This page only has Dutch navigation. Press the English flag to return to the English part of this website

Weer op reis

Het voelt als veel te lang geleden. Allebei verlangen we naar avontuur of beter gezegd "weg zijn". Avontuur is geen vereiste maar rondzwerven zonder vast plan is wat we missen. Gaan waar de zon schijnt of misschien toepasselijker waar de regen valt. Ons doel deze keer is een roadtrip door de Baltische Staten. Helaas zijn de weersverwachtingen in het noorden niet veel beter dan die van de kwakkelzomer in Nederland. We laten ons er niet door uit het veld slaan. Het vooruitzicht van nieuwe onbekende werelden lokt. Thuisgekomen van onze laatste werkdag schoppen we de schoenen in een hoek, mikken we de laatste dingetjes in de camper en een uurtje later zijn we onderweg. De regen vergezeld ons maar het plezier is er niet minder om. Zelfs het sompige veldje waar we de nacht doorbrengen kan onze stemming niet veranderen.

 

Reisgevoel  

Het is wonderlijk hoe snel het vakantiegevoel omslaat in een reisgevoel. Onze slaapplek ligt dichter bij de weg dan verwacht en terwijl de regen zachtjes op het tentdoek tikt denderen buiten de vrachtwagens onophoudelijk voorbij. Dit is niet de eerste keer. Herinneringen nemen ons mee over de wereld, maar het is uiteindelijk de kiespijn die mij die nacht parten speelt die zorgt voor het laatste duwtje naar de reiswerkelijkheid waarin niet vakantie vieren maar een tandarts zoeken onze eerste prioriteit is. Het internet biedt uitkomst en Google vindt een hele waslijst aan tandartsen. Hamburg is de dichtstbijzijnde grote stad en een chique praktijk met openingstijden vanaf 7 uur 's ochtends trekt onze aandacht. Hoe eerder hoe beter. Klokslag 7 uur hangen we aan de lijn en weten we nog voor diezelfde ochtend een afspraak los te peuteren.




Tandartsen hebben ze overal

Een uurtje later staan we in het hart van Hamburg en laten we Frankie achter voor een etalage vol tassen van Prada en Gucci waarvan de prijskaartjes zonder schaamte een getal met vier cijfers voor de komma laten zien. De verwachtingen van de tandarts, die gevestigd blijkt in een monumentaal pand in de “Kalverstraat” van Hamburg zijn hoog. Hopelijk geldt dat niet voor de nota die straks onvermijdelijk volgt. De vriendelijke tandarts gaat grondig te werk en ontdekt een flinke ontsteking. Er is maar één oplossing; de wortelkanaalbehandeling van twee dagen geleden moet over. En maandag na het weekend moet ik terug komen om de kies, die hij niet durft te sluiten, opnieuw te laten reinigen. Wat moet dat moet. De man levert vakwerk en met aanzienlijk wat minder pijn dan enkele uren geleden beraden we ons op onze plannen. Terug naar Nederland is een optie maar waarom? We hebben al voor hetere vuren gestaan en tandartsen hebben ze overal. Snel bellen we de camping van een paar jaar geleden om een plekje te reserveren waarna we doorrijden naar Berlijn. Deze keer lukt het ons om Frankie die niet welkom is in het centrum van de Duitse hoofdstad zonder schending van de milieuzones naar de overvolle camping te loodsen. Wanneer ook de zon er nog doorkomt kan de dag niet meer stuk.


 

Een bos met geheimen

Berlijn biedt de afleiding die we zoeken. Voor we het weten is het zondag en staan we voor het dilemma blijven of doorrijden. Wanneer bij navraag de campingeigenaar de loftrompet afsteekt over de uitstekende en veel goedkopere tandartsen in Polen valt de beslissing en rijden we door naar Stettin. Zondag is duidelijk een rustdag in dit deel van Europa want de wegen zijn leeg en de meeste zaken gesloten. Het schiet wel lekker op. Onderweg maken we nog een ommetje langs het Crooked Forest. Twee keer rijden we het smalle zandweggetje voorbij totdat een grote touringcar met bejaarden de ingang verraadt. Verscholen in een klein stukje bos ligt een veldje met merkwaardig vervormde naaldbomen waarvan niemand de oorzaak weet. Van weinig spannende oorzaken als een sneeuwstorm of menselijke inspanningen bedoeld om gekromde bomen te kweken voor de scheepsbouw tot verhalen over tanks uit de tweede wereldoorlog die de jonge boompjes hebben vernield of zelfs over geheimzinnige activiteiten van buitenaardse bezoekers. De bomen houden de gemoederen al decennia bezig en eerlijk is eerlijk ook wij kunnen niet voorkomen dat we beginnen te speculeren over de oorzaak van krommingen. “Maar dan is het toch raar dat ze allemaal precies dezelfde kant op groeien en allemaal op exact dezelfde hoogte zijn geknikt?” “Nee, dat zou niet logisch zijn, dan zouden er toch meer bomen in het bos gebogen moeten zijn?”. Hopelijk komt de ware oorzaak nooit aan het licht en mag het “kromme bos” haar sprookjesachtige charme nog lang behouden.


 

Niet alles is beter in Nederland

Terwijl Polen weer het ritme van de nieuwe werkweek oppikt gaan wij op zoek naar een Poolse tandarts. Opnieuw weet Google raad en nog voor openingstijd staan we voor de deur van een hypermoderne praktijk waar de vriendelijke receptioniste voor ons de tandartsen belt met de vraag of er eentje eerder zou willen beginnen. Ze vangt bot en helaas; de agenda is helemaal vol. Het ziet er niet gunstig uit, maar uiteindelijk weet ze één van de tandartsen te overtuigen haar lunch voor ons op te offeren. Om 12 uur mogen we terug komen. We zijn blij met de losgepeuterde afspraak en besteden de rest van de ochtend aan een heerlijke wandeling door het verrassend mooie oude centrum. Ruim twee uur slenteren we door de smalle straatjes en langs pleinen omringd met grote imposante gebouwen met kleurrijke gevels.  Terug in de praktijk worden we snel geholpen en wat volgt is een wortelkanaalbehandeling die verder gaat dan ooit. Het aantal rondjes vijlen, spoelen en ontsmetten is eindeloos en net wanneer ik van de kramp mijn mond bijna niet meer open kan houden is ze klaar. En de nota, die slechts een fractie is van de rekening van de tandarts in Hamburg, is het lachertje van de dag. Opgelucht staan we buiten. Eindelijk zijn we weer vrij om te gaan en staan waar we willen. Baltische Staten; here we come! Een paar dagen later zijn alle klachten zo goed als verdwenen. Niet alles is beter in Nederland.


Door het platteland van Polen

Onze rit door het noorden van Polen duurt nog twee dagen met slechts een korte tussenstop in het Torun. Het historische centrum van het Middeleeuwse stadje is een aaneenschakeling van magnifieke Gotische gebouwen die vertellen van een rijke geschiedenis. We genieten van het bezoek aan het oude centrum dat een welkome afwisseling is op het eentonige platteland. Twee lange regenachtige dagen hobbelen over drukke provinciale wegen waar het zware vrachtverkeer inhalen tot een beproeving maakt en doorkruisen we een eindeloze reeks van kleine dorpjes die zorgen voor de nodige oponthoud. Er lijkt geen eind aan te komen. Maar dan na vele uren bereiken we het laatste Poolse stadje voor de grens. Een spiksplinternieuwe camperplek met uitzicht op het voetbalstadium en voorzien van een geweldige douche is de beloning voor de vele uren geduld oefenen. Het is alsof de natuur onze opluchting voelt. De hemel klaart op en de prachtige regenboog die Frankie overschaduwt bevestigd dat de zon er nog altijd is. Hopelijk krijgen we hem de komende dagen wat meer te zien.

 


Culinaire verrassing

De volgende dag verlaten we regenachtig Polen en passeren we de grens met Litouwen. Het landschap is lichtglooiend met hier en daar wat boerderijtjes. Het oogt vriendelijk en het waterige zonnetje doet de rest. Niet ver na de grens bereiken we Kaunas, de tweede stad van Litouwen. Het oude centrum is een heerlijke plek om even te slenteren en Marsala City, één van de beste Indiaase restaurant waar we ooit hebben gegeten, is dé verrassing van de dag. Het eenvoudig ogende restaurant gelegen in een onopvallend zijstraatje is een juweel en zelfs wanneer we al weer lang in de auto zitten strelen de achtergebleven aroma's nog steeds onze smaakpupillen.



De hoofdprijs voor Frankie

Hoewel Frankie voor ons een comfortabel huis is vermoeden slechts weinig mensen dat er achter zijn bescheiden uiterlijk een volwaardige camper schuil gaat. Een prettige bijkomstigheid die ons al vaak een financieel voordeel heeft opgeleverd, maar niet vandaag. De forse dame achter het loket wil het kentekenbewijs zien en noemt vervolgens een onzedelijk hoog bedrag. “Dan kan helemaal niet”, protesteren we. “Kijk maar naar onze afmetingen; we zijn net zo groot als een gewone personenwagen”. Ze is niet onder de indruk en geïrriteerd wijst ze naar de code op het kentekenbewijs en duwt ze ons lijstje onder de neus dat bewijst dat die code staat voor “camper”. “Maar wij zijn helemaal geen camper” proberen we nog tegen beter weten in, maar ze is niet te vermurwen. Regels zijn regels! Besluiteloos rijden we achteruit. We zijn overdonderd door de starheid maar geven ons niet zomaar gewonnen. Hoopvol proberen we een ander loket, maar wanneer ook hier om onze autopapieren wordt gevraagd weten we dat tegenstribbelen geen meer zin heeft. Het is de hoofdprijs is of niet. Een kwartiertje later rijden we Frankie de veerboot op. Aan de overkant van de lagune ligt de Curonian Split. Een smalle 98 kilometer lange landtong van hoge zandduinen en kleine overtoeristische dorpjes met houten Scandinavië-achtige huizen en stalletjes met gedroogde vis. Dorpjes die niet zouden misstaan aan de Noorse kust en in schril contrast staan met de grauwe Oostblok-achtige bebouwing aan de andere kant van het water.


Spookstad

Eenmaal terug op het vaste land passeren we al snel de grens met Letland; de middelste van de Baltische Staten. Het land oogt armer dan zijn zuiderbuur en vertoont op het eerste oog meer sporen van de Russische overheersing.  Vooral in Karosta een wijk ten noorden van Liepaja, dat ooit een Russische militaire enclave was. De naam, afgeleid van het Letse “kara osta” betekent oorlogshaven en dat is ook de functie die het vele jaren lang vervulde. In de hoogtijdagen bood de ijsvrije marinehaven plaats aan 140 oorlogsschepen en 30 atoomonderzeeërs. Het was een gesloten gebied, waar zelfs de burgers van de stad geen toegang tot hadden en dat om veiligheidsredenen op veel kaarten niet stond aangegeven. Dat veranderde in 1994 toen Letland na de val van de Sovjet-Unie onafhankelijk werd en de Russische militairen het land moesten verlaten. Ruim 80% van de inwoners vertrok en het grootste deel van de gebouwen kwamen leeg te staan. Ruim 20 jaar later is aan die situatie niets veranderd. Onderweg passeren we de iconische Oskars Kalpaks brug. Ruim een half uur moeten we wachten en zien we hoe de groene metalen draaibrug weer in elkaar schuift en het houten wegdek weer een straat wordt compleet met gotische lantaarnpalen en ouderwetse lampen. De brug, gebaseerd op een ontwerp van Gustave Eiffel is uniek in zijn soort en staat op een mooie manier symbool voor een vervolgen periode in de Letse geschiedenis. Aan de overkant treffen we een spookstad van vervallen flats en grote gebouwen van oranje bakstenen. Een ervan is de oude militaire gevangenis dat tegenwoordig dienst doet als museum.



Exit from Hell

Aangekomen bij de oude militaire gevangenis zijn we net op tijd voor de eerste rondleiding van de dag. Onze gids is een strenge dame in militair kostuum. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is verteld ze hoe het gebouw, dat oorspronkelijk bedoeld was als ziekenhuis bijna een volle eeuw lang dienst deed als militaire gevangenis. Het was er niet prettig verpozen. Tijdens de Duitse bezetting gebruikten de Nazi's het als executiecentrum voor Letse deserteurs en in het Sovjet tijdperk was het de KGB die er de scepter zwaaide en met harde hand vijanden van Stalin, het Sovjet regime en ongehoorzame militairen een lesje leerde. Velen vonden er de dood; de meeste werden doodgeschoten. En zelfs na de val van de Sovjet Unie na de onafhankelijkheid van Letland bleef de gevangenis dienst doen als strafkamp voor ongehoorzame militairen. Tot 1997 nam de staf van het Letse leger het stokje over en hoewel executies er niet meer plaats vonden waren de ontberingen groot. In de lege koude ruimten met slechts een houten plank als bed ontbrak iedere vorm van comfort. Zo'n 17 uur per dag moesten de militairen werken en per etmaal mochten ze slechts 2x 2 minuten gebruik maken van de douch of wc. En dat allemaal om mensen die hun leven in de waagschaal stellen voor volk en vaderland een lesje in gehoorzaamheid te geven. Het gaat er bij ons niet in, maar onze gids vindt het duidelijk een “goede manier van militaire opvoeding”. Eenmaal binnen bekruipt ons een ongemakkelijk gevoel. Er hangt een sfeer die ons aangrijpt en de hoge zware muren soms met ingekerfde teksten die verhalen van de ontberingen die de gevangen moesten doorstaan, versterken het onheilspellende gevoel dat de plek bij ons oproept. Alsof het leed hier geleden ineens voelbaar wordt. Boven één van de deuren hangt Stalin die nog steeds een oogje in het zeil. Het liefst zou ik weer naar buiten lopen maar ik hou me in. Totdat we bij een isoleercel aankomen. De gids laat ons binnen, maar een gevoel van paniek grijpt me naar de keel. De duisternis is roetzwart en alleen al de gedachte dat ze straks de deur achter ons dicht doet beneemt me de adem. Ik laat de ervaring schieten en loop snel weer terug de gang op. Ik ben niet de enige. Markus lijkt mijn gevoel te delen en houdt de isoleercelervaring ook voor gezien. Je zou hier je straf maar moeten uitzitten. Op het plafond in de isoleercel staat in het Lets de tekst “exit from hell” gekerfd. Het zegt genoeg over de gruwelijke ervaringen die mensen hier hebben moeten doorstaan.


Voor de Russische jetset

Via het fotogenieke dorpje Kuldiga, waar de traditioneel houten architectuur ons even de sfeer laat proeven van het Letse leven van een paar eeuwen geleden en de nabij gelegen Venta Rumba, de breedste waterval van Europa, rijden we door naar Jurmala. In zijn glorietijd was het 150 jaar oude stadje een beroemd kuuroord voor de Russische jetset. We maken een wandeling langs het 32 kilometer lange zandstrand dat tropischer klinkt dat het in werkelijkheid is. Het zand oogt grijs net als de zee en de temperatuur komt niet in de buurt van tropische waarden al mogen we vandaag niet klagen. Het is de eerste echt zomerse dag van de vakantie met een temperatuur van ruim 20 graden en veel zon en dat maakt het campingleven direct een stuk aangenamer. We wandelen van de camping helemaal tot het eens zo indrukwekkende blauw-groen geverfde badhuis dat een blijvende herinnering is aan het roemrijke verleden en de welvaart die het chique kuuroord eens kende. De tijden zijn veranderd. Het tweeverdiepingen tellende houten badhuis is oud en zijn glorie deels vergaan. Toch is het nog steeds iconisch en dat geldt ook voor de vele houten huizen die verscholen tussen de naaldbomen staan. Met het toenemen van de populariteit van de badplaats worden ook steeds meer oude huizen in hun oude glorie hersteld. Sommige zijn echt prachtig. Helaas geldt dat niet voor het eens zo chique hotel op de camping. Ooit een verzameling luxe appartementen voor de top van de KGB en hun families; vandaag de dag is het een leegstaand grauw pand met kapotte ramen. De troosteloze aanblik geeft ook de camping een wat treurig sfeertje. Een nachtje is genoeg wat ons betreft.


 

Overlandontmoeting

Het verschil met de troosteloze camping in Jurmala is groot! In Riga vinden we een mooi plekje aan het water vanwaar we een prachtig uitzicht hebben op de oude stad gelegen aan de overkant van de rivier. Het is een typische camperplek doet ons denken aan de camperplek in Bergen (Noorwegen). Ook hier is Frankie weer de vreemde eend in de bijt die voornamelijk bestaat uit grote moderne campers die braaf deur aan deur staan; de één nog luxer dan de ander. We staan weer eens in het middelpunt van de belangstelling en voortdurend wandelen mede-camperaars nieuwsgierig “een stukje om” in de hoop een glimp op te vangen van de binnenkant van ons campertje. Keer op keer zien we de verwondering wanneer ze zien hoeveel ruimte en comfort we in ons kleine huisje hebben. Het blijft leuk. Later die avond gaan we op visite. We hadden de 4x4 bus met wereldkaart al opgemerkt en zij ons ook. De eigenaren zijn Duitsers en wereldreizigers van het eerste uur. Ze hebben vele reizen gemaakt en een kwart eeuw in Afrika gewoond waaronder vele jaren in Kenia waar de man als landbouwdeskundige voor de VN werkte. Het gesprek brengt om op de huidige crisis en het beeld dat de man schetst is zorgelijk. Becijferingen gedaan door zijn afdeling hebben berekenend dat over circa vijf jaar de omvang van de Keniaanse bevolking groter is dan het land qua oppervlakte aan kan. Het gevolg zal zijn veel armoede, honger en ellende. Wanneer ik vraag of er nog iets is wat de wereld op korte termijn kan doen om het tijd te keren dan antwoord hij ontnuchterend: “Nee, op de lange termijn misschien…. maar de korte termijn gaan de problemen hoe dan ook komen”. Het wordt een lange gezellige avond. Pas rond middernacht nemen we afscheid en kruipen we onder de wol.


Riga

Het is zondagochtend maar alles behalve rustig in Riga, de grootste stad van de Baltische Staten. Ondanks het vroege tijdstip is het al behoorlijk druk en te oordelen aan de vele reisleiders op wiens bordje we de naam van het enorme cruisechip zien staan dat langs de kade ligt, komt dit vooral door de vele overwegend Amerikaanse cruisetoeristen die blijkbaar allemaal tegelijk op excursie zijn. Het mag de pret niet drukken. Enkele uren slenteren we door de smalle met kinderkopjes bestrate straatjes van het oude centrum en langs de vele grote Middeleeuwse gebouwen. Maar voor ons de beste plek is de Centrale Markt; één van de grootste levensmiddelenmarkten van Europa. In en om enkele enorme zeppelinhallen, een overblijfsel uit de tijd van de Duitse bezetting, proberen honderden verkopers hun waren aan de man te brengen. In de Sovjettijd was het vooral dankzij de markt en haar enorme aanbod dat de inwoners van Riga, in tegenstelling tot die van veel andere steden, relatief veel levensmiddelen tot hun beschikking hadden. Ondanks het feit dat de markt sinds 1998 op de Werelderfgoedlijst van Unesco staat is het alles behalve een museum of attractie. De markt is bovenal gewoon een plek waar kopers en verkopers van handelswaar elkaar proberen te vinden zoals dat al vele eeuwen gebeurt. We houden van dergelijke markten. Je proeft er het lokale leven, zowel letterlijk als figuurlijk. Verse groenten, fruit, kruiden, vlees en vis is alle soorten maten is er verkrijgbaar van geïmporteerde exotische vruchten tot verse paddenstoelen en bosbessen door de verkopers zelfs geplukt. Vooral de geuren en kleuren van de vismarkt zijn zintuigprikkelend. Het aanbod van verse en gedroogde vissen en andere zeedieren is enorm en het spel tussen koper en verkoper fascinerend. Maar dan ineens valt ons oog op een kraam met mooie grote vissen waaronder een paar prachtige steuren. Ze leven nog. Snakkend naar adem leveren de vissen een strijd met de dood en dat alleen maar om de kritische klanten van hun versheid te overtuigen. Twijfelend of ik dit wel wil fotograferen pak ik toch mijn camera, maar dat wordt niet op prijs gesteld. Een volslanke dame laat onvriendelijk weten dat ik beslist geen foto's mag maken. Opmerkelijk want bij de andere, dode vissen, vond deze zelfde dame het prima. Het roept de vraag op hoe legaal deze handel is. Na een tijdje houden we het voor gezien. Terug bij de uitgang stoppen we bij het “Registan”. Wanneer we de naam van het zaakje tot ons door laten dringen valt het kwartje. Natuurlijk, Oezbekistan, daar kennen we die ronde broden van. We bestellen een aantal lekkernijen die we ons kunnen herinneren en nemen de taxi terug naar de auto.


 

Gauja NP en een beetje TLC voor Franie

Na de vele steden en dorpjes is de rit langs het Gauja NP een verademing en dat geldt zeker voor de overnachting. Ver van de steden en dorpen vinden we een rustig plekje langs een kabbelend beekje. Het is onze eerste bushcamp compleet met kampvuur. Hier kan niets tegen op. Gratis en voor niets en zonder lawaai met alleen het klotsende geluid van een rustig stromende beekje op de achtergrond slapen we de klok rond. Wanneer we opstaan is het bijna half 10. Het was een heerlijk plekje maar muggen dwarsbomen onze plannen voor een uitgebreid ontbijt. We pakken snel in en gaan op oliemissie. Frankie is toe aan wat TLC en met werkplaatstarieven beduidend lager dan in Nederland besluiten we op zoek te gaan naar een geschikte garage voor een olieservice. Altijd leuk zo'n overlandklusje, maar heel makkelijk blijkt het niet. We proberen meerdere garages maar ze hebben óf geen tijd óf ze ogen te louche. Pas vlak voor de grens met Estland treffen we een jonge vent in een pas verbouwde werkplaats. Het ziet er keurig uit en de monteur spreekt nog wat Engels ook. Hij is zelfs bereid ons direct te helpen, maar dan moeten we wel zelf de olie halen. Geen probleem. We krijgen de naam van een voordelig adresje en een kwartiertje later zijn we terug en voorziet de man Frankie onder streng toezicht van Markus van nieuwe motorolie. Van een beetje teveel motorolie zoals we een paar dagen later merken.

Estland

Estland, de derde en kleinste van de Baltische staten oogt het minst “Russisch” en een stuk rijker dan zijn zuiderburen. Het asfalt is van betere kwaliteit, de tankstations zijn modern en luxe en zelfs de bushokjes zien er nieuw uit. Maar aan alles hangt een prijskaartje. De diesel is er 20 cent per liter duurder en bij het eerste de winkeltje dat we bezoeken vernemen we dat niet alleen de brandstof hier duurder is. Het land is relatief klein en vanaf de grens rijden we in één keer door naar Vosu, een badplaatsje in het bosrijke Lahemaa NP dat zowaar een heus zandstrand heeft. Het dorpje is kneuterig en het terras van de plaatselijke kroeg top, maar voor het strand hoeven we niet meer te gaan. Het is inmiddels begin september en een stuk kouder dan we hadden verwacht. Met een temperatuur van slechts een paar graden boven nul wordt het de koudste nacht in tijden. Zeker geen strandweer meer en van de bossen hebben we ook genoeg. We worden bijna letterlijk opgegeten door de muggen. De keuze is snel gemaakt. We gaan door naar Tallinn.


 

Tallinn

In Sovjettijden de meest lastige van de drie Baltische hoofdsteden om te bezoeken, want was het je eindelijk gelukt om een visum voor Tallinn te bemachtigen dan werd je, eenmaal ter plaatse, door de Russische KGB minutieus in de gaten gehouden. Gelukkig zijn de tijden veranderd. Tallinn is hot en dat is merkbaar. In de haven liggen meerdere grote cruiseschepen en in de oude binnenstad is het druk. Heel druk zelfs en we begrijpen al snel waarom. Tallinn is niet alleen de drukste hoofdstad die we bezoeken het is ook veruit de mooiste. De oude binnenstad geroemd om het feit dat het één van de best bewaarde Middeleeuwse steden van Europa is, is een labyrint van kleine straatjes, grote pleinen, prachtige oude gebouwen en een keur aan gezellige barretjes en restaurantjes. Een stad waar je je snel op je gemak voelt maar waar je ook snel je zuurverdiende euro's kwijt bent. Goedkoop is het er zeker niet.


 

Uitwaaien op "de wadden van Estland"

Na een paar stadse dagen maken we rechtsomkeert en zetten we weer koers richting het zuiden. Het meest noordelijke punt van de reis ligt achter ons maar het Baltische avontuur nog niet. Van Tallinn is het maar een uurtje rijden naar de veerboot die ons naar de eilanden Mahu en Saaremaa brengt. De zee is kalm en de veerboot luxer dan de boot naar Texel. Het vakantieseizoen is voorbij en op de eilanden is niet veel reuring meer. De rustige stranden waar de brochures mee pronken zijn leeg en de campings grotendeels verlaten. We maken een miniroadtrip langs mooie uitzichtpunten, bezichtigen de beroemde houten windmolens en bezoeken een aantal kneuterige plattelandsdorpjes waarvan Koguva veruit de mooiste is. De huizen en erfafscheidingen gemaakt van hout en keien en deels bedekt met een donzige laag mossen zijn volledig in harmonie met de weelderige natuur die het dorp omringd en wanneer de zon even doorbreekt wordt het uitbundig groen nog groener. Het kampvuur op de camping 's avonds maakt het “buitenlevengevoel” compleet.


Oliemissie 

Terug op het vaste land besluiten we dezelfde grensovergang met Letland te nemen als op de heenreis. We hebben een missie. Bij de olieservice is er iets teveel olie in het blok gekomen en Markus vertrouwt het niet. Als we geluk hebben dan is de garage morgen open en wil de vriendelijke monteur ons nog wel een keertje helpen. We overnachten op een camping vlakbij en hebben een gezellige avond met een reiziger op fiets die de uitnodiging om de avond bij ons in de camper door te brengen maar wat graag aanneemt. De herfst is duidelijk in aantocht. De volgende ochtend zijn we al vroeg op, maar bij de garage is het stil en donker. Gelukkig zijn we een inmiddels beetje bekend in het dorp en van de verkoper die ons een paar dagen geleden de olie verkocht krijgen we een ander adres. Hier is meer leven in de brouwerij en de mannen komen nieuwsgierig naar buiten wanneer we de oprit op rijden. Frankie sorteert het effect zoals maar weinig auto's dat kunnen. De stoerste mannen ontdooien wanneer ze onze onverwoestbare vriend ontmoeten maar ons “probleem” tovert pas echt een lach op hun gezicht. Ja, ja, wrijf onze onhandigheid er nog maar eens in. Ze laten zich er verder niet over uit en komen direct in actie. Voor de prijs van een biertje is ons probleem een paar minuten later gefikst.

Nog één keer Marsala City

In een paar uur doorkruisen we Letland van noord naar zuid en zijn we terug in Litouwen. Terug in Kaunas zelfs. Niet omdat we de stad zo graag nog een keertje willen bekijken maar speciaal voor Marsala City. Het water loopt ons al in de mond bij de gedachte. Zelfs in India was het eten niet altijd zo smaakvol als hier. De mannen herkennen ons nog en begroeten ons vriendelijk. “We kunnen er ook wel een dahl bij bestellen deze keer”, hongerig lezen we de kaart en met moeite weerstaan we de verleiding om alles te bestellen wat ons lekker lijkt. Even later staat de tafel vol koperkleurige Indiase schaaltjes waaruit de meest heerlijke geuren opstijgen. Het restaurant overtreft opnieuw onze verwachtingen en voller dan eigenlijk goed voor ons is slenteren we terug naar de auto. Gelukkig is de camping vlakbij want we willen maar één ding, gestrekt op de bank en uitbuiken. Dat buiten de regen met bakken uit de hemel valt is geen zorg voor vandaag.


     

Heuvel der Kruizen

Het woord “heuvel” doet een hogere berg vermoeden dan de lichte glooiing in het landschap in werkelijkheid is. Vanuit de verte lijkt één van Litouwens meest merkwaardige bezienswaardigheden weinig indrukwekkend maar eenmaal dichtbij worden ook wij gegrepen door de karakter van de plek. Op een klein heuveltje midden in het veld staat een verzameling kruizen. Niet netjes neergezet maar kris kras door en op elkaar. Een wanorde die haast symbool lijkt te staan voor de chaos die zovelen die hun kruis hier hebben achtergelaten in hun leven moeten hebben ervaren. Zo'n 100.000 stuks zijn het er naar schatting en nog dagelijks komen er nieuwe kruizen bij. Van een paar meter hoog tot piepkleine kruisjes van slechts enkele centimeters, sommige prachtig gedecoreerde meesterwerken maar andere veelzeggend in hun eenvoud, sommige nog blinkend nieuw maar andere grijs en verweerd door de jarenlange inwerking van zon en regen. Duizenden kruizen in alle soorten en maten;  achtergelaten door gelovigen als teken van aanbidding of als smeekbede om kracht, of achtergelaten door nabestaanden ter nagedachtenis aan overleden dierbaren. Velen daarvan voor naar Siberië gedeporteerde landgenoten. Sinds 1831 staan de kruizen op het kleine heuveltje. De eersten achtergelaten door nabestaanden van omgekomen rebellen maar al gauw werden het er meer en veranderde de plek in een bedevaartsoord. De Russen, wars van religie, hebben het meerdere keren plat gebulldozerd maar 's nachts beschermd door de duisternis trotseerden burgers de soldaten en het prikkeldraad en legden ze nieuwe kruizen neer. Hun leven riskerend voor hun recht op vrijheid van geloof en vrijheid van expressie. De Russen trokken uiteindelijke aan het kortste einde en de heuvel met kruizen is er nog steeds. Een bedevaartsoord voor de één en een toeristische attractie voor de ander. Wars van iedere vorm van afgoderij hebben we onze bedenkingen bij het gebruik; toch kunnen ook wij niet voorkomen dat we onder de indruk raken. De stilte, slechts doorbroken door het zachte gerinkel van vele kruisjes in de wind, de kracht van het symbool en de wetenschap dat achter ieder kruisje een verhaal schuilt beroert ons.


Ridder en jonkvrouwen

Nieuwsgierig gemaakt door de enthousiaste verhalen van diverse medereizigers rijden we naar Trakai. Ooit het centrum van de politieke en militaire macht, maar nu vooral een toeristische bestemming van bossen en meren met als middelpunt het enige Oost-Europese kasteel dat gebouwd is op een eiland. Een prachtig gerestaureerd Gotisch kasteel met donkere kamers, lange galerijen, kleurrijke glas en lood mozaïeken en grote zalen met imposante gewelven en enorme kroonluchters. Een plek van legendes en Middeleeuwse verhalen over ridders en jonkvrouwen. Wandelen door het immense kasteel komen de verhalen uit de grote avonturenfilms in onze fantasie tot leven. Het is inderdaad een bijzonder kasteel.


Vilnius

Herfststormen hebben ook in Litouwen hun intrede gedaan en regen en wind maken dat we ons bezoek aan Vilnius beperken tot de oude binnenstad. Voor de nacht vinden we een plekje op de parkeerplaats van een jeugdherberg van waaruit we naar het oude centrum wandelen. Het is er gezellig druk en grote parasols en terraskachels lokken de mensen naar de terrassen die ondanks de regen vol zitten. Op ons gemak wandelen we door de kleine klinkerstraatjes en bewonderen we enkele goed bewaarde gebouwen uit de Baroktijd. Ook Vilnius heeft zijn eigen karakter net als de twee andere Baltische hoofdsteden en op een zonnige dag zou die beslist beter tot zijn recht komen. Wij hebben het na enkele uren wel gezien en via het stadsdeel Uzupis, een door kunstenaars en bohemians uitgeroepen “Republiek” compleet met eigen grondwet, vlag, valuta, president en volkslied, lopen we terug naar de hostel. Uzupis is een merkwaardige wijk met leuke restaurantjes, galerieën en aparte winkeltjes. We stoppen bij een klein authentiek boekwinkeltje met voor de deur een rode kater die relaxed in een boekenmand ligt te snurken. Het is een aandoenlijk plaatje. En we zijn duidelijk niet de enigen die er zo over denken want een kartonnen bord nodigt ons uit om een foto te maken maar daarvoor moeten we wel een kleine donatie op het schoteltje achter laten. Hier klopt iets niet. “Joh, dat is vast een opgestopte kat”, grappen we terwijl we doorlopen. Nieuwsgierig bekijken we later die avond de foto nog eens, maar het “raadsel van de rode kater” blijft onopgelost; “hij lijkt wel heel echt”. Voor ons het meest bijzondere monument van de wijk is een grote muur met een verzameling borden waarop de grondwet van Uzupis prominent wordt weergegeven. Een bijzondere grondwet die het recht geeft om fouten te maken, om lief te hebben, om te huilen, om uniek te zijn, om je soms onbegrepen te voelen, om bang te zijn, om waardevol te zijn ongeacht je afkomst of om even niets te doen. Een wet die zelfs honden het recht geeft om hond te zijn. Een grondwet bestaande uit 41 regels met een hoog flower power gehalte, maar desalniettemin waar en waardevol. Een bijzonder monument zeker in deze wijk waar voor de oorlog overwegend Joden woonden en waarvan de meesten de Holocaust niet hebben overleefd.

Terug naar huis

De volgende dag beginnen we aan de lange weg naar huis waarbij de regen net als op de heenreis voor het groot deel van de rit onze trouwe metgezel is. De Baltische staten zijn een bezoek meer dan waard. Voor tropische temperaturen, spectaculaire landschappen of spannende avontuurlijke routes hoef je er niet heen maar de landen zijn gevarieerd, met een grote verscheidenheid aan oude dorpjes en mooie hoofdsteden waar het heerlijk cultuursnuiven is.


Baltische Staten 2017


17 augustus 2017 - 6 september 2017

Heenreis: Bellingwolde (NL) - Hamburg (DE) - Berlijn (DE),  Polen: Nowe Czarnowo - Stettin - Torún - Suwalki, Litouwen: Kaunas - Klaipeda -  Curonian Split (Nida),  Letland: Liepaga - Karosta - Kuldiga - Jurmala - Riga - Cesis - Gauja NP, Estland: Parnu - Vosu - Tallinn - Muhu & Saaremaa (Koguva, Kuressaare, Angla) - Parnu, Letland: Riga,  Litouwen: Kaunas - Siauliai (Hill of Crosses) - Trakai - Vilnius, Terugreis: Augustow (PL) - Warshau (PL) - Berlijn (DE) - Bellingwolde (NL)