Select
another language
2 mei 2014 - 11 mei 2014
Route: Bagratashen- (grens met Georgië) - Sanahin - Haghpat - Vanadzor - Gyumri - Yerevan - Sevan - Martuni - Vayk - Jermuk - Sisian - Tatev - Goris - Kapan - Meghri (grens met Iran)
Pinautomaten op de grens
Was de grens met Georgë nog een grensovergang "Europese stijl" waarbij we gewoon in de auto konden blijven zitten; om Armenië binnen te komen moeten we voor het eerst weer een rondje langs een aantal bureaus afleggen waarvan de noodzaak ons ontgaat. Onwetend wat betreft de formaliteiten melden we ons na een korte paspoortcontole met onze papieren bij het laatste poortje, maar de mannen aldaar willen wat anders zien. We hebben geen idee wat, maar uit de brei onverstaanbare woorden maken we op, dat we naar het kantoorje met het opschrift "customs" moeten; het kleine kantoortje naast het pinautomaat waar we zojuist wat geld uit de muur hebben getrokken. We moeten er duidelijk weer even inkomen, want op dat moment gaat er ons nog geen lampje branden. Binnen staan 5 bureaus op een rijtje naast elkaar en we overhandigen onze papieren aan de man achter het eerste bureau die, na een verklaring van ons over de duur van ons verblijf, aan het werk gaat; kosten 25000 Dram, omgerekend zo'n € 40. Ach natuurlijk, we hadden het kunnen weten. Pinautomaten op een grens betekent bijna altijd betalen. Milieubelasting, wegenbelasting, douanekosten en administratiekosten; het is een hele riedel en terwijl de man achter het eerste bureau de documenten opmaakt doen wij de betaling bij het professorisch ingerichte bankkantoortje in de hoek van de dezelfde ruimte. Daarna volgt een ouderwetse stoelendans. Terug bij bureau 1 met het betalingsbewijsje van de bank krijgen we de papieren die we moeten laten tekenen bij bureau 4 door de "hogere in rang" en daarna moeten laten stempelen bij de "stempelverantoordelijke" aan bureau 5 en dan nog even terug naar bureau 1 voor het laatste kriebeltje en klaar is kees. Tenminste... de grenswachten zijn nu tevreden en laten ons door, maar eenmaal binnen moeten we nog wel "even" de verplichte autoverzekering afsluiten. Natuurlijk!
Eeste indruk
Armenië lijkt het op het eerste gezicht iets armer dan Georgië maar verder verschillen de landen niet zo veel van elkaar. Het landschap vertoont veel overeenkomsten, de bebouwing is hetzelfde, en het schrift, dat weer anders is, is voor ons nog even onleesbaar als in Georgië. Verder getuigen ook hier weer de vele Russische auto's en de grote vervallen industriële complexen van de Russische invloed van weleer. Een verandering die wel merkbaar is, is de conditie van de weg. Deze is een stuk slechter en kapotgereden asfalt vol met hobbels en gaten is meer regel dan uitzondering. Een ander zichtbaar verschil is de kledingstijl van met name de jongelui, die zich zelfs volgens Nederlandse begrippen heel modern kleden en misschien is het wel daardoor, of door het feit, dat meer mensen er Engels spreken, dat het land weliswaar armer maar ook moderner aan voelt.
Kerken en kloosters
Armenië, dat als één van de eerste landen ter wereld het christendom als nationale religie instelde, staat vol met oude bijzondere kerken en kloosters; veel meer nog dan in Georgië. Een lust voor iedereen die graag kerken bezoekt maar niet voor ons. Een beetje "kerkenmoe" slaan we de meeste kerken over en bezoeken we heel selektief alleen de meest bijzondere waarvan de eerste 2 zich bevinden aan de weg waarlangs we het land binnenkomen. Om ze te bereiken moeten we vanuit de smalle kloof keer op keer omhoog naar besloten tafelbergachtige plateaus. De kronkelige weggetjes er naar toe zijn in slechte staat en bovendien redelijk steil. Slechts een handje vol scherpe haarspeldbochten zijn nodig om de kleine hoogvlaktes te bereiken waar zich een volledig andere wereld openbaart. Boven zijn huizen, winkels, scholen en kerkjes. Het zijn als het ware kleine eilandjes in de bergen met natuurlijk allemaal hun eigen kerkje of soms zelfs meerdere. De kerkjes en kloosters van Sanahin en Haghpat zijn bijzondere bouwwerken en dragen met recht het Unesco keurmerk, maar het meest bijzondere kerkje bezoeken we later op onze reis. Op een windering plateau uitkijkend over het grote Sevan meer en omringd door oude prachtig gedecoreerde graven staat helemaal verlaten een piepklein kerkje. Het kerkje dat niet in onze reisgidsen staat en alleen te bereiken is via een hobbelig zandpad is allesbehalve toeristisch en misschien wel daarom is het juist zo bijzonder. Binnen vinden we een donkere grotachtige ruimte waar slechts afgebrande kaarsen en gestold kaarsvet herinneren aan de mensen die hier af en toe komen.
Twee bijzondere broers
Hoewel Sanahin vandaag de dag veelvuldig wordt bezocht omwille van het door Unesco beschermde kerkje is het niet dit kerkje maar twee van haar inwoners waardoor het een grote stempel op de geschiedenis heeft gedrukt. In dit kleine onbelangrijke dorpje in het noorden van Armenië zijn vele jaren geleden de gebroeders Mykoyan geboren en getogen. De ene een belangrijke minister in de Russische regering en de andere ontwerper van de Mig; in de oorlog het wendbare en veel gevreesde gevechtsvliegtuig van de vijand. Een van de vrouwen uit het dorp runt met veel passie en toewijding het kleine prive-museumpje waarvan het pronkstuk de Mig is, die in de tuin geparkeerd staat. Het is één van de eerste modellen en van dichtbij oogt het maar een gammel ding; niet veel meer dan eenvoudig in elkaar geschroefd plaatwerk en een claustrofobisch kleine en krakkemikkige cockpit. De piloten die hiermee hebben gevlogen moeten de bereidheid hebben gehad om te sterven voordat ze instapten, dat kan bijna niet anders.
Slaapplek in de bergen
Zo'n eerste dag in een nieuw land is altijd weer even wennen en hoewel we onze ogen goed de kost geven lukt het maar niet om een goede plek voor de nacht te vinden. De straten en velden langs de kloof waar we doorheen rijden zijn ontoegankelijk of veel te steil. Pas na aanleiding van een tip van een Duitse reisleider vinden we de weg naar een veel groter en vlakker plateau waar we al snel een goede plek vinden compleet met fonteintje waaruit permanent helder bergwater stroomt. Het is zo'n goede plek, dat we er het hele weekend blijven. Net als in Georgië zijn ook hier de mensen wat terughoudender en hoewel er vanuit de verte veel naar ons wordt gezwaaid en getoeterd blijft persoonlijk contact beperkt tot een vader met zijn zoontje en enkele herders.
Wodka
Een andere gewoonte die de Armeniërs van de Russen hebben overgenomen is hun drankgebruik. Net als in Georgië is sterke drank op elke hoek van de straat te koop en wordt het bovendien overdadig gedronken ongeacht het tijdstip van de dag. Op het moment, dat één van de herders voorbij komt zitten we net aan het ontbijt en voor de gezelligheid vragen we de man of hij ook iets wil drinken. Hij knikt bevestigend maar wanneer Markus vraagt of hij dan thee wil verschijnt er een verraste blik op zijn gezicht. Die had hij duidelijk niet zien aankomen. Hij schudt "nee" en vraagt om wodka. "Wat?" Nu zijn wij degenen die verrast zijn. Tja, dan moeten we hem toch teleurstellen, want wodka hebben we niet, maar als er dan persé alcohol in moet zitten, dan kunnen we hem nog wel een glaasje wijn aanbieden. Het is duidelijk tweede keus, maar dat liever dan een kopje thee of koffie. Hij slaat het wijntje in één teug achterover en gaat daarna snel zijn koeien achterna. Het alcoholgebruik is duidelijk iets waaraan we niet gewend zijn want precies een week later bevind ik me in een soortgelijke situatie. Terwijl Markus aan het vissen is en ik lekker bij de auto hang komt er weer een herder voorbij. Een jonge vent deze keer en hij maakt een gebaar alsof hij iets wil drinken en wijst vervolgens op het stromende water in het beekje naast mij. Natuurlijk, met alle plezier, het is tenslotte een warme dag, maar tot mijn verbazing slaat hij het glas frisse water dat ik voor hem in schenk gniffelend af. Hij vraagt nog of ik misschien Russisch spreek en druipt vervolgens af. Aha, hij wilde vast een borrel, besef ik me als hij weg loopt.
Aardbevingen
De regio Turkije-Kaukasus-Iran ligt in een bevingsgevoelig gebied en in de geschiedenis hebben catastrofale aardbevingen veel leed en schade aangericht. Zo ook in Gyurmi, onze tussenstop op weg naar Yerevan. In 1988 heeft een grote beving bijna het hele stadje in puin gelegd en zelfs vandaag de dag zijn de wonden van de catastrofe nog zichtbaar. De gebouwen langs de winkelpromenade waar het op zondagmiddag een gezellige drukte is, zijn duidelijk van een recentere bouw maar in de kleine karakteristieke straatjes erachter is zoveel jaar na dato veel schade nog steeds nog hersteld. Ingestorte onbewoonde huizen tekenen het straatbeeld en op de grond naast de grote kerk in het centrum, waar de renovaties in volle gang zijn, ligt het dak van één van de torens. Alsof het gisteren pas naar beneden is gerold. Voor ons is Gyumri geen wereldschokkende bezienswaardigheid, maar de plek voor wat achterstallige werkzaamheden. We verschonen de bedden, plaatsen ons blog van Georgië en de auto wordt van binnen en buiten gepoetst. En dat laatste is maar goed ook want de volgende nachten slapen we op een hele prominente plek en dan wil je er toch een beetje goed uitzien.
De president als buurman
Bij het binnenrijden van Yerevan verbazen we ons over de luxe. Grote hypermoderne winkelcentra, luxe villawijken en peperdure BMW's, Mercedessen, Landcruisers en andere dure wagens. De "autodichtheid" van dergelijke dure auto's is groter dan op welke andere plek tot nu toe. De stad komt misschien wel daardoor heel cosmopolitan over en kent zelfs winkelstraten vol dure desinger winkels. Het is totaal anders dan we ons hadden voorgesteld. Hm, dat kan nog wel eens lastig worden, want uit ervaring weten we dat des te welvarender een plek des te terughoudender hotels of andere gelegenheden zijn om ons een kampeerplekje te bieden. Op aanwijzing van een taxichauffeur vragen we het bij een hotel met parkeerruimte en inderdaad kamperen is er niet toegestaan en dat geldt voor alle hotels in het centrum zo drukt de manager ons vervolgens nog even op het hart. Dat klinkt weinig hoopgevend, maar zo snel laten we ons niet uit het veld slaan. Eerst nog maar even een rondje door de stad om de omgeving te verkennen en dan valt ons oog op een groot hotel in een vrij rustig doodlopend straatje. We veranderen van taktiek en deze keer doe ik het verhaal. Het valt duidelijk in goede aarde en de aardige receptioniste die op onze hand is weet vervolgens de manager te overtuigen die tot onze verrassing "ja" zegt. En over veiligheid hoeven we niet in te zitten bevestigt ze ons, want de zwaarbewaakte ingang direct naast het hotel geeft toegang tot het huis van de president. Dit is misschien wel het veiligste plekje van de stad grapt ze.
Yerevan
Het is een goede plek waar we bovendien
kostenloos
gebruik mogen maken van de wc, het internet en zelfs de douche. En
vooral dat laatste is erg plezierig want buiten is het inmiddels ruim
30
graden. Het is voor het eerst echt heet en later wanneer we zitten af
te koelen op één van de vele terrasjes zien we op de
weersverwachtingen
dat de temperatuur van vandaag ongeveer het minimum is voor de
bestemmingen die nog voor ons liggen. Pff, dat wordt nog flink wennen
dan. Tussen de terraspauzes door bezoeken we een aantal
bezienswaardigheden waarvan het genocide monument de meeste indruk
maakt. Het museum was helaas gesloten en dat is erg jammer. We hadden
graag iets meer willen leren over deze donkere periode die zo'n grote
stempel op de geschiedenis van dit land gedrukt heeft en in zekere zin
nog steeds doet want zolang Turkije geen schuld bekend blijven de
grenzen tussen Armenië en Turkije gesloten. De massamoord op het
Armeense volk is bijna 100 jaar geleden, maar
Armenië heeft het nog niet achter zich gelaten. Hiervan
getuigen
ook de verse bloemen rondom het monument, waar een eeuwig brandend vuur
en trieste muziek het plaatje compleet maken.
Alles mag
Naar een mooie slaapplek aan het meer van Sevan hoeven we niet lang te zoeken. Niet ver voorbij het gelijknamige plaatsje valt ons oog op een landtong met bossen, kleine strandjes en hier en daar open vlaktes. Een meer dan geschikte plek, maar volgens de borden bij de ingang "verboden voor auto's". Hoewel we de uitleg niet kunnen lezen is het verkeersbord overduidelijk dus doen alsof we het niet wisten, mochten we gepakt worden, is geen optie. Het is een groot dilemma: gehoorzamen of toch doorrijden? Het idee van een strandje helemaal voor onszelf lokt en de andere auto's die we in de verte zien bieden ons voldoende excuus om er in ieder geval even te gaan kijken. Voorzichtig rijden we het natuurgebied in waar het zandpad zich als snel vertakt en diverse kanten op loopt. Het voelt een heel klein beetje als Afrika. Aan de rand bij het water staan een paar vissers en voor de zekerheid vragen we toch maar even of het goed is, dat we hier rijden. "Ja hoor, geen probleem" beweren ze nonchelant. "En de politie", vraagt Markus toch nog maar even. Ook dat is geen probleem. "I am the police" zegt de man tot onze verbazing, "me too" zegt de andere. Verbazing alom. Van wat we uit het bord kunnen opmaken is dit een groot vogelbroedgebied en in Nederland zou het stiekem betreden van zo'n terrein ons toch minstens een enorme boete opleveren, maar hier overtreedt zelfs de politie zijn eigen regels. Gerustgesteld zoeken we een mooi plekje met privé strand. Op slechts honderd meter bij ons vandaan broeden honderden zeemeeuwen en andere vogels. Wat wil een mens nog meer zou je zeggen, maar zo gauw we één teen in het water steken kunnen we nog wel iets verzinnen. Het meer ligt op zo'n 1900 meter en het water is zo koud dat na een paar tellen mijn voeten letterlijk zeer doen. Vanaf ons privé-strandje hebben we een prachtig uitzicht, maar de frisse douchebeurt in het meer waar we ons zo op hadden verheugd zit er niet in.
Armeense picknick
Voor ons tweede weekend in Armenië
strijken we neer
op een mooi veldje langs een snelstromend bergriviertje vlakbij Sisian.
Aan de mest te zien komen er zo af en toe wat schapen en koeien, maar
verder oogt het er bijzonder rustig. Wanneer we het plekje vinden is
het zo goed als verlaten, maar dat is slechts van korte duur. Kort
na aankomst delen we de plek met een aantal herders met hun kuddes, een
paar vissers en een aantal families die er het
weekend inluiden
met een uitgebreide picknick. Vanuit een gammele bestelbus wordt een
heleboel hout, keukengerei, eten en natuurlijk de nodige flessen drank
naar de waterkant gesleept. Gezelligheid alom en het duurt maar even of
één van de mannen nodigt ons uit om mee te eten;
het zou
een grote eer voor ze zijn. We willen niet weigeren en ruimen snel
weer de potten en pannen op die we zojuist tevoorschijn hadden gehaald.
Aan de waterkant kiezen we een comfortabele steen en schuiven we aan
aan een rijkelijk gevuld picknickkleed. Er is in overvloed; salade,
verse groene kruiden, brood, geroosterde aardappel, kaas en natuurlijk
heel
veel vlees. In de grote plastic bak die ze ons voor houden zit alles
wat ze zojuist hebben geroosterd. Van het vlees zijn alleen de
kippenbouten herkenbaar, de rest zijn delen van een koe die we nog niet
eerder op een BBQ zijn tegengekomen. Gelukkig zitten er ook geroosterde
aardappelen tussen. De mannen zijn verbaasd, dat we het vlees niet
nemen en vinden vegetarisme maar een rare gewoonte. Lacherig
schuiven ze ons de radijsjes, tomaten, komkommers en een hele bos
peterselie toe; genoeg voor wel 5 mensen. Want we moeten goed eten,
gebaart de meest spraakzame van het stel en drinken natuurlijk. Hij
laat een lege fles wodka zien en grijpt vervolgens naar een grote
frisdrankfles vol wijn. Markus doet mee, maar voor mij liever water,
maak ik hem duidelijk. Hilariteit alom. Dat is toch geen drankje om mee
te toosten gebaart hij vrolijk en lacht vervolgens zijn bijna volledig
gouden gebit bloot. Hij gegrijpt er niets van, maar ik kom er mee weg
en krijgt een glaasje Armeens bronwater. En dan kan er getoost worden,
en nog eens, en nog eens. Iedere nieuwe ronde wordt er weer een voor
ons onverstaanbare toost uitgebracht. Het communiceren tussen Markus en
de
mannen gaat met handen en voeten, met veel schouderklopjes en
regelmatig een uitgestoken hand als ze het eens zijn. Wanneer de mannen
onze leeftijden vernemen is het opnieuw hilariteit alom en wijst
één van de mannen naar de oudere vrouw die
blijkbaar maar
2 jaar ouder is dan ik, maar er wel 20 jaar ouder uit ziet. De man
lacht
smakelijk en wijst op het groenvoer en de fles water. Mijn leeftijd
heeft ze duidelijk verrast en dat komt vast door dat gekke dieet is de
strekking. Wanneer ik na de maaltijd ook nog de koffie en de sigaret af
sla ben ik geslaagd voor de titel "mafkees van de maand". Op de
hoogzwangere dochter van het stel na zit de rest van het Armeense gezin
inmiddels flink in de olie. Tot de schermering zitten we buiten, maar
dan pakken donkeren wolken zich samen en wordt het koud. De picknick is
voorbij. In no-time hebben ze de boel weer opgepakt en gaan ze bepakt
en beschonken terug naar hun gammele bus die pas na een paar duwtjes
loopt. Te oordelen aan de routinematige taakverdeling tijdens het duwen
is dit geen uitzondering. Het was weer een wonderlijke ervaring. De
overgebleven aardappelen en een paar Armeense appels komen ze ons nog
even brengen en dan zijn we weer helemaal alleen. De herders, het vee,
de vissers; alles en iedereen is weg. Alleen het piepkleine hondje zit
er nog; ineengedoken tegen een grote steen.
Een lief hondje
Vlakbij de vuurplaats van de herders en ineengedoken tegen een grote rots daar vinden we hem. Een heel klein hondje. Het is een pup van naar schatting zo'n 6 weken oud en hij is helemaal alleen. Zo gauw hij ons ziet komt hij enthousiast en kwispelend op ons af. Aaien, spelen; hij vindt het allemaal geweldig en van gekkigheid maakt hij de ene koprol na de andere. Hij is om op te vreten, maar waar is zijn toezicht? Het beestje is nog veel te klein om voor zichzelf te zorgen. Te oordelen aan zijn mollige postuur krijgt hij in ieder geval regelmatig wat te eten, maar aan aandacht komt hij duidelijk tekort. We houden de situatie een tijdje in de gaten, maar er komt helemaal niets of niemand. Geen mens, geen moederhond, geen ander dier; helemaal niets. De enigen die hem verzorgen zijn de herders die iedere dag rond de middgag een uurtje bij de vuurplaats rondhangen. De andere 23 uur van de dag moet het kleine beestje zich maar alleen redden en veel meer dan ineengedoken tegen een rots liggen wachten tot de herders weer komen doet hij dan ook niet. Totdat hij aan het einde van onze eerste dag daar de weg naar onze auto heeft gevonden. Hij is er niet meer weg te slaan. Een paar keer brengt Markus hem terug naar zijn plekje maar keer op keer komt het hondje terug en ligt hij voor de achterklep met zijn koppie op onze slippers of schurkt hij zich voor de nacht onder de auto tegen een wiel aan. Tja, daar kan ons dierenhart niet zo goed tegen. Misschien moeten we hem maar meenemen? Het gevolg is een rusteloze nacht waarin we de voors en tegens voortdurend tegen elkaar afwegen. Het is een strijd tussen ons hart en ons verstand en na een overweldigende enthousiaste begroeting de volgende ochtend is ons hart duidelijke aan de winnende hand. Maar dan wanneer Markus voor de zoveelste keer het hondje naar zijn plekje probeert terug te brengen horen we vanaf de overkant van de rivier ineens een woest geblaf. Het klinkt boosaardig en het kleine hondje dat zo schattig achter Markus aan dartelt draait zich abrupt om en stuift rechtstreeks terug naar de auto. Markus die de aktie gemist heeft kijkt verbaasd om zich heen op zoek naar het verdwenen beestje, dat blijkbaar als de dood is voor de blaffende hond. Nieuwsgierig halen we de verrekijker erbij en zien tot onze verrassing een enorme reu met dezelfde aftekening als het kleine hondje. Misschien zijn vader? Hij lijkt er verdacht veel op. In één klap zijn onze twijfels verdwenen. Kleine hondjes worden groot en deze wordt wel heel groot. Een hond van dit formaat past onmogelijk in onze auto, ook al zouden we het willen. Hoezeer het ons ook aan het hart gaat, we moeten hem achter laten. Terwijl Markus de auto vast naar de weg rijd breng ik het hondje terug naar zijn rots en heel stiekem, terwijl hij zich tegoed doet aan het extra brood dat we voor hem achter laten, glippen we er tussenuit. Hopelijk zullen de herders goed voor hem zorgen, wordt het een grote sterke hond en vindt hij een plekje waar hij thuis hoort. Misschien wel met de herders mee het veld in.
Tatev
Met een kleine kater rijden we naar Tatev, één van Armenië's belangrijkste bezienswaardigheden en wat ons betreft ook één van de mooiste. Het is opnieuw een klooster en het is prachtig gelegen op een rotspunt temidden van hoge bergen, maar het het mooiste van Tatev is de weg er naar toe. In plaats van met de auto laten we ons rijden en nemen we de langste kabel zonder tussenstation ter wereld. Hij is bijna 6 kilometer en met een gangetje van zo'n 36 kilometer per uur suizen van de ene berg naar de andere waarbij een mooie documentaire-achtige voorleesstem ons in hoog Engels vertelt waar we op moeten letten. Het is een leuk uitje en de Armeniërs zijn duidelijk trots op hun super de luxe attractie. Voorafgaand aan ieder ritje komt er zelfs een mevrouw het bakje schoonmaken en de ramen afnemen.
Armenië laat ons niet zomaar gaan
Armenië is erg bergachtig en het laatste stuk naar de grens
trotseren we nog één keer een hoge bergpas. Met
een
hoogte van ruim 2500 meter is het de hoogste van onze reis tot
nog
toe en vormt het de laatste horde voordat we het land verlaten.
Tenminste de laatste natuurlijke horde, want wanneer we na
één lange afdaling van ruim 30 kilometer eindelijk
de
grens bereiken begint het avontuur pas echt. Zelfs na zoveel
grensovergangen kunnen we oprecht zeggen dat we zoiets nog nooit hebben
meegemaakt. Het is bovendien de eerste keer dan we moeten betalen om
het land te mogen verlaten. Maar voordat we zo ver zijn, zijn we bijna
een uur verder. In het enige officiële gebouwtje aan de
grens sturen ze ons van hot naar her totdat we uiteindelijk bij de bank
belanden waar de baliemedewerkster om onze inreispapieren vraagt. De
logica ontgaat ons in eerste instantie volledig totdat we de rekening
gepresenteerd krijgen; 21 US Dollars. Het kan niet waar zijn. Wanneer
we vragen waarvoor komen ze met dezelfde kostenposten waarvoor we ook
al bij onze inreis hebben betaald. We voelen ons belazerd, maar een
Armeens die zojuist terugkomt uit Iran weet ons te vertellen,
dat het klopt en dan hebben ze ons ook nog gematst. Een
andere reiziger die in zijn eentje reisde moest zelfs nog meer betalen,
weet de man ons te vertellen.
Zo gauw de buit binnen is sturen ze ons langs nog een paar loketjes
en worden Markus en ik gescheiden. Markus moet met de auto over de
grens en ik via de passagiersterminal. Het is een wonderlijk tafereel.
Een medewerker vist de sleutel van de gesloten terminal van een
richeltje, snort iemand op om mijn paspoort te controleren en dan ben
ik weer buiten. Aan de andere kant van het hek nu terwijl
Markus
nog voor de poort staat te wachten totdat de luchpauze voorbij is. De
opluchting is groot wanneer eindelijk het hek open gaat en we
weer
samen verder kunnen, maar de vreugde is slechts van korte duur. Nog 3
keer moeten we ons aan opnieuw tergend langzame controles onderwerpen
voordat Armenië ons eindelijk laat gaan. Nooit eerder was het
moeilijker om een land te verlaten dan om er binnen te komen. Maar dan
zijn
we er eindelijk uit. Op naar Iran!
Wist je dat ze in Armenië?
- Briketten van gedroogde mest maken?
- Afscheidingen maken van oude verroeste autodelen?
- Officiële verkeersborden hebben voor stenen bruggen en smeerkuilen die je voor algemeen gebruik overal in het land tegen komt?