoer probeert aan te smeren laten we ons niet verleiden; dat kunnen we heel goed zelf. We pakken vroeg de auto en beginnen bij de Hollywood Boulevard. Omdat het nog zo vroeg is, is het nog lekker in rustig in de stad. We vinden snel een parkeerplaatsje en maken een korte wandeling langs de bekende theaters en natuurlijk de Walk of Fame. Niet te missen is natuurlijk de ster van Michael Jackson. Amper drie weken na zijn dood ligt de ster nog bezaaid met bloemen, tekeningen, kaarsjes en knuffels. Al bijna twee weken lang staan de meeste programma's in het teken van Michael's dood en begravenis. Die gekte vanuit Amerika zelf mee te maken is bijzonder, maar om dan ineens naast zijn ster te staan... Het is een raar idee. Na de Walk of Fame, toeren we nog wat door het stad. Beverly Hills, de Hollywood heuvels en Rodeo Drive (de winkelstraat voor de rijken) we bekijken het allemaal, maar voor ons zijn dit geen topattracties. Even er doorheen rijden is leuk, maar lang hoeft dat voor ons niet te duren. Na een ochtend hebben we het dan ook wel gezien. In de middag rijden we terug naar het strand, waar we de rest van de middag vullen met lekker eten en winkelen. En dan zit het er alweer op. Via Chicago vliegen we de dag erop terug naar Nederland.