This page only has Dutch navigation. Press the English flag to return to the English part of this website

Mozambique 2007


29 december 2007 - 2 januari 2008  

Route: Lebombo (grens met Zuid-Afrika) - Maputo - Marracuene - Praia de Tofo - Xai-Xai - Macia - Chokwe - Messingir Dam - Limpopo NP - Giriyondo (grens met Zuid-Afrika)



Noord-Afrikaanse taferelen 

In onze winter is het zomer in Zuid-Afrika. Rond de feestdagen in December zijn de scholen dan ook een aantal weken gesloten en hebben veel Zuid-Afrikanen hun "lange vakantie". Gevolg hiervan is een ware uittocht van Zuid-Afrikanen, overvolle campings en chaos bij de grens. Bij de toch al beruchte grenspost bij Komatipoort is het dan ook nog drukker dan anders. Ruim voor de grens staat er al een kleine file en overal is het chaos, zelfs aan de Zuid-Afrikaanse zijde. Van alle grensovergangen is dit beslist een van de meest chaotische met zelfs Noord-Afrikaanse taferelen. Immigratie, douane en politie, alle afdelingen zitten in een grote hal waarin drommen mensen staan te dringen. Het is dan ook even zoeken naar het juiste loket, maar eenmaal aan de beurt gaat het verrassend snel. De meeste tijd kost het verkrijgen van ons visum. Na het invullen van de aanvraag laten ze ons zo'n drie kwartier wachten, maar daarna gaat alles vlot en soepeltjes. Ondanks, dat Mozambique met zijn eigen tijdelijke invoerdocumenten werkt doen ze zelfs over ons Carnet niet moeilijk. Voor ongerekend 1 Euro krijgen we de benodigde douanestempel en dan zijn we het land binnen. Al met al heeft het ons een kleine twee uur geduurd, wat luisterend naar de horrorverhalen erg snel is, want volgens de meeste Zuid-Afrikanen die we spreken, is een wachttijd van 5 tot 7 uur in deze tijd van het jaar meer regel dan uitzondering. Gelukkig blijft ons dat bespaard.

 


Gatenkaas

Mozambique, een land dat grenst aan het verruit het meest ontwikkelde land van het continent is zelf een van de armste landen en dat is zichtbaar. Zo gauw als we het land inrijden voelen we ons weer even terug in het "echte Afrika". De straten van de steden liggen weer vol met viezigheid, de mensen zijn overwegend zwart en op- en langs de weg speelt er zich weer van alles af. Overal zien we weer vrouwen die spullen op hun hoofd dragen en stalletjes waar de meest uiteenlopende producten worden verkocht. Een groot verschil met de laatste drie landen die we hebben bezocht, maar om doorheen te reizen wat ons betreft vele malen leuker. Er is zo veel meer te zien en als vanouds stoppen we langs de weg om wat fruit te kopen en lachen we smakelijk om de kinderen die de gaten in de weg proberen te vullen met zand en dan wanhopig staan te gebaren om geld. Een lachwekkende bezigheid want de weg heeft hier de structuur van een Zwitserse gatenkaas. Maar dit is Afrika, en ook de weg is zoals we die kennen uit de landen in het Noorden.

 


Een stoet rijkdom

Onze eerste nacht slapen we op een camping net na Maputo. De camping is een echte doorreiscamping die tegen de avond helemaal vol staat met dure bolides van Zuid-Afrikanen die net als wij op weg zijn van of naar de kust. Achter hun dure auto's bungelen trailers volgepakt met quad bikes, jet ski's en grote boten. Het is verbijsterend hoe de Zuid-Afrikanen hier ongegeneerd lopen te pronken met hun weelde en een groter contrast met de armoede waarin de mensen hier leven is dan ook bijna niet mogelijk. Vanaf de grens tot aan de kust slingert een hele rij rijkdom door het arme land en langs de weg staan de inwoners met lege handen te kijken. Wat er in hun hoofd omgaat zullen we nooit weten, maar als we ons verplaatsen in deze mensen kunnen we hun profiterende houding ten opzichte van de voornamelijk blanke rijken wel enigszins begrijpen en realiseren we ons dat ook wij daaronder vallen. In diezelfde stoet rijden ook wij en is, net als voor de Zuid-Afrikanen, ook doel ons zon, zee en strand.

 

Tofo is "hot"

De volgende dag rijden we in een keer door naar Tofo, een van de hotspots langs de kust. En dat Tofo "hot" is merken we als aankomen. Het gehucht, dat niet meer is dan een mooi strand met wat barretjes, winkeltjes, een kleine markt en een verzameling vakantiewoningen is overbevolkt en staat vol met auto's.  Een ding is zeker; dit worden een paar lawaaierige dagen. Alle accommodaties en campings zitten bomvol met voornamelijk jongelui en pas na een kleine speurtocht vinden we een plekje voor de nacht. We belanden uiteindelijk bij Bamboozi Beach, een backpakkers-achtige plek. Ook hier is de camping vol, maar we mogen op het volleybalveld kamperen, een riante plek die achteraf zo gek nog niet is. Een goede plek om de jaarwisseling te vieren.


We kunnen toch nog mee

Oudejaarsdag wordt een bijzondere dag. Een dag die zowel rust, spanning en sensatie als leuke ontmoetingen voor ons in petto heeft en daarmee een weerspiegeling lijkt van het bijzondere jaar, dat bijna achter ons ligt. De dag begint rustig. We slapen ons lekker lang uit en staan pas op als de zon ons uit de tent brandt. Het is prachtig weer en wat is er lekkerder dan de dag te beginnen met een verfrissende duik in het azuurblauwe warme water van de Indische Oceaan. Rustig wandelen we naar het strand en tot twee keer toe poedelen we tijdje in de branding. Echt een heel eind zwemmen durven niet, want de zee is vreselijk ruig, de branding enorm en de stroming zo sterk, dat je in een paar tellen meters opzij drijft en amper terug komt. Zelfs daar waar het water niet hoger komt dan onze heupen is het nog een zware fitnessoefening om tegen de stroom in weer terug te lopen. En dan ineens is het afgelopen met het de rust. Net nadat we ons voor de tweede keer in zee hebben uitgeleefd en in de zon liggen te drogen komt Kelly aangerend. Kelly en Mike, een leuk stel, waar we eerder die ochtend een praatje mee hebben gemaakt, ontdekken, dat er in verband met een annulering ook voor vandaag nog plaatsen voor het snorkelen beschikbaar zijn en omdat ze weten dat ook wij liever niet willen wachten tot het nieuwe jaar zetten ze een kleine zoekactie op touw. Tevergeefs speuren ze de camping, de bar en het restaurant af en net wanneer ze de zoekactie willen staken ontdekt Kelly ons op het strand. Als we horen waarvoor ze ons zoeken hoeven we geen twee tellen na te denken. Onmiddellijk grissen we onze spullen bijeen en rennen we naar de duikschool, waar iedereen al op het punt staat om te vertrekken. We zijn weer eens lekker voorbereid. We hebben helemaal niets bij ons en er is ook geen tijd meer om wat te halen. Een beetje jammer vinden we op dat moment, maar we merken al snel, dat het niets had uitgemaakt. Onze gids vertelt ons, dat alles wat we meenemen drijfnat zal worden en dus vertrekken we even later met enkel een snorkel, zwemvliezen en een onderwatercameraatje.

 


Door de branding

Voor vertrek krijgen we een uitgebreide veiligheidsinstructie en dan wordt het tijd de boot het water in te hijsen. Een hele klus want we starten vanaf het strand. De mannen laten de boot zo dicht mogelijk bij de branding van de trailer af glijden en dan komt het op mankracht aan; onze mankracht. Telkens met het opkomen van een grote golf duwen we de boot een stukje richting zee totdat de bodem vrijkomt en de boot begint te drijven. Een zware klus en dat was nog maar het begin. Om de motor te kunnen starten moeten we daarna de boot naar nog dieper water trekken en dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Met een handje vol mensen gaan we de strijd met de branding aan en stap voor stap duwen we de boot verder de zee op waarbij we hangend aan de touwen regelmatig hoog uit het water getild worden terwijl hoge golven de boot dreigen terug te duwen. Minutenlang worstelen we om de boot in bedwang te houden totdat eindelijk de motor aanslaat en we aan boord mogen waar we ons voorbereiden op opnieuw een aantal ruige meters. Snel klemmen we onze voeten in de voetbanden en grijpen we stevig de touwen beet. Dan trotseert de boot de woeste branding. Grote golven van zeker vier meter, breken met groot geweld en duwen de boot een paar keer flink omhoog. Alles met elkaar duurt het slechts een paar minuten en dan zijn we er door en hebben we het ergste gehad. Achter de branding is de zee nog steeds ruig maar beter begaanbaar en de snelheid wordt opgevoerd. Terwijl het water ons aan alle kanten om de oren slaat varen we verder de zee op en daarbij deinen we flink. Nu de golven niet meer breken lijken ze kleiner maar dat is slechts gezichtsbedrog. Kijkend naar de andere bootjes beseffen we dat de golven erg hoog moeten zijn want de bootjes die we rondom ons zien als we bovenop een golf varen zijn weg als we een dal in duiken. Dan lijken we ineens de enige op zee en zien we rondom ons alleen muren water.

 


Zo groot als een onderzeeboot

Deinend op de hoge golven varen we de baai uit richting Tofo Point en dan ziet onze gids al heel snel een grote donkere schaduwvlek; onze eerste walvishaai. Terwijl onze schipper de boot precies zo manoeuvreert, dat de vis recht op ons af komt zwemmen, doen wij onze snorkel en flippers aan en wachten we totdat onze gids het groene licht geeft. Een voor een springen we daarna van boord. Eenmaal in zee hebben we een stuk minder last van de golven. We doen onze bril op, nemen de snorkel in de mond en steken ons hoofd onder water. Wat we dan zien gaat alle verwachtingen te boven. Voor ons zwemt een gigantisch grote vis. Voor ons gevoel zo groot als een onderzeeboot en hij komt recht op ons af. Een gevoel van lichte paniek maakt zich van ons meester en instinctief proberen we ons uit de voeten te maken. Weg van dit monster, dat groot genoeg is om ons te verzwelgen. We herinneren ons het oude bijbelverhaal van Jonas, en het beeld ingeslikt te worden wordt een hele realistische gedachte als het beest zijn enorme mond opent om grote hoeveelheden planktonrijk water naar binnen te zuigen. We zwemmen uit zijn baan en pas op veilige afstand draaien we ons weer om. De walvishaai zwemt op dat moment voorbij en we zien zijn volledige lengte wat een overweldigend beeld is. De vis heeft de karakteristieke spitse vinnen van een haai, maar verder ziet hij er totaal anders uit. De vis is donker van kleur met lichte stippen en heeft een brede platte kop die overgaat in een dun spits achterlijf.

 


Magische momenten

Na een tijdje zwemt de haai bij ons vandaan en klimmen we weer aan boord op zoek naar de volgende. Hier voor de kust van Tofo zijn het hele jaar rond walvishaaien te vinden, en wij bevinden ons zelfs in het piekseizoen. We zien de ene naar de andere walvishaai en keer op keer stuurt onze schipper de boot in de zwemrichting van de vis en springen wij van boord. De walvishaai, is in tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden totaal ongevaarlijk. Hij leeft uitsluitend van plankton en is niet agressief. Iedere keer, dat we het water induiken neemt dan ook ons zelfvertrouwen toe en durven we dichterbij te komen. Zo dichtbij zelfs, dat we tot twee keer toe onze benen moeten intrekken om niet aan de kant gemaaid te worden door zijn staart als hij plotseling een bocht maakt. Wat voelen we ons rijk, dat we dit weer mogen meemaken. Een paar minuten lang zwemmen we, ter hoogte van zijn hoofd, zij aan zij met de haai en zien we van dichtbij hoe grote hoeveelheden gefilterd water er via zijn kieuwen, die als ventilatiekleppen open gaan, weer uitstroomt. Een magisch moment waarbij je alles vergeet. Als de haai zich na een tijdje uit de voeten maakt en we over het water turen zwemmen we op open zee en is onze boot ver weg. Gelukkig houden ze ons flink in de gaten en worden we snel opgepikt. We hebben die dag heel veel geluk. Er zijn haaien in overvloed, het zicht is ruim twintig meter en de zon die door het water straalt maakt de onderwaterkleuren nog mooier. Nog ruim voordat onze tijd er op zit is iedereen dan ook volledig "walvishaai-verzadigd". Het zwemmen in de ruige zee en het voordurend in- en uit de boot klimmen met aan onze voeten van die onhandige flippers mat af en na zo'n anderhalf uur waarin we nauwelijks een minuutje hebben kunnen rusten heeft iedereen de lamp uit. Bovendien beginnen steeds meer mensen zich zeeziek te voelen. Tijd om terug te gaan. Met de golven mee varen we terug naar het strand voor een finish dit minstens zo spectaculair is als het begin. De schipper manoeuvreert de boot tot voor de branding en beveelt ons dat we onze voeten in de banden moeten doen, ons goed moeten vasthouden en onze blik op het strand gericht moeten houden en dan geeft hij vol gas. De boot stuitert door de branding regelrecht het strand op waar hij met een klap tot stilstand komt. Het was een geweldige ervaring, maar wat is vooral Belinda blij, dat ze weer vaste grond onder de voeten heeft. Eindelijk neemt de misselijkheid af.

 


Vuurwerk op het strand

Moe van de sensatie, alle indrukken, de zware lichamelijke inspanning en een opspelende maag doen we die middag eerst een dutje. Lang opblijven zijn we sowieso niet gewend, maar als we na de inspannende uren die achter ons liggen niet eerst even een paar uurtjes gaan liggen halen we middernacht zeker niet. Als we opstaan is de middag bijna om en neemt de dag een opnieuw een leuke wending. De avond wordt onverwacht gezellig als er zich rondom onze auto een groepje mensen verzamelt. Het begint met onze nieuwe buren; drie Noorse duikers die rond zessen de camping komen oprijden. Ze parkeren hun auto vlakbij de onze en we raken aan de praat. Daarna volgen Mike en Kelly met wie we eerder die dag hebben gesnorkeld. Er ontstaat een gezellige drukte die ook de meiden aan de andere kant van ons uit de tent lokt. Met als bijdrage een fles lokale rum komen ook zij er gezellig bij zitten en dan is het feest compleet. We zitten met z'n allen in een grote kring midden op het volleybalveld en voor we het weten is het bijna middernacht. Snel sluiten we de boel af en gaan we naar het strand waar het feest gewoon doorgaat. Wat een afsluiting van dit bijzondere jaar. Als de klok 12 uur slaat schieten rondom ons kleurrijke vuurpijlen de lucht in en luiden we het nieuwe jaar in. Terwijl het nog steeds 25 graden is en vuurpijlen de branding een rode gloed geven denken we even terug aan de vele jaarwisselingen in Nederland die vaak zo koud waren, dat we aan het afsteken van ons vuurwerk vaak halfbevroren vingers overhielden. We zijn benieuwd wat het komende jaar voor ons in petto heeft. Welke avonturen wachten ons op het volgende continent, hoe zal de thuiskomst zijn, lukt het ons om snel weer een baan te vinden en wat zullen we dan moeten doen voor de kost? Allemaal onzekerheden die ons het gevoel van vrijheid en avontuur geven waar we zo van zijn gaan houden. Een ding staat echter vast. Onze volgende jaarwisseling zal weer guur en koud zijn.

 


Een Nederlands tintje

Pas nadat wij al uren op zijn begint de camping langzaam te ontwaken. De meeste hebben duidelijk te veel gedronken want van de drukte van de vorige avond is niets meer te merken. Alles is gesloten, iedereen is stil en zelfs het weer is van slag. Op de eerste dag van het nieuwe jaar heeft het weer een Nederlands tintje; het is grauw en behoorlijk regenachtig. Geen dag om veel te doen. Behalve eventjes onze ouders bellen, doen we dan ook helemaal niets. We hangen wat bij de auto en maken er opnieuw een gezellige avond van als de feestgangers van de vorige avond ons weer komen opzoeken. Daarna gaan we weg.

 

Het zwemmen met de walvishaaien en het vieren van een tropische jaarwisseling op het strand waren voor ons de enige redenen om naar Mozambique te gaan. Met dat alles achter de rug eindigt dan ook ons bezoek aan Mozambique en rijden we terug naar Zuid-Afrika. We nemen de nieuwe grensovergang die het Limpopo NP in Mozambique en het Kruger NP in Zuid-Afrika met elkaar verbindt en we slapen vlak voor de grens. Hoewel we binnen de grenzen van het wildpark overnachten zien of horen we die nacht geen dieren. De enige beesten die ons lastig vallen zijn de vele muggen. De volgende dag rijden we dieper het park in op weg naar de grens. Een mooie route langs vele traditionele dorpjes en nieuwsgierige kinderen.