This page only has Dutch navigation. Press the English flag to return to the English part of this website

Zuid-Afrika deel 2 - 2008


2 januari 2008 - 27 januari 2008  

Route: Giriyondo in het Limpopo NP (grens met Mozambique) - Kruger NP - Jeppe's Reef  (grens met Swaziland) - Mbabane (Swaziland) - Lavumisa (grens met Swaziland) - St. Lucia - Durban - Scottburgh - Butterworth - Tsitsikamma - Swellendam - Muizenberg - Boulders Beach - Cape Point - Kommetjie - Stellenbos - Kaapstad



Wildpark of pretpark?

Via een grensoverschrijdend natuurpark van het ene naar het andere land, sinds kort is het mogelijk. Via het Limpopo NP in Mozambique rijden we rechtstreeks naar het Kruger NP in Zuid-Afrika. Op de grens staat een nieuw gebouw waarin zowel de immigratie als de douane gevestigd zijn en de mannen zijn snel en bekwaam. Zonder problemen hebben we in een paar minuten de benodigde stempels en belanden we direct in het Kruger NP; veruit het meest luxueuze park van onze hele reis. De hoofdwegen zijn geasfalteerd en de campings zijn ware dorpen waar internet, restaurants, winkels en zelfs geldautomaten aanwezig zijn. Voor het echte safari gevoel hoef je dan ook beslist niet hier heen. Het is allemaal net eventjes te luxe en de grote auto's met aanhangers vol met quads, jetski's en boten op weg van en naar de kust van Mozambique, dragen ook niet echt bij aan dit gevoel. Hoewel Kruger meer lijkt op een luxe resort dan op een wildpark leven er desondanks een heleboel beesten en het geluk is weer eens met ons. In dit laatste park van onze reis zien we eindelijk ons eerste luipaard. Hij zit in een dode boom eventjes van de weg af maar is desalniettemin duidelijk te zien. Voor een echt mooie foto zit hij helaas wel net te ver, maar daar zullen we niet over zeuren.

 


Help mijn slurf wiebelt

Na de vele kilometers die we hebben moeten afleggen voor ons uitstapje naar Mozambique is het lekker om weer eventjes een paar dagen ergens te blijven en Kruger is een prima plek. Het is niet duur, de campsites zijn van alle gemakken voorzien en er is genoeg te doen. Dagelijks maken we een leuke gamedrive waarbij we weer veel olifanten zien waaronder zelfs een hele kleine. Het olifantje is piepklein en hooguit een paar dagen oud want zijn navelstreng bungelt nog onderaan zijn buikje. Een tijdje slaan we het baby olifantje gade terwijl het gulzig staat te drinken. Zo gulzig zelfs, dat het melk hem zijn oren spettert en allemaal kleine donkere vlekken op zijn huid achter laat. Daarna gaat hij er vandoor. Omringd door zijn moeder, tantes, broertjes, zusjes, neefjes en nichtjes steekt hij recht voor ons de weg over waarbij zijn slurf die hij nog niet helemaal onder controle heeft alle kanten op slingert. In totaal blijven we drie dagen en nachten waarbij we, net als de rasechte Zuid-Afrikaan, iedere avond onze maaltijd op de braai bereiden. Een leuke gezellige bezigheid waar we hierna niet meer aan toe komen, maar dat kunnen we op dat moment nog niet vermoeden.

 


Bliksembezoek aan Swaziland

Als we Kruger verlaten rijden we naar Swaziland. Het weer zit helaas niet mee. De lucht is grauw en het miezert. Typisch Nederlands weer en geen kampeerweer vinden wij. We rijden door tot de hoofdstad en nemen onze intrek in een hotel. Van de ouders van Markus hadden we voor kerst een hotelovernachting gekregen en vandaag is een goed moment om dit cadeau te verzilveren. We vinden een leuke kamer en nestelen ons op het bed waar we de rest van de middag niet meer vanaf komen. Onze kamer heeft een televisie met filmkanalen en totdat het tijd wordt voor het diner liggen we languit voor de televisie; iets wat we al maanden niet meer hebben gedaan. Het is zelfs zo leuk, dat we ook na het diner in het bijbehorend restaurant snel weer terug lopen om met een volle maag weer languit op het bed te ploffen. Net zo bijzonder als het vermaak van de televisie is een wc binnen handbereik. Eventjes geen ladder meer af en niet meer 's nachts op onze slippers door het natte gras. Een ongekende luxe, maar toch verlangen we later die avond al heel snel weer terug naar onze daktent. De nacht is warm en we worden letterlijk belaagd door tientallen muggen. Een wc op slechts drie stappen van ons bed en een satelliettelevisie wegen dan ook niet op tegen de zo goed als altijd frisse en mugvrije nachten in de daktent. Het slapen in de daktent bevalt zelfs zo goed, dat we eigenlijk nooit, buiten de deur slapen, wat niet wegneemt, dat we er nu niet optimaal van willen genieten. De volgende ochtend blijven we dan ook tot de laatste minuut gebruik maken van onze kamer en pas daarna reizen we weer verder. Swaziland is een leuk landje, dat we beslist geen recht doen door het bezoeken van enkel een souvernirsmarkt en een hotel, maar we hebben gewoon even geen zin meer in nog meer bezichtigingen. Bovendien is het niet de eerste keer dat we dit land bezoeken. We rijden dan ook zonder te stoppen in een keer door naar de grens.

De knoop wordt doorgehakt

Terug in Zuid-Afrika belanden we die avond in St. Lucia, waar we een stel Nederlandse rugzaktoeristen ontmoeten. Ze zijn net als wij omstreeks maart vorig jaar vertrokken en al hebben ze anders gereisd en andere continenten bezocht, over en weer hebben we elkaar heel wat verhalen te vertellen; de avond vliegt dan ook voorbij. De volgende dag toeren we verder naar Durban; geen stad die bol staat van de mooie bezienswaardigheden, maar de plek vanwaar we willen proberen de auto te verschepen. Omdat er in de stad zelf geen campings zijn nemen we onze intrek in een hostel en dat is gezien het weer ook best aangenaam. Het is hier fris en regenachtig en er waait een harde wind. Voordeeltje is bovendien, dat we nu heel gemakkelijk de auto kunnen gebruiken zonder dat we telkens hoeven in te pakken. Ook hebben ze er internet en dat is maar goed ook. Als we aankomen ontvangen we het bericht, dat de huurders hebben opgezegd en ons huis al heel snel vrijkomt. Balen, want nieuwe huurders op zo'n korte termijn vinden is bijna onmogelijk en dus zullen we ons huis zelf weer moeten bekostigen. Maar ja, voor hoe lang en waar gaan we nu naar toe? Die avond zetten we alles op een rijtje. We speuren het internet af en vragen wat advies bij collega-overlanders en dan hakken we definitief de knoop door. We gaan niet meer Australië, maar naar India. We hadden Australië toch al in de ijskast gezet omdat we eventjes genoeg dieren en mooie landschappen hadden gezien, maar nu ook de factor tijd een belangrijke rol gaat spelen wordt de keus helemaal gemakkelijk en omdat we Zuid-Afrika toch al eerder hebben bezocht besluiten we het continent dan ook maar zo snel mogelijk te verlaten.


 

Onze eerste kennismaking met de Indische handelsgeest

Onze eerste volle dag in Durban gaat onze speurtocht dan ook onmiddellijk van start. Omdat we totaal geen adressen en GPS informatie hebben rijden we eerst maar naar de haven. Hier blijkt echter als snel, dat we hier niet moeten zijn. We krijgen de tip het bij de grote kantoren in de stad te proberen. Tja, daarvan zijn er heel veel. We hebben geen idee waar we moeten beginnen, totdat we een bekend logo zien met daaronder de aanduiding "shipping company". Die moeten ons toch beslist verder kunnen helpen en dat klopt. Sterker nog het bedrijf vaart rechtstreeks naar India en binnen een kwartier hebben we een hele scherpe offerte. Omdat MSC een rederij is kunnen ze ons niet helpen met het organiseren van de verscheping, maar daarvoor krijgen we het adres van een agent. En dus lijkt het allemaal in een middagje geregeld. De agent komt vriendelijk over, zegt dat het allemaal geen probleem is en beloofd ons zo snel mogelijk een offerte te maken. Hopelijk staat de agent, die een Indiër is, niet representatief voor alle Indiërs want dan wacht ons nog een moeizame tijd. De man beloofd ons bergen, maar laat ons uiteindelijk heel wat dagen wachten. Dagen die we vullen met winkelen en video kijken. Leuk voor eventjes, maar na een paar dagen begint het ons al snel te vervelen en wanneer we op vrijdagmiddag nog steeds geen bericht hebben ontvangen besluiten we Durban te verlaten. We volgen de kustweg naar het zuiden en vinden een leuke, maar erg drukke familiecamping in Scottsburgh, zo'n 60 kilometer van de stad. Het is een lekker plekje pal aan zee en we blijven hier het hele weekend. Bovendien omdat we niet weten hoe vaak we nog de gelegenheid zullen krijgen mesten we ook maar gelijk de auto uit en maken we onze auto en spullen vast klaar voor vertrek.

 


Bellen heeft geen zin

En dan is het maandagochtend. Nieuwe ronde nieuwe kansen. Zo gauw als het kantoor open is bellen we onze agent, maar opnieuw geen antwoord. Inmiddels balen we hier flink van want we willen voordat we de auto moeten laden nog graag naar Kaapstad, maar op deze manier gaat dat straks niet meer lukken. We wachten tot een uur of elf, maar als we dan nog steeds geen bericht hebben maken we rechtsomkeert. We rijden terug naar Durban en brengen de agent een persoonlijk bezoekje. Een verstandige keuze want we maken een paar concrete afspraken en dan zijn we vrij om te gaan. We hebben tien dagen de tijd voordat we ons weer moeten melden en dat is net genoeg voor een retourtje Kaapstad. Onmiddellijk verlaten we Durban en beginnen we aan de lange rit naar Kaapstad. Een rit van ongeveer 1800 kilometer.

 


Geen lid maar toch welkom

Het eerste gedeelte van deze lange rit voert ons door de Transkei. Een lange saai weg met veel bochten en behoorlijke hellingen. Voor ons gevoel schieten we bijna niet op. De weg is druk en het weer rampzalig. Het stortregent bijna de hele dag en het zicht is slecht. Langzaam kruipen we de heuvels op en extra voorzichtig, omdat onze remmen er opeens ook geen zin meer in hebben, gaat ook het afdalen langzamer dan normaal. De rit is een van onze meest saaie en vervelendste ritten van de hele reis en vanwege het slechte weer kunnen we zelfs niet van het landschap genieten. De Transkei, de geboortegrond van Nelson Mandela, is een weids heuvelachtig landschap met kleine traditionele hutjes in alle kleuren van de regenboog. Grappig om te zien is hoe ook hier de wereld geleidelijk moderner wordt. Tussen de oude ronde rietgedekte hutjes zien we ook een heleboel nieuwbouw hutjes. In plaats van klei en stro worden de nieuwe hutten gebouwd van stenen waardoor ze in plaats van de traditionele ronde vorm een achtkantige vorm hebben en voor het dak worden zilverkleurige golfplaten gebruikt in plaats van riet. Uren rijden we door en tot overmaat van ramp belanden we ook nog in een wegversperring waardoor we nog een klein uurtje in het donker moeten rijden. Een niet zo prettige ervaring want er is totaal geen straatverlichting, de weg is onoverzichtelijk en het regent nog steeds pijpenstelen waardoor het zicht bar slecht is. We zijn dan ook blij als we eindelijk onze bestemming bereiken. Nu nog een veilige slaapplek want de Transkei is duidelijk een "ruig" gebied. We hebben in het hele gebied bijna geen blanken gezien, de dorpen ademen een haast onvriendelijke sfeer uit en bij Mc Donalds zien we grote metalen hekken op de toonbank die het personeel moeten beschermen tegen klanten met kwade bedoelingen. Geen gebied dus om de auto zomaar ergens langs de weg te parkeren. We besluiten ons geluk te beproeven bij de Country Club in Butterworth; een tip van andere reizigers. Als we op zoek gaan belanden we eerst bij een hotel, dat er niet al te best uit ziet, maar gelukkig treffen we daar een taxichauffeur die weet weet waar we moeten zijn en voor een kleine bijdrage voor ons uit rijdt. We kriskrassen wat door het dorp en belanden even later voor de deur van de Country Club. Een elitaire sportclub die alleen toegankelijk is voor leden en dat geldt ook voor de accommodatie die ze verhuren. Gelukkig maken ze voor ons een uitzondering. Sterker nog we worden als vorsten ontvangen. De club zit zo afgelegen, dat hij zelfs met een GPS bijna onvindbaar is. De mannen zijn dan ook stomverbaasd dat we hun hebben gevonden en als ze dan ook nog horen waar we vandaan komen, hebben we er vijf nieuwe vrienden bij. We belanden aan de bar, krijgen het ene drankje naar het andere en zelfs de kok duikt opnieuw de reeds gesloten keuken in om voor ons nog snel een goede warme maaltijd te maken. Na zo'n lange dag is het een heerlijk ontvangst en we genieten met volle teugen en als toetje trakteren we onszelf op een comfortabele kamer, want het weer is nog steeds dusdanig rampzalig, dat kamperen echt geen optie is.

 


In het rijdend hotel van Jan en Rita

Gelukkig is het weer de volgende ochtend een heel stuk beter. De lucht is wat opgeklaard en het is droog. We maken er dan ook opnieuw een lange reisdag van. Onderweg maken we een paar korte tussenstops, maar verder is het kilometers vreten. We willen zo snel mogelijk naar Kaapstad en voor vandaag is ons doel Tsitsikamma. Hier hebben we een afspraak met Jan en Rita. Jan en Rita zijn landgenoten uit Assen die in drie maanden van Nederland naar Kaapstad zijn gereden en dat met een luxe Hymer camper. Een hele prestatie want de auto is een normale camper zonder vierwielaandrijving, met veel elektronica en weinig bodemruimte en daarmee hebben ze zelfs de woestijn van Soedan getrotseerd. Een route waarvan wij niet hadden verwacht, dat de camper het zou overleven. We zijn dan ook berennieuwsgierig naar hun avonturen. Op de camping hoeven we niet lang te zoeken. Direct om de hoek staat een moderne Europees ogende camper voorzien van de vertrouwde driekleur en gele nummerplaat. Dat kan niet missen. Hoewel we enkel wat email contact hebben gedaan en elkaar verder totaal niet kennen is het een leuke ontmoeting en voelt het gezelschap zelfs gelijk heel vertrouwd. Een vreemd fenomeen dat eigenlijk voor de meeste "overlandersontmoetingen" geldt. Door de reis is er een dusdanig grote gemeenschappelijke interesse, dat hoe verschillende de leeftijd en achtergrond ook, het eigenlijk altijd erg leuke ontmoetingen zijn en dat geldt ook voor deze. Jan en Markus zijn en blijven mannen en duiken gelijk onder de motorkap van de Landrover waarbij Jan, die behoorlijk wat van auto's af weet, onmiddellijk de oorzaak van ons remprobleem ontdekt. Ondertussen kletsen Rita en Belinda elkaar de oren van het hoofd. Het is dan ook donker voor we er erg in hebben en als het kouder wordt proeven we eventjes van het comfort van een echte camper en kruipen we lekker bij Jan en Rita in de auto. Pas tegen middernacht nemen we afscheid en de volgende ochtend doen we de avond nog eens dunnetjes over. Wanneer we in de auto stappen voor de derde reisdag van de "Durban-Kaapstad-etappe", is het zelfs al 12 uur geweest.

 


Klein stukje Nederland

Omdat we zo laat vertrekken lukt het ons niet om aan het einde van deze derde reisdag Kaapstad te bereiken. In plaats daarvan belanden we in Swellendam, een klein dorpje met een verrassend Nederlandse uitstraling. Overal zien we knusse witgeverfde huisjes met leuke tuintjes. Ze lijken zo weggelopen uit een oud Nederlands dorp en voor de verandering zien we eens geen hekken of muren. Hier en daar zien we een laag tuinhekje voor de sier, maar nergens zien we hoge met stroom en prikkeldraad gebarricadeerde muren waarmee bijna iedereen hier in Zuid-Afrika zijn huis beveiligd. Misschien wel mede hierdoor hangt er een hele gemoedelijke sfeer en we proeven er zelfs iets van de typische Nederlandse kneuterigheid. Oude mensen zitten op bankjes voor het huis te genieten van hun tuintjes en kinderen spelen op straat.

 


Joepie we hebben weer remmen

Op dag vier rijden we het laatste gedeelte van de lange rit naar Kaapstad, de zuidelijkste stad van Afrika en het einddoel van onze reis. Uiteindelijk wordt het zelfs de stad vanwaar we vertrekken want onze agent in Durban, die vandaag eindelijk met de prijs op de proppen komt, probeert ons dusdanig te plukken, dat we onmiddellijk de verscheping annuleren. We zagen er al tegenop om de hele rit over een paar dagen terug te moeten rijden en voor zoveel geld doen we het zeker niet. Via de website van Roel en Lizzy, die we in Malawi hebben ontmoet, vinden we een agent in Kaapstad die ons erg correct behandeld en direct voor ons aan de slag gaat. Intussentijd gaan wij naar Jim, een goede Landrovermonteur en eveneens een tip van Roel en Lizzy. Jim is een vreselijk vriendelijke kerel, die bereid is ons onmiddellijk te helpen. Terwijl wij eventjes naar het centrum van Muizenberg wandelen vervangt Jim de vacuümpomp van ons remsysteem en vindt hij ook nog de verstopping in onze ruitensproeier. Amper twee uur later is alles gemaakt en remt de auto weer als nieuw. Wat een luxe! Hadden we Jan en Rita maar eerder ontmoet, dan hadden we ons heel wat bezoekjes aan een garage kunnen besparen. 

Het is gelukt!

Nu we besloten hebben niet meer terug te rijden naar Durban hebben we een paar extra dagen in Kaapstad en kunnen we het lekker rustig aan doen. Op ons gemakje bezoeken we de volgende dag eerst een grote kolonie pinguïns en daarna rijden we door naar Kaappunt voor natuurlijk de foto. Onze trans-afrika reis kan natuurlijk niet eindigen zonder een bezoek aan Kaap de Goede Hoop. Na maanden voorbereiding en tienduizenden kilometers zijn we op het punt gekomen dat ooit zo'n onrealistische eindbestemming leek. Ruim 48000 kilometers en op de kop af 10 maanden na ons vertrek uit Nederland bereiken we het mythische Kaap de Goede hoop en zelfs nu, nu we er in levende lijve staan, is het nog steeds een onwerkelijke gedachte dat we er met onze eigen auto helemaal naar toe zijn gereden. Een gevoel van trots kunnen we daarbij niet onderdrukken. Het is ons gelukt! Natuurlijk moet dit vastgelegd worden en het liefst willen we een foto bij het bord waarop de GPS coördinaten van deze plek staan, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Het bord staat namelijk op een plek waar we niet met de auto mogen komen. We parkeren de auto en lopen eventjes naar het bord voor een kleine inspectie. Als we achteruit een klein stukje de wandelroute inrijden moet het met een beetje stuurmanskunst mogelijk zijn de auto langs het bord te manoeuvreren, denken we, maar het is te druk om dit zomaar te doen. De parkeerplaats staat vol met auto's en bussen en overal lopen toeristen. We besluiten dan ook ons geluk te beproeven bij de bewaking. We vinden twee mannen in uniform en in de hoop, dat ze voldoende onder de indruk zijn van onze reis om ons toestemming te geven, doen we ons verhaal. Een verhaal, dat ze volgens ons in eerste instantie niet eens helemaal begrijpen, maar dat maakt ze niet uit. De mannen vinden het prima en lopen mee ons om te helpen. Met hulp van de mannen en met een aantal passerende toeristen als toeschouwers manoeuvreren we de auto achter het bord en maken de mannen een paar leuke foto's van ons. Onze trans-afrika reis zit erop. Rest ons nu alleen nog het organiseren van de verscheping en hopelijk duurt dit allemaal niet te lang.

 


Winkel van sinkel

Omdat we pas maandag worden verwacht bij onze agent rijden we aan het begin van de nieuwe week naar Stellenbos voor nog een dagje wijnproeven, althans, dat is onze bedoeling, maar wanneer we een boerderij bezoeken maken we snel rechtsomkeert. De boerderij is zo druk, dat het wel een pretpark lijkt en het publiek is allesbehalve representatief voor Zuid-Afrika. Op een enkele zwarte familie na zien we alleen maar rijke blanken en er hangt een enigszins arrogante sfeer. Een sfeer die wordt versterkt door het personeel en de prijs van de producten. Niet op onze plaats en geen zin om ons te laten uitbuiten lopen we snel terug naar de auto. We hebben zelfs geen zin meer om hier te overnachten. We maken een korte wandeling door het dorp, dat een verzameling prachtige witte gebouwen is en brengen nog een bezoekje aan "oom Samie se winkel" een soort Winkel van Sinkel waar werkelijk alles te koop is. Van oud tot nieuw en van kruiden tot zesdehands trouwjurken uit de vorige eeuw. Daarna rijden we snel terug naar Kaapstad. Geef ons maar het "gewone volk". De vriendelijkheid, opgewektheid en gastvrijheid van de gewone man maakt zoveel meer indruk dan de luxe en het bezit van de rijken.

 


In een echt huis

Terug in Kaapstad en onderweg naar een plekje voor de nacht blijkt maar weer eens hoe klein de wereld soms is. Rijdend op de snelweg rondom stad passeert ons er opeens een auto waarvan de passagier enthousiast zwaaiend uit het raam hangt. Hoe is het mogelijk, we zijn nog maar koud in deze wereldstad als we worden ingehaald door Lambert en Katrin. Twee overlanders die we halverwege onze reis, in Nairobi, hebben ontmoet en naast Kelly en Maor de enige mensen die we in deze wereldstad kennen. Terwijl het verkeer ons voorbij raast zetten we de auto langs de kant voor een bijzondere ontmoeting. Beloofd was beloofd, dus later in de week zouden we ze beslist hebben opgezocht, maar dat we ze direct zouden tegenkomen had niemand verwacht. Na een paar minuten langs de snelweg te hebben gestaan, nodigen Lambert en  Katrin ons uit mee te gaan naar hun huis waar we tot ons vertrek mogen blijven slapen. Een bijzonder gastvrij aanbod, dat we niet afslaan. We krijgen onze eigen slaapkamer, onze eigen badkamer, kunnen de wasmachine net zo vaak gebruiken als we willen en overdag als Lambert en Katrin aan het werk zijn hebben we het huis zelfs helemaal voor onszelf. Een luxe die we sinds ons vertrek niet meer hebben ervaren en daarbij is het bovendien vreselijk gezellig. Om de beurt maken we iedere avond en lekker diner en zitten we uren te tafelen en te kletsen.

Onze auto is te oud

En dan is het maandag, de dag van de waarheid. Heeft Dewald, onze agent een rederij gevonden die ons wil vervoeren en wanneer kunnen we dan vertrekken? Vooral die eerste vraag is cruciaal, want tijdens het organiseren van de verscheping bleek India ineens een hele moeilijke bestemming. Nog niet zo lang geleden is er namelijk een regeling van kracht geworden waarbij het niet zonder meer is toegestaan commerciële voertuigen ouder dan een bepaald bouwjaar naar India te transporteren. Een regel die ons bijna opbreekt want alhoewel onze auto beslist niet voor commerciële doeleinden wordt verscheept, wordt hij wel als dusdanig beschouwd en omdat de auto bovendien van een te oud bouwjaar is, worden we door bijna alle rederijen geweigerd. Sterker nog wanneer we Dewald maandag bezoeken blijkt er uiteindelijk slechts een rederij bereid te zijn onze auto te vervoeren. Veel keus hebben we dan ook niet. We geven Dewald onmiddellijk toestemming de verscheping te boeken en binnen een half uurtje is alles georganiseerd. Vrijdag moeten we de auto al laden en tot die tijd hebben we nog een hoop te regelen. We moeten nog tickets bestellen, allerlei zaken uitzoeken, onze bagage sorteren en bij Hannibal, de leverancier, nog wat groot onderhoud aan onze luifel, daktent en roofrack laten doen. Zaken die allemaal wat eenvoudiger te regelen zijn nu we overnachten op een plek waar we veilig en ongestoord onze spullen kunnen sorteren en bewaren.

 


De Landrover is de eerste die vertrekt

De week vliegt dan ook voorbij en voor we het weten is het vrijdag. Tijd om afscheid te nemen van onze auto. Een beetje te vroeg melden we ons bij de terminal waar de container al klaar staat. We moeten dan ook eventjes wachten, maar daarna gaat alles razendsnel. Dewald onze agent heeft alles tot in de puntjes geregeld en veel sneller dan verwacht heeft de douane de auto uitgeklaard en is hij door het havenpersoneel vakkundig in de container vastgemaakt. Een procedure die slechts een kleine twee uur duurt en dan wordt de container verzegeld en zijn we autoloos. Het is een raar idee, niet meer te kunnen gaan en staan waar we willen. En wat als er iets met de container gebeurt?  We moeten duidelijk wennen aan het idee, dat we voorlopig even geen auto meer hebben en voor het verdere traject kunnen we niets anders doen dan hopen, dat het schip geen grote vertraging oploopt en dat de import in India net zo voorspoedig verloopt als de export vanuit Zuid-Afrika. We hebben nog twee dagen te gaan, maar zonder auto voelt het alsof we al met een voet in het vliegtuig naar huis zitten. Onze agent geeft ons een lift naar de stad waar we nog even gaan winkelen in het Waterfront en dan nemen we de taxi naar ons tijdelijke huis. Zeker zonder auto is het maar wat fijn, dat we nu niet helemaal onthand in een jeugdherberg hoeven te zitten.

 


Afscheid van Afrika

Samen met Katrin en Lambert, die nu ook weekend hebben, maken we er nog een paar gezellige dagen van. We gaan een avondje met ze mee voor een echte Zuid-Afrikaanse braai bij een stel vrienden, maken een heerlijke lange strandwandeling met prachtig uitzicht op de tafelberg en we genieten van een goed diner. Als dank voor hun gastvrijheid nodigen we Lambert en Katrin uit om onze laatste avond in Afrika in stijl met ons te vieren. Enigszins opgedoft voorzover dat nog gaat met dat beetje kleding dat we nog bij ons hebben, gaan we naar een goed restaurant waar we vanaf het terras en onder het genot van lekkere cocktail en een goede maaltijd, de zon voor de allerlaatste keer in Afrika zien ondergaan. Als een grote rode bol zakt de zon in de zee. Het is een prachtig gezicht en een heel mooi afscheid van dit geweldige continent. Het afgelopen jaar was onbetaalbaar en we hadden het voor geen goud willen missen. 

 


Nog een warme nacht en dan zijn we terug in Nederland. Dankzij Lambert en Katrin was zelfs onze laatste week eentje om niet te vergeten. De ochtend voor ons vertrek maken we met zijn vieren nog een laatste strandwandeling en daarna brengen ze ons naar het vliegveld en zit de reis er op. Het is bijna onvoorstelbaar, dat we na tien maanden ploegen en zwoegen om hier te komen straks in minder dan een halve dag weer terug zijn op Nederlandse bodem. We kijken uit naar het weerzien met onze familie en hoe groot zal ons kleine nichtje geworden zijn?