This page only has Dutch navigation. Press the English flag to return to the English part of this website

Malawi 2007


19 september 2007 - 7 oktober 2007  

Route: Songwe (border Tanzania) - Chitimba - Livingstonia - Nyika NP -Mzuzu - Kande Beach - Senga Bay - Lilongwe -Blantyre - Cape Maclear - Senga Bay - Lilongwe - Michji (border Zambia)



Een visumpje meer of minder

Zo langzaam als de Tanzaniaanse beambten bij binnenkomst waren zo snel zijn ze bij ons vertrek. Het uit stempelen van ons paspoort en Carnet duurt slecht enkele minuten en geloof het of niet, aan de Malawi zijde van de grens gaat het zowaar nog sneller. Bovendien, is sinds het verlaten van de EU, de gehele afwikkeling volledig gratis. Malawi is het eerste Afrikaanse land waarvoor we helemaal niets hoeven te betalen en nu er opeens geen geld meer in het spel is, lijkt het wel alsof het ook niemand meer iets interesseert.  De douane grist bijna het Carnet uit onze handen om er snel een stempeltje in te drukken en van de immigratie kunnen we ook krijgen wat we willen. Terwijl de immigratie beambte ons paspoort stempelt vraagt hij vriendelijk hoe lang we in Malawi willen blijven en dan zijn we even niet op onze tellen bedacht. We antwoorden dat we ongeveer drie weken willen blijven en voor we het weten, krabbelt hij onder het  stempeltje een geldigheid van 21 dagen. Oeps, dat was niet de bedoeling. We mogen dan wel geen plannen hebben langer te blijven, maar we vinden het toch erg prettig als ons visum iets langer geldig is. Dan hebben we altijd wat extra ruimte voor als er iets tegen zit. Voordat hij dan ook aan het tweede paspoort begint vragen we de man om ons een visum van een maand te geven. Hij kijkt ons ongelovig aan en begrijpt niet waarom we een maand willen als we slechts drie weken blijven, maar maakt er verder geen probleem van. Hij streept het eerste visum door en drukt gewoon een nieuwe in ons paspoort.

 


Lake Malawi

De meest bekende trekpleister van Malawi is het gelijknamige meer; Lake Malawi en dat is niet zo verwonderlijk ook. Lake Malawi is een gigantisch groot meer, dat maar liefst eenderde van het landoppervlak van Malawi beslaat.  Geen wonder dus, dat veel toeristische trekpleisters en campings zich rondom dit meer hebben verzameld.  De eerste nacht slapen we in Chitimba, een dorpje aan de noordzijde van het meer, en als we aan het einde van de middag voor het eerst aan de oever staan is het net alsof we aan zee staan. Uitkijkend over het water zien we tot aan de horizon geen land maar alleen maar water. Verder is er een echt zandstrand en omdat het op het moment dat wij aankomen flink waait zijn er zelfs behoorlijk hoge golven met witte schuimkoppen.

 


Koekenbakkers

Onze eerste camping is een gezellige plek pal aan het strand, dat sinds een paar maanden gerund wordt door een stel Nederlanders. Ze hebben enige tijd terug de camping gekocht en zijn druk bezig de boel op te knappen. Zoals overal in Afrika wordt het werk gedaan door lokale zwarte arbeiders en de dagen dat we er zijn vermaken we ons kostelijk. Vanuit onze luie stoel hebben we zicht op de bouwwerkzaamheden en het is een heel spektakel. Onder de lokale arbeiders zit een enkeling die weet wat hij doet, maar het merendeel, prutst er maar wat op los. De nieuwe eigenaar, die zich er inmiddels al bij heeft neergelegd, dat de snelheid en vakmanschap hier in Afrika, niet is wat hij in Nederland was gewend, noemt de jongens gekscherend "koekenbakkers'. Een typisch Nederlandse uitdrukking, maar de mannen weten precies wat het betekent. Wanneer Markus dit woord op een bekisting geschreven ziet staan en de mannen vraagt of ze weten wat het betekent antwoorden ze vol trots: "ja, dat zijn mensen die ergens mee bezig zijn en er totaal geen verstand van hebben".

 


Livingstonia

Vanuit Chitimba rijden we de bergen in naar Livingstonia. Livingstonia, is een pittoreske missiedorpje dat zijn naam dankt aan Livingstone, de grote ontdekkingsreiziger. De weg er naar toe is een behoorlijk steil en onverhard bergweggetje, maar gelukkig voor ons in redelijke goede staat. We hadden gehoord, dat piste soms erg slechts is, maar in verband met het bezoek van de president een week geleden hebben ze hem net helemaal opgeknapt. Hebben wij even geluk. Langzaam maar gestaag kruipen we omhoog en overwinnen we twintig behoorlijk scherpe haarspeldbochten. De route is mooi en we hebben een prachtig uitzicht over het meer. Als we boven zijn is het nog slechts een klein stukje tot Livingstonia. Livingstonia is een klein verzorgd dorpje met een hele bijzondere sfeer. In de opvallend lege straten hangt een hele serene rust en nergens zie je hutjes van klei en stro. Alle huizen en gebouwen zijn gemetseld met echte stenen en er staan zelfs een aantal hele kleine twee-onder-een-kap huisjes, die zo uit een naoorlogse Nederlandse woonwijk lijken weggeplukt. We parkeren de auto in het midden van het dorp en bezoeken als eerste een klein souvenirwinkeltje. Malawi heeft leuke souvenirs en hier in dit winkeltje komt de opbrengst ten goede aan het missieziekenhuis. Een goede zaak en we spekken de kas door er een paar leuke dingen te kopen. Daarna wandelen we over mooie met jacaranda bomen omzoomde straatjes naar de beroemde kerk aan de andere kant van het dorp. Op het moment, dat wij er zijn staat de bomen net in bloei en zijn ze een zee van kleine paars blauwe bloemetjes. De kerk die we willen bezoeken is een oude kerk uit het einde van de 19e eeuw, maar als we aankomen zijn alle deuren op slot. Via een zaaltje aan de achterkant, waar een soort van buitenschoolse opvang voor kinderen is, mogen we toch naar binnen. De kerk is oud, maar waarschijnlijk vaak opgeknapt want hij ziet er verrassend nieuw uit. Mooi zijn de grote glas in lood ramen, waarop bij op eentje de grote ontdekkingsreiziger staat afgebeeld.

 


Spaanders en houtskool

Na ons bezoek aan Livingstonia rijden we een klein stukje terug naar de rand van het plateau waar we overnachten bij een Eco Lodge. De lodge, eigendom van Bruce, een Amerikaan, is dusdanig georganiseerd, dat het milieu minimaal belast wordt. Echt aan alles is gedacht. Zo vind je op het toilet, dat een chique variant van een gat in de grond is, geen water om te spoelen, maar twee potjes; eentje met houtspaanders en de andere asresten. Na een grote of kleine boodschap, zo legt de manager ons uit, is het de bedoeling, dat we uit ieder potje twee scheppen in het gat strooien en dan de deksel sluiten. Goed voor vieze luchtjes en de boel composteert gelijk. Alhoewel we het een erg stil plekje vinden en de manager en de eigenaar zo extreem voorkomend en attent zijn, dat ze ons zelfs een beetje irriteren is het toch een hele bijzondere overnachting. Vooral het toilet en de douche zijn erg mooi. Het zijn half open gebouwen van natuursteen, van waaruit we zo over de omgeving kunnen uitkijken en als het donker is zijn ze romantisch verlicht met olielampjes. We reizen inmiddels zo lang, dat we het ons niet altijd meer beseffen, maar regelmatig vertoeven we op hele mooie locaties.


Houten klazen

Niet ver van de camping is nog een waterval en aan het einde van de middag als de ergste hitte voorbij is, wandelen we er even naar toe. De waterval is aardig, maar niet bijzonder, de wandeling daarentegen is erg leuk. Vlakbij de afslag naar de waterval bevinden zich een paar hutjes en wanneer we ze passeren komen de kinderen massaal op ons afgestormd. Binnen een paar tellen zijn we omringd door een groepje kinderen en naarmate we verder lopen groeit de schare gestaag. Sommige kinderen zijn een beetje verlegen, maar wanneer Markus een fluitje tevoorschijn tovert en grapjes begint te maken is het ijs al snel gebroken. De meisjes giechelen wat en de jongens ontpoppen zich als stoere scouts. Ze nemen ons mee naar de watervallen en loodsen ons naar een grot erachter. Om er te komen moeten we een stukje klauteren en in vergelijking met de kinderen zijn we maar een stel houten klazen. De helft van de kinderen loopt op blote voeten en de andere helft op versleten of veel te grote teenslippers, maar ze klimmen als berggeiten en zijn razend snel. Het is een leuke wandeling en natuurlijk zo gauw als we ons omdraaien en weer richting de camping lopen komt de gebruikelijke vraag om geld. Zelfs op deze plek in de bergen, die nog niet overspoeld wordt door toeristen proberen de kinderen al een graantje mee te pikken. Echt kwalijk nemen kunnen we het ze niet, wie zou het niet proberen, maar helaas voor de kinderen hadden we niets meegenomen; geen tas, geen camera en geen portemonaie, helemaal niets.  De kinderen beseffen dan ook al snel, dat er niets te halen valt en nemen vriendelijk afscheid.

 


Afrikaanse kinderwagens

De volgende dag verlaten we Livingstonia en rijden we naar Nyika NP, een mooie rit van enkele uren. Bijna de gehele route is onverhard en vooral het eerste gedeelte vinden we erg leuk. Vanuit Livingstonia rijden we over een mooie piste van rode aarde langzaam de bergen uit. De omgeving hier is weer typisch Afrikaans. Kleine dorpjes met lemen huizen en veel mensen op straat. Tijdens onze gehele reis door Afrika valt het ons al op, dat het heel vaak de vrouwen zijn die het zware werk verrichten en ook vandaag zien we weer veel voorbeelden. Bijna altijd zijn het de vrouwen die water halen. We zien ze lopen met grote plastic jerrycans op hun hoofd en in veel gevallen dragen ze daarbij ook nog baby die ze met een doek op de rug hebben gebonden. Hier in Afrika veel handiger dan een kinderwagen, want zelfs zeulend met water en een baby hebben de vrouwen nog steeds beide handen vrij en als de baby dorst heeft, maken ze een borst bloot en verschuiven ze de draagdoek een beetje. Handig, want zo houden ze zelfs onder het voeden hun handen vrij en kan het werk gewoon doorgaan. Wat ook een leuk plaatje is, is de manier waarop de kinderen op de rug gebonden worden. De vrouwen gaan enigszins voorover gebogen staan, slingeren het kind op hun rug en slaan er vervolgens een doek omheen die ze dan aan de voorzijde stevig dichtknopen. Grappig om te zien is hoe de kinderen zich hierbij vastklampen totdat de doek vastgeknoopt is. De kinderen zijn niet anders gewend en lijken instinctief te weten, dat ze zich wanneer ze op de rug van de moeder geslingerd worden goed moeten vasthouden tot ze stevig omwikkeld zijn. Elke keer als we dit ritueel dan ook gadeslaan valt het ons op, dat de kinderen hoe jong ook, zich als kleine aapjes op de rug van de moeder vastklemmen.

 


Slechts één wolkje aan de lucht

De hele dag toeren we over mooie weggetjes langs kleine dorpjes totdat we aan het begin van de middag de ingang van het Nationaal Park bereiken. Omdat de camping ongeveer in het midden van het park ligt moeten we vanaf de ingang nog zo´n twee uur rijden en dat blijkt een pittig ritje te worden. De weg is onverhard en in het begin redelijk, maar naarmate we dieper het park inrijden wordt de weg steeds slechter. De mooie gravel piste verandert al snel in een track met flinke stukken wasbord en wanneer we hoger komen en de weg zanderiger en steiler moeten we stukken overbruggen waar het water diepe sporen heeft achtergelaten. Hier en daar bestaat de weg uit diepe gaten en geulen en is de berm weggeslagen. Het is duidelijk, dat bij regen de weg bijna onbegaanbaar moet zijn en terwijl we over de gaten stuiteren bemoedigen we elkaar, dat we van geluk mogen spreken dat het nu droog is en dan ineens begint het te sputteren. Rondom ons is de lucht zover als we kunnen kijken strak blauw, maar recht boven ons hangt een vervelende grijze wolk die niet veel goeds beloofd. De spetters veranderen als snel in een flinke hoosbui, die maar liefst een uur boven ons hoofd blijft hangen en lang genoeg duurt om de weg te doen veranderen in een flinke modderpiste. De rode aarde verandert wanneer hij nat wordt in een kleiachtige brei, die zo plakkerig is, dat ze er hier zelfs bakstenen van maken en huizen van bouwen. Als snel glijden en glibberen we dan ook weer alle kanten uit. Geleerd van onze hachelijke tocht in Kenia zoeken we nu niet de hogere drogere stukken van de weg op, maar ploeteren we door de diepe modderige geulen waardoor we minder snel van de weg afglijden. We schakelen de difflocks van de Landrover in en kruipen langzaam de hellingen op en dan opeens is het weer zover. Deze keer is het Belinda die achter het stuur zit en aan de voet van een steil stukje glijdt de auto een diepe geul in en komt tot stilstand tegen een flinke kei. Het is en blijft een eng gevoel als de auto flink naar aan kant helt, maar we raken gelukkig steeds beter getraind in het terreinrijden. Achteruit rijdend bevrijden we onszelf en krijgen we de auto weer op de track. Niet uit het veld geslagen ploeteren we langzaam door en dan ineens na nog een aantal spannende stukjes is het weer droog. Net zo plotseling als de regen is gekomen houdt hij ook weer op en is de grijze wolk weer weg. De lucht is weer overal strak blauw en in nog geen kwartiertje is de weg weer verandert in een stoffig pad. Het is werkelijk wonderlijk hoe snel te omstandigheden kunnen veranderen.

 


Prettig gestoord

De camping ligt op een hoogte van ruim 2200 meter midden tussen de glooiende heuvels van de hoogvlakte en het uitzicht is er adembenemend. Zover het oog reikt zien we heuvels met goudgeel verdord gras dat golft in de wind en hier en daar eland of antilope. Vanwege de hoogte is het er ´s middags als we aankomen flink heet, maar zo gauw als de zon onder gaat wordt het erg koud. Alleen bij het kampvuur, dat net voor de duisternis invalt voor ons wordt aangestoken is het nog een beetje uit te houden, maar erg lang blijven we niet op. Gewapend met pyjama en een extra deken kruipen we redelijk vroeg de tent in. De volgende dag doen we vooral niet te veel. Van al onze wilde plannen komt niet veel terecht; paardrijden is krankzinnig duur hier en voor lange wandelingen is het veel te heet. We maken slechts een rondje met de auto en een korte wandeling en de rest van de dag zitten we op de camping te genieten van het uitzicht en van de gezelligheid met onze buren. Naast ons staan vier Italianen die wel weten wat feestvieren is. Het is een apart viertal, Duits sprekende Italianen uit Zuid-Tirol. Ze zijn al behoorlijk op leeftijd, maar alles behalve saai. Het zijn enorme druktemakers en als al vroeg in de middag de wijn en whisky rijkelijk vloeit worden ze er zeker niet rustiger op. Ze zijn maken een hoop kabaal, maar op een gezellige manier en we lachen heel wat af. 's Avonds ontwikkeld er zich nog een spannende strijd om het hoogste kampvuur en wij winnen.

 


In levende lijve

Na opnieuw een koude nacht zit ons bezoek aan het park er alweer op. We nemen dezelfde weg terug en zien tot onze verrassing dat juist die stukken die we op de heenweg in de regen hebben gereden de slechtste stukken van de hele route zijn. Ons einddoel voor die dag in Nkhata Bay, een plaatsje een het meer, maar voordat we doorrijden maken we eerst een tussenstop in Mzuzu. We zijn de afgelopen dagen behoorlijk ingeteerd op onze voorraden. In het noorden van Malawi is niet veel te koop en een beetje  redelijke supermarkt is er ook niet te vinden. Pas in Mzuzu vinden we een Shoprite, waar we weer wat luxe producten kunnen kopen en het assortiment groente meer is dan alleen tomaten, uien en kool. Op veel plaatsen zijn dit de enige groenten die te koop zijn en al zijn we er inmiddels behoorlijk creatief mee geworden, we lusten ook wel eens wat anders. Zo vervelend als boodschappen doen in Nederland soms is zo leuk is het op reis. Een ritje naar de supermarkt is soms het enige "uitje" van de dag en vooral als we zoals in Mzuzu, voor het eerst weer een supermarkt in een nieuw land bezoeken, is het heerlijk om door de winkelpaden te struinen en te kijken wat er allemaal te koop is. We zijn dan ook al geruime tijd in de Shoprite en maken net een praatje met een stel Ieren als we ineens twee voor ons onbekende stemmen onze namen horen zeggen. Vol verbazing draaien we ons om en zien tot onze verrassing Roel en Lizzy. Zij zijn een jaar voor ons vertrokken en reizen in omgekeerde volgorde. Via internet hadden we over en weer al wat contact gehad en min of meer afgesproken elkaar onderweg ergens te treffen, maar toen we elkaar naderden lieten de moderne communicatie middelen ons in de steek. We wisten, dat ze in Malawi zaten, maar hadden geen idee waar en omdat we zelf meer dagen dag gepland in het Noorden hadden doorgebracht, waren we in de veronderstelling, dat we elkaar allang gekruisd waren. Ondanks, dat we elkaar voor het eerst zien is het direct gezellig. Geruime tijd blokkeren we het winkelpad en omdat we nog lang niet uitgekletst zijn besluiten we om niet door te reizen maar met z'n vieren neer te strijken op de camping in Mzuzu.


 

Malaria

Na onze ontmoeting in de Shoprite gaan we ieders nog wat klusjes doen en pas later die middag treffen we elkaar opnieuw op de camping. Roel komt dan net van de dokter. Hij voelde zich was lusteloos en slap en heeft voor de zekerheid een malariatest laten doen en tot ieders verbazing blijkt hij de ziekte inderdaad te hebben. Gelukkig nog maar in de beginfase, maar toch. Daar schrikken we flink van. Vooral het feit, dat Roel geen koorts heeft en toch Malaria zet ons aan het denken. Zelf zijn we ook een aantal dagen wat minder fit geweest en bovendien hebben we de laatste tijd behoorlijk wat muggenbeten opgelopen. Om het zekere voor het onzekere te nemen, besluiten we dan om ook maar eventjes een testje te laten doen. De dokter zit letterlijk om de hoek en samen met Lizzy, die zich ook eventjes wil laten controleren lopen we naar de kliniek. We worden met z'n drieën doorverwezen naar het laboratorium, waar we allemaal met een venijnig scherp voorwerp een prikje in ons vinger krijgen. Het laboratorium is eenvoudig, maar goed georganiseerd en terwijl we in de deuropening mogen wachten bekijkt de laborant onze druppels bloed onder een microscoop. Het is allemaal zo gepiept en gelukkig krijgen we alledrie goed nieuws; geen malaria!

 

Omdat het gezellig is zo met z'n vieren blijven we ook de volgende dag nog op de camping en de tijd vliegt voorbij. We maken Nederlandse pannenkoeken en 's avonds bouwen we onze eigen campingbioscoop en bekijken we een film op de laptop. Pas na twee dagen nemen we afscheid en vervolgen we ieder onze reis. Roel en Lizzy naar het noorden en wij naar het zuiden. Nu we een paar dagen in Mzuzu zijn gebleven besluiten we Nkhata Bay, dat slechts op een steenworp afstand ligt over te slaan en rijden we in een ruk door naar Kande Beach. Onderweg passeren we grote rubberplantages. Daar waar we de plantages passeren hangt een vreemde rubberlucht en langs de weg proberen jongemannen ons de bekende rubberen ballen te verkopen. Ze maken de ballen door slierten rubber dusdanig te rollen, dat er een bal ontstaat. De jongens zitten waarschijnlijk de hele dag met hun handen in het rubber, want als ze bij onze auto staan zien we dat hun vingers bijna aan elkaar plakken van de opgedroogde rubber en ze stinken een uur in de wind.

 

Kande Beach en Senga Bay, onze volgende stop, zijn twee relaxte plaatsjes pal aan het meer, waar we de komende twee nachten verblijven. In eerste instantie wilden we langer blijven, maar we zijn inmiddels een beetje verzadigd van zee en strand. Bovendien, de wetenschap, dat er Bilharzia in het meer zit, maakt de drang om een duik te nemen niet groter en dus wijzigen we ons plan en rijden we door naar Lilongwe, de hoofdstad. De camping in de stad is een leuke plek, waar we veel reizigers ontmoeten. Vooral met onze buren, twee Zweden die dezelfde route als wij op de motor afleggen, hebben we een paar leuke dagen.

 

Doet ie het of doet ie het nooit meer?

Na Lilongwe rijden we nog verder door naar het zuiden naar Blantyre. Is Lilongwe de politieke hoofdstad van Malawi, Blantyre is de economische hoofdstad en dat is duidelijk zichtbaar. De stad is modern en in de binnenstad wemelt het van grote supermoderne gebouwen waarin zich de hoofdkantoren van grote internationale banken hebben gevestigd. Ook zitten er in de stad veel autogarages en alle grote bekende merken zijn vertegenwoordigd, zo ook Landrover. Een van de euvels van Landrover is, dat ze vaak zweten bij de pakkingen en onze auto is daarop geen uitzondering. In verhouding tot menig Landrover die we hebben gezien valt het zweten gelukkig wel mee, maar toch. Het probleem verhelpen is niet moeilijk en materialen zijn er nauwelijks voor nodig, maar het betekent wel heel veel uren sleutelen.  Een klusje, dat in Nederland, met werkplaatstarieven van over de 50 Euro per uur een dure grap is. Wat arbeid betreft is Malawi daarentegen een erg goedkoop land en wanneer we van de dealer dan ook een gunstige offerte krijgen voor het vervangen van de belangrijkste pakkingen van de tussenbak en beide differentiëlen, besluiten we de reparatie te laten uitvoeren. En het fijne aan Afrika, de mannen beginnen direct. Niet eerst een afspraak maken en een paar weken wachten, nee, meestal ben je direct aan de beurt.  Wat we ons echter niet realiseren is de omvang van de reparatie. Het is dan ook eventjes schrikken als na een paar uur de halve auto uit elkaar ligt. De steekassen zijn eruit, de wielen eraf, het interieur ligt volledig overhoop en de hele versnellingsbak ligt ernaast. Er ligt zo'n grote hoeveelheid schroeven, bouten en onderdelen naast de auto, dat we ons afvragen of hij ooit nog weer zal rijden, maar de mannen zijn vakkundig en weten wat ze doen. Anderhalve dag sleutelen ze met een mannetje of 8 fulltime aan de auto en dan volgt het uur van de waarheid. Zal hij het doen of rijdt hij nooit meer? Samen met de monteur maakt Markus een proefrit en de auto rijdt weer als een zonnetje. Zelfs een vervelend rammeltje dat we niet konden achterhalen is verdwenen.

De brug op

Het probleem bij groot onderhoud aan de auto is altijd, de vraag: "waar moeten we dan slapen?". Onze auto is namelijk niet alleen ons vervoermiddel, maar ook onze huis en ons bed en het liefst slapen we nou eenmaal in ons eigen bed. Met alle onderdelen eruit rijdt de auto helaas geen meter en dus vragen we de manager of we die nacht in de garage mogen slapen. Waarschijnlijk heeft de manager nog nooit zo'n raar verzoek gehad, want hij weet niet goed hoe hij moet reageren. Hij aarzelt behoorlijk, maar na enig aandringen van onze kant stemt hij toe en dus laten ze aan het einde van de middag, als de monteurs vertrekken, de brug zakken zodat we de tent kunnen uitklappen. Die nacht slapen in ons eigen bed terwijl de auto nog gewoon op de brug staat. We hebben al op veel rare plaatsen overnacht, maar deze overnachting is toch wel heel bijzonder. In anderhalve dag hebben ze op een aantal moeilijk bereikbare plaatsen pakkingen vervangen, hebben we gratis bij hun mogen overnachten, twee dagen lang hun internetverbinding mogen gebruiken en voordat we vertrekken wordt de auto ook nog van binnen en buiten grondig gewassen; wat een service!

 


Lekker smullen

Zo af en toe zijn er van die dingen die we wel eens missen en een van dingen is een lekkere Chinese maaltijd. Een goed Chinees restaurant is in dat deel van Afrika, dat we tot nu toe hebben doorkruist een zeldzaamheid, maar in Blantyre zit er een super goede. De maaltijden zijn net zo smaakvol als in China zelf en tijdens ons oponthoud in de stad gaan we er dan ook paar keer eten. We lunchen er als we in de stad arriveren en zo gauw als we van de garage komen trakteren we ons nogmaals op een lekkere smaakvolle maaltijd. In Afrika kun je soms best een goede maaltijd bestellen, maar voor culinaire hoogstandjes hoef je niet naar dit continent af te reizen. In vergelijking met de Oosterse keuken is de Afrikaanse keuken maar sober en eentonig.

 


Zieke hond

Vanuit Blantyre rijden we via het Zomba Plateau naar Cape Maclear, het zuidelijkste puntje van Lake Malawi. Op de camping ontmoeten we een stel Zwitsers met een hele zieke hond. De hond heeft hoogstwaarschijnlijk gif gegeten en is erg ziek. 's Nachts als een van ons eventjes naar de WC moet, horen we onze buren helemaal in rep en roer. De hond gaat zo snel achteruit, dat het onwaarschijnlijk is, dat hij de nacht zal overleven, maar tegen alle verwachtingen leeft hij het. Als we de volgende ochtend opstaan, is de hond nog amper in leven. Niemand weet wat de hond mankeert en dierenartsen zijn hier niet voorhanden. De Zwitsers dokteren er dan ook maar wat op los en proberen van alles, maar niets lijkt te helpen. Sterker nog het lijkt alsof de medicijnen die ze proberen de hond alleen nog maar meer verzwakken. De hond is erg benauwd en niet meer in staat om zich te bewegen en dan opeens herinneren we ons een medicijn, dat we van onze huisarts hebben meegekregen. Het is een middel tegen allergische reacties en onze buren willen het graag proberen. We duiken de medicijnen uit de auto op en voeren een tabletje aan de hond en dan ineens, na nog geen vijf minuten wordt de hond actief. Hij begint rustiger te ademen en probeert weer op zijn poten te staan. We hebben geen idee, of het ook werkelijk door onze medicijnen komt, maar de hond knapt ineens heel snel op en als we afscheid nemen drinkt hij al weer wat en strompelt hij al wat om de auto.

 

Het warme hart van Afrika

Via Senga Bay rijden we voor de laatste keer langs het meer. De eerste keer dat we hier waren werden we bijna letterlijk opgegeten door mieren en termieten en dus zoeken we nu een andere camping. Daarna rijden we weer terug naar Lilongwe van waaruit we twee dagen later naar Zambia rijden. Malawi staat bekend als "het warme hart van Afrika" en wat ons betreft doet het zijn naam zeker eer aan. Voor ons staat Soedan van alle Afrikaanse landen nog steeds bovenaan, maar daarna volgt zeker Malawi. De mensen zijn erg vriendelijk en het hele land ademt een hele relaxte sfeer uit. Ondanks, dat Malawi een van de armere landen van Oost-Afrika is, is het een heel plezierig land om in te rijden. Zelfs de in infrastructuur is goed. Alle doorgaande wegen zijn geasfalteerd en hebben nauwelijks gaten.